Schoonselhof

   
   

Home
stadspark 1866/2010
Foto's uit het archief
Foto album - personen
Familienbuch
Prominente leden
Das Glasfensterspiel
de Christuskirche
Christuskirche - kort

>> link naar een "photogallery" van protestantse graven op Schoonselhof <<

 

SCHOONSELHOF NU! - Een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool

* boek rijk geïllustreed, 399 bladzijden in kleur

* dvd-documentaire van Peter Germis, ca. 35 min: Schoonselhof nu! In leven en dood

Boek & DVD samen voor € 39,00

Te verkrijgen in de Stadswinkel Antwerpen – Grote Markt 11 (03 220 81 82) en in de betere boekhandels van ’t Stad. http://www.erfgoednet.be/antwerpen/

 

.. - BOEKBESPREKING in het protestants magazine 'Kerkmozaïek' -  ..

 

Tot ist nur wer vergessen wird… (I. Kant)

 
Het Park Schoonselhof is voor Antwerpen wat Père-Lachaise is voor Parijs: een unieke begraafplaats waar beroemde Antwerpenaren hun laatste rustplaats hebben gevonden (Peter Benoit, Willem Elsschot, Nicole van Goethem, Herman De Coninck etc..) en nog steeds vinden. De soms monumentale graven liggen in een parklandschap, dat oorspronkelijk behoorde bij het gelijknamige kasteel (eigendom familie Moretus).
 

Waarom dit boek bespreken in Kermozaïek ? Omdat deze begraafplaats de herinnering heeft vastgehouden aan de nadrukkelijke protestantse aanwezigheid in deze stad einde 19de en begin 20ste eeuw. Het hoofdstuk “levensbeschouwing in de dood” begint namelijk met de bespreking van protestantse graven door kunsthistorica Anne-Mie Havermans (gespecialiseerd in funeraire kunst) en wat hen in het algemeen onderscheidt van de andere graven. Ook gaat ze in op de achtergrond van die (opvallend grote hoeveelheid) protestantse graven op dit Antwerpse kerkhof. Vervolgens analyseert ze de monumenten (tegen de achtergrond van de levensgeschiedenissen) van Pfr. Johannes Seitz (predikant te Antwerpen), overleden in 1899, verantwoordelijk voor de Franstalige en Duitstalige erediensten in de Lange Winkelstraat (zie foto links). Zijn levensgeschiedenis wordt tegen de achtergrond het Antwerpen van de 19de eeuw uit de doeken gedaan in 5 volle kolommen.
De Duitse handelskolonie, die goed vertegenwoordigd is in park Z, komt terug tot leven (zie rechts hiernaast: het familiegraf van “Von der Becke”, Z1 , rij 9 - centraal een kruis en dan per persoon enkel een eenvoudige gedenksteen met naam en data).
Daarna is het de beurt aan Jacques Rosseels, kunstschilder en kerkeraadslid van de zendingskerk te Antwerpen (Bexstraat) en directeur van de Kunstacademie te Dendermonde (4 kolommen). Tenslotte passeert nog het grafmonument van een niet getraceerde protestantse familie De Keyser-Perlaux de revu in 3 kolommen.
 
 
Als je dit boek doorbladert dan blijven mij twee dingen bij:
1. Uit kunsthistorisch oogpunt geven
grafmonumenten in zeer gecondenseerde vorm uitdrukking aan een hele levenscultuur. De protestantse graven zijn in dit opzicht opvallend omdat ze zo onopvallend zijn: geen pronkzucht, geen wenende engelen, geen persoonsverheerlijking; neen: sober. De enige ornamenten zijn een opengeslagen boek, een kruis (bij de fam. De Keyser-Perlaux: een hugenotenkruis, zeldzaam) en bijbelteksten. Opvallend echter is dat de graven in aanleg en ontwerp toch zeer verzorgd zijn. De gebruikte materialen zijn duurzaam, de uitvoering kostbaar en degelijk en de keuze van de teksten lijkt zeer doordacht, resp.

- Ich habe den guten Kampt gekämpft (Pfr. Seitz)

- Ik weet mijn verlosser leeft

- velen zeggen: wie zal ons het goede doen zien / Het lam overwon…

 

 

2. Begraafplaatsen zijn oorden tegen de algehele amnesie waaraan onze samenleving meer en meer begint te lijden. Delen van begraafplaatsen die moesten wijken voor stadsuitbreiding zijn soms deels overgebracht naar dit park. Zelfs herinneringsmonumenten (bijv. aan een grote explosie op de Scheldedijk begin 20ste eeuw) zijn hier ‘opnieuw ter aarde besteld’. Wie rondwandelt in park Y en Z1, wandelt eigenlijk op de oude begraafplaats van ‘het Kiel’, en wel op dat deel ervan dat voor de ‘niet-roomskatholieken’ was bestemd (bijgenaamd het “geuzenkerkhof”: vandaar die concentratie protestantse graven - zie boven). Maar ook de (vanwege de alsmaar uitbreidende haven) verdwenen polderdorpen zijn in graftekens present en natuurlijk ‘het Groenkerkhof’ (nu de Groenplaats) van Antwerpen zelf. Enorm veel verleden is vergeten; wandelend in dit park (bladerend in dit boek) begin je je dat te realiseren en zo wordt het grote vergeten tegengegaan. De begraafplaats en dit boek: Samen ontsluiten ze een stuk historisch erfgoed. In een tijd waar er steeds minder begraven wordt, en steeds meer verast, ja waar op het internet virtuele memorial-sites als paddestoelen uit de digitale grond schieten, is zo’n park-begraafplaats een tot nadenken stemmend ‘anders-oord’: een heterotopie, om het Michel Foucault te zeggen (een gedachte die breed wordt ontvouwd in een diepgravend artikel van etnoloog Marc Jacobs over veranderende opvattingen omtrent de dood).

 

3. Ik wil echter besluiten met een heel persoonlijk en tot nadenken stemmende overpeinzing, waar Kristien Hemmerechts haar bijdrage mee afsluit:

“Ik heb twee keer een kind moeten begraven, en twee keer heb ik voor hem geen graf gewild. Mijn zoontjes zijn allebei gecremeerd en hun as is verstrooid. Ook daarvoor moet een mens van steen zijn, maar het leek toen de enige mogelijkheid: een meedogenloos gebaar voor een meedogenloze situatie. Ook wilde ik vermijden dat iemand er tegen zijn zin en louter uit plicht een plant zou neerzetten omdat het nu eenmaal Allerheiligen was. Dat zou me volstrekt ondraaglijk zijn. Vandaag overvalt me meer dan eens de spijt dat ik geen plek kan bezoeken waar zij rusten. Ik denk dat ik daar graag af en toe met hun zus zou staan, al was het maar een enkele keer per jaar. Ik denk dat ook zij daaruit troost zou putten.Aanvankelijk had ik ook mijn man (de dichter Herman De Coninck, dw) liever laten cremeren, maar hij wilde liggen. Lange tijd werd ik gekweld door de gedachte aan wat daar met hem gebeurde. Ik heb een vrij helder beeld van wat er van hem overblijft. Ik denk niet dat daaruit kan worden opgestaan. Nochtans ben ik blij dat zijn graf bestaat. Ik heb het niet nodig om aan hem te denken, maar het helpt.” (p. 25)

Wer im Gedächtnis seiner Lieben lebt,

der ist nicht tot, der ist nur fern;

tot ist nur wer vergessen wird… (I. Kant) – op de sokkel van het monument van Pfr. J. Seitz (zie boven)

 

Dick Wursten