|
||
St. Caecilia - patrones der muziek en muzikanten
St. Cecilia, dat weet u ongetwijfeld, is de patrones van de muziek en de muzikanten. Ze wordt dan ook vaak afgebeeld met een muziekinstrument, bij voorkeur een orgel. Haar feestdag : 22 november. Maar weet u dit ook... : dat Caecilia eigenlijk per ongeluk patroonheilige van de muziek is geworden. Het berust namelijk op een misverstand van de oude legende, waarin haar leven beschreven is… Ze is zelfs eerst meer dan 1000 jaar 'heilig' geweest, zonder een verband met de muziek.Ze was gewoon een martelaar-maagd uit de begintijd van de kerk, begin 3de eeuw. Met een door haarzelf gesticht kerkje in Trastevere. Patroonheilige van de muziek was niemand minder dan de paus Gregorius… uweetwel van het Gregoriaans.
Laat ik u daarom eerst vertellen hoe Cecilia aan haar orgeltje gekomen is. De oorspronkelijke heilige Caecilia (NB dat is nog niet hetzeflde als de historische Caecilia) wordt ons geschilderd in haar heiligenleven (vita, begin 6de eeuw) als een Romeins meisje, afkomstig uit een patricische familie in Rome (Coecilia, diverse senatoren): rijk, goed opgevoed, onderlegd en… reeds op jonge leeftijd volkomen aan God toegewijd. Dat wil zeggen - in heiligenlevens onvermijdelijk is als het een vrouw betreft – ze had de gelofte van maagdelijkheid afgelegd. Dat wil zeggen: zij wilde in haar leven geen andere bruidegom kennen dan Christus alleen. Dus vastte ze veel en bad dagelijks tot God. Tegen haar wil werd ze door haar vader uitgehuwelijkt aan een jonge heidense patriciër Valerianus. Toen de dag van het huwelijk aanbrak was er een groot feest…voor iedereen, behalve voor de bruid. Terwijl iedereen zong en danste, en muziek maakte had zij zich teruggetrokken en bad onophoudelijk tot God om hulp in deze moeilijke situatie… Immers als alles normaal zou verlopen zou ze diezelfde nacht nog haar maagelijkheid… verliezen, d.w.z. haar eerste liefde ontrouw moeten worden.
Precies hier wordt ze patrones van de muziek. want in het Latijn luidt die passage alsvolgt
"venit dies in
quo thalamus collocatus est et, cantantibus organis, Caecilia in
corde suo soli Domino decantabat dicens: Fiat cor meum et corpus meum
immaculatum ut non confundar"
Hoe ze vervolgens Valerianus ervan wist te overtuigen haar ongemoeid te laten, nl; door hem een geheim mee te delen…, wordt onthuld als u ook op de lauden van 22 nov. zou luisteren naar de volgend antifoon: Est secretum Valeriane, quo tibi volo dicere: angelum Dei habeo amatorem qui nimio zelo custodit corpus meum Ze heeft een beschermengel. En als Valerianus wat sceptisch vraagt om die te zien, stelt ze als voorwaarde dat hij zich eerst laat dopen. Zo geschiedde en de engel verschijnt bij thuiskomst en strooit rozen en lelies over het koppel, dat spontaan besluit zich voortaan samen aan Christus te wijden...
A Song for St. Cecilia’s Day… John Dryden, 1687 (op muziek gezet/mise en musique, St. Caecilia 1739, GF Handel )
FROM harmony, from heavenly harmony, This universal frame began: When nature underneath a heap Of jarring atoms lay, And could not heave her head, The tuneful voice was heard from high, 'Arise, ye more than dead!' Then cold, and hot, and moist, and dry, In order to their stations leap, And Music's power obey. From harmony, from heavenly harmony, This universal frame began: From harmony to harmony Through all the compass of the notes it ran, The diapason closing full in Man.
What passion cannot Music raise and quell? […]
The trumpet's loud clangour Excites us to arms, With shrill notes of anger, And mortal alarms. The double double double beat Of the thundering drum Cries Hark! the foes come; Charge, charge, 'tis too late to retreat!
The soft complaining flute, In dying notes, discovers The woes of hopeless lovers, Whose dirge is whisper'd by the warbling lute.
Sharp violins proclaim Their jealous pangs and desperation, Fury, frantic indignation, Depth of pains, and height of passion, For the fair, disdainful dame.
Orpheus could lead the savage race; And Trees unrooted left their place Sequacious of the lyre; But bright Cecilia rais'd the wonder higher: When to her organ vocal breath was given, An angel heard, and straight appear'd Mistaking Earth for Heaven.
[…]
Benjamin Britten, geboren op St Caecilia’s day
1913 had al in 1935 het plan opgevat om ook eens een werk aan St.Cecilia te
wijden. Bij gebrek aan inspiratie en aan een goede tekst schoot hij met het
stuk helemaal niet op, totdat W. H. Auden er een voor hem schreef in 1940.
Bij het uitbreken van de oorlog vertrekt Britten naar de VS en de Hymn to
St.Cecilia zou in 1941 in New-York zijn uitgevoerd, ... als hij het
klaar had gehad, maar Britten krijgt in deze periode van zijn leven niets
uit zijn pen. Hij wil terug naar Engeland, ookal is daar het leven bedreigd,
en zijn de steden kapotgeschoten: Discordia lijkt te hebben gewonnen…
Tijdens de bootreis naar Engeland in april 1942, onder bedreiging van duitse
U-boten, begint zijn muzikale creativiteit echter terug te keren en
vloeit niet alleen zijn ceremony of Carols uit de pen, maar ook zijn
Hymn to St Cecilia… Enkele fragmenten uit W.H. Audens tekst
O weep child weep, o weep away the stain |
||