leesdienst
stilte
Heer, schoorvoetend komen
wij tot U;
Wij bidden: Kom ons tegemoet,
In de naam van Hem die
ons ter hulp gekomen is,
Jezus Christus, onze Heer,
Amen
ZINGEN lied: psalm 139:
1
MEDITATIEVE TEKST, gebed
naar psalm 139
Voor U, God, verlies ik
mijn maskers
hou ik op om op mijn tenen te lopen
hou ik op om mezelf te verkopen
want U heeft mijn prijs allang betaald.
Dan sta of zit ik
gebogen weliswaar
maar mijn ogen zijn gericht op U.
U kent mijn woorden
wegen en gedachten
mijn slapeloze nachten.
Nu vlucht ik niet meer
waarheen zou ik trouwens gaan?
U ziet elke beweging
U kent mijn lopen
mijn zitten en mijn staan.
Ik hoef niet meer uit te leggen.
U begrijpt en verstaat
allang voordat ik praat.
U leest de woorden
nieuwsgierig van mijn lippen
en vertaalt de tranen van mijn woordeloze snikken.
U bergt me met uw liefde
in de holte van uw hand.
Het is te diep
voor mijn gevoel
en veel te groot
voor mijn verstand….
lied: psalm 139: 14
Schriftlezing: Markus 1:
1-13
eerste zondag van de
40-dagentijd.
preek over de betekenis
van Jezus' doop.
vrije bewerking van
een overdenking van Henri Nouwen (= roomskatholiek priester,
die z'n academische loopbaan heeft opgegeven en is gaan leven
in en gaan werken voor de Ark Gemeenschappen (gehandicapten)
in Canada.
Gemeente,
In wat over Jezus verteld
wordt, gaat het ook altijd over ons.
Dat is iets wat we vaak
vergeten, tot onze schade.
Toch is dat eigenlijk de
kern van het evangelie.
Als het dus vandaag op
de eerste zondag van de 40-dagen tijd, de Vasten, gaat over de doop
van Jezus, dan gaat het dus ook over ons. En als je het verhaal
zo leest en op je laat inwerken, dan wordt – aldus Henri
Nouwen – in het verhaal van de doop van Jezus aan ons een dubbele
vraag gesteld: Wie ben ik nou wezenlijk en waar hangt mijn
levensproject eigenlijk van af ?
Sommige mensen stellen
zich die vraag heel uitdrukkelijk: Wie ben ik, waar leef ik voor,
wat mag ik verwachten, wat moet ik doen etc.... Meestal echter
is die vraag veel verborgener, implicieter. Je kunt zelfs wel stellen
dat veel mensen enorm veel energie investeren in het vermijden
van die vraag. Want hij is een beetje beangstigend... omdat
het antwoord niet zomaar komt...
Toch is hij niet te vermijden,
want iedereen wordt wel eens stilgezet. En als dan alle standaard
afleidingsmanoeuvres ons uit handen geslagen zijn, dan verzamelen
zich de levensvragen - zolang ontweken - als vanzelf om in alle
kracht op ons af te stormen: Wat zit ik hier eigenlijk te doen
? ... En dan verzamelen we alle moed en beginnen ons te verdedigen,
tegen onszelf eigenlijk, om overeind te blijven en dan zeggen we
dingen als:
1. Ja, maar ik heb toch
best wel wat gedaan in mijn leven.
Ik heb een steen verlegd
In een rivier op aarde
(Bram Vermeulen)
En dat is ook zo. Ieder mens
laat - hoe klein ook - een spoor na op aarde... door wat hij of
zij betekend heeft voor de mensen om hem heen, of door z’n verwezenlijkingen.
Dat kan van alles zijn: kinderen
grootgebracht, mijn werk altijd goed gedaan, of - we zijn graag
uniek - een boek geschreven, ooit iets gemaakt waar men het nu nog
over heeft.
En inderdaad: het klopt. We
ontlenen zin aan wat we doen, wat we presteren (gepresteerd hebben),
ons werk. Onze identiteit zit voor een stuk in onze daden.
We moeten natuurlijk wel eerlijk
zijn. Het zijn niet altijd zulke mooie stenen die we verlegd
hebben in de aardse rivier, d’r zitten er ook wel een aantal bij,
waarover we ons schamen of die we beter maar niet verlegd zouden
hebben. Om van wat we niet gedaan hebben - maar zouden hebben
moeten doen - dan nog maar te zwijgen. En als we ouder worden...
kunnen we dan nog zin ontlenen aan wat we doen...
??
We ontlenen een stuk van onze
identiteit aan wat we doen, maar die identiteit is daardoor meteen
ook problematisch.
2. En nog: we ontlenen onze
identiteit aan wat andere mensen van ons vinden, wat ze over ons
zeggen: Niet te onderschatten dit. Opnieuw zowel positief als negatief.
Een goed woord doet een mens opbloeien, een compliment hier of daar
doet wonderen... maar ook andersom. Het is niet te onderschatten:
Soms krijg je van iedereen complimenten en word je alom geprezen,
en je groeit al, maar dan is daar die ene stem die zegt: ik vond
het maar niets !... En pats recht in je hart.... Heel je groei
doorprikt als was het een luchtballon.
Hoe kan dat toch ? Waarschijnlijk
omdat je zelf eigenlijk twijfelt of wat al die mensen zo positief
zeggen of dat wel klopt, terecht is. De nood aan bevestiging van
buitenaf door derden is een gevolg van een innerlijke onzekerheid.
Daarom is en blijft ook de
identiteit en de zin die we daaraan ontlenen aangevochten: Het kan
je omhoog helpen; hogerop helpen; je verheffen... maar evenzogoed
- en nog veel sneller - neerwerpen in het stof, klein maken.
3.
Dan is er nog een ding. Naast wat je doet en
wat men over je zegt is er ook nog dat andere, waar we toch wel
enig heil van verwachten: dat wat we hebben, ons bezit. Een eigen
huis, een spaarboekje, een prachtige wagen, de nieuwste computer…
Trots zijn we en we ontlenen onze identiteit aan ons bezit... We
zetten er dan ook een hek om heen, een muur als het moet. Want wij
zijn wel niet wat we hebben, maar zonder dat wat we hebben blijft
er van ons niet veel over.
Het zijn de beruchte
schatten op aarde waar mot en roest zo makkelijk doorheenkruipen...
die ons dus ontvallen. Je kunt het allemaal niet meenemen; zeggen
we terecht.
Zo staan we dan toch tegenover
de levensvraag uiteindelijk - ondanks onze verdediging - met een
mond vol tanden. We kunnen ons wel een beetje iemand voelen
door wat we hebben, en het is een opsteker als er mensen om ons
heen zijn die iets goeds over ons zeggen en - inderdaad - iets kunnen
doen geeft zin aan een mensenleven, schenkt geluk...
Maar het is toch maar een
wankele basis, sterker nog:
Juist dat dat ons
een goed gevoel kan geven maakt het zo verraderlijk... het stort
je evenzeer in je ongeluk... : Je bouwt - nog zo’n evangeliewijsheid
- je huis op zand...
Onze levensloop, onze biografie
vertoont door onze afhankelijkheid daarvan zulke enorme pieken èn
dalen, een zigzag van hoog naar laag en ik vrees dat we eerlijk
moeten zijn... : Als onze biografie afgesloten moet worden en de
balans opgemaakt.. wat blijft er dan van ons over ?
Je kunt niets meer doen,
je hebt niets meer en de mensen zullen niet meer over ons spreken...
Wat ben je dan nog ? Wie ben je dan geweest ? Waar was het dan allemaal
goed voor ?
Echter:
Stel dat het waar is dat
we onze biografie mogen inschrijven op Jezus biografie, dat ons
leven met Christus verborgen is in God, dan is er toch nog
een ander verhaal te vertellen over ons..
Dan zijn wij - vanmorgen
- met Jezus meegedoopt... Dat wil zeggen: Dan is ons wankele en
zwakke "ik" met hem kopje onder gegaan in de Jordaan... weg is het...
en zijn wij vervolgens met hem opgestaan uit het water om
aan een nieuw leven te beginnen. Dan horen ook wij met Jezus mee
een stem die zegt: jij bent mijn geliefde Zoon, in wie ik een
welbehagen heb.
Men noemt dat wel eens
de 'adoptieformule' en dat is mooi gezegd: Op dit moment wordt Jezus
Gods Zoon. Een publieke proclamatie ! Maar tegelijk dus: worden
ook wij door God tot zijn kinderen aangenomen. Jij bent mijn
geliefde zoon… jij bent mijn geliefde dochter, zegt …
God tot ons. Ook in jou heb ik een welbehagen.
Dit verhaal bevat dus niet
alleen de diepste waarheid over Christus' leven, wie Hij is…,
maar ook over ons leven... , wie wij – dankzij Christus – mogen
zijn.
Dus: Wij zijn 'kinderen
van God'.
Voorzover wij hier op aarde
leven, leven wij niet meer voor ons zelf. Ons "ik" hangt niet af
van wat wij doen, presteren, bezitten, of verwerven.
Laat staan dat mijn wezen
bepaald wordt door wat de mensen van mij zeggen...
Neen ik leef dan van het
feit dat God de mens Jezus van Nazareth zijn geliefde zoon
heeft genoemd. En ik a.h.w. bij Hem op z’n paspoort als kind
ben bijgeschreven. De apostel Paulus zegt dat met zoveel woorden:
Wij zijn in Hem gedoopt, en aldus aangenomen tot kind
van God...: Gods geliefde zoon en Gods geliefde dochter.
Dat is dan de diepste uitspraak
over mijn wezen:
Niet wat ik doe, noch wat
ik bezit, noch wat men vindt.... bepaalt mijn identiteit. neen:
Dat God mij in Christus aanneemt tot zijn kind, dat is de diepste
waarheid over mijn bestaan.
Hier wordt een bron geopenbaard,
waaruit wij zin kunnen putten voor / in ons leven
Daden, meningen van anderen,
bezit... waarop wij ons leven bouwen:
Het maakt je leven
en het breekt het ook....
Niets is gegarandeerd...
dan de onvolwaardelijke liefde van God.
Die tegen ons zegt Jij
bent mijn kind. Ik wil mijn leven met jouw delen.
Dat is de bron, die diep
onder ons bestaan is gelegd... door God, die door ons steeds weer
wordt toegestopt, maar die in Christus weer geweldig is gaan stromen.
En hoe meer wij uit deze
bron durven te putten als het gaat om de laatste vragen van
ons leven, ons houvast, onze bestemming, ons wezen... hoe minder
zigzag onze levenslijn.
Daarmee zijn alle levensvragen
niet meteen beantwoord, misschien zelfs wel integendeel: komen
de vragen pas in volle hevigheid los.. maar dit woord
geeft ons wel de kracht om het in de levensvragen uit te houden.
Want niemand weet wat leven
is,
alleen dat het gegeven
is
en dat van dit geheimenis
God het begin en einde
is.
(Huub Oosterhuis)
amen
Lied: gezang 1
collecten
gebeden
Goede God, wij danken U,
dat Gij ons 'uw kinderen'
wilt noemen.
dat wij onze diepste levensgrond
mogen vinden in U, en niet in onszelf.
Heer, geef dat wij dat ook
ervaren zullen als het nodig is,
als ons de dingen uit handen
worden genomen,
of als ons de dingen bij de
handen afbreken
Doe dan het zaad van uw woord
in onze harten ontkiemen en vrucht voortbrengen.
Heer, onze God, Ontferm U
over allen die geen grond meer voelen onder hun voeten,
die onbereikbaar lijken voor
uw aanbod van genade.
die wanhopig op zoek zijn
naar vastheid, bestemming, zin.. maar niets vinden kunnen, dat houvast
biedt.
Ontferm u over de volken:
Blus de haat, neem weg het
wantrouwen en breek het onrecht, dat hen scheidt.
Wil daartoe ook ons gebruiken,
een ieder op zijn of haar plaats
Schenk tenslotte uw genade
en bijstand aan onze zieken
Erbarm u over hen die eenzaam
zijn en bedroefd.
Zo bidden wij u in Christus
naam,
amen
slotlied: gezang 460: 1 en 2
zegenbede
Moge de vrede van God, die
alle verstand te boven gaat, onze harten en zinnen bewaren, van
nu aan tot in eeuwigheid, amen
gezang 456:3