tekst uitgesproken bij het concert met Kleine Geistliche Konzerte
zondag 6 maart 2005 in de protestantse kerk / Bexstraat 13
Dick Wursten
Heinrich Schütz
De periode waaruit de muziek
vandaag
stamt
(= Kleine Geistliche Konzerte)
is een verbijsterende periode
geweest.
Europa was gewikkeld in
één grote godsdienstoorlog. In de Nederlanden
woedde de 80-jarige oorlog volop. In Frankrijk werden hardhandig de laatste
restjes van het Hugenotendom de kop in gedrukt (Richelieu is een exacte
leeftijdsgenoot van Schütz).
Vlaanderen en Zuid-Europa waren degelijk roomskatholiek.
Scandinavië
was om: die landen werden Luthers tot in de genen.
In Duitsland en Midden-Europa ging alles mis.
En toen twee habsburgse stadhouders uit het venster ‘vielen’ in
Praag (23 mei 1618 - Prager Fenstersturz) was het hek van de dam. Prager
Fenstersturz / Defenestratie.
Een reeks oorlogsverklaringen volgde elkaar op en de 30-jarige oorlog was
een feit. Heinrich Schütz
was toen in de kracht van zijn leven, begin dertig, net aangesteld als
kapelmeester van de keruvorst van Saksen in Dresden, verantwoordelijk dus voor
de hofkapel.... hij had trouwplannen en was bezig met de laatste hand te leggen
aan z’n eerste verzameling grote religieuze muziek. De
Psalmen Davids,
die 1619 verschenen en hem in
één klap naast Michael Praetorius zetten.. De
Duitse Orpheus en vader van de protestantse kerkmuziek had z’n
opvolger.gevonden. En dan begint de oorlog. Schütz
probeert verschillende keren weg te komen, lukt niet. Hij werkt door, zowel
werelds : de eerste Duitse opera (of misschien beter: dramma per
musica) gaat in première
in Dresden, Dafne (op
tekst van Opitz, naar
Italiaans voorbeeld)
als kerkelijk:
cantiones sacrae 1625,
oecumenisch werk...
veel (pseudo-)augustinusteksten
(uit de Meditationes). Hij investeert in vredesonderhandeling samen met z’n
eerste vorst: Moritz van Hessen en de graaf Posthumus Reuss,
die we straks nog tegenkomen. Vergeefs.
bezuinigingen op de hofkapel
/ Economische acheruitgang.
En persoonlijk leven gaat het vreugdelicht ook uit: 1625 sterft
zijn vrouw. Hij hertrouwt nooit.
Als de oorlog dichterbij komt weet hij nog een keer
verlof te krijgen. 1628 naar Venetie. Als hij terugkeert is de oorlog echter tot
bij Dresden doorgedrongen... de komende 20 jaar zal die z'n
verwoestend werk doen. Als dan eindelijk - moegestreden - in 1648 de vrede van
Westfalen een einde maakte aan de vijandigheden is
Schütz 63 jaar - en oud. Hij had reeds verschillende malen aan de keurvorst
gevraagd van zijn plichten ontheven te mogen worden.
De muziekstukken stammen midden uit die 30-jarige oorlog. Ze
zijn ontstaan in de jaren 1630. Het zijn kleine geestelijke concerten –
noodgedwongen. Dus. Steeds meer muzikanten zochten een goed heenkomen in het
buitenland. Schütz
die behoorlijk veel internationale contacten had, hielp ze daar zelfs bij. Een
van zijn meest begaafde leerlingen, bezorgde hij zelfs hoogstpersoonlijk een
organistenpost in het Noorden van Duitsland (Hamburg,
Matthias Weckmann). Trouwens: de muzikanten stonden op dezelfde payroll als de
stalknechten. Zelf bleef hij over met enkel getrouwen... voor hen - en voor
z’n collega’s die in een zelfde positie verkeerden, schreef hij zijn
kleine
geistliche Konzerte. Eén
stem is genoeg om Gode te zingen, twee is meegenomen en op
drie
kan God al tronen,
zoals psalm 22 zegt.
En toch -
vergis u niet - zijn het geen petieterige concertjes.
Integendeel.
In de lijn
van de kleine kerkconcerten van zijn vriend
Johann Hermann Schein (Opella Nova)
en de Italiaan Viadana
grijpt hij de gelegenheid aan om de
Italiaanse manier
van zingen verder in te voeren. tekstgericht... De
stile recitativo
of rappresentativo
heet dat,
die gekenmerkt wordt door solistisch gezongen melodieën
met begeleiding van een klavecimbel, luit of orgel.
Deze muziekstijl bood oneindig veel dramatische mogelijkheden en
is de basis geworden va, zowel de latere opera (seculier) als het oratorium
(geestelijk).
BLOK 1 (Boetepsalmen)
In het eerste blokje hoort u hoe Schein en Schütz
- en ook Praetorius - nog even deed hij mee, hij overleed in 1621 - hier met
eenvoudige middelen een maximum aan zeggingskracht bereiken.
U kunt de tekst volgen in het programmaboekje...
Let u maar eens op hoe er geklaagd wordt.... dalende reekste.
Hoe er aangedrongen.. stuwend, stapelend.. omhoog.
En hoe in het laatste stuk van dit eerste deel... een volkomen
vrije natuurlijke aria
wordt gezongen...
BLOK 2
Hoort u hoe Schütz
naast kerkmusicus ook een prima hofcomponist zal zijn geweest.
Hij heeft veel van
dat werk geschreven, niet alleen voor zijn eigen broodheer, maar vooral ook voor
koning van Denemarken, die met familiebanden had met het hof in Sachsen en waar
Schütz
zo vaak mogelijk werd uitgenodigd
èn dan zo lang mogelijk, soms meer dan een jaar
bleef.
Vreemd: Schütz
vond het blijkbaar niet nodig zulke muziekstukken ook te publiceren wat hj met
z’n kerkelijk werk juist wel deed, zeer nauwgezet zelfs, genummerd.
Gelukkig komt zijn ingehouden dramatisch vernuft ook in enkele
religieuze werken tevoorschijn. We zullen nog een voorbeeld horen - in het derde
deel - als de avondpsalm (psalm 3, 4)
aan de beurt komt.
In het tweede blok muziek wordt het overigens ernstige
bedoening..
We verplaatsen ons met de gelovigen van toen in het perspectief
dat God heeft op het wereldse gebeuren. En wat God ziet, dat bevalt Hem niet zo.
Dat klopt niet met wat hij in gedachten had toen hij Adam schiep.
Dat die ‘mens’ er altijd zo’n rommel van maakt, zo’n chaos,
anomie, anarchie...
Ja, met God mee verbaast elke jonge nieuwe generatie zich er
weer over dat de vorige dat allemaal heeft laten gebeuren, maar vervalt volgens
zelf ook in dezelfde fout.
Men spreekt dan van de
condition humaine , het menselijk
tekort, of in de christelijke leer over de erfzonde, beter: de
oerzonde...
dat de Mens, ADAM, er altijd weer intrapt... Lot, ja, maar ook schuld.
De geestelijke concerten van dit gedeelte bemediteren vanuit dit
verschijnsel: hoe het toch zover heeft kunnen komen en of er dan nog wel een
uitweg is uit die condition humaine.
Het centrale koraal is hier
Durch Adams fall ist ganz verderbt .
Het wordt een ernstig spel tussen de Eerste en de Tweede Adam.
Ja, er is een tweede adam geweest, een schepping opnieuw. De
oude en de nieuwe mens.
Paulus (brief aan de Romeinen, hoofdstuk 5) heeft namelijk ooit
een spannende denkoefening gedaan. Hij stelde zich Christus voor als een soort
‘tweede’ Adam is (‘Adam’ = Hebreeuws voor ‘mens).
Door
één mens,
zo schrijft hij,
is de zonde in de wereld gekomen en door de
zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen
... een fatale
lapsus: de ‘condition humaine’ wordt hierdoor verklaard... (historiserend
gezegd, maar bedoeld als existentiaal).
Maar dan gaat Paulus door. Daar is het godzijdank niet bij
gebleven. God heef thet nog eens geprobeerd. Een
tweede Adam : Christus,
en ook zijn lot heeft invloed op alle mensen... leidde de eerst Adam tot een
vreselijke val, hier wordt een salto vitale beschreven:
De tekst is afgedrukt naast het lied...
Dat overigens nog een keer terugkomt nadat
het lam gods is
voorgesteld... expres: de komst van de tweede Adam heeft het krachtenveld
van de eerste Adam beslist nog niet ontmijnd..
maar toch is er in het leven en de
levensgave van die tweede Adam iets beslissend gebeurt... De ‘zonden der
wereld zijn weggedragen’... een begin van ‘verzoening’ tot stand gekomen...
BLOK 3:
Musicalische Exequien
In 1635 overleed een goede vriend van Heinrich Schütz,
dhr. Posthumus Reuss, graaf van Gera. Dit was een vrome man, van oude, maar arme
adel, die zich enorm heeft ingezet om ‘te redden wat er te redden’ viel en te
herbouwen - kerken, huizen, scholen, die de oorlog reeds had vernield.
Tegelijk was hij een groot liefhebber van kunst. met een
melancholische natuur (zou je anders kunnen in zo’n tijdsgewricht ). Reeds voor z’n dood had hij Schütz gevraagd om zijn uitvaart te
verzorgen. Zelf
had
hij alles voorbereid. Als Schütz
in 1635 uit Denemarken terugkeert, hoorde hij dat Reuss was overleden.
Zijn weduwe gaf hem een reeks bijbelteksten en liederen en liet hem z’n
grafkelder zien, inclusief de tinnen sarcofaag. Van buiten
en van binnen was die
helemaal bezet met - diezelfde - bijbelteksten en welgekozen liederen...
allemaal rond het thema: dood, vergankelijkheid
èn eeuwig leven.
Zijn lichaam had hij laten balsemen, want hij wilde bijgezet
worden op Maria-lichtmis, als de lofzang van Simeon
gelezen wordt..
Nu laat
gij heer uw knecht, thans henengaan in vrede, naar uw woord..
Of Schütz
die tekst op muziek
wilde zetten
(motet) en de overige
teksten wilde samenvoegen tot een
Duitse
uitvaartmis: De dominee moest dan preken over een andere tekst:
Herr wenn ich nur
dich habe.... Heer, ps. 73
(hier de berijming uit het oude psalmboek, 1773)
Wien heb
ik nevens u omhoog
wat zou
mijn hart wat zou mijn oog
op aarde
nevens U nog lusten
niets is
er waar ik in kan rusten
Ja, al
zou mijn vlees en hart vergaan
toch zal
ik God voor u bestaan
wien ik
mijn leven toevertrouw
Gij zijt
de rots waar ik op bouw
begin februari 1636 was het zo ver. Het laatste stuk dat u
hoorde van deel 2 is en bewerking van een deel uit die Musicalische exequien en
het eerste deel van deel 3 komt daar zelfs uit.
Om u een tijdsbeeld te schetsen lees ik u het begin - in
vertaling - van de opdracht
het Widmungdie Schutz bij de
publicatie van de Musicalische Exequienschreef in 1636.
Was het dan nog niet genoeg, deze
straf, dit woeden
waarmee de hoogste God ons, terecht
om onze schuld en onze missedaad
door deze gruwelijke oorlog slaat
---
al wat goed was, en wel ingericht
ligt nu totaal vertrappeld en
vernietigd
wetten zijn in hun tegendeel
vekeert.
Scholen verwoest, kerken
vernield ?
Was het dan nog niet genoeg,
dat nu ook dit ongeluk er nog
bij komen moest
dat U, o hooggeerde vorst, van
ons werd weggenomen
door het woeden van de dood in
deze droeve tijd ...
waardoor vermenigvuldigd wordt
onze nood en ons lijden.
Gij die de muzen waart een
scherm, een schutste, Freud und Wonne
Het zegt alles over zijn tijd en over het geloof, ... wat mannen
als Posthumus Reuss en Heinrich Schütz
toch op de been hield... en - in het geval van Schutz - na het beeindigen van de
oorlog... toch weer.alle energie bij elkaar te rapen om te helpen bij de
wederopbouw van het verwoeste land.
Als ‘adviseur’ en ‘inspecteur’ trok hij - na z’n eindelijk
toegestane deeltijdse pensioen - heel Saksen en Thüringen rond en richtte hier
een capella op, stelde daar een nieuwe cantor aan, schonk ginds een bundel
muziek om uit te voeren.. en vond fondsen desnoods uit eigen zak om die
schöne
musica ook in de nieuwe tijd weer een kans te
geven.
En misschien is het grootste geschenk wel dit, dat hij
vanuit
een altijd toch aanwezige smeulende passie
nooit tevreden
was met ‘iets dat ook wel ging’.. maar ook in z’n eenvoudige
kleine muziekstukken...
de mensen uit de matte middelmaat tot het hoogste
opriep
èn ze - daarbij tot op z’n laatste dag bij is
blijven bepalen
èn helpen met de muziek die hij ze zelf aan bood..
Hoed af.. voor Schütz
En respect voor zijn geloof...
De heer heeft gegeven, de heer heeft genomen..
De naam des HEREN zij geprezen.
|