[up]  [home]

Tertio 2018 10 03

De mening van… Dick Wursten

Historicus, theoloog, dominee en pedagogisch adviseur voor het protestants godsdienstonderwijs.

‘Het evangelie klinkt mij als muziek in de oren’

In de Sint-Norbertuskerk aan de Antwerpse Dageraadplaats wordt op 21 oktober een nieuw barokorgel aan het publiek gepresenteerd met onder meer om 11 uur een Bachcantatedienst. In de namiddag volgen andere concerten en demonstraties. Dick Wursten schreef voor de gelegenheid deze opinie. 

 

“Een lied zegt meer dan duizend woorden.” Dat is waar, maar waarom eigenlijk? Omdat muziek het gevoel aanspreekt. Woorden gaan gemakkelijk ‘het ene oor in en het andere uit’. Muziek draagt een boodschap linea recta naar het hart. Dat is de kracht van muziek. Het verklaart ook waarom er om de zoveel tijd in de kerkgeschiedenis stemmen opgaan om de muziek in de eredienst aan banden te leggen. Augustinus tobde er al mee. Voor hem was de vreugde die hij beleefde aan de muziek iets lichamelijks, “vleselijk” en dus te wantrouwen. Hij vroeg zich af, als hij geraakt werd door het gezang in de kerk bij Ambrosius, of hij dan eigenlijk niet meegesleept werd door een emotie, een lichamelijke gewaarwording, in plaats van door de inhoud van de tekst. God verhoede! Jean Calvin was het op dit punt roerend met hem eens.

Muziek als taal

Bijzonder is dat augustijn Maarten Luther die bezwaren weglacht. Hij weet zeker dat muziek een scheppingsgave van God is, volmaakt. Het is een taal die God aan de mens gegeven heeft om te communiceren met elkaar en met Hem. “Waar goede muziek gemaakt wordt, heeft de duivel geen kans.” Daar zijn de mensen niet egoïstisch bezig, maar proberen ze samen iets tot klinken te brengen dat henzelf overstijgt en de luisteraar ook nog eens plezier verschaft. Wat wil je nog meer? Zo manifesteert zich de hemelse harmonie op aarde. Dat muziek meteen het gevoel aanspreekt en niet de omweg nodig heeft van het begrip (verstand, verstaan), vond Luther geen bezwaar. Integendeel, dat was zelfs een pluspunt, want in het evangelie gaat het niet om een leer die je moet begrijpen en beamen, maar om een bevrijdende existentiële ervaring. Door het geloof word je gered. “Eu-angelion ist ein griechisch Wort, und heißt auf deutsch gute Botschaft, gute Mär, gute Neuzeitung, gut Geschrei, davon man singet, saget und fröhlich ist”, schrijft Luther in het voorwoord van zijn eerste vertaling van het Nieuwe Testament (1522). Als het evangelie je bereikt, dan ga je er spontaan van zingen, erover vertellen. Je wordt er vrolijk van. Bewerk je als predikant dat effect niet, dan heb je het evangelie niet verkondigd, maar gewoon wat gepraat.

Performatief

Dat klinkt verrassend voor een theoloog die als geen ander het primaat van het Woord heeft verdedigd. De tegenstrijdigheid is echter schijn. Voor Luther is de Bijbel geen boek vol leerstellingen, maar het medium waarin Christus aan ons verschijnt, tot ons spreekt, ons aanspreekt. Het is Gods Woord in actie. En ons aanspreken doet God heus niet met woorden alleen. God heeft de hele mens op het oog, niet alleen zijn geest dus, maar ook zijn lichaam met alle zintuigen. Heel die mens loopt vast in het leven, strandt in de dood, worstelt. Heel die mens wordt bevrijd, verrijst, herleeft. Het Woord dat verkondigd moet worden, Christus, is dus niets meer en minder dan dat God ons met alle mogelijke middelen duidelijk maakt dat Hij ons – ondanks alles wat we daar zelf tegen in brengen – toch graag ziet zoals we zijn, met lichaam en ziel.

Echte evangelieverkondiging moet dus een performatieve actie zijn, een actie die bewerkstelligt wat hij zegt. Wie in de lijn van Luther die bevrijdende ontmoeting tussen God en de mens wil vormgeven, zal geen woordenkramer zijn, ook geen ritualist, maar op zoek gaan naar de meest krachtige communicatievorm om dat gevoel van herschepping op te roepen. Performatief: het gebeurt op het moment dat het Woord bediend wordt. Je wordt gewaar dat je bemind wordt, je voelt dat het lijden niet het laatste is, je bent verzoend met het bestaan, met jezelf, de ander en God. Je leeft.

Zanger en dichter

Luther vond dan ook dat het evangelie gezongen moest worden. Zijn bijbelvertaling is zingbaar. Daar hoefde hij zich niet voor in te spannen, dat ging vanzelf. Naast theoloog was hij een geoefend zanger en zoals hij later ontdekte, een dichter. En hij bundelt die talenten om de liturgie te doordesemen, niet van woorden maar van muzikale communicatievormen. De celebrant zingt in het Latijn of de volkstaal, de capella polyfoon en het volk krijgt eigen geestelijke liederen. En alle muziekinstrumenten zijn welkom. Ze intensiveren de communicatieve kracht. Met zijn vriend-cantor Johann Walter zet Luther een schoolprogramma op waardoor er in elke kerk van elke middelgrote stad een cantor/schoolmeester aangesteld wordt om te zorgen dat het evangelie ook daar in muzikale taal verkondigd kan worden. In Leipzig bekleedt later een zekere Johann Sebastian Bach die functie.

Lutherse muziektraditie

Zo bleef de lutherse kerkmuziek meegroeien met de Europese muziekontwikkeling. Luister naar de Figuralmusic (muziek voor de capella, zangers en instrumenten) die 16de- en 17de-eeuwse lutherse componisten zoals Melchior Franck, Michael Praetorius, Heinrich Schütz hebben gecomponeerd. U herkent klassiek geschoolde componisten, eerst nog in de school van de Vlaamse polyfonie, maar vervolgens hoort u dat ze in de leer zijn gegaan bij Italiaanse grootmeesters zoals Giovanni Gabrieli en Claudio Monteverdi. Kerkmuziek was al oecumenisch, lang voordat theologen dat woord uitvonden. Het gebruik van de volkstaal en de integratie van de koralen zijn het surplus van de lutherse muziektraditie. Het oeuvre van Praetorius biedt een staalkaart van wat in een middelgrote stad mogelijk was. Ook het orgel kan voluit z’n ding doen. Wat een muziekfeest moet de kerkgang toen zijn geweest, zeker op kerkelijke hoogdagen.

Sola gratia

En wonderlijk, terwijl de kerk in haar expliciete verkondiging in een diepe crisis verkeert – de klassieke geloofstaal communiceert haast niet meer met de West-Europese mens –, weet de muzikale vertolking nog altijd het hart te raken. Niet alleen van gelovige mensen, neen, juist mensen die met kerkelijke claims grote moeite hebben, maar wel bewust in het leven staan, worden door de muziek gewaar wat “evangelie” betekent, niet discursief, maar performatief. De muziek uit de kerkelijke traditie is door haar eeuwenlange contact met het evangelie blijkbaar zo vervuld van die herscheppende kracht, dat ze de boodschap overbrengt zonder enige voorwaarde te stellen aan de luisteraar. Sola gratia zou Luther zeggen. Jammer genoeg moeten we daarvoor vaak naar concertzalen gaan, terwijl die muziek in haar natuurlijke habitat eens zo krachtig communiceert.

 

www.barokorgelsintnorbertuskerk.be

 

Dick Wursten

www.tertio.be

Tertio 3 oktober 2018