Enemy of Apathy
   
Home
Up

lied 734 - Pinksterlied
Zij zit als een vogel... [Enemy of apathy]

De dichter John L. Bell (Iona-community) schreef dit lied samen met beeldend kunstenaar Graham Maule. In heel concrete vooral vrouwelijke beelden wordt de werking van Gods geest opgeroepen: ‘schepper en herschepper’ tegelijk. De engelse titel Enemy of apathy (tegen de apathie) dekt de inhoud en plaatst het Pinksterfeest onder een verrassend voorteken. De zinsnede komt in het origineel ook in de laatste regel terug She is the key opening the scriptures, / enemy of apathy, heavenly dove. De vertaling van Joke Ribbers mag gehoord en kan prima gezongen worden.

gez734.tiff

 

 
Original

 

vertaling Joke Ribbers
She sits like a bird, brooding on the waters,
hovering on the chaos of the world’s first day;
she sighs and she sings, mothering creation,
waiting to give birth to all the Word will say.

She wings over earth, resting where she wishes,
lighting close at hand or soaring through the skies;
she nests in the womb, welcoming each wonder,
nourishing potential hidden to our eyes.

She dances in fire, startling her spectators,
waking tongues of ecstasy where dumbness reigned;
she weans and inspires all whose hearts are open,
nor can she be captured, silenced or restrained,

For she is the Spirit, one with God in essence,
gifted by the Saviour in eternal love;
she is the key opening the scriptures,
enemy of apathy and heavenly dove.
 
Zij zit als een vogel, broedend op het water,
onder haar de chaos van de eerste dag;
Zij zucht en zij zingt, moeder van de schepping,
wachtend op het Woord totdat zij baren mag.

Zij zweeft boven zee , zweeft boven de bergen,
zoekend naar een plaats onder de hemelboog;
zij rust in de schoot, wachtend op het wonder
dat zich daar ontvouwt, verborgen voor ons oog.
 
Zij danst in het vuur , schouwspel zonder weerga,
maakt de tongen los, taal en getuigenis,
bekeert, inspireert al wie naar haar luistert;
niets brengt haar tot zwijgen, vurig als zij is.
 
Want zij is de Geest , één met God in wezen,
gift van de Verlosser aan zijn aardse bruid;
de sleutel is zij, toegang tot de schriften,
vogel uit de hemel, witte vredesduif.
 

Uit: Hoop van alle Volken nr. 108 (Schotland)
overgenomen in Tussentijds, nr. 183 / Nieuwe Liedboek 734

  Wat achtergrond:

De Geest is betrokken
bij de schepping
- "En de Geest Gods zweefde over/broedde op de wateren" (Genesis 1:2)
- "En de Heer blies de adem des levens in de neusgaten van de m e n s en zo werd de mens een levend wezen. (Genesis 2:7)
bij de herschepping
- "en Jezus blies [zijn adem uit over hen] en zei: ontvangt de heilige Geest" (Johannes 20:22)
- En er was het geluid als van een geweldige gedreven wind, die het hele huis vervulde. (Handelingen 2:2)

In het Grieks wordt hier hetzelfde woord gebruikt als in Gen 2:7 (dan moet je echter wel Genesis in het Grieks lezen): Zo wordt bijna vanzelf wat hier gebeurt rondom Jezus een nieuwe schepping. De leerlingen krijgen de Geest van de verrezene, dat schept nieuwe mogelijkheden, zij worden nieuwe mensen. Zij worden weder-geboren uit de Geest.(zie Joh 3.5)

Voor de schriftgeleerden
Als we de (Griekse) tekst van het Johannes-evangelie vergelijken met Genesis 2:7 (in Griekse vertaling van de 'Zeventig' Septuaginta) dan zijn er twee woordverbanden:
1. het blazen of beademen (= de levensgeest inblazen)
2. Het woord voor "adem" (Genesis= pnoè) is verwant met het woord voor geest (pneuma).
In het Hebreeuws zou dit roe'ach moeten zijn (een woord dat overigens in Genesis 2:7 nìet staat). Dit staat wel in Genesis 1:2. Dat woord roe'ach betekent ook "wind", dat als teken in Handelingen 2 nadrukkelijk aanwezig is (Grieks: pnoè): Voilà de cirkel is rond.

 

 

Ook Andries Govaart heeft een vertaling gemaakt. Tsja.

Een vogel, ze broedt op de waterbaren,
Zweeft boven de chaos, tijdloos, leeg en woest.
Ze zucht en ze zingt, moede van de schepping,
Brengt ter wereld wat het Woord ten leven roept.

Ze klapwiekt en vliegt, rust waar het haar goeddunkt.
Licht is zij, nabij, dan weer hoog in de lucht.
Zij huist in de schoot, heet het wonder welkom,
Onbevroede krachten brengt zij aan het licht.

Zij danst in het vuur; wie haar ziet, verbaast zich.
Tong en taal wekt zij waar dorre doodsheid heerst.
Zij zet ons op weg, schenkt ons haar goede gaven,
Niet te kooien, klein te krijgen, onverveerd.

Kom, heilige Geest, stuwkracht, God ten diepste.
Liefdesgave, hartenkreet en laatste zucht.
De sleutel ben jij, open ons de Schriften:
Waai, waai, nieuwe wind, waai schoon, wek levenslust.