Our blest redeemer, ere he breathed
Lied voor hemelvaart van Harriet Auber

1 De Heiland bij de hemelvaart,
die teder afscheid nam,
zei dat er
weldra hier op aard'
een trooster kwam.
2 In tongen vuur, in felle
gloed,
kwam Hij die leert en leidt,
geweldig als een wind die woedt,
zo
groot en wijd.
3 Een vreemdeling die ons bemint,
zo komt Hij, zacht
van zin,
tot Hij een hart vol ootmoed vindt,
en woont daarin.
4
Hoe liefelijk spreekt dan de Geest,
als avondwind zo stil,
en voedt de
hoop, en stilt de vrees,
en leidt de wil.
5 Voor al wat goed en
zuiver is
en liefelijk van klank
en uit de hemel lafenis
zij Hem de
dank.
6 Geest van licht, daal tot ons neer,
zie onze zwakheid aan.
Woon in ons hart en laat ons Heer,
voor U bestaan.
Harriet Auber
(1773-1862)
Vertaling J. W. Schulte Nordholt (1920-1995)
bron:
Een plaats ontzegd. 64 liederen uit het concept van de gezangencommissie,
1983
Opgevist in 2005 voor de bundel 'Tussentijds' (nr. 177), maar niet
weerhouden in Liedboek 2013.