Waarom protesteren we niet als kinderen in een geestelijke gevangenis moeten opgroeien?
n.a.v. PANO van 27-3-2019 over Jehovah-Getuigen - 28 maart 2019 | Dick Wursten | Ingezonden brief in DeMORGEn van 30/3/2019:
T
De Belgische Staat heeft ooit
het kinderrechtenverdrag ondertekend. Daarmee engageert zij zich om de in
dit Verdrag beschreven rechten voor ieder kind te ‘te eerbiedigen en te
waarborgen’. Wie de PANO-reportage over de geestelijke gevangenis heeft
gezien waarin kinderen van Jehovah Getuigen moeten opgroeien, snapt meteen
dat hier de rechten van het kind worden geschonden
[hieronder een bloemlezing van relevante artikelen uit dat verdrag].
De hamvraag is: Waarop wacht de ‘Belgische Staat’ om haar engagement
na te komen, èn niet alleen strafrechterlijk? Waarom doet zij (en andere
kinderrechtenorganisaties) niets voor de
1.000-en kinderen die in deze sekte opgesloten zitten?
Anders gezegd: Voor kinderen van jihadisten die in fysieke gevangenschap verblijven, spant men processen
aan om hun terugkeer naar België te bekomen. En terecht. Maar bij kinderen
die in een
geestelijke gevangenis moeten opgroeien, doen we alsof onze
neus bloedt. Terwijl ook zij levenslang de trauma's meedragen (vraag maar na
bij uitgetreden sekteleden, of bij degenen die in een streng-gelovig, gesloten milieu zijn opgegroeid). Of nog: Waar blijven
de eindtermen in ons
onderwijs om alle kinderen (inclusief deze) weerbaar te kunnen maken tegen
deze vorm van geestelijke mishandeling?
"Ook kinderen die niet het slachtoffer zijn van pedofilie (de overgrote meerderheid) worden geestelijk mishandeld."
Een bloemlezing uit het Kinderrechtenverdrag:
Art. 12: De Staten die partij zijn, verzekeren dat het kind in staat gesteld wordt zijn of haar eigen mening te vormen…
Art. 13: Het kind heeft het recht op vrijheid van meningsuiting; dit recht omvat mede de vrijheid inlichtingen en denkbeelden van welke aard ook te vergaren, te ontvangen en door te geven…
Art. 14: De Staten die partij zijn, eerbiedigen het recht van het kind op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst. (NB: dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, zie EVRM, art. 9)
Art. 17: De Staten die partij zijn, waarborgen dat het kind toegang heeft tot informatie en materiaal uit een verscheidenheid van nationale en internationale bronnen, in het bijzonder informatie en materiaal gericht op het bevorderen van zijn of haar sociale, psychische en morele welzijn en zijn of haar lichamelijke en geestelijke gezondheid.
Art. 19: De Staten die partij zijn, nemen alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen en maatregelen op sociaal en opvoedkundig gebied om het kind te beschermen tegen alle vormen van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, lichamelijke of geestelijke verwaarlozing of nalatige behandeling, mishandeling of exploitatie, met inbegrip van seksueel misbruik, zolang het kind onder de hoede is van de ouder(s), wettige voogd(en) of iemand anders die de zorg voor het kind heeft.
Lees ook het verhaal van Annie, een voormalige Jehovah-Getuige en vul voor de aardigheid deze checklist eens in om te zien of u soms ook bij een sektarische groep hoort.