Psalm 116 (Hebreeuwse telling) = Psalm 114 (Dilexi) en Psalm 115 (Credidi) De 'vertaling' activeert de werkwoordstijden (voor een grotere conformiteit met het Hebreeuwse origineel). Tevens neem ik de keuze van Hieronymus serieus die het werkwoord liefhebben (in het Grieks met 'agapao', agapè.) vertaald met het in het Latijn toch ook wel wat ongewone werkwoord 'diligo'
[overdenking onder de vertaling]
"Ik blijf het leven hogelijk waarderen (diligo) / vertrouwen houdt mij gaande (credo)."
Alleluja.
Dilexi,
quoniam exaudiet Dominus vocem orationis meæ.
Quia inclinavit aurem suam mihi, et in diebus meis invocabo.
Ik
blijf waarde toekennen aan het leven,
want de Eeuwige hoort mijn stem als ik roep.
Hij neigt zijn oor naar mij, als ik hem aanroep.
Circumdederunt me dolores mortis; et pericula inferni invenerunt me.
Tribulationem et dolorem inveni, et nomen Domini invocavi: o Domine,
libera animam meam.
Koorden des doods omsnoerden mij, naar mij grepen angsten voor het
dodenrijk. Beklemming, pijn hield mij in de ban. Toen riep ik de Naam
van de Eeuwige: Eeuwige, red mijn ziel, mijn leven.
Misericors Dominus et justus, et Deus noster miseretur. Custodiens
parvulos Dominus; Humiliatus sum, et liberavit me.
Barmhartig is de Eeuwige en rechtvaardig onze God. Hij ontferm zich.
Argelozen behoedt de Eeuwige. Hij bracht mij, de verslagene, redding.
Convertere, anima mea, in requiem tuam, quia Dominus benefecit tibi:
Hij heeft mijn ziel verlost van de dood, mijn ogen van tranen, mijn voet
van de val. Ik zal God behagen in het land der levenden.
Alleluia
Credidi,
propter quod locutus sum: ego autem humiliatus sum nimis. Ego dixi in
excessu meo: Omnis homo mendax.
Ik heb vertrouwen/geloof,
ook toen ik sprak: ‘al te diep word ik neergebogen’, toen ik – overhaast
– concludeerde: Geen mens is betrouwbaar.
Quid retribuam Domino pro omnibus quæ retribuit mihi? Calicem salutaris
accipiam, et nomen Domini invocabo.
Vota mea Domino reddam coram omni populo ejus.
Hoe kan ik de Eeuwige vergelden voor alles wat hij mij gedaan heeft? Ik
zal de kelk des heils heffen, de naam van de Eeuwige aanroepen, mijn
geloften inlossen ten overstaan van heel het volk
Pretiosa in conspectu Domini mors sanctorum ejus.
Kostbaar in de ogen van de eeuwige is de dood van zijn
geliefden.
O Domine, quia ego servus tuus; ego servus tuus, et filius ancillæ tuæ.
Dirupisti vincula mea: tibi sacrificabo hostiam laudis, et nomen Domini
invocabo.
Vota mea Domino reddam in conspectu omnis populi ejus; in atriis domus
Domini, in medio tui, Jerusalem.
O Heer, uw knecht mag ik zijn, uw knecht ben
ik, zoon van uw dienstmaagd. Gij hebt mijn boeien verbroken: ik
zal u een lofoffer brengen, de naam van
de Eeuwige aanroepen. Ik zal mijn geloften inlossen ten overstaan van
heel het volk. In de voorhoven van het huis van de Eeuwige, binnen u,
Jeruzalem.
Alleluia
Psalm 116
Een psalm vertalen is bijkans onmogelijk.
Het is niet een stukje plat informatief proza, dat je zo 1 2 3 kunt
omzetten…
Psalmen, dat zijn in woorden gevatte brokken intensief leven,
flarden pijn, felbevochten geloof, diepe verwondering, eerbied,
hartstochtelijke vreugde.
En dat staat daar dan in die vreemde Hebreeuwse karakters, een taal niet
verwant aan de onze.
En soms weten zelfs de geleerdste Hebraïci niet precies wat er staat en
zijn er twijfels over de juiste overlevering.
En als dan de psalm zèlf, juìst door zijn enorme levensnabijheid, bijna net
zo verward is als het leven zelf en voortdurend heen en weer schiet tussen
wat er gebeurd is, en hoe het nu is… tussen bijna ondergegaan en toch weer
léven, nu mogen... dan wordt het helemaal moeilijk.
Psalm 116 heeft m.a.w. geen logische structuur,
geen samenhangende opbouw...
Netzoals het leven zelf:
klacht, schildering van de nood, vertrouwensuiting, bede en dank, meditatie,
wisselen elkaar on-verbonden af.
Toen Joden deze tekst in het Grieks vertaalden, zagen ze er zelfs
twee
psalmen in… Hieronymus die dan de Latijnse vertaling verzorgde in de 4de eeuw ook.
En eigenlijk zit er wel wat in.
Ik heb ze naast elkaarafgedrukt. Linkerblad de ene psalm, rechts de
tweede. Beide delen beginnen met een werkwoord…
Ik heb geloofd…
ook toen ik sprak: al te diep word ik neergebogen...
Het zou een citaat van de weduwe uit de evangelielezing van de
zondag (Lukas 18 - onrechtvaardige rechter) kunnen zijn. Zij bleef volhouden,
vertrouwen… op de goede afloop, dat er recht zou geschieden. En dat
geschiedt dan ook, ondanks de onrechtvaardigheid van de rechter.
Psalm 116, deel 2 (Latijn 115) gaat zelfs nog een stap verder: Ook toen ik
het niet meer geloofde
.. en dacht: geen enkel mens is betrouwbaar. Ik had het opgegeven, maar
tegen mezelf in ben ik blijven volhouden. Toch maar weer, niet omdat ik
zo sterk stond... Neen het was veeleer andersom: toen droeg een diep – grondeloos – vertrouwen me,
droeg me door mijn ongeloof heen.
Opvallend bij beide psalmen (psalmdelen) is dat beide beginwerkwoorden
‘absoluut’ zijn gebruikt. Ze hebben geen ‘object’…
Er is geen ‘lijdend voorwerp’ terwijl je dat wel verwacht.
GELOOF: Het ging niet over het geloof in van alles en nog wat, maar om
basishouding, existentiële verknochtheid aan recht,
het geloof dat ons draagt…
En dat geldt ook voor het eerste deel (Latijn psalm 114): Ik heb lief….
Veel vertalingen vullen in: ‘God’. God heb ik lief, want die getrouwe heer...
zo leerde ik in mijn jeugd.
Maar dat staat er niet. Nee, gewoon: ik heb lief… waarom? Waarop
gebaseerd?
Hoezo?
… omdat God mijn stem hoort als ik roep.
Dáárom.
[Luther doet het weer excellent: Das ist mir lieb, dass der Herr
meine Stimme höret].
Daarom heeft hij lief…
Net als bij ‘geloof’ gaat het om een ‘basishouding’, een existentiële
gerichtheid: die met het woord liefhebbenis weergegeven.
Hele preek over te houden, maar ik wil me beperken tot de keuze die
Hieronymus gemaakt heeft… Vrij ongebruikelijk (amare)…
Dilexi…
van een werkwoord: ‘diligo’
In dat woord zit een component van ‘appreciëren, waarde toekennen’,
verkiezen, dat in amare niet zit.
Ik heb lief, dilexi, parafraseer ik dan alsvolgt:
Omdat ik de dood zo nabij was, kies ik nu des te stelligervoor om
die dingen in het léven die waardevol zijn, te verzamelen, te koesteren… te
waarderen !
Tegelijk betekent zo liefhebben dat je er voorzichtig mee bent
(zorgvuldig): je weet: het is zo kwetsbaar. Het kan zomaar gedaan zijn.
Ik heb lief…dat is: ik bezweer mezelf, en verklaar voor de hele
wereld, dat ik het koesteren zal… dat leven, beschermen, waarderen,
vieren….
mijn eigen, maar ook dat van de ander, en
dat tout court, encompassing.
|