preek op 13 februari 2022, Brabantse Olijfberg - Antwerpen
Gaat u er maar even voor zitten: dit wordt een echt ouderwetste bijbelstudie. Je bent protestant of niet !
Ps 8:6 וכבוד והדר תעטרהו: בנשמה העליונה שנתת בו. Gij hebt hem met glorie en luister gekroond: door hem een luisterrijke ziel te geven (David Kimhi).
Statenvertaling |
Nieuwe vertaling (NBV21) |
|
Ontwaak, mijn eer, ontwaak, luit en harp; ik zal de dageraad doen ontwaken. |
Mijn hart is gerust, o God, mijn hart is gerust, ik wil voor U zingen en spelen. Ontwaak, mijn ziel, Ontwaak met harp en lier, ik wil het morgenrood wekken. |
U, Heer, zal ik loven onder de volken,
over U zingen voor alle naties.
Hemelhoog is uw liefde,
tot aan de wolken reikt uw trouw.
Verhef u boven de hemelen, God,
laat uw glorie/eer heel de aarde vervullen.
Vandaag staat een psalm centraal.
Maar – zoals u al ziet: eentje met wat interpretatie-knopen. Voordeel van meerdere bijbelvertalingen te kunnen gebruiken. Het is allemaal niet zo vanzelfsprekend als het klinkt, die bijbelse teksten. Soms zijn ze gewoon moeilijk om te verstaan, maar soms komt dat ook omdat de oertekst (taal) geheimen verbergt, herbergt, die je niet zomaar zomaar even ‘kunt pakken’.
Alvast een eerste verschil is opvallend aan het begin: gereed, bereid, gerust is mijn hart. Gesterkt (Valeton). Maakt toch wel een verschil. Pronto, disposto, prêt, affermi, rassuré; fixed, steadfast. Klassiek (Vulgata): Paratum cor meum. Ik heb nog wat 16de eeuwse vertalingen opgezocht Confirmatum (Bucer - tralatio ad sensum, 1529). Composito sum animo, Deus (Castellio - Latijn, 1551), j’ai le coeur dispos (Castellio-fr 1555). Trouwens: Nog iets vreemds. Deze tekst staat 2x in de bijbel : psalm 108 heeft ongeveer hetzelfde begin. En dan valt toch de Nederlandse keuze wel op (ik vond een soortgelijke gevoelswaarde ook in de Bible du Semeur: tranquille). Zeker in de berijming van die Psalm: Mijn hart is Heer in u gerust…’ Als je die zingt, dan voel je dat het nogal wat uitmaakt gerust of paraat: = ik sta klaar, actie… bereid. Daar volgt wat op. Gerust: = tevredenheid, dankbaarheid, receptief, passief. Maar wel een prachtige psalm, mooi melodie, fraai berijmd... Zingen dus.
Maar helemaal intrigerend is dat andere verschil:
Waak op, mijn
eer/glorie | Waak op mijn ziel.
Dat is geen nuanceverschil, dat is gewoon wat anders. Hoe kan dat. We zullen moeten gaan lezen, terug naar de bron. En luisteren naar wat de native speakers ermee deden. De Joden, rabbijnse exegese…
Mijn hart is bereid, gereed, gerust etc… Wat is het nu?
We halen het woordenboek erbij (zo’n boek heeft geen beslissingsrecht, maar geeft gewoon een inventaris van betekenissen die een woord lijkt te hebben op grond van het veelvuldig gebruik). Dat is dus handig. Hoef je niet alle teksten te lezen waarin het voorkomt.
Wat staat er? נָכוֹן לִבִּי : n-ḳ-w-n l-bb-y
(klinkt als: naḳown libbi )
Het laatste woord is het probleem niet qua vertaling. Dat is ‘hart’ (lev). Het eerste woord is de uitdaging: naḳown , Dat is afgeleid van het werkwoord: ḳ-w-n : ‘rechtop staan’ is de oerbetekenis van deze woordstam. De vorm נָכוֹן (Naḳown) is de ‘niphal’ van het werkwoord, d.w.z. één van de 7 betekenisvariaties van het werkwoord, die het Hebreeuws kent. Niphal duidt meestal op een betekenis die reflexief of passief is. Die dus terug moet slaan op het onderwerp: het hart dus... een soort essentiële eigenschap dus.
Daar gaan we: vaststaan, niet wankelen, standvastig zijn, dat moet je hart kenmerken. En dan kun je twee kanten op: ‘niet wankelen, niet omvallen, niet van slag raken’ Wees gerust ! Maar ook de betekenis van ‘klaar zijn’. Bereid, toegerust, gereed.
Dus beide (of alle voorkomende) vertalingen zijn goed. Welk aspect je kiest, hangt dan af van de context. Die bepaalt alles.
- Wat moet er vaststaan? het hart.
- Hebreeuwse woord: ‘Lev’: In het Hebreeuws is het hart niet zozeer de zetel van het gevoel (als bij ons, Bye, bye Valentijn!), maar het commandocentrum, waar beslist wordt welke richting het uit moet, en of/dat men in actief schiet…
Nu valt alles op z’n plaats: Bereid/gereed krijgt bij mij de voorkeur, want de dichter wil gaan zingen, muziek maken... dat heeft hij besloten. Daarvoor staat hij klaar. Ready ? Go!
intermezzo: psalmzingen of musiceren?
Mijn hart is bereid, o God,
mijn hart is bereid;
ik zal zingen, ik zal psalmzingen.
of ik wil zingen en spelen, musiceren? NBV
Hier wordt gespeeld met de woorden voor lied en psalm.
De stam-letters van het woord lied en het werkwoord ‘zingen’ is hetzelfde: sjier.
En hetzelfde geldt voor het tweede woord: Hier wordt de stam, z-m-r, als werkwoord verbogen waarvan het zelfstandig naamwoord ‘psalm’ (m-z-m-r) is. In Nederhebreeuws staat hier dus: Ik wil liederen en ik wil psalteren…
Het kenmerkende van een mizmor is dat er begeleiding is verondersteld door een psalterium, een harp, lier, een luit, of een ander snareninstrument. Joost van den Vondel publiceerde zijn Psalmgedichten niet voor niets als 'Davids harpzangen'
Goed, dit als aanloop.
Nu komt dan die mysterieuze zin, die mij de afgelopen week heeft bezig gehouden.
Ontwaak, mijn eer | Ontwaak mijn ziel
ontwaak, luit en harp;
ik zal de dageraad doen ontwaken.
De betekenis van het tweede deel is wel duidelijk. De dichter spreekt a.h.w. zijn muziekinstrumenten toe… Hij wil hen wakker schudden (bespelen) en dan samen met hen het licht begroeten, muziek bij zonsopkomst. Een ochtendhymne zingen. Luit, harp, lier, allemaal goed en vul maar aan: orgel, piano, gitaar, bazuin… wat u maar wilt. Maar wat dan met die eer ? of die ziel… die ook ‘ontwaken’ moet, gewekt moet worden zoals de instrumenten. Terug het woordenboek erbij: כְבוֹדִי, staat er (van כבוד : kavod (of chavod, of kabod of kabowd) = heerlijkheid, eer, majesteit. Bijna altijd gebruikt voor God. De aarde is er vol van (ps 24), de tempel bij Jesaja (h. 6 - Sanctus) ook, als God verschijnt. Dat is de uitstraling van God, vaak als licht, vuur gezien.
Maar wat doet dat woord hier dan? De mens die heeft toch niet zo’n uitstraling? Dat is toch teveel eer. En wat doet dat dan hier naast die instrumenten?
De oude vertalingen wisten het ook niet…, en lieten het dus staan. Vandaar ‘eer’. Ook de lezingen in andere talen vanmorgen lieten dat horen. Altijd ‘eer’.
De predikant moest het dan maar uitleggen: ‘Opwekken, ontwaken van de eer.
Heb eens gekeken hoe enkel van de 'vaderen' van de Reformatie dat dan doen: verrassend …
Luther is nog helemaal in de Middeleeuwse christologisch lezing van alle psalmen te zijn verworteld. In zijn Psalmen-college uit 1513-1515 legt hij de woorden gewoon in Gods mond: 'Waak op, mijn eer' betekent : Sta op uit de doden, mijn Zoon... laat Psalm en lied losbarsten.. Dan wisselt het ik in het volgende vers: Ja, ik zal zingen.... In een kantlijn-noot bij zijn vertaling (definitief 1545) merkt hij op: 'Ehre, d.h. mein Psalter und Lied, mit denen ich Gott ehre'.
Estienne (Paris 1545, een wetenschappelijke Latijnse vertaling) laat 'gloria' staan, maar heeft een uitgebreid voetnoot: d.w.z. anima mea, want de ziel is de 'glorie' van het lichaam, en zonder de ziel is zij niets. (In de voetnoten klinkt de visie door van de taalgeleerden van die tijd, o.a. François Vatable, lector Hebreeuws aan het Collège Royal).
Calvijn (Commentaar 1557) weet dat er kabod staat (drukt het Hebreeuwse woord ook af - zie afbeelding), en dat dat eer/gloria betekent, maar de dichter bedoelt duidelijk wat anders. En hij stelt voor dat het ‘tong’ zou moeten zijn. Want dat past mooi: Ontwaak mijn tong (om te zingen). Dan klopt het met de context: de tong, en de andere instrumenten worden dan samen opgeroepen om te zingen. De vervanging door lingua klopt ook met vele andere plaatsen (beetje overdreven, het is maar 3x). Hij noemt Psalm16 expliciet.
lees verder onder de afbeelding (click to enlarge).
Het probleem met zo'n oplossing is dat je het probleem oplost, letterlijk: het is weg.
Dus ook de kans dat er iets bijzonders onder/achter zou kunnen zitten is
verkeken. Overigens: Calvijn is
niet origineel. De Griekse vertaling van de Septuaginta (voor het begin van onze
jaartelling) heeft hier al 'glossa' en velen in de 16de eeuw nemen dit over,
inclusief Martin Bucer (1529, volumineus invloedrijk commentaar,
standaardwerk, geregeld
herdrukt).
Tegenwoordig kiest men niet meer voor tong. Men laat of 'eer' staan
(zoals de klassieke vertalingen in de 16de eeuw ook bijna allemaal deden), of
men vult in 'ziel' (veel moderne vertalingen, zeker vanaf de 20ste eeuw).
Als je echter naar een motivering zoekt, blijft het stil. Bijna altijd is het een verlegenheidsoplossing:
‘Het moet hier wel zoiets als ziel betekenen’. ('hart en
ziel'... Dan is 'hart en tong' eigenlijk beter, want dat zijn tenminste nog twee
fysieke organen). De redeneerwijze
is dus niet fundamenteel anders dan bij Calvijn, enkel met een andere uitkomst. En okay: ‘ziel’ is een prima passe-partout, want past in
de plaatsen waar ‘kavod’ op wat ‘vreemde’ wijze opduikt (buiten de Psalmen
gebeurt dat trouwens niet…), maar het blijft een verlegenheidsoplossing,
met altijd een schijn van
willekeur...(en de oplossing=onzichtbaarmaking van het gestelde probleem).
Dus mij tot de native speakers gewend, de Joden. En kijk ook daar duikt het woord ‘ziel’ ook op, natuurlijk niet in de vertaling (want ze hebben geen vertaling. Ze lezen gewoon het Hebreeuws), maar in de uitlegging (Talmoed en Midrash), en niet als 'verlegenheidsoplossing' maar via een eenvoudig en tegelijk diepzinnige woord- en tekstverband (typisch Joods, rabbijns). Daar lees ik:
Kavod. Dat is de ziel, want de ziel is de 'kavod' (eer) van de mens'**
Zoals al gezegd. Dit niet als vertaling, maar als interpretatie. Ze zien/horen 'kavod' en iedereen denkt ook als Jood onmiddellijk aan eer/glorie en God, maar in de toelichting (middellijk) komt dan de ziel tevoorschijn.
Ter staving van deze uitleg wordt niet verwezen naar andere problematische psalmen, maar naar een psalm waar ook 'kavod' staat en er eigenlijk geen probleem is. Psalm 8:6. Wat staat daar dan, dat deze uitleg zou rechtvaardigen? Psalm 8:6 U kent de Psalm wel, daar gaat het over de majesteit van Gods naam die over de hele aarde gaat, ja de hemelen te boven stijgt..: “O Here, onze Heer, hoe heerlijk is uw naam..”. En over hoe klein de mens dan wel niet is, vergeleken met die God, En toch: ‘Gij hebt hem bijna goddelijk gemaakt (a little less than the angels), en hem gekroond met ‘heerlijkheid en luister’ ('glans en glorie' in NBV) - zegt onze vertaling. Hier valt dus het woord: kavod.
Ze verwijzen naar Radak (dat is het acronym R-D-K van Rabbi David Kimhi (1160-1235, geboren in Narbonne). Hij licht toe: "Gij hebt hem gekroond met een ziel en met luister" : Is niet de kroon op de schepping van de mens dat God hem ‘een luisterrijke hemelse ziel inblies’ (neshamah in het Hebreeuws).*
De glorie (kavod) van de mens, is dat hij een ziel heeft en leeft…
Ik vond dat mooi, te denken gevend ook. Sterker nog. Ik was ontroerd toen ik deze zin las.
De ziel: zo essentieel, en tegelijk zo ongrijpbaar. Je kunt ‘m niet aanwijzen in je lichaam… Hij zit nergens. En toch: wezenlijk. Het is de ‘glorie’ (kavod) van de mens. Het maakt dat ‘hoopje klei’ tot een ‘mens’. Een kwetsbaar mens ook.
Je kunt op je ‘ziel getrapt worden’, tot in je ziel geraakt worden. pos/neg.
Het heeft te maken met wie je bent, je diepste zelf.
Je kunt ’m bij de ander zien, als je iemand aankijkt, face-to-face (Adam riep het uit toen hij – ontwakend uit de coma van de eenzaamheid Eva zag: eindelijk een mens zoals ik… Tweezaam. De ogen zijn de spiegel der ziel… Die ziel moeten we koesteren, voeden, beschermen, zuinig op zijn, voor onszelf, maar ook op die van de ander. Zorgvuldigheid.
Nog iets. Het woordje ‘kabod’ heeft ook een oerbetekenis. ‘zwaar zijn’, ‘gewicht hebben’. ‘Het kan ook gebruikt worden voor ‘rijkdom, bezit’. Pas maar toe op de ziel. Het is het kostbaarste dat je bezit.
Wat baat het een mens, dat hij de hele wereld gewint, maar schade lijdt aan zijn ziel? (Jezus). En zelfs dat gewicht is mooi. De ziel, het lijkt het meest vluchtige, ongrijpbare, etherisch dat er is… maar het heeft wel degelijk: gewicht. Sterker nog: het is de ziel die aan een mens ‘gewicht’ geeft. Eén ding nog: Ik las een discussie in de krant over het filmen van verkrachtingsscenes in een speelfilm. Vaak wordt er gefocust op het lichaam. Een interviewee had het anders gedaan. Die had gefocust op het gelaat van de vrouw ‘om te laten zien dat haar ziel werd vernietigd’ (Jennifer Kent, n.a.v. The nightingale (2018))
Enfin genoeg, terug:
Die ziel in deze Psalm, die gaat zingen, samen met de instrumenten. Ze worden met z’n allen hiertoe opgewekt. En hij doet mee. Z’n hart is bereid… Action !
En waarvan zingen ze dan? Van God natuurlijk.
U, Heer, zal ik loven onder de volken,
over U zingen voor alle naties.
Want: Hemelhoog is uw liefde,
tot aan de wolken reikt uw trouw.
Liefde en trouw: Nog zo’n Hebreeuws woordpaar: chesed we emet. Toen Luther net Hebreeuws had geleerd, werd hij helemaal lyrisch van dit woordpaar. Hij kende het als ‘misericordia et veritas’. Het eerste ‘misericordia’ klonk vaak neerbuigend, medelijden, barmhartigheid (paternalistisch). En het tweede ‘veritas’. Waarheid. Rationeel, kil… Neen, toen hij dit woord ging nazoeken in de Psalmen en de profeten, en de thora: liefde en trouw. Dat wat ècht verbindt (verbondswoorden). ‘Güte’ is het woord dat hij zelf voorstelde voor het eerste. Dat heeft zo’n warme gloed. En trouw, betrouwbaarheid… Je kunt van God op aan: Güte und Treue (Proef de klank, savoureer die).
Waar de dichter dus lyrisch van wordt is dus niet een abstracte grootheid, of een almacht die ondoorgrondelijk is. Geen kille verr God, maar een God die nabij is, betrouwbaar, zo dichtbij als een mens, zagen we met Kerst. Daarop antwoordt het slotakkoord:
Verhef u boven de hemelen, God,…
laat uw glorie heel de aarde vervullen.
Het laatste woord in het Hebreeuws: u raadt het al : kavod. De cirkel is rond.
De glorie van de mens is, dat hij een ziel heeft gekregen. Dat maakt hem tot mens.
En de glorie van God is, dat hij de mens wil bijstaan om die ziel, dat leven te ontvouwen, op aarde.
Amen
---
Klassieke vertaling |
Nieuwe vertaling (RSV) |
My heart is fixed, O God, my heart is fixed: |
My heart, O God, is steadfast; I will sing and make music. |
---
extraatjes:
1. Het hebreeuwse woord voor het orgaan van de lever is k-v-d (kaved). U hoort dezelfde woord-stam als bij kavod. De lever is het 'gewichtigste' orgaan van de mens, letterlijk. In het Akkadisch (verwante taal van het Hebreeuws) wordt de lever gezien als 'de zetel van de emoties' en vaak betrokken op vreugde en ... verbonden met jubelzang. Soort tweelingbroertje van 'lev' (het hart). Zie hiervoor E. Dhorme, L'Emploi métaphorique des noms de parties du corps en hébreu et en akkadien (Paris, 1923), p. 128-130. Je zou kunnen vermoeden dat in de Psalmen niet kavod, maar kaved moet worden gelezen. Dit doet de vondst van Kimhi echter niet teniet. En - toch ook vermeldenswaard - in de Masoretische tekst heeft kavod een andere spelling dan kaved. Voor de liefhebbers: kavod = k-v-w-d || kaved = k-v-d. Als men lever had willen schrijven zo is dus de redenering dan zou men wel k-v-d geschreven hebben. Dat woord komt 14x voor in de Bijbel, 13x met betrekking tot dieren (meestal i.v.m. offers), en één keer met betrekking tot de mens, in Klaagliederen 2:11.
2. Martin Bucer
publiceerde in 1529 een volumineus Psalmencommentaar, waarin hij vaak naar
Kimhi verwijst. En zijn commentaar is verrassend, d.w.z. er staat een
analoge
zin maar met een andere
pointe.
Hij vertaalt niet met 'ziel', maar met 'tong', onder verijzing o.a. naar de
Griekse vertaling van de Septuaginta ('glossa'). En legt uit dat
dit een passende vertaling is voor 'kavod' omdat de waardigheid en eer van
de mens (dignitas et gloria)
in het bijzonder tot uiting komt in
het feit dat een mens kan spreken
(sermonis facultas). Hij verwijst natuurlijk naar psalm 16:9 en 30:13,
maar niet naar psalm 8:6. Kimhi: de ziel is de glorie van de mens; Bucer:
het kunnen spreken is de glorie van de mens. In de uitgebreidere
toelichting bij psalm 16:9 noemt Bucer ook de mogelijkheid om 'geest'
('mentem') te vertalen, maar hij verkiest de lichamelijke
transpositie 'tong', want op al die plaatsen wordt het hele lichaam
ingeschakeld om God te prijzen/zingen.
Vind ik ook wel een sterk argument.
noten ** Ik kwam dit
tegen in een psalmen-commentaarserie, samengesteld uit Talmoed/Midrash,
incl. Middeleeuwse rabbis (Rashi, Kimhi etc.) uitgegeven in de Artscroll-Tanachserie:
Tehillim. A new translation with a commentary anthologized from
Talmudic, Midrashic, and Rabbinic sources (compiler: Rabbi Avrohom
Chaim Feuer) - terug
* Die ziel is volgens
Kimhi van gelijke kwaliteit als die van de engelen (vorige deel van het
vers). Wat de mens lager plaatst dan de engelen is dat die hemelse ziel in een lichaam
is opgesloten (hoe Grieks denken de Joden ! 'sooma sèma'). Hij zegt het wat
korter dan de Artscroll parafrase: וכבוד והדר תעטרהו:
בנשמה העליונה שנתת בו. Gij
hebt hem met glorie en luister gekroond: door hem een
luisterrijke ziel te geven. - terug