lijst met preken  ||  

Home

 

preek over de genezing van de maanzieke aan de voet van de berg der verheerlijking

 

Mattheus 17: (1-13)14-20        

  

Voor de lezing:

Het gaat in het evangelie voortdurend bergop en bergaf, niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk... En zoals een goede vertelling betaamt, loopt dat vaak parallel. Een absoluut hoogtepunt in het evangelie is de beklimming van de berg der verheerlijking, waar de hemel even open gaat en het licht van Pasen al over Jezus leven valt nog voordat hij de lijdensweg aanvangt: een piekervaring... Voor Jezus èn voor de 3 uitverkoren discipelen. Het volgende stuk brengt hen allen – en ook ons met hen – meteen weer met beide voeten op de grond... De wereld boven op de berg is wel wonderbaarlijk getransformeerd, maar de ‘real world’ daar beneden, aan de voet van de berg: daar is nog niets veranderd.. een dieptepunt: Hoor maar:

 

lezing: Mattheus 17:14-20

 

preek over de genezing van de maanzieke aan de voet van de berg der verheerlijking

 

Mattheus 17: (1-9) 14-20        

 

 

Gemeente,

de schriftlezing confronteert ons vanmorgen met twee behoorlijk ingewikkelde zaken. Het ene is een algemene moeilijkheid die zich wel vaker voordoet  bij de lezing van de bijbel, nl. dat men in bijbelse tijd een heel andere opvatting had over ziekte en genezing dan wij.

Het tweede wat ons door deze lezing op het bordje wordt gelegd, is dat dit gedeelte lijkt te suggereren dat als je maar ‘gelooft’ dat je dan ‘alles kan’, bijv. zieken genezen...

Op beide vragen / probleem-  aandachtsvelden wil ik in deze preek wat nader met u ingaan.

 

Eerst iets over dat grote verschil tussen ons denken over ziekte en gezondheid en de manier waarop dat in de bijbelse tijd gebeurde. De beschrijving die de vader van het lijden van zijn zoon geeft, is helder en precies. Hij noemt zijn zoon ‘maanziek’, daarmee de ‘toentertijdse’ diagnose weergevend. Als voorbeeld van ‘hoe erg hij er wel niet aan toe is’ noemt hij dat hij ‘dikwijls in het vuur valt’ en ‘dikwijls in het water’.

Bijna iedereen is het erover eens, dat deze jongen – volgens onze diagnostiek – aan ‘epilepsie’ moet hebben geleden, want zowel de naam als de beschrijving van zijn gedrag kloppen daarmee.

Alleen: ‘maanziek’ was toen de diagnose: waarbij de maan ‘een duistere macht’ is en de genezing (therapie in het Grieks) bestaat uit het ‘uitdrijven’ van een ‘demon’ uit de knaap middels spreuken meestal samen met het aanbrengen van één of andere ‘afwerende’ stof (of amulet), wat overigens soms leek te werken, want een hevige aanval induceerde en daarna was het stil… Lange termijn onderzoek is er natuurlijk niet.

Nu krijg je pilletjes voor de hersenen (anti-epileptica), of als dat niet helpt: een neurochirurgische ingreep.

 

Even ter info. De ziekte heeft altijd bestaan. In Babylonische en Egyptische handboeken van meer dan 1500 jaar voor Christus worden de symptomen al nauwkeurig beschreven: het trekken met handen en voeten, draaien met de ogen en hevig zweten. Alleen waren dat geen medische handboeken, maar priesterlijke geschriften: bij wijze van therapie kreeg de patiënt om zijn nek een buideltje met geneeskrachtige planten of amuletten, die de ‘kwaal’ moesten afweren.

Ook wordt de kwaal geregeld beschreven in aankoopcontracten van slaven, 'k zal maar zeggen in de garantiebepalingen... Als de slaaf binnen een bepaalde periode volgend gedrag vertoont (volgt opsomming van epileptische symptomen) kan hij worden geruild (clausule verborgen gebreken).

 

De ‘term’... maanziek (of van de maan getroffen zijn) stamt uit Griekenland.

Veelzeggend is dat hetzelfde woord ook gebruikt wordt om zieners aan te duiden. Het heette ook wel de ‘heilige ziekte’. Het vreemde gedrag suggereert beïnvloeding van buitenaf. Men was er van overtuigd, dat de ‘goden’ er voor iets tussen zaten. En dat konden dus zowel kwaaie als goede goden zijn. In elk geval: de ‘getroffene’ was ‘van god geslagen’ dus bezat hij allicht bijzondere vermogen... De idee dat de periodiciteit van de aanvallen zou samenhangen met het wassen en slinken van de maan om bij volle maan tot een hoogtepunt te komen is een algemene overtuiging (bijv. te lezen bij Galenus in de 2de eeuw nC). Het duurde tot ... 1852 voor de invloed van de maan werd weerlegd. Het was de Franse neuroloog Jacques Moreau de Tours, die zijn patiënten observeerde en keurig netjes alle aanvallen ‘turfde’ en zo vast stelde dat er tussen de schijngestalten van de maan en epileptische aanvallen geen enkel verband bestaat.

Nog is het in het volksgeloof niet weg: Kaos – gebrs. Taviani – la Luna

 

Naast deze mystificerende lijn is er ook een andere, ook al vanuit de oudheid. De bekende griekste arts Hippocrates (ja die van de eed, in de 5de eeuw voor Christus) vermoedde al een verband tussen de ziekte en de hersenen. Hij had ook al vast gesteld dat er twee soorten aanvallen bestaan. Bij het eerste type wijzen bepaalde voortekens op de nakende aanval. Bij het tweede begint de crisis totaal onverwacht, zonder voorafgaande waarschuwing. Een van de jonge patienten van de reeds genoemde Galenus had ooit een aanval beschreven alsof een 'koude luchtstroom naar de hersenen stijgt'. Het Griekse woord voor ‘luchtstroom’ is aura, een naam die men behouden heeft om het geheel van de verschijnselen aan te duiden die optreden wanneer een aanval zich aankondigt.

 

Het is duidelijk, dat het evangelie wat dit betreft helemaal ingebed is in de antieke cultuur: het woord wordt gebruikt: maanziek... de symptomen worden beschreven (in een andere variant komt ook het schuimbekken er nog bij) en als Jezus de zieke jongen geneest dan verdrijft hij een boze geest uit de jongen, waarna hij nooit meer last heeft gehad van zulke verschijnselen. M.a.w. middels woord-exorcisme oefent Jezus zijn genezingsmacht uit.

 

De vraag is nu: wat moeten wij in hemelsnaam met zo’n verhaal beginnen ?

 

Een aantal gedachten:

1. Laten we beginnen met God op onze knieën te danken voor de vooruitgang van de geneeskunde en voor de nuchtere en zakelijke bestrijding van ziektes zoals epilepsie. Ook de ont-demonisering van deze ziekte is een godsgeschenk. Kunt u zich voorstellen wat het is om als een van de duivel bezetene te worden beschouwd, welk een extra lijden dat moet hebben veroorzaakt. Ook Hippocrates wees al op de neiging tot afzondering en isolement die veel epileptici hadden. De ‘bezetene’ van Gerasa/Gardara is in de bijbel hiervan een triest voorbeeld…

 

2. Maar ja, zijn we dan ook niet het hele verhaal kwijt? Jezus kwijt. Want vanuit ons perspectief behandelde hij een epilepticus alsof die een bezetene was… dat is dus fout. En ging er vervolgens van uit dat geloof en genezing strikt samenhangen. Mattheus vertelt ons het verhaal immers zo dat exact naar aanleiding van dit genezingswonder de vraag naar het geloof gesteld wordt. Het verhaal loopt namelijk uit op de verontrustende vraag: waarom kon Jezus het wel en konden de discipelen het niet…

Blijkbaar ook in Mattheüs’ tijd al een vraag…

 

En er komt een duidelijk antwoord:

Jullie konden het niet, omdat jullie ongelovig waren…, want  als je een geloof hebt, ookal is het maar zo klein als een mosterdzaadje, dan zou je tegen een berg kunnen zeggen: hup jij, naar de zee, en daar gaat ie... Of om een andere uitspraak van Jezus te citeren: voor wie gelooft zijn alle dingen mogelijk…

 

Nou, nou, dat is nogal wat…

Als we die uitspraak letterlijk zouden moeten nemen, dan zouden we door het geloof bijv. de kernreactie in de kerncentrale’s in Fukushima kunnen stoppen; en als we dan toch bezig zijn: dan hadden vorige week in Japan gelovigen door hun geloofskracht de tsunami kunnen stoppen … Om maar eens een paar mirakels van vergelijkbaar niveau te noemen

 

Waarom heeft niemand dat dan gedaan? Omdat niemand het gelooft. Jezus bedoelt dat trouwens ook niet, want het is natuurlijk een hyperbool…

 

De tijden zijn veranderd. De bijbel stamt uit een tijdperk waarin er nog geen wetenschappelijke benadering van de werkelijkheid bestond. Wij kennen nu de basale natuurwetten, en daarom zien wij de krachten die in de wereld werken heel anders.

De aarde is een levende bal materie met een actieve gloeiend hete vloeibare kern… altijd in beweging. En daarop drijft een korst, met barsten, tectonische platen… altijd onder druk, ook constant in beweging, enorme krachten, enorme spanning. Precies dat heeft het leven op aarde mogelijk gemaakt… En precies dat veroorzaakt aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, en aardbevingen en tsunami’s. Zo simpel is het, helaas voor hen die wonen waar de tectonische platen botsen, maar zo is het en niet anders.

 

Wij leven in een andere wereld dan in de bijbelse tijd en zo af en toe net doen alsof dat niet zo is, heeft weinig zin.

Als het onweert, dan dondert God niet vanuit de hemel, maar ontlaadt zich in de lucht de opgebouwde electrische spanning…

Als de aarde beeft, dan straft God niet, maar schuift de ene tectonische plaat onder een ander…

Als iemand epileptisch is, dan is die niet door een boze geest bezeten, maar meldt zich een een neurologisch fenomeen…

 

Dat dit enorme consequenties heeft voor de inhoud en de betekenis van het geloof, dat voelt ieder wel aan, maar wordt volgens mij nog te weinig over doorgedacht.

 

Immers, was het in de bijbelse tijd heel gewoon om ziekte en een boze geest en genezing en een goede geest (God) aan elkaar te koppelen, dan is dat nu niet meer zo…

Ik weet het, er zijn heel wat snelgroeiende kerken die claimen dat je dat nog wel moet doen, zij afficheren zich met gebedsgenezing, en zien echt de duivel achter allerlei kwaal:

U kunt spectaculaire verhalen horen, en als je christenen uit sommige Pinksterkerken hoort dat gebeurt het dagelijks… en ben je wel een heel slechte christen als je dat ontkent (en dan citeren ze graag onze tekst).

Wel, ze liegen, sommigen bewust, het merendeel onbewust (ze geloven het zelf, des te erger). Als zij kanker krijgen is de kans op overleven of sterven precies even groot als die van ieder ander mens... Als zij bidden, voelen ze zich ongetwijfeld beter (en dat kan nooit kwaad), maar de tumor verdwijnt niet als sneeuw voor de zon.

 

Sorry, ik behoud me als westerse protestant het recht voor om dat ook in de kerk luidop te zeggen.

 

Maar wat ik nog veel erger vindt: er zijn zovele oprechte gelovigen, die om een wonder hebben gebeden, en die het niet gekregen hebben: een genezing, een beetje voedsel, dat die ellendige soldaten niet zouden schieten, niet zouden verkrachten… ze vroegen niet veel, geen bergen in de zee, maar iets kleins, een kind dat ziek was, dat het niet zou sterven…en het stierf… Hadden zij dan niet genoeg geloof? Soms wou ik dat Jezus dit nooit gezegd zou hebben..

In elk geval: al die spectaculaire verhalen over gebedsgenezingen klinken wrang als je het afzet tegen de diepe wereldwijde ellende

 

Nu terug naar Mattheus 17. Wat doe je dan met dit verhaal waarin Jezus zegt dat geloof en wonderen, m.n. genezing samen horen als hol en bol.

 

Heeft dit verhaal ons eigenlijk dan nog wel iets te zeggen?

 

Ik denk het wel, maar dan moeten we anders durven lezen. Dat geldt trouwens niet alleen voor dit verhaal, maar voor heel veel in de bijbel… Ik noem het maar ‘metaforisch’ lezen.

Een metafoor is een vergelijking. ’t Is alles een gelijkenis… van meer dan aards geheimenis.

Niet alleen de gelijkenissen dus... heel de bijbel! De bijbel als geheel.

De woorden verwijzen terwijl ze spreken van dingen, daar en toen, naar grondstructuren van het menselijke bestaan toen, vandaag, van alle tijden. Het lijkt eenduidig als je het leest, maar… lees maar: er staat veel meer dan je leest…

 

Zo staat in hoofdstuk 17 Jezus voor licht, leven, opstanding, nieuw begin. Het straalt eraf.

Daar boven op de berg was het zo duidelijk geweest, het leek de hemel zelf wel: zo mooi, zo volkomen, zo schoon, zo heel.... je kon er niet naast kijken: een verheerlijkte Jezus, stralend gelijk de zon op de top, met Elia en Mozes om hem heen. Petrus had er altijd wel willen blijven: Himmelhochjauchzend….

 

Maar afdalend waarschuwt Jezus zijn volgelingen al: Zoals het daarboven was, zo zal het daar beneden niet zijn. Er zal nog ‘gestorven’ moeten worden: Eerst zal Hij nog door de dood heen moeten gaan... dan pas kan dit koninkrijk komen.

En als ze dan beneden zijn, met beide voeten op de grond, down to earth, dan is daar meteen de bittere realiteit: niets koninkrijk Gods, niets schoon, heerlijk, heel, vol,... neen: daar is een vader zum Tode betrübt.... die roept om ontferming voor zijn zoon...; een tranendal.

 

Was het op de berg stralend licht, dan is het hier beneden aardedonker. De zon is weg, het licht gedoofd... De gebrokenheid van het menselijk bestaan wordt met enkele woorden gesschetst in het portret van die maanzieke jongen. Vergeet alles wat u weet over epilepsie. Het is een metafoor: deze jongen staat voor de mens en zijn onzeker bestaan. De maan heerst over deze mens. Hij zit gevangen in de schijngestalten van de maan.... Hij vindt geen houvast, nergens. Hij valt, steeds weer. Erger nog: hij vervalt, deze mens, in extremen: dan weer in het vuur, dan weer in het water. Hij kan zijn evenwicht niet vinden. hij is de gevallen mens... die in helemaal vast is komen te zitten en zich geen raad meer weet.. Hij is er ‘erg aan toe’, de gevallen mens…, die wel wil opstaan, maar telkens weer valt....

 

Wie zal hem oprichten ? Wie zal hem redden ? Hij ziet vreselijk af.... Hij lijdt onder het kwaad en het lijden is hem te kwaad... Heer ontferm u, Kyrie eleison.

 

Zo is het de mens op aarde te moede. Zijn bestaan is een schreeuw om ontferming geworden. En je zou hem wel willen helpen, maar dat kun je niet… En dan is daar Jezus, nog vol van de berg, nog vol van licht, stralend als de zon, klaar, om zijn licht te te laten schijnen in onze duisternis, zelfs in het dal van schaduw des doods.

En het eerste wat hij vernemen moet is dat zijn volgelingen, leerlingen... geen enkel straaltje licht in het duister hebben kunnen brengen in dit ondermaanse.

En dat verdraagt hij niet. Hij ontploft bijna. Heel hevig is zijn reactie: O, ongelovig en verkeerd geslacht.. hoelang zal ik nog bij u zijn, hoelang nog u verdragen ?

Ongelovig en dwars volk // verkeerd geslacht...

 

verkeerd staat er letterlijk: Dat zegt het precies: ze staan verkeerd gericht, met de rug naar de zon toe gehypnotiseerd te kijken naar de maan.. met z’n schijngestalten.

Jezus kan dat niet verdragen. Ook hier onderaan de berg moet moet het Licht van de zon gaan schijnen, het Leven heropgericht worden… Hij roept de door de maan geslagene tot zich, berispt hem en weg is de demon, de hem overheersende schaduwmacht. Hij zal leven bij klaarlichte dag, wandelen wandelt in het licht van de zon, de Zoon….

 

Rond Christus zo maakt het hele evangelie duidelijk is het leven niet te houden. Het schiet overal op, het dringt overal door. De vonken van dat leven, van dat licht springen over op een ieder die in zijn nabijheid mag verkeren… Dat is het wonder, dat is het evangelie.

 

Gemeente, zo lees ik hoofdstuk 17, metaforisch: het vertelt met de woorden van een anecdote (daar en toen) het eeuwige verhaal van de mens en zijn God, van zijn gebrokenheid en zijn heling.

 

En zo wil ik tot slot dan ook nog een keer luisteren naar die slotbeschouwing over het verband tussen het geloof en het wonder van die heling. Volgens Jezus kunnen wij ook vonken van het licht verspreiden, het leven versterken… Hoe? Door te geloven. Geloven in de oerbijbelse zin van dat woord. Dat is: in het leven staan met vertrouwen… Geloven is een geladen term: het verwijst naar een diep menselijke geestkracht om het bestaan te doorstaan, naar moed om te zijn: gelovig zijn, dat is vertrouwen in het licht, in het Leven, in de zon, in de Zoon, in God… Geloven dat is, je met je hele bestaan, hebben en houwen, met al je gebrokenheden en wonden, onderweg opgelopen, je door niets of niemand laten afbrengen van die ene basisovertuiging: dat alleen al het feit dat je er bent, genoeg kan zijn om een leven lang kracht uit te putten, te leven in verwondering, kome wat komt.

Basic Trust…

 

Welnu, als je iets van dit vertrouwen hebt – zegt Jezus – al is het maar een greintje, dan is daardoor het hele leven anders.

Dan gebeuren er geen mirakels die de natuurwetten tarten…maar wel wonderen.

Door zo te geloven kun je “bergen verzetten”, soms, kun je soms de hele wereld aan. En als je het kwijtraakt, vreselijk.

 

Metaforisch dus, maar - juist daarom - veelzeggend:

Je kunt bergen verzetten, dingen die onmogelijk leken…, ondoenbaar…, ondraaglijk…, onoverkomelijk…, die kun je toch te boven komen... door het geloof, door dat ongrondbare, maar toch reële vertrouwen niet te verliezen.

 

Als dat geen wonder is ! Amen


 

liturgie

 

-           wait for the Lord my soul

-           welkom / afkondigingen

-           aanvangslied: psalm 25: 1, 2

-           stil gebed

-           votum & groet

-           psalm 25: 3

-           gebed om ontferming:

-           lied: psalm 25: 4

-           woord ten leven/gebodslezing: Exodus 19:1-6..  23:1-9

-           lied: psalm 25: 7, 10

 

-           gebed bij de opening van het Woord

-           Schriftlezing: Mattheus 17: 1-9 / 14-20

-           lied: gezang  170: 1, 2 en 6

-           preek

-           orgelspel

-                       - voorbeden

                        - stilte

                        - Gebed des Heren

 

-           collecten

-           slotlied: gezang 460

-           heenzending en zegen

-           "amen.." (gezang 456:3)