in de vorm van een lezersbrief aan de redactie van Contextueel
Geachte redactie.
Via via valt
mij de laatste tijd uw periodiek zomaar in de schoot, die ik dan ook met
aandacht probeer te lezen, want zulke geschenken mag je niet verachten.
Getroffen werd ik door de mededeling in de briefwisseling tussen Nelly
Boot en Lenneke Marchand, dat zij gebruik maakten van de Alpha-cursus,
in Nederland verspreid door de I.Z.B. (Contextueel: februari 2000). Het
toeval wilde (Dei providentia, hominum confusione) dat ik
dezelfde dag dat ik dat las in een kast in een mij tijdelijk
(d.w.z. als consulent) toegewezen kerk enkele exemplaren zag liggen van
de Alpha-cursus. Ik kon de verleiding niet weerstaan er eentje
mee naar huis te nemen.
Ik was door het artikel al gewaarschuwd dat het ‘wat evangelical’, om niet te zeggen ‘rminiaans’ zou kunnen zijn. Maar ach, dat geeft niet. Soms moet je het dogma toch wat scheef trekken, heeft iemand met enig gezag eens gezegd. (1) Dus in een ingeslapen omgeving kan een scheutje Arminius geen kwaad. Vind ik ook, moet kunnen ! De bijbel doet het per slot van rekening zelf ook afwisselend Gomariaans en Arminiaans. Maar, bij nadere bestudering van het boekje (het betrof slechts het werkboek voor deelnemers), was het niet dàt waarover ik viel; ik struikelde frontaal en volledig over het ongehoorde simplisme van deze cursus (waarvan het arminianisme dus een gevolg is). Ik dacht uit de pers begrepen te hebben, dat deze cursus echt ‘iets nieuws’ was, maar dat was het totaal niet. Het was nog maar eens van hetzelfde deeg een brood: Navigators revisited. Het nieuwe zal dan wel wel zitten in het gehele proces omvattende sociaal-psychologische omkadering van de cursus (de maaltijden enzo).
Waar zit de steen des aanstoots dan ? In het theologische fundament van de cursus, of beter: in het gebrek daaraan. De cursus is gewijd aan het antwoord op de vraag: Wie is Jezus? Dat lijkt mij een zeer goede inzet. Cruciaal is nu echter de wijze waarop men de deelnemers laat zoeken naar het antwoord.
Vanuit pedagogisch-didactisch oogpunt is er dan heel veel mogelijk. Leerrijk, bruikbaar en voorbeeldig is voor mij nog steeds het boek van E.R. Jonker: Aan het woord komen (Zoetermeer 1992), maar dit terzijde.
Welke weg kiest men in de Alpha-cursus ?
Antwoord: de 19de eeuwse weg,
onvoorstelbaar ! Eerst wordt de betrouwbaarheid van de Schrift vanuit
historisch on-kritisch onderzoek gesuggereerd, waarna meteen
geconcludeerd wordt naar de letterlijke en direkt toepasbare
inhoudelijke waarheid en relevantie van elke bijbeltekst. Van een
‘hermeneutisch probleem’ heeft men nog nooit gehoord...
Ik
verklaar mij nader door de twee eerste bladzijden van dit cursusboekje
te bespreken.
Het eerste belanghebbende wat we
over Jezus leren is dat Hij werkelijk geleefd heeft.
Tacitus, Suetonius en Jozefus
zeggen het toch. En het Nieuwe Testament natuurlijk ook. Okay, deze
historische excercitie doe ik met mijn catechisanten ook wel eens
(omdat sommige atheïsten die ook in de 19de eeuw zijn blijven steken -
nog wel eens durven beweren dat Jezus niet heeft bestaan). Echter:
ik doe dit in het besef dat er tussen historische feiten van
2000 jaar geleden en existentiële waarheden van.voor nu
een
enorme kloof kan liggen. Hoe gaat men die nu overbruggen ?
(foute vraag: men ziet die kloof niet eens, maar goed, we doen maar even
alsof). Antwoord: door te bewijzen dat de tekst van het Nieuwe
testament betrouwbaar is overgeleverd. Ik ben nu op de tweede bladzijde. De
tekstgetuigen van het Nieuwe Testament worden in ‘aantal’ en ‘nabijheid bij
het gebeurde’ vergeleken met de tekstgetuigen van Herodotus, Tacitus etc..
Het Nieuwe Testament wint het dan glansrijk. Met 24.300 getuigen tegen 20 en
een nabijheidsfactor van slechts enkele 100-en jaren tegen bijna 1000 jaren
(of nog meer) bij de anderen. De vlag kan nu uitgestoken worden, het
trompetgeschal alom weerklinken, want de tekst van het Nieuwe Testament is
de betrouwbaarste historische tekst uit de oudheid die we hebben. Halleluja!
Met deze historische
vergelijkingsoefening (die op zich correct is, ik twijfel er niet
aan) is het hele hermeneutische vraagstuk opgelost
(d.w.z. letterlijk: verdwenen). Het bestaat
gewoon niet. In de rest van de cursus wordt op de
vraag 'wie Jezus was',
geantwoord middels het citeren bijbelteksten. Deze is
immers betrouwbaar, dat hebben we bewezen. Enig besef, dat een tekst
qua overlevering betrouwbaar kan zijn,
d.w.z. als tekst, maar dat daarom
de inhoud van de tekst nog niet vanzelfsprekend
relevant of als waar moet worden
aangenomen door de lezer, is
totaal afwezig. Stel dat de grootste leugen van Herodotus in een nog
betrouwbaardere tekstoverlevering was vervat dan de allerbetrouwbaarste
tekstoverlevering in de bijbel, nl: in autograaf van Herodotus
zelf, dan
nog blijft de inhoud van die tekst... een leugen. En - belangrijker,
want ik ben best wel van de goede trouw van de bijbelschrijvers overtuigd -
de bijbelse auteurs hebben geschreven, gedacht, geredeneerd
en geïnterpreteerd volgens hun toenmalig wereldbeeld. Maar nu is ons
wereldbeeld toch wel iets anders. Dus moet er vertolkt, geïnterpreteerd en
afgewogen worden... Dàn pas kunnen 'bestaanshorizonten versmelten'.
Wat mij opvalt als je met mensen wilt spreken over Wie Jezus is, dat je ze dan vooral de ruimte moet geven om ècht zelf op zoek te gaan naar Jezus. Dat de bijbel daarbij een grote rol zal spelen, for sure, maar in Godsnaam niet op zo’n simplistische biblicistische wijze als in de Alpha-cursus. Dan stuur je de mensen toch met een kluitje in het riet. Geef de mensen toch eindelijk eens de kans om zich op een vrije wijze te verhouden tot de bijbeltekst. Laat ze toch eens de ruimte om allerlei ‘jezus-beelden’ af te breken en te kritiseren (met hulp van de bijbeltekst, waarom niet; die is daar heel goed voor geschikt), zodat ze dan misschien middels de bijbeltekst zover komen dat ze het gevoel krijgen dat ze nu ook werkelijk zèlf kunnen aansluiten bij het verlossende ‘woord’ over ons reële bestaan dat Jezus spreekt en ìs.
Ik ben me bewust dat ik heel kort door de bocht het geredeneerd, en dat er veel genuanceerdere dingen over dit onderwerp geschreven kunnen worden. Het moest me echter toch even van het hart. Met dank voor uw geduld.
met vriendelijke groeten,
Dick Wursten
voetnoot 1 . Noordmans