preek over Markus 1:1-9
Genk, 13012008
tekst:
Begin van het evangelie van Jezus Christus (vers 1)
Gemeente,
Markus valt met de deur
in huis! Bij hem geen ‘geboortegeschiedenis’ zoals bij Mattheüs
en (vooral) Lukas; neen: Hij snijdt meteen het grote thema aan in
de eerste zin: het gaat om het ‘evangelie van Jezus Christus’
en in vers 14 is deze Jezus dan ook al volop datzelfde ‘evangelie’
aan het prediken. Kortom : Markus komt graag meteen terzake. Een
paar opmerkingen.
wat is een "Evangelie"
?
Dat is een woord, dat
wij eigenlijk niet meer kunnen horen zoals het toentertijd moet
hebben geklonken. Dat woord heeft namelijk een geschiedenis meegemaakt,
waardoor de betekenis heel sterk is bepaald en veranderd in de loop
van de tijd. Daardoor moeten wij, nu, moeite doen om te verstaan
waarom Markus dit woord in de eerste zin van zijn ‘evangelie’ zet.
En dat komt paradoxaal genoeg juìst doordat wij dat woord
zo goed kennen:
Het woord evangelie is
voor ons gewoon
à
naam van een ‘bijbelboek’.
Er zijn vier evangeliën
(canonieke, er zijn er meer: ook nog een aantal apocriefe) en
dan bedoelen wij: er zijn vier boeken die over Jezus leven en werk
gaan.
‘Evangelie’ is m.a.w.
een letterkundig begrip, dat een welbepaald ‘genre’ boeken aanduidt.
Deze betekenis van ‘evangelie’
heeft Markus niet gekend: Hij heeft nooit gedacht: Kom, ik zal eens
een ‘evangelie’ gaan schrijven.
Evangelie betekende voor
hem, net als voor de andere bijbelschrijvers èn lezers (eigenlijk
ook niet goed: hoorders) iets heel anders.
De eerste zin van Markus
maakt dit mooi duidelijk.
Begin van het evangelie
van Jezus Christus.
In onze oren klinkt dat
wat ‘tautologisch’: dubbelop en overbodig, zoiets als wanneer je
als eerste zin van een opstel schrijven: Dit is de eerste zin van
het opstel.
Markus en zijn hoorders
hoorden het centrale woord ‘evangelie’ veel dynamischer dan wij.
Zij hoorden er nog in wat het letterlijk betekent: goede boodschap;
goed nieuws!
Evangelie: samengesteld
uit twee woorden:
Goed en boodschap: ‘eu’ (goed) en ‘angello’ (berichten;
engel = boodschapper)
En daar komt nog bij,
dat dit woord niet gebruikt werd om om het even welke goede boodschap
of goed bericht aan te duiden, neen: het woord was a.h.w. gereserveerd
voor een heel speciaal soort ‘goede tijdingen’ , nl:
officiële berichten
die betrekking hadden op het algemeen belang.
Het was een soort ‘technische
term’ uit de ‘bestuurstaal’, het ‘propagandajargon’ van de oudheid:
regeringsmededelingen. En die zijn per definitie "positief" in een
machtsstaat: "eu-angelia". Ik geef u een paar voorbeelden, dan wordt
het wel duidelijk en ook waarom Markus nou met dit woord begint.
voorbeelden
Een goede tijding, een
evangelie, kon bijv. zijn:
Julius Caesar heeft
het dapperste volk der Galliers verslagen (de stam der Belgen).
Van nu aan zal vrede
en rust heersen in dat barbaarse en chaotische land.
De brenger van zo’n triomfbericht,
zo’n evangelie werd een ‘eu-angelos’ genoemd: een goede boodschapper,
met een status van - inderdaad - een engel uit de hemel. Immers
zo’n klinkende overwinning werd als een ‘godsgeschenk’ geïnterpreteerd.
Vaak werden er op het forum of in één van de tempels dankoffers
gebracht.
De brenger van zulke goede
tijding werd dan ook rijkelijk beloond.
Een ander voorbeeld van
een ‘evangelie’ zijn:
Keizer Antonius heeft
een zoon gekregen, een troonopvolger heeft het levenslicht gezien,
een nieuwe tijd zal aanbreken.
Dit bericht werd dan officieel
de wereld ingestuurd als een ‘evangelie’, overal aangeplakt en verkondigd,
zodat iedereen de ‘goden’ zou kunnen danken voor de glorieuze en
vrederijke tijd die zou aanbreken vanwege of door die nieuwe kind.
Zulke ‘evangelies’ zijn
teruggevonden bij opgravingen. Zo bijv. een inscriptie uit het jaar
9 voor Christus ter gelegenheid van de verjaardag van keizer Octavianus
(Augustus). Zijn verjaardag werd toen overal in het Romeinse Rijk
als ‘evangelie’ afgekondigd: d.w.z. als een Godsgeschenk vol beloften
voor een betere tijd..
Naast keizerlijke overwinningen,
geboortes, verjaardagen kwamen ook huwelijken èn vooral: troonsbestijgingen
van nieuwe keizers in aanmerking om als ‘evangelie’ geproclameerd
te worden , altijd natuurlijk als het begin van een nieuwe gouden
eeuw. U kent dat soort verhalen wel... Wat dat betreft is er weinig
veranderd in de wereld.
Welnu, gemeente, als wij
ons dit realiseren, dan verandert de op het eerste gehoor wat flauwe
eerste zin van het Evangelie van Markus plots in een heel sterke
openingszin...
Begin van het evangelie
van Jezus Christus.
De associatie met de ‘evangelie’proclamaties
maakt duidelijk dat Markus hoog inzet. Het accent komt door de sterke
contrastwerking automatisch te liggen op het toevoegsel: van Jezus
Christus... Begin van het evangelie van Jezus Christus.
Niet van Augustus of Herodes
ofzo... neen een proclamatie vanwege andere machthebbers, over een
ander koninkrijk, een andere troonsbestijging… ,nl die van Jezus
Christus.
En wie kondigt deze proclamatie
af... Hoe begint die ?
Johannes is de eu-angelos….
de aankondiger, degene die het proclameert.
Hij is de bode die
de weg bereidt. Hij predikt in de woestijn en wees de mensen
erop dat zij zich moesten bekeren, wilden ze de komende ‘koning’
kunnen ontmoeten zonder door de grond te gaan van schaamte...
Bij dat beeld van de ‘weg
bereiden voor de koning’ moeten we ons realiseren, dat in
die tijd er voor koninklijk bezoek soms zelfs speciaal wegen werden
aangelegd, dan wel bestaande wegen verbeterd, opdat de komst van
de koning soepel en ongestoord kon plaatsvinden. Gaten werden gevuld,
hobbels werden platgemaakt, bochten afgesneden etc... [nu moet daarvoor
de tour de france op bezoek komen, of de Olympische spelen].
Opvallend bij Markus is
dat hij het niet nodig vindt om over Johannes, de wegbereider,
de heraut van de koning, de bode van voor Gods aangezicht meer te
zeggen dan dat hij..
doopte in de woestijn
en predikte de doop der bekering en vergeving der zonden
De andere evangelisten
geven hele uittreksels uit zijn prediking. En we horen dan hoe fél
hij was (bijv) tegen de ‘gevestigde’ kerk: de farizeeën en schriftgeleerden
(adderengebroed etc...).
Markus vindt dat niet
nodig. En eigenlijk snappen we dat wel: Iedereen weet dat toch.
Dat er dingen grondig fout zitten en dat je die moet rechtzetten.
Ons natuurlijke aanvoelen zegt het ons in algemene zin (geweten)
en de 10 geboden preciseren en de profeten scherpen het ons in…
Gewoon dòen dus !
Markus wil vooruit, naar
het echt nieuwe, naar het evangelie, de blijde tijding, het
goede nieuws !
Daarom volstaat hij met
te zeggen: Dat goede nieuws breekt aan, begint,
als mensen zich laten dopen in de woestijn, d.w.z.:
hun bestaan tot dan toe
kritisch bezien
de verantwoordelijkheid
daarvoor opnemen: schuld belijden...
en zich er op instellen
dat er opnieuw begonnen moet worden.
Dat is dopen en
dat gebeurt in de woestijn.. of beter aan de rand van de
woestijn. Wie door de Jordaan gaat is immers in
het beloofde land. Als je die doorgaat ben je er… Kopje
onder moet je en dan beklim je de oever aan de overzijde om daar
dan eindelijk het echte leven te beginnen… Zo begint het
evangelie van Jezus Christus...
Dat is de opmaat voor
Gods Koningschap dat zich zal uitbreiden op aarde. Dat is het voorwerk
dat wij kunnen doen als wij naar Gods Rijk verlangen. Gods komst
hangt er wel niet van af, maar de weg waarlangs hij komt wordt er
wel door toebereid.
Ik heb u gedoopt met
water, zegt
Johannes… Dat kan hij doen èn wij. Daar houdt het op.
Hij die na mij komt, zoveel
groter dan ik, die zal u dopen met de heilige Geest.
Wat is dat ? Zoals je
bij Johannes ondergedompeld werd in het water, zo krijg je bij Jezus
een bad in de heilige Geest.
Misschien niet zo ver
zoeken: Door betrokken te worden op Jezus woorden en daden, zijn
leven en sterven… worden wij ondergedompeld in een
welbepaalde ‘geest’, zijn ‘manier van leven’ die anders is
dan waar we doorsnee mee te maken krijgen, en die we ook in onszelf
gevoelen… een heilige geest. m.a.w. [daar baden we
dan in, die ademen we dan in]
Groot contrast met veel
onheiligs dat in onze geest zich grootmaakt.
Wanneer neem je dat ?
dat heilzame bad in de geest van christus ?
Wel: nu zit u er bijvoorbeeld
in.
Elke keer als we
hem ontmoeten in zijn Woord... daar worden we weer geconfronteerd
met de stijl van zijn leven. Die wordt ons dan voorgehouden,
zodat wij die tot onze levensstijl kunnen maken, die geest ons eigen
maken.
Gaan leven in zijn
geest… en hem dan ook meer en meer gelijkvormig worden…
Dat is de belofte die
bij het evangelie hoort.
Met de doop van Johannes
begon het, het evangelie.
Hij leidde ons tot aan
de grens van wat wij kunnen: eerlijk belijden dat we Gods
droom niet waarmaken en op het moment dat wij kopje onder gaan zal
Jezus het verder moeten doen.
En inderdaad, daar is
hij; Hij komt, – uit galilea, het land der donkerheid – achter ons
aan, gaat met ons mee het water in en als wij aan de overkant staan,
zie, hij staat naast ons en vraagt ons om nu verder op weg te gaan.
in door naar het beloofde land.
En het geschiedde ..
in die dagen dat Jezus ... Nazaret in Galilea ... verliet
en zich door Johannes
liet dopen in de Jordaan.
Samen op weg nu.
liturgie
aanvangslied: psalm 100 1, 2
stil gebed
votum & groet
lied: psalm 100: 4
gebed om ontferming
lied: gezang 159: 1 en 2
woord ten leven:
lied: gezang 159: 4, 7 en 8
gebed bij de opening van
het Woord
Schriftlezing: Markus
1: 1-9
lied: gezang 166: 2
kinderen naar de nevendienst
preek
geloofsbelijdenis zingen
gebeden
collecten
slotlied: gezang 466
heenzending en zegen
“amen..” (gezang 456:3)