vrijdag, 31 oktober 2025

 

De psalmen berijmd

NOOT: Het Hugenotenpsalter is niet hetzelfde als het Geneefse Psalter, of het Psalter van Calvijn: Dat is er maar één van de velen. In Parijs, Lyon, Straatsburg & Lausanne verschenen psalters (na 1543) die na 1541 een eigen koers hebben gegaan, zowel in 'berijmingen' (andere dichters) als in 'melodieën'. Ook bleven er edities verschijnen met berijmde psalmen zonder melodieën. Vanaf 1543 vormen wel bijna altijd de 49 psalmen van Marot de basis, meestal 50 genoemd vanwege de inclusie van de lofzang van Simeon.
nootbijdeNOOT: het terrein is zeer verwarrend, omdat een piraatdruk links of rechts in de 16de eeuw heel gebruikelijk was. Er waren wel drukprivileges en auteurs hadden wel bepaalde rechten, maar het geheel werd heel soepel toegepast, ook door de auteurs zelf. In de beginfase waren de psalmen waarschijnlijk eerder als ‘fliegende Blätter’ in omloop (overgeschreven en dan r/v gedrukt). Officiële publicaties hebben dus vaak een latere datum dan de beschikbaarheid.
 

CHRONOLOGIE

Voilà: dit gezegd zijnde kan de ‘geboorte van het Geneefse psalter’ beschreven worden.

1. Clément Marot, Miroir de tres chrestienne Princesse Marguerite de la France, Royne de Navarre, Duchesse d'Alençon, avec le VIe pseaulme de David, translaté en francoys selon l’hebrieu par Clement Marot,  Parijs, 1533

      In deze gedichtenbundel opgedragen aan Marguerite van Navarra (zuster van de koning), Marot’s beschermvrouwe aan het Franse hof, komt een berijming van psalm 6 voor, één van de zeven boetepsalmen.

          1. In de volgende jaren moet Marot er meer hebben berijmd. (omdat het zo’n succes was aan het hof en ieder er eentje wilde hebben?). Vraag: wilde hij eerst de zeven boetepsalmen doen ? Die waren het populairst. Of koos hij per gelegenheid een passende psalm? Opvallend is in elk geval dat Psalm 6 (traditioneel een boetepsalm) in het voorafgaande ‘argument’ (korte samenvatting van de inhoud) niet als een boeteepsalm wordt geïntroduceerd, maar in de mond wordt gelegd van iemand die ernstig ziek is en dan plots geneest.. , wat toch wel een ander belevingsveld is:

          L'Affligé de longue Maladie (quant à la lettre) prie ardemment icy pour sa santé, ayant Horreur de la Mort, et desirant (ains que mourir) glorifier encore le nom de Dieu. Puis tout à coup s’esjouit de sa guarison recouverte et de la honte de ses ennemis.

          De eerste 13 (zie onder) verraden niet veel: 1, 2, 3, 15, 19, 32 (boetepsalm), 51 (boetepsalm), 103, 114,115, 130 (boetepsalm), 137, 143.

          Als Marot sterft zijn er 49 berijmd en dan blijkt dat 1-30 te zijn + 19 naar keuze. Hofkronieken (niet geverifieerd) melden dat de koning, de de hovelingen en courtisanes ze zongen op de melodie van allerlei populaires liederen begeleid met luiten, fluiten, harpen, spinetten en violen.

          citaat uit een kroniek uit 1565: Pidoux I inleiding, VIII

2. Aulcuns pseaulmes et cantiques mys en chant, Straatsburg, 1539

      19 psalmberijmingen, waaronder 13 (z.b.) van de hand van Clement Marot en de rest waarschijnlijk van de hand van Jehan Calvin. Verschijnt in druk met deels Duitse gezangmelodieën (ontleend aan het Lutherse gezangboek van Straatsburg: Teutsch Kirchenampt), deels nieuwe melodieën.

 

3. Psalmes de David, Translatez de plusieurs autheurs, & principallement de Cle.Marot, veu, recogneu et corrigé par les theologiens, nommeement par M.F.Pierre Alexandre, concionateur ordinaire de la Royne de Hongrie. Antwerpen, 1541.

      In deze bundel zijn 45 psalmberijmingen opgenomen: 30 van Marot (waaronder de 13 die reeds in 1539 verschenen). Opvallend. Tot die 30 horen nu de nrs. 1-15. Allen zonder melodienotatie, maar wel af en toe een zangaanwijzing dat het gezongen kan worden op een bekende melodie (Bij Marots psalmen maar 1 x: ps 10: sus, Dont vient cela). Telkens zijn het chansons. Lenselink heeft aangetoond dat Pierre Alexandre geen noemenswaardige correcties heeft aangebracht (tégen de veel nageprate these van O.Douen), maar enkel zijn ‘nihil obstat’ heeft verleend. De verschillen met latere edities wijzen er daarentegen op dat het oudere versies van de psalmen zijn. Door middel van een grondige vergelijking met allerlei handschriften (m.n. ms. 2337 uit de BNF) weet hij een tamelijk overtuigende dateringshypothese op te stellen. Daarbij wordt meteen duidelijk dat Marot z’n leven lang bezig is gebleven met z’n eigen psalmberijmingen. Bijschaven, verbeteren, en soms ook weer terugkeren naar een oorspronkelijkere versie etc… de parallelle editie in Lenselink van de verschillende versies laat dit alles heel mooi zien.

       

4. Trente Pseaulmes de David, mis en francoys par Clement Marot, valet de chambre du Roy. avec privilege. Paris 1541/1542 éd. E. Roffet.

      Een kerkelijk privilege (gedateerd op 30 november 1541…

          Après avoir veu la certification de trois docteurs en la faculté de théologie, qui ont veu et visité la translation de trente Pseaulmes facite et composée par Clement Marot, et attestent n’avoir riens trouvé contraire à la foy, aux sainctes escriptures, ne ordonnances de l’eglise, il est permis.

      Een briljante opdracht aan François I..

          Clement Marot, au Ryou trescrestien francoys premier de ce nom, salut….

      Volgens dezelfde bron Pidoux I, VIII uit 1565 had de koning deze psalmen ook al als geschenk aan de verrassend op bezoek komende aartsvijand keizer Karel V cadeau gedaan toen die 1540 op weg van Madrid naar de Nederlanden (om wat beginnend oproer daar de kop in te drukken) via Parijs passeerde, bewijs overigens dat de psalmberijmingen nog niet exclusief in de hoek van de reformatie was terecht gekomen. Sommige auteurs kunnen de verleiding niet weerstaan om te suggereren dat de 30 psalmen van Marot in de Antwerpse druk van 1541 zijn terecht gekomen via het afschrift dat Karel V bij zich had toen hij in de Nederlanden arriveerde. (bijv. Hasper trekt deze conclusie: Beginsel, I, 495). Het feit dat het ‘nihil obstat’ is verleend Pierre Alexandre, hofprediker van Maria van Hongarije (= zus van Karel V, schoonzuster van Francois I, op dat moment regentes van de Nederlanden) moet dan deze hypothese versterken. Een hypothese wordt echter nooit een feit door op allerlei omstandigheden te wijzen.

      Vanaf deze editie is het succes niet meer te stuiten. Overal verschijnen nu bundels met de psalmberijmingen van Marot (aangevuld met andermans werk). Vanwege het succes in calvinistische hoek (en ook wel vanwege bepaald uitdagende voorwoorden van uitgevers (of toch Marot zelf: bijv. het tamelijk kritsiche sermon du bon & maulvais pasteur dat aan de parallelle editie van 1541 te Antwerpen was toegevoegd op naam van Marot) stuitte het koninklijk gepriviligeerde psalmboek meer en meer op verzet vanuit roomskatholieke hoek (m.n. de universiteit van de Sorbonne (zeer ijverige ketterbestrijders) die het werk veroordeelde. In Toulouse stond de psalmen van Marot als sinds 1540 op de lijst van verboden boeken: de index).

      NB: uitgave zonder muziek..

      Marot moest weer vluchten en kwam uiteindelijk via een omweg in Genève terecht (november 1542). De 30 psalmen waren dus al klaar, de melodieën zijn echter nog ad libitum te kiezen. Verandering is echter op komst, zoals blijken mag uit de volgende twee edities van de 30 psalmen van Marot. Verder werken dus maar (in de nabijheid van een componist: Guillaume Franc) en nu op verzoek en met ondersteuning van Calvijn zelf.

5. La manyere de faire prieres aux eglises francoyses. tant devant la prédication comme apres, ensemble pseaulmes & canticques francoys qu’on chante aus dictes eglises &cetera, Straatsburg, 1542 

      Hierin zijn de 30 psalmberijmingen van Cl. Marot alle opgenomen, samen met ander liturgische materiaal. Als plaats van druk wordt Rome genoemd en als opdrachtgever de paus himself. Dit is echter provocerende joligheid van de drukker, haast ds. Pierre Brully zich uit te leggen. In werkelijkheid werd dit reformatorische ‘kerkboek’ in Straatsburg gedrukt. Het staat daarom bekend als de Pseudoromana, of het pseudo-roomse psalter. In tegenstelling tot de Genève-edities blijven enkele van de niet-Marot psalmen (die van Calvijn zelf dus) in Straatsburg langer in gebruik. Logisch: want dáár waren ze onder Calvijn al liturgisch ingevoerd èn ingeburgerd. Naast de 30 psalmen van Marot vinden we hier dus nog de 6 die meestal aan Calvijn worden toegeschreven: 25, 36, 46, 91 en 138) plus 3 niet-Calvijn, niet-Marot psalmen uit de Antwerpse editie (43, 120, 142). Veel van de nieuwe psalmen worden afgedrukt zònder melodie ! Als er al een nieuwe melodie is, dan is ze niet geneefs, maar opnieuw een contrefact van een reeds bekend gezang uit de Duitse Straatsburgse traditie.

          lofzang van Simeon, dekaloog en credo = 1539

          toegevoegd: gebed des Heren (Marot)

5. La forme des prieres et chantz ecclésiastiques auec la manière d'adminstrer las Sacremens, et consacrer le mariage, selon la coustume de l'Eglise Ancienne, Genève 1542

      De 36 psalmen (30 Marot en 6 Calvijn) zijn tekstueel zo goed als identiek aan de psalmen uit de Straatsburgse editie (z.b. La manyere…) maar met aanpassing, vervanging en aanvulling van melodieën. De ontlening aan het Duitse Psalter wordt met deze uitgave dus secundair ten opzichte van nieuw melodie-goed. Van de Melodia Germanica zal enkel psalm 36 het uiteindelijk halen. Guillaume Franc (cantor en directeur van de muziekschool van Genève) moet degene zijn die de melodieën zal hebben geredigeerd en de nieuwe gemaakt.

      NB ! De niet-Calvijn en niet-Marot psalmen uit Straatsburg staan nìet in deze editie.

          lofzang van Simeon, dekaloog = 1539

          toegevoegd gebed des Heren (Marot)

          vervangen: Credo ( Marot)

           

6. Cinquante Pseaumes en francois par Clem. Marot. Item une Epitre par luy nagueres enuoyée aux dames de France [..] 1543.

(zonder plaats van uitgave of drukker, wrsch. Lyon)

      De reeds bekende 30 psalmen, met revisies (revuez et corrigez par l’ Autheur ceste présente année…plus 19 (!) nieuwe psalmen y compris le Cantique de Siméon. (zo wordt de 50 volgemaakt).

      Naast de reeds bekende opdracht aan Francois I nu ook een Epistre aux dames de France (Quand viendra le siecle doré / Qu’on verra Dieu seul adoré…)

      En enkele nieuwe gedichten/liederen: dekaloog, Credo, gebed des Heren en La salutation Angélique (d.w.z. het Ave Maria - deel. I)

      NB: alles zònder muziek

       

          Aan deze uitgave is een geneefse druk voorafgegaan in 1543. Dit kan worden afgeleid uit de datering van het voorwoord van Jean Calvin dat later keer op keer wordt herdrukt: 10 juni 1543 èn dat niet voor deze particuliere uitgave van Clement Marots gedichten is geschreven, maar voor een kerkelijk uitgave van zijn berijmde psalmen èn uit een besluit van de Gemeenteraad van Genève, waarin een editie van de psalmen wordt gehekeld omdat het Ave Maria erin voorkwam. Calvijn zag daar blijkbaar geen probleem in, het stadsbestuur wel. Citaat (Pidoux, II, 20):

          Psalmes de David, lesqueulx sont imprimé (sic !) avecque la game et les prieres de l’Eglises, mes pour ce qu’il fayct mention en icyeulx de la salutation angelique, resoluz que icelle soyt ostée, et la rest est trouvé bon, et que il ne soyt fayct faulte de cella oster

      Verschillende edities verschijnen in Parijs, Lyon, Straatsburg en Genève in de jaren die volgen op de dood van Clément Marot (1544).

      Vanuit Marots perspectief geldt van danaf: The rest is history

       

8. Pseaulmes octantetrois de David, mis en rime francoise. A savoir, quaranteneuf par Clement Marot, avec le Cantique de Simeon & les dix Commandements. Et trentequatre par Théodore de Besze, de Vezelay en Bourgongne, Genève, 1551 

      De redactie van de reeds bestaande melodieën (verbetering van fouten, terugbrengen van het aantal notenwaarden tot twee en correcties (?) van melodieën. De nieuwe melodieën zijn van de hand van Louis Bourgeois. De uitgave bevat een ‘Avertissement’ waarin Bourgeois verantwoording aflegt van zijn werkwijze.

 

9. Octanteneuf Pseaulmes mis en rithme francoise &c.. Genève, 1556

      Zelfde editie als 1551, maar met 6 nieuwe psalmen op reeds bestaande wijzen

      Er volgen nog herdrukken (bijv. in 1559).

 

10. Les Pseaumes mis en rime francoise par Clement Marot & Theodore de Besze, Geneve, 1562

      Het complete Geneefse psalter (150 psalmen + Lofzang van Simeon en de 10 geboden). 49 van Marot plus 101 van De Bèze. De melodieën zijn van Franc en Bourgeois en een zekere ‘Maistre Pierre’ (volgens P. Pidoux: Pierre Davantès, volgens anderen Pierre Dagues) die nieuwe melodieën heeft gemaakt bij de laatste reeks van Beza. In totaal 125 melodieën voor 150 psalmen. Omdat Genève inmiddels ook headquarters is van de reformatie drukt deze editie de andere hugenotenpsalters al spoedig van de markt. Gelijktijdige drukken verschijnen in Lyon (avec privilege A Lyon par Antonie Vincent) en Parijs (Par Adrian le Roy & Robert Ballard Imprimeurs du roy pour Anthoine Vincent, Avec privilege dur Roy). In 1564 ook ééntje in Antwerpen: de l ‘imprimerie de Chirstofle Plantin.

          Voorbeelden van andere hugenotenpsalters:

          10b. Psautier de Paris, 1551

              Les cent cinquante Psalme du prophete royal David traduictz en rithme Francoyse par Clement Marot & autres Autheurs

              naast Marot : Giles Daurigny (dictes le Pamphile)

          10c. Psautier de Lausanne, 1565

              Les Pseaumes de David, Mis en rime francoise par Clement Marot, & Theodore de Beze, Avec le chant de l’Eglise de Lausane, par Iaen Rivery pour Antoine Vincent

              (150 melodieën voor 150 psalmen ! - werk van Guillaume Franc). 

10d. Psautier de Lyon, 1558

              Les cent cinquante pseaumes dur royal prophete David. Mis en rithme Francoyse par Cl. Marot, & plusieurs autres ons Autheurs ; avec le Latin de chacun Pseaume en marge, A Lyon, par Iacques Croset

                  Lyon heeft deze editie in 1562 vervangen door de Geneefse. drukker Antoine Vincent was per slot van rekening drukker te Lyon.

                   

REVISIES 

Conrart-La Bastide. / door Valentin Conrart 1677-1679

- Le Livre des Psaumes en vers françois. Par Cl. Marot et Th. de Beze. Retouchez par feu Monsieur Conrart, Conseiller Secretaire du Roy . . . Première partie, 1677.

      51 psalmen gereviseerd door Valentine Conrart. Hij was overleden 1675. Zijn werk werd voortgezet door Marc-Antoine Croziat, sieur de La Bastide.

- Les Psaumes en vers françois, retouchezsur l'ancienne version. Par feu M. V.Conrart, Conseiller . . . &c. , 1679

      Het complete psalter, herzien. Eigenlijk een ‘nieuwe berijming’. Correcte benaming: versie: Conrart-La Bastide.

Bénédict Pictet ( Zwitser, editie 1694)

Charles Dombre (voor Louange & Prière, 1938)

Roger Chapal (voor Nos coeurs te chantent 1979 en Le Psautier francais, 1995)

Marc-Francois Gonin : Les Pseaumes de David (1998)

 

 

This site was last updated vrijdag, 31 oktober 2025