Opname van een concert uit
2015 (Vox Luminis & Holland Baroque). Na de zettingen van Vulpius
en Praetorius, volgt van laatsgenoemde ook nog een fraaie bewerking van
Der Morgenstern ist aufgedrungen uit Musae Sioniae. U kunt het hele concert
bekijken op youtube:
https://youtube.com/watch?v=qaGM-HRXS64. Omdat in de tekst onder de video het programma wat
in de war is geraakt kunt u onderaan deze pagina het volledige programma
lezen. De moeite ! Helemaal aan het eind ook een link naar de PDFs met
de zetting van Praetorius van beide
liederen uit Musae Sioniae VI
Achtergrondinfo bij dit
Kerslied
[voor soortgelijk materiaal,
ook
over andere kerstliederen, klik hier]
Oorspronkelijk een Duits
Marialied De roos is in de (mystieke) Middeleeuwse poëzie een vast
beeld voor Maria. Men versierde afbeeldingen met een kroon of bos
van rozen (in middeleeuws Latijn 'rosarium'). Ter vervanging van het
volledige psalmgebed kon men ook 150 Weesgegroetjes bidden. Om die te
tellen gebruikte men kralen die per tiental aaneengeregen waren ofwel
knopen die in een touw gelegd waren: de rozenkrans. In de tekst van dit Kerstlied
(voor-reformatorische oorsprong) wordt
voortgeborduurd op de profetie van Jesaja, dat er een nieuwe loot uit de
afgehouwen tronk van Isai (= vader van David; Jesse in de Latijnse
vertaling) zal komen: in Joodse en Christelijke traditie gelezen als een
Messiaanse profetie. 'Er zal een nieuwe loot opschieten uit de
afgehouwen tronk van Iai, een scheut uit zijn wortels komt tot bloei'
(in het Latijn van de Vulgata staat er in de tweede helft: een bloem: et egredietur virga de radice
Iesse et flos de radice eius ascendet). De profetie wordt a.h.w. uitgebreid
naar de moeder van de Messias, Maria. Het lied is subtiel: mooie
klankherhalingen, en qua inhoud eigenlijk een 'raadsel' (couplet 1): Een
roos bloeit in de winter. Wat is dat? Antwoord:
Maria (couplet 2). Protestanten konden dit niet
meteen meemaken, maar de blijkbaar niet alleen muzikaal inventieve Michael
Praetorius kwam op het idee om deze roos te laten verwijzen naar Maria's
kind. Door een regel te wijzigen in het tweede couplet werd de referent
aangepast. Dan nog even de verwijzing naar Maria's ongeschonden
maagdelijkheid verwijderen (copy/paste laatste regel van het eerste
couplet) en ook protestanten konden het zingen zonder
gewetensbezwaren. De vierstemmige zetting van Michael
Praetorius heeft dit lied incontournable gemaakt. Hier hoort u
het Calmus ensemble deze versie zingen:
Latere generaties - strengere protestanten - vonden de tekst toch niet
zuiver op de graat en vervingen de woorden Ros en Röslein door de
direct bijbelse woorden (uit Jesaja): Reis en Reislein.
Tevergeefs: tegen een rode roos die bloeit in de
winter kun je toch niet op! Hieronder de orginele Duitse versies, met
daarnaast de respectieve Nederlandse versies. In de vertaling van mej.
Woensel Kooij (1875-1934) die werd opgenomen in de Hervormde
Gezangenbundel (1938) werd het lied zeer geliefd, ook in protestants
Nederland: Een roze, frisch ontloken...(Het tweede couplet in
deze bundel is van dhr. Schim van der Loeff (1837-1906), de auteur van
het derde is onbekend). Let tenslotte op de ingenieuze manier waarop Jan
Wit dit gemengde lied tot een nieuwe betekenis-, beeld-, en klankrijke
eenheid heeft herschapen.
PIJNLIJK historisch détail: Tijdens
de nazi-tijd is een profane herdichting gemaakt (minder kerstkind, meer
vruchtbare moeder) waarbij de verwijzing naar 'Jesse' (= Isai = vader
van de Joodse koning David) in het eerste couplet werd
gesupprimeerd: von Jesse kam die Art > von wundersamer Art.
Duits, katholiek
Speyerer Gasangbuch (1599)
Duits, protestants
Praetorius (1609)
Nederlands, katholiek
Nederlands, hervormd
bundel 1938
Nederlands, protestants
Liedboek 1973 (Jan Wit)
En in rk zangboeken
1. Es ist ein Ros entsprungen
aus einer Wurzel zart,
wie uns die Alten sungen,
von Jesse kam die Art
und hat ein Blümlein bracht
mitten im kalten Winter,
wohl zu der halben Nacht.
Es ist ein Ros entsprungen
aus einer Wurzel zart,
wie uns die Alten sungen,
von Jesse kam die Art
und hat ein Blümlein bracht
mitten im kalten Winter,
wohl zu der halben Nacht.
Er is een roos ontsprongen
uit ene wortelstam;
die, lijk ons d’ouden zongen,
uit Jesse 't leven nam;
nu heeft zij bloem gebracht,
in 't midden van de winter,
in 't midden van de nacht.
Een roze, frisch ontloken,
uit teeren wortel kwam,
want d'oudheid had gesproken:
"Zij bloeit uit Jesse's stam"
Die heeft een bloem gebracht
al in den kouden winter
te midden van den nacht.
Er is een roos ontloken
uit barre wintergrond,
zoals er was gesproken
door der profeten mond.
En Davids oud geslacht
is weer opnieuw gaan bloeien
in 't midden van de nacht.
2. Das Röslein, das ich meine,
davon Jesaia sagt,
ist Maria die reine,
die uns das Blümlein bracht.
Aus Gottes ewgem Rat
hat sie ein Kind geboren
und blieb ein reine Magd.
Das Röslein, das ich meine,
davon Jesaia sagt,
hat uns gebracht alleine
Marie die reine Magd.
Aus Gottes ewgem Rat
hat sie ein Kind geboren
wohl zu der halben Nacht.
O rozenstruik, Maria,
O alderpuurste Maagd:
van u zingt Isaias,
van 't bloemken, dat gij bracht;
want eeuwig in Gods raad
lag dat gij 't Kind zoudt baren
tot alder wereld baat.
Die bloem van wond'ren luister,
waarvan Jesaja sprak,
bloeid' op, toen door het duister
het licht der wereld brak.
Toen is in stillen nacht
Maria's kind geboren,
dat ons Gods heilwoord bracht.
Die roos van ons verlangen,
dat uitverkoren zaad,
is door een maagd ontvangen
uit Gods verborgen raad.
Maria was bereid,
toen Gabriël haar groette
in 't midden van de tijd.
volgen nog 21 coupletten, een vertellied over het
kerstgebeuren. Hoewel in 1599 al aanwezig, toch van een
andere aarde, en dus van een andere hand?
Wij bidden u Maria
om 't Kind dat op u loech,
om deez’lief bloemkes smarten,
die het voor ons verdroeg:
wil ons toch hulpe zijn,
dat wij U mogen maken
een woning fraai en fijn.
Die bloem, zoo klein en teder,
met haren geur zoo zoet,
brengt ons de zonne weder,
die 't duister wijken doet.
O Jezus, mensch en God,
bij U is wel geborgen
ons aardsch en eeuwig lot.
Die bloem van Gods behagen
heeft, naar Jesaja sprak,
de winterkou verdragen
als allerdorste tak..
O roos als bloed zo rood,
God komt zijn volk bezoeken
in 't midden van de dood.