De Christuspsalm uit Filippenzen 2

[laat die gezindheid in u zijn, die ook in Christus Jezus was, die...]

Letterlijke vertaling met aantekeningen en analyse
Voor een uitgebreide taalkundige en exegetische toelichting op de vertaling van de NBV (Matthijs de Jong), klik
hier

Contextvraag: wat is het ‘keyword’ waarmee Paulus zijn vermaning vastknoopt aan deze ‘hymne’: Om welke ‘gezindheid’ gaat het ?
- tapeinofrosunè (onderdanigheid, ootmoed): acht in alle onderdanigheid de ander uitnemender dan jezelf ;
In het Grieks is dit een negatief woord. Of Nietzscheaans: de slavenmoraal. Grieken verkiezen: makrothumia = grootmoedig).
In de hymne: tapeinoosis
- vertaald als 'vernedering', nederigheid, humilitas

Indeling van de hymne is problematisch.
Twee delen
? cesuur na vers 8 (logisch: inhoud- en subjectwisseling > ontlediging en vernedering is één.

Brief van Paulus aan de Filippenzen, hoofdstuk 2 (5-11).

Laat onder u de gezindheid heersen die in Christus Jezus was: 

Hij, die de gestalte van God had,
klampte zich niet vast aan zijn God-gelijk-zijn,

maar deed er afstand van, (kenosis)
nam de gestalte aan van een slaaf,
en werd gelijk aan de mensen.
Als mens verschenen heeft Hij zich vernederd
(tapeinosis)
en werd gehoorzaam tot in de dood
– de dood aan het kruis. 

Daarom heeft God Hem hoog verheven (hupsosis)
en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat,

opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen,
in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 
en elke tong zal belijden:
‘Jezus Christus is Heer,’
tot eer van God, de Vader.

Letterlijke vertaling met aantekeningen: click to enlarge !

fil2_pagina2

De hymne eindigt zoals ze is begonnen: Jezus is bij, of is God. Maar ‘de weg waarlangs’ is onvergetelijk en van doorslaggevend belang.
De ‘weg omhoog’ (hypsosis) gaat via ontlediging (kenosis),
de vernedering (tapeinosis).

Hoe haakt Paulus dan zijn vervolg betoog weer vast aan de afloop/conclusie van deze hymne ? Via het woord ‘gehoorzaamheid’ ? Toch wel een shift.