home

 

Esther Perel over wat het voor haar betekent om Jood te zijn. "traditional and trangressional at the same time"
Fragment uit 'Zomergasten van de VPRO - 2018)

Lees ook de reacties op de uitzending hieronder (De Volkskrant) van Hanna Bervoets en Esther van Fennema (de laatste verwijst ook naar Viktor Frankl):

Psychotherapeut en schrijver Perel toont zich in de laatste Zomergasten van het seizoen een soort moderne priester.

HANNA BERVOETS

DV 3 9 2018

Fans van de immens populaire podcastserie Where should we begin keken waarschijnlijk uit naar de slotuitzending van Zomergasten zondagavond. Te gast was Esther Perel, psychotherapeut en schrijver. In haar podcast praat Perel met stellen die vastlopen in hun relatie; met een man die is vreemdgegaan waardoor zijn vrouw onverschillig is geraakt. Met een vrouw die vaker seks wil terwijl haar vrouw zich vooral op de kinderen richt. De stellen in de podcasts hebben steevast starre ideeën over zichzelf en elkaar. Steeds biedt Perel ze nieuw perspectief, een nieuw verhaal, dat bij de partners wederzijds begrip afdwingt: ze berispt bijvoorbeeld niet de vreemdganger, maar vraagt zijn partner of die wel genoeg aandacht geeft.

Verhalen vormen ook een rode draad in de eerste anderhalf uur van Perels Zomergastenavond (de deadline voor dit stuk was om tien uur). De verhalen die we onszelf vertellen, over onszelf, en daarmee over onze relaties. 'Een relatie is een verhaal, een goede relatie heeft verhalen die overeenkomen, niet in conflict zijn', formuleert Perel mooi.

Haar eerste fragment, uit de film I Tonya, laat volgens Perel zien hoe bepalend het is 'hoe je in het begin geliefd werd, of niet.' Kunstschaatser Tonya werd als kind zwaar onder druk gezet door haar moeder, in het fragment zien we hen ruziën. Ze hebben elk een ander verhaal, licht Perel toe, pratend alsof het niet om personages maar om echte mensen gaat - een betrokkenheid die ontroert: 'Tonya komt niet om de moeder te beschuldigen, ze komt om liefde te zoeken.' En dat de tirannieke moeder zelf vindt dat ze het goed gedaan heeft, ook dat begrijpt Perel. Een therapeut moet de tegenstrijdige perspectieven van familieleden of partners eerst bevestigen, 'valideren', om hen een alternatief verhaal te kunnen bieden, legt ze uit.

Een scène uit de documentaire My Architecture, over het leven van architect Louis Kahn, toont een vrouw die graag een mythe over haar verloren geliefde in stand houdt: hij koos voor haar, niet voor zijn andere geliefden. Opnieuw is Perel mild. Misschien hebben sommigen meer baat bij een persoonlijke waarheid dan een universele. Fragmenten uit de film Before Midnight, de documentaire The { } And en de persconferentie van Bill Clinton over Lewinsky tonen ook weer mensen die worstelen met hun verhalen, in dit geval verwachtingen: problematische romantische idealen over wat een relatie zou moeten zijn. Allesomvattend, altijd monogaam.

Net als in haar podcast formuleert Perel even zelfverzekerd als empathisch, dit keer zien we ook haar aanstekelijke armgebaren.

Wat Perels verhalen over verhalen denk ik zo aantrekkelijk maakt, is dat ze zich niet laat leiden door moraal; anders dan relatiegoeroes als Dr. Phil gaat het bij Perel niet om wat mag maar om wat mensen geloven; om wat ze nodig hebben, en waarom.

Perel is een moderne priester naar wie je niet alleen graag luistert, maar bij wie je ook met liefde zou komen biechten: niet omdat ze je zonden zal vergeven, eerder omdat ze zal zeggen dat je zonden nooit zonden waren


We kunnen niet gelukkig zijn zonder zingeving

11-09-18, 11.12u - Esther van Fenema - Bron: de Volkskrant (overgenomen in De MORGEN)

Esther van Fenema is psychiater aan het Leids Universitair Medisch Centrum. Daarnaast is ze opiniemaker. Deze bijdrage verscheen eerder in de Volkskrant.

De geluksindustrie draait overuren, want geluk is een product waar we als emotionele consumenten recht op hebben. Als het even tegenzit en een nieuwe iPhone of een weekendje weg onvoldoende helpt, dan melden we ons bij een gelukscoach of medisch loket voor een luisterend oor of opwekkende pil. Toch zijn we kwetsbaarder dan ooit en is depressie een van de belangrijkste oorzaken van de ziektelast, stelt de Wereldgezondheidsorganisatie. Er is een burn-outepidemie, mensen slikken massaal antidepressiva, de zelfmoordcijfers stijgen.

Als jongeren van nu falen voor een examen of als hun relatie na drie maanden strandt, kunnen ze zich suïcidaal voelen en daadwerkelijk voldoen aan de criteria van een depressieve stoornis. Ze hebben immers geleerd dat alles 'leuk' moet zijn en dat geluk de norm is.

Jaren 60

Er spelen altijd meerdere factoren bij het ontstaan van mentale problemen, maar een belangrijke oorzaak ligt bij de huidige opvoedstijl, sterk gericht op het weghouden van teleurstelling in plaats van het veilig leren oefenen met de realiteit, met haar leuke maar ook minder leuke kanten. We schrikken tegenwoordig snel van negatieve emoties zoals pijn en verdriet en medicaliseren graag. Als zelfstandig individu ben je verantwoordelijk voor je eigen succes, en dus ook voor je eigen falen. Het is dan wel zo comfortabel als een hulpverlener het van je overneemt.

Hoe komt het dat de moderne mens het ideale plaatje afdwingt en steeds minder in staat is de realiteit het hoofd te bieden?

Halverwege de jaren 60 is het autonome individu aan zijn onstuitbare opmars begonnen. Die generatie had de verschrikkingen van de oorlog scherp in het geheugen, en 'dit nooit meer' was leidend voor een nieuw wereldbeeld.

De verantwoordelijkheid voor de gruwelen werd op alle vormen van autoritair gezag geprojecteerd, en de naoorlogse mens die naar 'het goede' streefde, moest bevrijd worden. Hiërarchische structuren werden verdacht en het autonome individu werd geïdealiseerd. Het ultieme kwaad waar je het ultieme goed tegenover zet in de vorm van het losgemaakte individu als vorm van afweer, om de realiteit draaglijk te maken.

Projecteren en zwart-witdenken zijn bekende afweermechanismen die we graag inzetten als het gaat om de Tweede Wereldoorlog, naast vermijding en soms zelfs ontkenning. Oprichter van de Provo-beweging Roel van Duijn, met wie ik recent sprak voor het online opiniekanaal Café Weltschmerz, geeft toe dat het utopische mensbeeld gefaald heeft en dat we verslaafde consumenten zijn geworden. De commercie heeft hierin een belangrijke rol gespeeld en het losgezongen individu ervan weten te overtuigen dat geluk een product is dat iedereen zich kan veroorloven.

We realiseren ons niet meer dat geluk uitsluitend een 'bijwerking' kan zijn van zingeving

We realiseren ons niet meer dat geluk uitsluitend een 'bijwerking' kan zijn van zingeving. Zelfs de wetenschap werkt mee aan de illusie dat geluk een aparte entiteit is, die meetbaar is. De resultaten van het dubieuze onderzoek naar geluksbeleving worden vooral door beleidsmakers gebruikt om de weerbarstige realiteit te overdekken.

Concentratiekampen

In zijn boek De zin van het bestaan beschrijft Viktor Frankl, een psychiater die de concentratiekampen heeft overleefd, dat zingeving, die hij zelf vond in het afmaken van een boek, de enige manier was om de kans op overleven te vergroten. Mensen die geen doel meer hadden, liepen het risico sneller te overlijden aan infecties of uitputting.

Het toenemende onbehagen vraagt om bezinning, maar vooral om zingeving, want met bungeejumpen, laptops en Coca-Cola gaan we niet overleven

De psychotherapeute Esther Perel vertelde in Zomergasten dat haar moeder de kampen heeft overleefd omdat iemand op haar zou wachten. Een manier om zelfs je bestaan in deze hel zin te geven.

Het individu moest destijds bevrijd worden om het kwaad te bezweren. Na ruim een halve eeuw staat datzelfde individu te tollen op zijn benen en klampt het zich wanhopig vast aan geluk als primaire uitkomstmaat, met desastreuze gevolgen voor de mentale gezondheid. Het toenemende onbehagen vraagt om bezinning, maar vooral om zingeving, want met bungeejumpen, laptops, zonnebrillen en Coca-Cola gaan we niet overleven.