24-09-2010: 20u00: concert, Laken, Eglise
S(a)int-Lambertuskerk
- Les textes/poèmes / teksten en gedichten
- Introduction en
Français (tiré du livret)
I – Intro
De toon is gezet, de pelgrimage begonnen. U bent hopelijk al een beetje in
de sfeer gekomen. Kunt u zich het al voorstellen: de pelgrims daar in dat
klooster op de hoge berg, hoe ze dit zongen tijdens de nachtwake als
antifoon.
Ik ga de sfeer vandaag niet breken met interessanterigheden links en rechts.
Ik ga me beperken tot gedichten, gebalde taal die vaak meer zegt dan veel
woorden.
J’espère bien, que vous avez déjà capté un peu l’atmosphère de ce concert
spirituel avec des chansons, que les moines et les pèlerins ont chanté, il y
a plus de 6 siècles, dans l’église de Montserrat. Dans le livret j’ai
rassemblée davantage tous les informations concernant la musique, l’origine
du pèlerinage de Notre Dame de Montserrat et le Llibre Vermell, dont la
musique est tirée.
Meer informatie over de lotgevallen van het Llibre Vermell vindt u in het
programmaboekje. Overigens zo genoemd omdat het 14de eeuwse manuscript later
in een vermiljoenkleurige band is ingebonden: het rode boekje… alhoewel:
meer dan 400 folio’s. Gedichten zullen het dus zijn, poèmes pour
intensifier la méditation, pour transformer ce concert en un pèlerinage
musical.
Middeleeuwse pelgrimsliederen dus, en dansen… want dat deden ze toen ook,
die pelgrims… Waarom gaan pelgrims op reis?
Voor een aflaat, boetedoening, een religieuze piekervaring. Zeker. Maar er
is meer: pelgrimeren doe je met je hele bestaan, ziel èn lichaam.
Pelgrimeren is opbreken, vertrekken, loslaten van het vertrouwde, een
lichamelijk inspanning, een avontuur, waarbij je nooit op weg zou gaan als
er geen bestemming was. Je moet een reden hebben, On a besoin d’un
raison pour partir en voyage. maar waarbij je vaak ontdekt dat het wel
de bestemming was die je op gang trok, maar dat het de reis zelve was die je
het meest heeft bijgebracht. Pèleriner, voyager… on a besoin d’un but,
d’un rêve pour partir. Mais – après tout – souvent le plus important n'est
pas le but mais la route qui nous y conduit.
II - stilte & quiétude.
Als eerste tekst lees ik een gedicht van Nicolas Konstantinovitch Roërich
(1874-1947), een russische schilder, filosoof, humanist, die in de loop van
zijn leven steeds meer geboeid is geraakt door de Oosterse wijsheid. Dat hij
ook dichter was, wist bij zijn leven bijna niemand, want de enkele gedichten
[in vrije versvorm, verse libre] die hij publiceerde zo rond 1920 gingen
verloren in de storm van de tijd. De communistische revolutie eiste alle
aandacht op en voor contemplatieve beschouwingen was daarin weinig ruimte.
Ze zijn postuum, in 1974, in druk verschenen in een album getiteld:
“Pismena” = hieroglyphen of oude schrifttekens, runen. Ze zijn niet of
nauwelijks vertaald, behalve een aantal in het Frans. Vandaar dat ik nu in
het Frans verderga.
Roërich ne s'intéresse pas à l'oeuvre du temps "réel", concret, parce que
son cadre de référence est la somme totale du temps ou l’éternité. Dans son
poème "O vechnom" ("À l'Eternel"), le héros demande à son ami d'oublier leur
discussion, en disant:
Frère, abandonnons
ce qui change rapidement.
Autrement nous n'aurons pas le temps
de tourner nos pensées vers ce qui
jamais ne change, de penser
À l'Eternel.
En hij bedoelt hetzelfde als Rabindranath Tagore, wanneer die zegt: “Ons
werkelijke leven ligt in het diepste van ons innerlijk. Onze rusteloosheid
en onze zwakheden zijn bewegingen aan de oppervlakte. Daarom moeten wij ons
terugtrekken in de stilte, naar de stille diepten van ons geestelijk leven
om dat werkelijke leven in ons te ervaren. Wanneer we dat doen zullen ook
onze woorden en daden werkelijkheid worden.”
Maar dat is dan het sympathiek van Roërich, dat hij toegeeft dat dat niet zo
makkelijk is, zeker voor een Westerling. Hier is zijn verslag van het begin
van zijn zoektocht naar God, sa recherche des traces de l’Eternel, des
signes de Dieu dans sa vie…
…
Il est difficile de discerner
Le chemin. Indistincts les traces.
Où peuvent-ils être
Les Signes Sacrés ? …
"Gardien, dis-moi pourquoi
Fermes-tu cette porte ?
Que gardes-tu inlassablement ?"
"Je garde
Le secret de la quiétude"
"Mais la quiétude est vide.
Des gens dignes de confiance
L'ont dit : 'Il n'y a rien'."
"Je connais le secret de la quiétude
Et j'ai pour mission de le garder"
"Mais la quiétude est vide !"
"Oui, elle est vide !" répondit le gardien du seuil
"Tu as raison : Elle est vide… pour toi.”
III. pelgrimsgedichten:
un poème et un psaume pour un pèlerinage
1. psaume 121 traduction de André Chouraqui
2. Gaan
Ik zal gaan
O met genoegen zal ik gaan
met diepe vreugde en trompetgeschal
ik zal gaan
Als jij roept zal ik gaan
mijn werk mijn eten en mijn handen
zal ik laten staan
als jij roept zal ik gaan
Als jij roept in de morgen
in de middag in de avond
in mijn dromen in mijn waken
als jij roept zal ik gaan
Ik zal gaan
al breken ze mijn benen
al moet ik kreupel gaan
engelen binden dan mijn wagen
vleugels aan
Ik zal gaan
Remco Campert
IV. Danse Macabre De dodendans, daar eindigt straks
dit concert mee…
1399, het einde van de “waanzinnige 14de eeuw”, waarin de zwarte pest Europa
tot aan de rand van de afgrond had gedreven. Als je een pelgrimage ziet als
een soort ‘spiegel van het leven’… het leven als een reis, het gaan van een
weg… dan kan de dood, ergens aan het einde daarvan niet ontbreken. Ik denk
zelfs dat dat de geheime kracht is van pelgrimeren: je ontdekt, je voelt
terwijl je onderweg bent, dat je steeds meer ballast kwijt raakt, het
bestaan wordt naakter, en het gevoel van ‘te leven’ intenser… Misschien
ontdek je dan wel dat de bestemming er eigenlijk niet zo toe doet: dat de
zin van het leven eigenlijk heel simpel dit is, dat je leeft. Dat spiegelt
zich op de pelgrimsreis: Terwijl je op weg bent naar het doel, ontdek je dat
de reis ernaartoe eigenlijk netzo belangrijk is, of misschien nog wel
belangrijker dan het (bereiken van het) doel. Ook niet strikt gelovige
mensen gaan pelgrimeren en doen soortgelijke ervaringen op. Ookal heeft het
leven dan misschien geen objectieve bestemming, dan toch is het goed dat je
op weg gaat en dat je doorgaat, niet opgeeft… dat je blijft zingen, blijft
dansen, blijft geloven hopen liefhebben… Waar is dus wat de Hongaars-Joodse
schrijver Gyorgi Konrad eens heel to-the-point heeft verwoord: Op de vraag
naar de zin van het leven, antwoordt ieder mens met het verhaal van zijn
leven. Het laatste woord is dan ook aan een dichter, die de donkere tonen
van de dood in zijn gedicht durft te mengen met liederen en zang van de
overwinning.. Als pelgrimage de spiegel van het leven is, dan is het
bereiken van het doel op een of andere wijze verbonden met… de dood…
Het woord is aan Paul Verlaine, poète maudit, een beetje morbide,
maar toch wel to the point…
Paul VERLAINE (1844-1896)
Va ton chemin sans plus t'inquiéter
Va ton chemin sans plus t'inquiéter ! en-kjie-té
La route est droite et tu n'as qu'à monter,
Portant d'ailleurs le seul trésor qui vaille,
Et l'arme unique au cas d'une bataille,
La pauvreté d'esprit et Dieu pour toi.
Surtout il faut garder toute espérance.
Qu'importe un peu de nuit et de souffrance ?
La route est bonne et la mort est au bout.
Oui, garde toute espérance surtout.
La mort là-bas te dresse un lit de joie.
Et fais-toi doux de toute la douceur.
La vie est laide, encore c'est ta soeur.
Simple, gravis la côte et même chante, beklim de helling
Pour écarter la prudence méchante
Dont la voix basse est pour tenter ta foi.
Simple comme un enfant, gravis la côte,
Humble comme un pécheur qui hait la faute,
Chante, et même sois gai, pour défier
L'ennui que l'ennemi peut t'envoyer en-mi
Afin que tu t'endormes sur la voie.
Ris du vieux piège et du vieux séducteur,
Puisque la Paix est là, sur la hauteur,
Qui luit parmi des fanfares de gloire.
Monte, ravi, dans la nuit blanche et noire.
Déjà l'Ange Gardien étend sur toi
Joyeusement des ailes de victoire.
Recueil : Sagesse (1880)
Introduction
Llibre Vermell de Montserrat (1399)
La Catalogne, région du nord-est de l'Espagne qui s'étend de la Méditerranée
jus-qu'aux Pyrénées, fut marquée par la longue présence des Maures sur son
territoire et avantagée par une position géographique privilégiée au
confluent des grands cou-rants artistiques et scientifiques de toute
l'Europe du Moyen Âge. Les figures les plus marquantes du monde de la
musique, venues de France, d'Italie, de Flandres et d'Al-lemagne
contribuèrent à faire de la cour d'Aragon (Barcelone) un centre artistique
de première importance où tous les styles musicaux contemporains se
retrouvaient à un haut niveau d'excellence. Ce dont témoigne éloquemment
l'existence d'un ma-nuscrit comme le Llibre Vermell de Montserrat.
Ce livre aujourd'hui conservé à la bibliothèque de l'abbaye de Montserrat,
est sû-rement l'un des plus précieux et l'un des plus célèbres manuscrits de
la fin du XIVe siècle. C'est grâce aux moines qui le prêtèrent au marquis de
Lio, de l'Académie des Belles-Lettres de Barcelone, que le manuscrit évita
providentiellement l'incendie qui détruisit les archives de Montserrat lors
de l'invasion napoléonienne de 1811. Le ma-nuscrit fut rendu en 1885,
dorénavant relié du velours rouge d'où il tire son nom de Llibre Vermell
(livre vermeil). C'est dans le but de distraire et d'instruire les pèlerins
venus rendre un culte à la Vierge noire du sanctuaire — sous les traits
d'une statue romane en bois du XIIe siècle — que les moines de l'abbaye de
Montserrat composè-rent (ou rassemblèrent), outre des textes de natures
diverses, dix chansons à dévotion mariale à l'exception de la dernière, Ad
mortem festinamus, qui est une danse maca-bre.
Le recueil s'ouvre avec O Virgo splendens qui, tout comme Laudemus Virginem
et Splendens ceptigera, est construite sous la forme d'une "caça", et fait
preuve d'une maîtrise admirable de l'ingéniosité d'écriture du canon
médiéval. La mention "caça de duobus vel tribus" indique que les canons
peuvent être chantés à deux ou à trois voix. Par ailleurs, Los set goyts et
Imperaytritz de la ciutat joyosa sont, à l'exception du latin des autres
textes du manuscrit, rédigées dans la langue catalane populaire. La mention
"a ball redon" (danse en rond) fait référence à la tradition de la danse
sacrée — alors très vivante à cette époque malgré l'opposition des conciles
qui en condam-naient les abus — à l'abbaye de Montserrat. Ces chansons à
danser, alignant subtile-ment la succession du refrain et du couplet, se
présentent sous la forme de la ballade italienne pour Los set goyts, et sous
la forme du virelai français pour cinq d'entre elles, soit: Stella
splendens; Cuncti simus concanentes; Polorum regina; Mariam Matrem Virginem
et Ad mortem festinamus. Enfin, Mariam Matrem Virginem est, avec
Imperaytritz de la ciutat joyosa et Stella splendens, un des sommets
d'écriture polyphonique du recueil et, sans aucun doute, une des plus belles
mélodies que le Moyen Âge catalan nous ait laissées.
Tous ces chansons illustrent les commentaires notés par le copiste : ...
comme les pè-lerins ont parfois le désir de chanter ou de danser lors des
vigiles nocturnes dans l'église de la sainte Vierge de Montserrat, et qu'ils
veulent le faire même dans le jardin près de l'église (où l'on ne saurait
tolérer que de respectables et pieuses chansons), un certain nombre de
chan-sons appropriées ont été écrites afin de satisfaire à cette demande.
Elles doivent être chantées de manière respectueuse et retenue afin de ne
pas déranger ceux qui souhaitent continuer leurs prières et leurs
méditations.