LUKAS 4: 1-4 (13)

Genk,  4 maart 2007

2de zondag vd vasten

 

tekst: “...kreeg Hij honger.”

 

gemeente,

3x wordt er in de bijbel vermeld dat iemand 40 dagen vast.

En het zijn niet de geringsten: Mozes, Elia en Jezus.

Een driemanschap dat we ook op de berg van de verheerlijking tegenkomen:

Mozes verbleef 40 dagen op de berg Sinaï – al vastende – vóór hij de Tien Geboden ontving (Ex.34. Elia ging op grond van de spijs die God hem gegeven ­had 40 dagen doorheen de woestijn zonder eten – al vastend – tot aan de berg Horeb, alwaar God zèlf aan hem verscheen (1 Kon 19). En nu dus Jezus.

 

veertig is ondanks de schijn van het tegendeel geen getal, maar aanduiding van een afgeronde periode, heel vaak een periode die als incubatietijd dient om de mens een stap verder te brengen in zijn leven… (z.b.) Aan het eind van die periode valt er een beslissing en wordt er een keuze gevergd:  40 dagen / 40 jaren…

 

vasten : tsja: dat doen wij niet (meer). Het is de vraag of dat het in een zo op consumptie gerichte samenleving als de onze juist niet broodnodig zou zijn om dat weer – op zinvolle wijze – te gaan doen. Vasten zou dan een gebundeld verzet kunnen zijn (protestactie) van li­chaam en ziel tegen de de manier waarop wij in ons gewone leven ons eigenlijk laten reduceren tot consument… (werkelijk niet alleen van voedsel). Een beetje askese (weten van grenzen) lijkt me hoogst actueel: vasten dus.

 

We lopen het verhaal maar eens langs…

Jezus nu, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jor­daan

en werd door de Geest geleid in de woes­tijn… (v.1)

Jezus is gedoopt (in de Jordaan), en daar is de Geest Gods over hem vaardig geworden en is Hij door God uitgeroepen tot zijn geliefde Zoon (adoptieformule: en wij in hem, vorig week).

Hiermee is hij nu plechtig aangesteld voor zijn goddelijke taak

Hij is er vòl van, van de geest van God: Hij zal het doen, Gods werk op aarde.

De vraag is alleen nog: hoe ?

 

Met die vragen leidt de Geest Christus de woestijn in. Dáár zal Hem duidelijk worden hoe hij zijn werk zal moeten volbrengen. Dáár waar geen weg is zal Hij zijn ‘weg’ moeten vinden…

 

Woestijn: "desert" (woeste verlaten plaats) is in tegenstelling tot wat je denkt geen geologische aanduiding. Nee de woestijn in de bijbelse zin, komt ook voor in België. Het is de verlaten ruimte, het desolate gebied, the waste land, waar niemand zich thuis voelt, (un-heimisch), waar het – als het stil is - dóódstil is. En daarmee (met verlatenheid en stilte) moet je niet spotten / niet mee spelen. En dan word je zwaar op de proef gesteld… En sommigen houden het niet vol. bijv. die moeder in Nijvel.

Dan zijn er nl. als vanzelf stem­men, die je op gedachten brengen, aan het denken zetten. Maar die stemmen zijn niet zomaar woorden Gods. Die gedachten zijn bepaald niet noodzakelijk Gods gedachten. Integendeel zelfs…

 

De woestijnvaders, de eerste kluizenaars, trokken de woestijn niet in om weg te zijn uit het drukke en luide leven, neen zij trokken er heen omdat zij meenden dat dáár het front was, de meest vooruitgeschoven positie in de oorlog tussen God en de duivel.

Heroïsch zijn dan ook de verslagen die in de heiligenlevens na te lezen zijn, over welke aanvallen van de duivel de heiligen aldaar hebben moeten verduren… Denk aan één van de eersten en meteen de beroemdste van alle kluizenaars: de heilige Antonius.

 

Zij meenden te gaan in het voetspoor van Jezus.. Djihad. Het was navolging van Christus, die hen was voorgegaan de woestijn in en daar 40 dagen had gevochten met de duivel…

Om duidelijkheid te krijgen wat je moet gaan doen… hoe je weg zal gaan:

 

En dan zien we Jezus – en in Hem onszelf – neerzitten of heen en weer wandelen in die woestenij… Want de woestijn is de lege plaats, ook leeg wat God betreft. Hij is er niet. Hij zegt niets. Het is de godvergeten plaats… Dus– zo meldt het evangelie – werd Jezus daar gedurende heel die periode door de duivel verzocht.

 

De hele vasten was voor Jezus dus één grote bezoeking, één grote worsteling met de duivel, met zichzelf, met God… om zijn weg te vinden. En al die tijd sprak God blijkbaar géén enkele keer tot Hem! een lijdenstijd. Wat een training inderdaad voor later, vóór zijn strijd in Gethsemane, voor zijn lijden op Golgotha.

En dan komt de ultieme test, de laatste aanval, het slotoffensief:

            Toen de 40 dagen vervuld waren, meldt Lukas, kreeg hij honger (aoristus).

 

Droger (sec) kan niet: hij kreeg honger.

 

“O, zoon des Mensen, is dat de slotsom van 40 dagen vasten, is dit de bekroning van uw 40-dagen durende stille tijd? Is dat het resul­taat van het luisteren naar een inwendige stem? Dat Gij aan eten begint te denken!”

 

"Ja", zegt de Schrift ongegeneerd: het Woord is immers vlees gewor­den. Dat staat er niet voor de stichtelijkheid, of omdat het zo mooi klinkt, nee het staat er voor de waarheid en de werkelijk­heid.

Vlees, dat is de mens naar zijn behoeftige, kwets­bare en ster­felij­ke zijde, aangrijpingspunt als vanouds voor de verzoeking…  Vaak heeft dat te maken met het lichamelijk zijn, met de levensbehoeften, maar ook geestelijke behoeften kunnen zo bezien vleselijk zijn…

 

In elk geval: kan het treffender uitgedrukt worden dat Gods Zoon mens geworden is dan hieruit, dat een lang volgehou­den geestelijke bezinning óók bij Hem  aan de lichamelijke honger grenst? Wij mensen zijn nooit zo geestelijk dat wij géén lichamelijke behoeften meer hebben. Als wij ons wijsmaken dat dat anders is, juist dan gebeuren er ongelukken en gaan die behoeften ontsporen… (gevaar van het verplichte celibaat).

 

En natuurlijk grijpt de duivel die zwakke plek dan aan… Een voltreffer:

Kijk maar: als na een periode van intense geestelijke concentratie het lichaam zich nadrukkelijker dan ooit meldt in een schreeuw om brood… dan is er een stem in Jezus hoofd die zegt…

            Je bent toch Gods Zoon… nou : zeg dan tot deze steen, dat hij brood worde.

 

Waar komt die stem vandaan? Jezus weet niet wat Lukas ons al verklapt, dat het de duivel is die hier spreekt. Jezus hoort enkel een stem, die Hem dit advi­seert te doen:

            Maak een stuk brood ..

Is het de stem van de honger zelf. Zo van:

Ach, al die verheven dingen: wat zijn ze waard. Je kunt er je maag niet mee vullen. Laat toch die grote gedachten, die maar niet helder willen worden... Kom, verschaf u zelf een stuk brood…!

Wat is daar fout aan als je honger hebt.

 

Gemeente, wat is die duivel zijn naam toch waardig: dia-bolos, de door-elkaar-gooier, die je tegen jezelf uitspeelt….. Hij brengt je in verwarring, hij voert je in een knoop en…  doet je vervolgens een oplossing aan de hand… Ja wat nog mooier is: Hij adviseert als oplossing exact dat wat je zelf verlangt.

Zijn suggesties komen altijd tegemoet aan je behoeften en nogmaals: dat hoeven niet perse lichamelijke behoeftes te zijn. De andere twee verzoekingen bijv. zijn absoluut geestelijk van aard: de snelle weg naar de absolute macht en de manipulatie van het religieuze…

Twee aparte preken waard !... ook twee ‘vleselijke’ zaken in de taal van de bijbel.

De duivel speelt met ons 'vlees'- zijn, met onze zwakte, met het feit dat wij een be­­ïnvloed­baar schepsel zijn, naar lichaam èn ziel, dàt wij tussen ‘God en duivel’ geprangd zitten.

 

Daar zit je dan in de woestijn. Je hebt dagen lang je best gedaan om Gods wil met je leven vast te stellen en dan zijn  daar die twee dingen de honger in je en die steen buiten je…èn dat stemmetje dat de verbinding legt. Je bent alleen… Jìj moet de geesten onderscheiden en zien of ze uit ‘God’ zijn. Hoe doe je dat ?

 

Wie zegt dat dit nìet het verlangde, verwachte, gebeden antwoord is op de vraag waarmee Hij de woestijn is ingegaan: Hóe zal ik het doen… Gods Rijk op aarde brengen, Gods recht vervullen ?

Waarom niet zo ?

Waarom zou Jezus niet van die steen daar een brood mogen maken, als hij dat zou kunnen ?

 

Wat is daar eigenlijk verkeerd aan...?

Stel je voor: Dadelijk op 't zelfde ogenblik zou het er zijn, het brood en de honger voor­bij!

En dat zou toch een oplossing zijn, voor hemzelf, maar ook – vooruit: laten we even mondiaal denken – voor het wereldvoedselvraagstuk? Toverbrood vanuit de hemel en de honger is de wereld uit ! De hemel op aarde.

Waarom heeft Jezus dat eigenlijk niet gedaan ? Waarom doet God dat eigenlijk niet ?

 

…. Omdat ik denk dat dàn, juist dan, er een heel wezenlijk punt wordt gemist.

 

Is er een voedseltekort in de wereld?  Neen, eigenlijk niet. Er is genoeg voedsel op aarde om iedereen van voldoende eten te voorzien. ‘Toverbrood’ is daarvoor niet nodig.

Het schort niet aan voedselproductie, maar aan de verdeling van wat voorhanden is.

Het is geen kwestie van nog handiger vermenigvuldigen, maar van eindelijk eens leren delen.

Geen economie van de groei, maar van het genoeg. (Goudzwaard).

 

Het wereldvoedselvraagstuk is uiteindelijk een geestelijke zaak.

 

Toverbrood zal de hemel niet op aarde brengen, als er geen… groot woord… bekering (mentaliteitsverandering) mee gepaard zou gaan. Ik vermoed dat het alleen maar tot speculatie op de wereldmarkt zo leiden..

 

Terug naar het verhaal: Maar het is niets anders. Jezus lichamelijke honger zou gestild zijn, maar hij zou geen stap verder zijn gekomen op weg zijn naar Gods Koninkrijk.

Want dat koninkrijk heeft niets met massaproductie en consumptie te maken, maar met leren danken voor het dagelijks brood en het leren delen ervan.

 

Het gedeelde brood is niet voor niets het eerste teken en zegel van een nieuw verbond…

 

Zó moet er gehandeld worden met brood, met goederen, met eigenlijk alles wat van waarde is: Hèet delen: Dàn is er toekomst, dan is het koninkrijk Gods.

 

Dat zal dan ook Jezus' weg zijn als hij de woestijn uitkomt.

 

Daarom dat Jezus die stem afwijst. Hij voelt de honger wel, maar is geestelijk vastbesloten om zich daar nìet door te laten regeren…. Niet alleen van brood zal de mens leven… antwoordt hij dan ook en …vul je in gedachten aan vanuit het verhaal in Exodus…: maar van ieder woord dat uit Gods mond uitgaat

 

Met dit Schrif­t­woord pa­reert Hij de horendol geworden honger.

De lichamelijke behoeften, de materiële noden, ..

Jezus kènt ze, zéér goed. Hij weet uit ervaring wat het is om hongerig te zijn, van dorst bijna

gek te worden. Hij kent de behoeften en noden van het aardse bestaan. Maar hij weet dat je je ziel en zaligheid kunt verliezen door er zonder meer aan toe te geven.

Niet alléén bij brood leeft de mens…: óók bij brood (Geef…  ons … heden ons dagelijks brood), maar hij laat zich niet door die directe behoeften en noden bepalen, want anders wordt hij die geroepen is om meer te zijn dan de dieren, minder dan de beesten…

 

Een mens leeft niet van het voedsel dat hij eet

Biologisch natuurlijk wel, maar zijn 'mens-zijn', (de zìel, zo zoals wij geroepen zijn te worden) leeft daar niet van:

Dat hangt af van andere zaken, intermenselijke, morele, geestelijke zaken, waar wij vaak veel te weinig ernst meemaken…

 

Amen.


 

            liturgie

 

-           aanvangslied: psalm 91: 1

-           stil gebed

-           votum & groet

                        Roept hij mij aan, Ik zal hem antwoorden, spreekt de HEER

                        Ik zal in benauwdheid bij hem zijn

                        Ik zal hem uitredden en tot eer brengen..

-           lied: psalm 91: 5

 

-           gebed om ontferming

            kwaad dreigt wel… Wees schild en tegenweer

            En laten uw engelen rondom ons zijn… als een wacht..

            En als de dingen ons wel schaden.. behoed ons dan toch

            en leid ons op begaanbare wegen.

Niet dat gij alles van ons afneemt,  maar in alles wat op ons afkomt…

ons de kracht geeft om het te dragen

en door te gaan.

 

-           lied: gezang 172: 1 en 2

-           woord ten leven: Tien geboden

-           lied: gezang 172: 3 en 4

 

-           gebed bij de opening van het Woord

-           Schriftlezing: Deut 8: 1-10

-           Schriftlezing: Lukas 4: 1-13

-           lied: gezang 48: 7

-           preek

 

-           geloofsbelijdenis

-           "Klein Gloria"

-           gebeden

 

-           collecten

-           slotlied: gezang 485: 1 en 2

-           heenzending en zegen

-           "amen.." (gezang 456:3)