Psalm 23c, Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij

Ik ben geen dichter, en ik weet het.  En ik ben al helemaal geen lieddichter (want dat is binnen het ambacht van de dichters nog eens een vak apart. De teksten moeten immers gezongen worden...) Vreemd genoeg mogen mensen met dezelfde niet-begaafdheid als ik in het nieuwe Liedboek blijkbaar vrijuit hun gang gaan. Dat zegt toch wel iets over de verantwoordelijke uitgever. Psalm 23c is een voorbeeld.

Het biedt een nieuwe berijming van Psalm 23 aan op de melodie van ‘The Lord’s my shepherd I’ll not want…’  Het Engelse origineel is bekend en geliefd. Ook in Nederland (via Evangelische middens binnengekomen, maar al lang breed geaccepteerd). De tekst is die van The Scottish Psalter (1650): heerlijk oud Engels dus. Zij is in de 19de eeuw voorzien van een goed in het gehoor liggende, soepel vloeiende melodie in 3/4 maat (Crimond).

De vertalers (Roel Bosch en Gert Landman) hebben vanuit de grondtekst Psalm 23 opnieuw vertaald en het resultaat van hun werk in het passende rijmschema gegoten.

 Mijn God, mijn herder, zorgt voor mij, / wijst mij een groene streek;
Daar rust ik aan een stille stroom / en niets dat mij onbreekt.
Etc..
 
Dit is een schoolvoorbeeld van wat er gebeurt als je onmuzikale rijmelaars liederen laat maken. De tekst vloeit totaal niet en qua klank is het ronduit lelijk. [3 'ij's na elkaar ! één van die klinkers die vooral in Holland vreselijke lelijk wordt uitgesproken, en de 'streek' valt mij ook rauw op de maag.] En dan lees ik in het compendium: “Er waren al eerdere Nederlandstalige versies van Psalm 23 geschreven op de melodie Crimond, maar die teksten liepen stroef of waren qua taal verouderdaldus de auteurs van de nieuwe vertaling, Roel Bosch en Gert Landman.” (bron: Liedboekcompendium). Dan breekt mijn klomp. Oh ja, in het Engels was ca. 1870 de tekst van het Scottisch Psalter uit 1650 ook al totaal verouderd. Maar dat was juist de charme: My soul he doth restore again... En 'charme' hangt samen met 'charm' (betovering, vergelijk: enchantment, chant): het gaat over de werking die het zingen van gestileerde klanken op de zanger/hoorder heeft terwijl de inhoud van die klanken landt in de ziel.

Neen, geef mij dan maar die ouderwetse versie van J.C. van der Leek (mij verder onbekend), die via evangelische liedbundels (Glorieklokken, Johannes de Heer etc) bekend is geworden. Die heeft de nodige ‘buigingen’ en 'verheffingen' en bovenal: veel sfeer en klank. Ze volgt de oude vertaling zoveel mogelijk op de voet, is behoorlijk klankrijk, en de onvolkomenheden neem ik er dan wel bij.
 
DE HEER IS MIJN HERDER EN GEEN DING 
 
De Heer is mijn herder en geen ding / ontbreekt mij naar zijn wil;
Hij schenkt mij rust in grazig land, / aan waat'ren klaar en stil.
 
Hij is het, die mijn ziel verkwikt /en die mijn schreden leidt
in rechte sporen om de eer / zijns naams in eeuwigheid.
 
Al ga ik door een duister dal, / ik vrees geen kwaad, want Gij
zijt altijd met mij en uw stok, / uw staf vertroosten mij.
 
Gij zijt het, die mijn dis bereidt / voor 't oog van wie mij krenkt;
die zalft mijn hoofd en mij een kelk / tot overvloeiens schenkt.
 
Zo zullen heil en goedheid groot / mij volgen dag aan dag,
en ik verkeer in 's Heren huis, / waar 'k eeuwig wonen mag.
 
Vertaling: J.C. van der Leek.