Europa - REDCO

   

Home
Up
REDCo I
REDCo II
REDCo III
Toledo guidelines
Interculturele dialoog

De EU en levensbeschouwelijke educatie

REDCo - voornaamste resultaten / key findings

 

 

Wat denken de leerlingen zelf over godsdienst en levenbeschouwing, zowel op school als daarbuiten? De EU financierde een onderzoek onder 14-16 jarigen in 8 verschillende europese landen: de titel van het onderzoek zegt veel: REDCo (Religion in Education. A contribution to Dialogue or a factor of Conflict in transforming societies of European Countries). Ik vertaal: Religie in het onderwijs: helpt dat de dialoog vooruit of versterkt het het conflict in de transformerende samenlevingen van de Europese landen). Dit was zonder meer een boeiend onderzoek (er is een kwalitatief en een kwantitatief onderzoek gedaan, met uitgebreide verslaglegging in dikke boeken). De belangrijkste onderzoeksresultaten en aanbevelingen werden in 2009 aan de Raad van Europa aangeboden. De tekst vindt u hier: //redco.uni-hamburg.de/web/3480/3481/index.html. Er is een officiële vertaling in het Nederlands, maar die is niet publiekelijk ter beschikking gesteld.Vandaar dat ik hieronder een eigen versie bied van de belangrijkste stukken hieruit.

 

Via de knoppen ter linkerzijde vindt u nog wat excerpten uit de drie boeken die over REDCo zijn verschenen en de al wat oudere Toledo Guidelines en het fundamentele White paper on intercultural dialogue waarmee dit onderwerp natuurlijk veel raakvlakken heeft.

 

Hieronder de voornaamste onderzoeksresultaten en beleidsaanbevelingen van het REDCo onderzoek.

Linguïstisch-semantische opmerking: Zelfs deze onderzoekers hebben nog moeite hun terminologie langer dan een paragraaf consequent te houden. Religion, worldview, non-religieus worldview, religious belief, religious faith’t loopt allemaal door elkaar; soms moet religions alles dekken (incl. een niet confessionele levensbeschouwing), vaak dekt het eigenlijk alleen maar de expliciet godsdienstige. Ik heb de vrijheid genomen om hier naar de bedoelde inhoud te peilen op grond van de door de vraag gesuggereerde context, met indien mogelijk het gebruik van de kopelterm: levensbeschouwing. Enkel als er expliciet wordt ingegaan op het verschil tussen een godsdienstige en een seculiere levensbeschouwing gebruik ik de term ‘godsdienst’.

 

 

Key findings of the Research

 

Voornaamste onderzoeksresultaten

 The majority of students appreciated the religious heterogeneity in their societies, although a range of prejudices were expressed.

 De meerderheid van de studenten waardeerden de levensbeschouwelijke heterogeniteit in hun samenleving, hoewel er tegelijk een reeks vooroordelen tevoorschijn kwam.

 The most important source of information about religions and worldviews is generally the family, followed by the school.

 De belangrijkste bron van informatie over godsdienst en andere levensbeschouwingen is over het algemeen het gezin, gevolgd door de school.

 The school population includes a sizeable group of students for whom religion is important in their lives, a sizeable group for whom religion is not important and a sizeable group who hold a variety of occasionally fluctuating positions between these two poles.

 De schoolbevolking bestaat uit een omvangrijke groep studenten voor wie levensbeschouwing belangrijk is in hun leven, een grote groep voor wie levensbeschouwing niet belangrijk is en een aanzienlijke groep die een hele waaier van soms wisselende posities tussen deze twee polen innemen. [ja, die sociologen toch...]

 Irrespective of their religious positions a majority of students are interested in learning about religions in school.

 Ongeacht hun eigen levensbeschouwelijke visie is een meerderheid van de studenten geïnteresseerd in het leren over levensbeschouwingen op school.

 Students are well aware of and experience religious diversity mostly in, but also outside school.

 Studenten zijn zich terdege bewust van - en ervaren ook zelf - de levensbeschouwelijke diversiteit, vooral in school, maar ook daarbuiten.

 Students are generally open towards peers of different religious backgrounds. At the same time they tend to socialise with peers from the same background as themselves, even when they live in areas characterised by religious diversity. 

 Studenten staan over het algemeen open voor leeftijdsgenoten met afwijkende levensbeschouwelijke achtergronden. Tegelijkertijd hebben ze de neiging om op te trekken met leeftijdsgenoten die de dezelfde achtergrond hebben, ook als ze in gebieden wonen die worden gekenmerkt door levensbeschouwelijke diversiteit.

 Students often express a tolerant attitude more at an abstract than a practical level. The tolerance expressed in classroom discussion is not always replicated in their daily lifeworld.  

 Studenten geven hun tolerante houding meer vorm op een abstract dan op een praktisch niveau. De tolerantie uitgedrukt in klassikale discussie wordt niet altijd weerspiegeld in hun dagelijkse leefwereld.

 Those who learn about religious diversity in school are more willing to enter into conversations about religions and worldviews with students from other backgrounds than those who do not have this opportunity for learning. 

 Degenen die over levensbeschouwelijke diversiteit leren op school zijn meer bereid tot het aangaan van gesprekken over godsdiensten en andere levensbeschouwingen met studenten met een andere achtergrond dan degenen die deze mogelijkheid om te leren niet hebben gehad.

 Students desire peaceful coexistence across religious differences, and believe that this is possible. 

Studenten wensen een vreedzaam samenleven ondanks alle levensbeschouwelijke verschillen, en zij geloven dat dit mogelijk is.

 Students believe that the main preconditions for peaceful coexistence between people of different religions are knowledge about each other’s religions and worldviews, shared interests, and joint activities.

 Studenten zijn van mening dat de belangrijkste voorwaarden voor vreedzame coëxistentie van mensen met verschillende levensbeschouwingen bestaan in : 1. kennis over elkaars levensbeschouwing en visie op de wereld, 2. gedeelde belangen en interesses, 3. gezamenlijke activiteiten.

 In most countries students support the right of adherents to a moderate expression of religious faith in school. For example, they do not oppose in school the wearing of unobtrusive religious symbols or object to voluntary acts of worship for students who are adherents of a particular religion.  

In de meeste landen steunen studenten de idee dat aanhangers van een geloof of levensbeschouwing hun overtuiging mogen uiten zolang dit op een gematigde manier gebeurt. Zij verzetten zich niet tegen het dragen van onopvallende levensbeschouwelijke symbolen op school noch hebben zij bezwaar als studenten die aanhangers zijn van een bepaalde godsdienst zelf willen bidden

 Students for whom religion is important in their lives are more likely to respect the religious background of others and value the role of religion in the world. 

 Bij studenten voor wie godsdienst (hier wordt toch duidelijk de godsdienst bedoeld, dw) zelf belangrijk is in hun leven is de kans groter dat zij de levensbeschouwelijke achtergrond van anderen respecteren en de rol van godsdiensten in de wereld positief waarderen.

 Most students would like to see school dedicated more to teaching about different religions than to guiding them towards a particular religious belief or worldview.

 De meeste studenten zouden graag zien dat de school meer gericht zou zijn op het onderwijs over verschillende levensbeschouwingen dan dat de school hen leidt in de richting van één bepaalde godsdienstige overtuiging of levensbeschouwing.

 Students express their desire that learning about religions should take place in a safe class-room environment governed by agreed procedures for expression and discussion.

 Studenten uiten hun wens dat onderwijs over levensbeschouwingen plaatsvindt in een veilige omgeving, aangestuurd door van te voren overeengekomen procedures omtrent de wijze van uitdrukken en de manier van discussiëren.

 Students generally wish to avoid conflict on religious issues, and some of the religiously committed students feel especially vulnerable.

 Studenten willen in het algemeen conflicten rond levensbeschouwelijke kwesties vermijden, en enkele van de levensbeschouwelijk meer geëngageerde studenten voelen zich bijzonder kwetsbaar.

 Dialogue is a favoured strategy for teachers to cope with diversity in the classroom, but students are more ambivalent about its value since in practice, not all students are comfortable with the way diversity is managed in schools.

 Dialoog is een geliefde strategie bij leerkrachten om om te gaan met verscheidenheid in de klas, maar de studenten zijn meer ambivalent over de waarde ervan omdat in de praktijk niet alle studenten zich gelukkig voelen met de manier waarop diversiteit wordt beheerd op school.

 Students generally favour the model of education about religion with which they are familiar.

 Studenten zijn in het algemeen voorstander van het model van het onderwijs over levensbeschouwing waarmee ze vertrouwd zijn.

 

 

Aan deze onderzoekoeksresultaten zijn volgende algemene beleidsaanbevelingen toegevoegd:

 

Policy Recommendations

 

Beleidsaanbevelingen

On the basis of the findings of REDCo we support the policy recommendations of the Council of Europe and the Toledo Guiding Principles. However, we suggest a need for a degree of differentiation at the national level regarding the implementation of policies in the educational system.

Op basis van de bevindingen van REDCo steunen wij de beleidsaanbevelingen van de Raad van Europa en de Toledo Guiding Principles. Wij suggereren echter tegelijk dat er behoefte is aan een mate van differentiatie op nationaal niveau met betrekking tot de implementatie van dit beleid in de verschillende onderwijssystemen.

This is due, for example, to different national traditions, norms, legal systems and pedagogical approaches in dealing with religion in education.

Dit hangt samen met, o.a. met de verschillende nationale tradities, normen, juridische systemen en pedagogische visies op het omgaan met religie en levensbeschouwing in het onderwijs.

Each national context needs to be taken into account when policies are applied. At a European level we suggest making room in the classroom for dialogue and discussion about and between different religious (and nonreligious) worldviews.

Bij het toepassen van het beleid moet met elke nationale context rekening worden gehouden.

Op Europees niveau raden we aan om in de klassen ruimte te scheppen voor dialoog en de discussie over en tussen de verschillende religieuze (en niet-religieuze) levensbeschouwingen.

Against the background of our research on the views of students we underline the importance of dialogue at classroom level which emphasizes the exchange of different perspectives of students concerning religions and worldviews. Proceeding from this general assumption, the following points should be taken into account both when addressing different national contexts and the European level.

Tegen de achtergrond van ons onderzoek naar de opvattingen van de studenten benadrukken wij het belang van dialoog in en op het nivo van de klas, een dialoog die de uitwisseling van verschillende perspectieven van studenten aangaande religies en levensbeschouwingen benadrukt.

Uitgaande van deze algemene veronderstelling, moet met de volgende punten rekening worden gehouden, zowel bij de aanpak van de verschillende nationale contexten als op het Europese niveau.

 

 

1. Encouragement for peaceful coexistence

 

Education policy development and implementation need to focus on the transformation of abstract (passive) tolerance into practical (active) tolerance. Actions:

  • Counter stereotypical images of religions, present more complex images that show the impact of religion on society and the individual.

  • Develop and strengthen skills for dialogue between pupils concerning different religions and worldviews

  • Provide opportunities for engagement with different worldviews and religions, (including cooperation with local communities in order to increase exchange between different religious and non-religious groups) and to offer opportunities for encounters between students of diverse positions vis à vis religion.

 

Aanmoediging tot vreedzame coëxistentie

 

Onderwijs-beleidsontwikkeling en de implementatie daarvan moet zich vooral richten op de transformatie van abstracte (passieve) tolerantie in praktische (actieve) tolerantie. Acties:

  • Ga in tegen stereotiepe beelden van religies; toon meer complexe voorstellingen die het effect van g/l op de samenleving en het individu laten zien.

  • Ontwikkel en versterk vaardigheden voor de dialoog tussen leerlingen over de verschillende religies en levensbeschouwingen

  • Bied mogelijkheden voor betrokkenheid bij verschillende levensbeschouwingen en religies, (met inbegrip van samenwerking met lokale gemeenschappen om de uitwisseling tussen de verschillende religieuze en niet-religieuze groepen te vergroten) en om mogelijkheden te voor ontmoeting te bieden tussen studenten van verschillende posities ten opzichte van g/l

2. Promotion of diversity management

 

Citizenship education tends to focus on homogeneity; but in turning from passive to active tolerance, it is necessary to value religious diversity at school as well as at university level.

Actions:

  •  Offer opportunities for students to learn about and give space for discussions on religions.

  •  Develop innovative approaches to learning about religions and worldviews in different subjects including RE, history, literature and science.

  •  RE and learning about religion must incorporate education for understanding and tolerance and take account of children’s differing needs as they develop.

  • Encourage universities to give fuller consideration to religious diversity in research and teaching.

 

Bevordering van diversiteits- management

 

Burgerschapsvorming heeft de neiging zich te richten op homogeniteit, maar bij de overgang van passieve naar actieve tolerantie, is het noodzakelijk om de religieuze diversiteit op school en op universitair niveau positief te waarderen. Acties:

  •  Bied mogelijkheden voor studenten om te leren over en geef ruimte voor discussies over religies.

  •  Ontwikkel vernieuwende benaderingen om te leren over godsdiensten en levensbeschouwingen in verschillende vakgebieden, inclusief RE,  geschiedenis, letteren en wetenschappen.

  •  RE en ‘leren over g/l’ moeten de opleiding tot begrip en verdraagzaamheid in hun lessen opnemen en daarbij rekening houden met het feit dat de behoefte daaraan verandert, naarmate de leerlingen zich verder ontwikkelen.

  •  Stimuleer de universiteiten om meer aandacht te schenken aan religieuze diversiteit in onderzoek en onderwijs.

 

3. Including religious as well as non-religious worldviews

 

School is a place where all students must be respected, regardless of their worldview or religious conviction. Religion is important to some of the students, and their beliefs must not be allowed to become an obstacle to their academic progress. Actions:

  • Inclusion of learning about different religious and secular worldviews in their complexity and inner diversity.

  • Inclusion of the religious dimension into general intercultural education, education for democratic citizenship and human rights education.

 

 

 

Zowel religieuze als niet-religieuze levensbeschouwingen behandelen

 

School is een plek waar alle leerlingen moeten worden gerespecteerd, ongeacht hun wereldbeeld of religieuze overtuiging. Godsdienst is belangrijk voor een aantal studenten, maar hun geloof mag geen handicap worden voor hun studievoortgang. Acties:

  • Integratie van het leren over de verschillende religieuze en seculiere levensbeschouwingen in hun complexiteit en innerlijke verscheidenheid.

  • Integratie van de religieuze dimensie in het algemeen intercultureel onderwijs, het opvoeden tot democratisch burgerschap en mensenrechteneducatie.

 

 

4. Professional competence

No changes can be made without education professionals and the required competence on their part. Such education would be needed both at initial training level and in the continuing professional development of teachers

 

Actions:

  • Prepare educators in different subjects to treat religious topics relevant to their subject, ensuring the inclusion of students regardless of their religious or non-religious background.

  • Train educators in methods that support and encourage students to be comfortable with difference and to engage with the diversity of their personal experiences.

  • The curriculum for teacher training should include the development of skills to organise and moderate in-class debates on controversial religious issues and conflicting worldviews. 

 

Vakbekwaamheid

Wijzigingen kunnen niet tot stand komen zonder degenen die werkzaam zijn in het onderwijs en de aanwezigheid van de nodige competentie aan hun kant. Een professionele opleiding moet voorzien worden zowel op het initiële niveau (pre-sesrvice) als in de verdere professionele scholing van docenten (in-service)

Acties:

  • Bereid opvoeders in verschillende vakgebieden voor om religieuze onderwerpen die relevant zijn in hun vakgebied te behandelen, er voor zorgend dat alle leerlingen erbij worden gehouden, ongeacht hun religieuze of niet-religieuze achtergrond.

  • Train opvoeders in methoden die studenten steunen en stimuleren om zich op hun gemak te voelen als er een verschil bovenkomt en om de slag te gaan met de diversiteit van hun persoonlijke ervaringen.

  • Het curriculum voor de opleiding van leerkrachten moet de ontwikkeling van vaardigheden om de klas-gesprekken te organiseren en de debatten over controversiële religieuze kwesties en botsende wereldbeelden te modereren.

 

 

 

 

This site was last updated
 October, 2023
Home | Europa - REDCO | VOET@2010 | in JOBAT | Die hoofddoek toch! | godsdienstles (PEGO) | dovemansgesprek | Godsdienstlessen