Kerk in Oorlogstijd

   
   

Home
Up
Vlaams activisme
Duitstalige kerken
Kerk in Oorlogstijd

Kerk in oorlogstijd: Protestants Antwerpen bij het begin van Wereldoorlog I

 

Van vijf kerken naar drie

In 1914 kende Antwerpen 5 protestantse kerkgemeenten. Drie behoorden bij de Bond van Kerken (de voorloper van de VPKB), nl. de twee Duitstalige gemeenten  (de Reformationsgemeinde - Lange Winkelstraat; de Christuskirche - Bexstraat) en de Nederlandsche Hervormde gemeente aan de Lange Winkelstraat (ja zo noemden ze zichzelf toen). De andere twee waren de Gereformeerde Kerk (Sanderustraat) onderdeel van de synode van Gereformeerde Kerken in Nederland, en de vrije Belgische Christelijke Zendingskerk (Bexstraat), ressorterend onder een Comiteit van Beheer te Brussel. Voor elk van deze gemeenten heeft het uitbreken van de oorlog grote gevolgen gehad. De twee grootste houden in 1918 op te bestaan (de twee Duitse kerkgemeenten). De drie resterende kerken zijn echter ook bijzonder verzwakt.

 

De kerk loopt leeg

Naast de ‘gewone’ moeilijkheden in oorlogstijd leden deze kerken extra onder het feit dat veel leden van Nederlandse origine waren. Toen de oorlog uitbrak kozen velen het zekere voor het onzekere en keerden terug (voor enkele maanden, dachten ze, want dan was de oorlog voorbij) naar Nederland. Na de Duitse inname van Antwerpen, keerden zij vaak niet terug, en van diegenen die dat wel deden, zijn velen later alsnog naar Nederland vertrokken, toen de levensomstandigheden in de laatste oorlogsjaren enorm verslechterden. Het gemeentelijk leven stond op een laag pitje.

 

Domineeloos tijdperk

Zowel de Gereformeerde Kerk aan de Sanderusstraat als de Zendingskerk aan de Bexstraat waren kort voor de oorlog vacant geworden. Ds. Van Griethuysen (Bexstraat) was in 1913 overleden en ds. Hepp had in juli 1914 een beroep naar een Gereformeerde Kerk in Nederland aanvaard. Natuurlijk was er gedurende de oorlog geen sprake van om iemand uit Holland te beroepen. De Gereformeerde Kerk heeft zelfs tot 1924 moeten wachten op een nieuwe voorganger (ds. Wolf, die in de jaren 1950 als ds. Barkey Wolf ook nog predikant is geweest van de Zendingskerk). Er werd wel een consulent aangeduid, maar aangezien er geen vrij reizen mogelijk was in Belgie, viel de leiding van het gemeenteleven helemaal terug op de kerkeraad. In de Bexstraat had men het geluk dat de toenmalige evangelist van Hoboken en Berchem, dhr. Henning (portret uit 1917),  in de stad was gebleven. In 1917 werd het leven hem hier ook fysiek te zwaar en keerde hij alsnog terug naar Nederland. Tegen het einde van de oorlog kwam de Oostendse predikant, ds. Eijkman (een Hollander die gebleven was), naar Antwerpen om de verstrooide kudde te verzamelen.

 

Verdacht

In de Lange Winkelstraat was de situatie nog dramatischer. Deze kerk had niet enkel een Hollandse predikant (die weigerde terug te keren, ds. Daran), maar deelde ook nog eens een kerk met de Duitse gemeente. Bij het begin van de oorlog kregen die de Antwerpse volkswoede over zich heen, en was ook het wantrouwen t.o.v. Nederlandstalige gemeente heel groot. Toen begin 1915 de Duitse kolonie terugkeerde en zich vrij snel achter de Duitse bezettingsmacht schaarde, besloot het ‘klein kuddeke’ nederlandstaligen dat er overgebleven was ‘om zich gedeisd’ te houden. Hulppredikant J.W. Schutte ontpopte zich als een ware zieleherder en bleef ook nog lang na WO I een referentiefiguur in de zich dan vrij snel herstellende gemeente. Ook daar echtger duurde het tot 1920 voor er weer een eigen predikant was, ds. Barger.

 

Zie ook: de lotgevallen tijdens van de Duitse gemeenten WO I,

 

   
 

Home Up Duitse protestanten Vlaamsche kerk Albert Schweitzer