WIE IS DE MENS?
De eeuwen door
hebben mensen over zichzelf nagedacht. Wie zijn we? Waar komen we
vandaan? Wat is onze bestemming? Hoe zouden we eigenlijk moeten leven?
Nog steeds zeer
belangrijke vragen voor alle mensen, jong en oud, die hun leven een
beetje richting willen geven, die zich niet willen laten leven,
maar er zelf iets van willen maken. Wie is de mens? Hoe zou hij
eigenlijk moeten zijn?
Er zijn
honderden antwoorden op deze vragen gegeven en er komen nog steeds
nieuwe bij. Priesters, schilders, dichters, toneelschrijvers,
beeldhouwers, filosofen en volksleiders hebben het hunne er van gezegd
en zeggen het hunne er van.
En de christen?
Hij heeft het antwoord op de vraag naar de mens ook niet (meer) kant en
klaar op papier. Maar hij heeft wel een spoor, een richtingsbesef; en
dat is de Bijbel. Net zoals de figuur van Jezus Christus laat zien wie
God is, zo laat hij ook zien wie wij mensen zijn, of zouden moeten zijn.
Wie dé Mens uiteindelijk echt is, wordt zichtbaar in Christus.
Maar laten we
eerst eens zien wat de mens over zichzelf heeft gezegd, hoe hij zichzelf
ziet.
OPDRACHT 1
Lees nogmaals:
Gen. 1:26,27 en Ps. 8:6 (Mannen en vrouwen lijken op God; God heeft de
mens ‘bijna goddelijk’ gemaakt).
Kijk nu eens
naar beide afbeeldingen van een vrouw die Pablo Picasso heeft gemaakt.
De bovenste is een ets uit 1905. De onderste is een tekening, gemaakt
terwijl hij sterk onder de indruk was van de gruwelen van de Spaanse
burgeroorlog in 1937. (zie bijlage voor kleurendruk en uitgebreidere
toelichting)
Wat heeft de
schilder in 1905 over de mens te zeggen en wat in 1937?
[Wat zie
je, wat zegt het jou, wat zou de maker bedoeld hebben?]

|

|
1904: ‘hoofd van een vrouw’ (boekillustratie
1915) |
1937: ‘Wenende vrouw’
(Tate Gallery, copyright for educational purposes) |
OPDRACHT 2
Leestekst:
“Ken ik U niet?” vroeg de oude man op het perron van het
dorpsstation.
Ik had hem niet durven aanspreken, omdat ik niet zéker wist of hij
het wel was, maar nu wist ik het weer.
Ik noemde mijn naam en hij lachte. “Natuurlijk, je zat zo'n dertig
jaar geleden bij onze Nick in de klas en later ben je naar de stad
gegaan.”
Ik knikte. “Hoe gaat het met Nick?”
“Prima,” zei de oude man stralend. “Hij heeft het best. Hij rijdt in
een grote auto, hij heeft een eigen huis, met alles erop en eraan,
alleen het beste van het beste; Ja, het gaat best met hem.”
“En ...” vroeg ik aarzelend, “ doet hij nog wat aan de kunst en zo?”
Want ik wist dat Nick in zijn jonge jaren veel met muziek bezig was
geweest, in zelfs in een bandje had gespeeld.
“Nee,” zei de vader, “geen tijd meer, zie je,”
Ik zag het.
Probeer nu
eens na te gaan wat de reclame ons als antwoord geeft op de vraag naar
de mens.
1.
Wat moeten we volgens de reclame allemaal om het ‘best’ te
hebben? (Geef opdracht om dit via enkele Tijdschriften, brochures,
TV-reclames of het Internet uit te zoeken en te verwerken in een
verslag.)
2.
Welk mensbeeld dringen de populaire TV-series op de televisie ons
op? Hoe zien de ‘helden’ van het beeldscherm er uit; wat beweegt hen?
OPDRACHT
3
Vergelijk het
beeld van Keizer Augustus met het beeld dat Zadkine maakte voor de stad
Rotterdam (als herinnering aan het verwoestende bombardement op de stad
in 1940).
[Wat zie
je, wat zegt het jou, wat zou de maker bedoeld hebben?]

|

|
De Augustus van Prima
Porta
Dit standbeeld uit de eerste
eeuw werd op 20 april 1863 gevonden in de villa van Augustus'
vrouw Livia. Tegenwoordig staat het beeld in de Vaticaanse
Musea. Het marmeren beeld is ruim 2 meter hoog en toont de
keizer in de houding van een veldheer die zijn manschappen
toespreekt. Zijn geïdealiseerde gezicht straalt eeuwige jeugd
uit en zijn kuras toont de symbolen van zijn goddelijke afkomst.
Aan de rechtervoet van de keizer heeft de beeldhouwer een Cupido
op een dolfijn geplaatst. Cupido is een zoon van Venus, waarvan
Augustus beweerde af te stammen.
|
De verwoeste stad
(Ossip Zadkine, 1953)
Het beeld is van
brons en stelt een man voor zonder hart, symbool voor het hart
van Rotterdam dat verloren ging bij het bombardement op de stad
in 1940. Zelf zei de kunstenaar over deze sculptuur: “... De
menselijke pijn bewaren, die veroorzaakt werd aan een stad, die
alleen maar het verlangen had te leven en zich uit te breiden
als een woud, bij de goddelijke genade. Een angstkreet voor de
onmenselijke wreedheid (...) En ook een les voor de toekomst,
voor de dageraden van diegenen die jonger zijn dan wij ...” |
Verdere vragen:
Welke gevaren bedreigen de mens van deze tijd? Waarom
gaat het in het leven? Welke mensen – dood of levend – echt of bedacht –
zou je als voorbeeld willen kiezen voor je eigen leven?
gebaseerd op:
W. ter Horst, Het Woord en de Kerk 4
|