RELIGIE IS MAAR ÉÉN ASPECT VAN DE VEELKLEURIGE MENSELIJKE IDENTITEIT

Wie definieert wat gematigd is?

De STANDAARD 11 FEBRUARI 2017 | Dick Wursten

home | up

Lees meer over dit onderwerp in mijn online essay (boek) over de godsdienstvrijheid

Het uitgelekte Ocad-rapport over radicaal salafisme noopt politici tot maatregelen. Dick Wursten waarschuwt voor contraproductieve effecten.  

 

De laatste dagen ben ik geregeld van mijn stoel gevallen als ik weer eens een bevoegde minister of partijvoorzitter hoorde vertellen hoe men de dreiging van het jihadisalafisme, op tafel gelegd door het Ocad (DS 8 februari) , zou gaan aanpakken. Er zouden door de staat gesubsidieerde imamopleidingen komen, men zou proberen de geldkraan vanuit Saudi-Arabië dicht te draaien en zo een dam opwerpen tegen het fundamentalisme.

Jammer, maar zo werkt het niet. Erger: met deze voorstellen toont de overheid dat ze eigenlijk niet weet wat ze doet. Ze slaat de plank volledig mis en schendt en passant ook nog de grondwet door zich met de inhoud van een godsdienst te bemoeien.

Fundamentalistische stromingen, zoals het salafisme, zijn parasieten. Zij kunnen alleen maar bestaan door zich af te zetten tegen de mainstream. Die is volgens hen te zwak, te laf, te werelds, past zich te veel aan, doet water in de wijn, is te westers. Handige fundamentalistische predikers zijn ook niet te beroerd om de mainstream-kerk of -moskee te verwijten dat ze gemene zaak maakt met de overheid. In mijn – protestantse – traditie was het in de vorige eeuw bon ton in fundamentalistische kringen te verwijzen naar de overheidssubsidie die de ‘staatskerk’ (zo noemden zij minachtend de mainstream-protestantse kerk) zich liet welgevallen. Het ultieme bewijs dat ze niet zuiver op de graat was.

Groeien tegen de stroom in

Salafisten hebben er straks een argument bij, als ze proberen moslims die toch een beetje twijfelen of ze wel helemaal goed bezig zijn, naar hun kamp over te halen. Het bericht dat de Belgische staat imams gaat opleiden, is koren op de molen van de fundamentalistische stroming. Het versterkt de radicale islam want die krijgt het bewijs dat hij gelijk heeft.

Door de opleiding voor gematigde imams te financieren zal de radicalisering niet worden tegengehouden. Radicale stromingen gedijen het best als ze bestreden worden en het gezag van de gematigde groep neemt af naarmate ze zich meer laat subsidiëren. Zo zitten fundamentalistische geloofsbewegingen nu eenmaal in elkaar. Ze zijn een world in opposition en groeien tegen de stroom in. Herinner u: ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk’. De protestantse reformatie 500 jaar geleden had haar grote succes voor een deel te danken aan de manier waarop ze werd tégengewerkt. En doordat men zo veel investeerde in tegenwerking (toen deed men nog aan regelrechte vervolging), vergat men te luisteren naar wat mensen echt wilden.

Chams Eddine Zaougui heeft in elk geval deels gelijk als hij erop wijst dat de meeste salafistische jongeren niet veel meer willen dan gewoon met rust gelaten te worden, zodat zij ‘hun religieuze ding’ kunnen doen (DS 10 februari) . Zij doen geen vlieg kwaad, enkel benadelen zij zichzelf. Dat ze zich opsluiten in hun eigen kleine wereld, lijkt mij niet gezond, maar dat denken veel atheïsten ook van de roomse kerk en veel katholieken van allerlei protestantse groepjes. Meestal loopt het wel los. Ook een religieuze identiteit kan in de loop van het leven veranderen, en is – godzijdank – meestal ook maar een deel van een veelkleurige identiteit als mens.

Vrijheid van godsdienst

Wat mij ook verbijsterde is dat niemand de afgelopen week z’n vinger opstak en voorzichtig vroeg: ‘Meneer de minister, kan dat eigenlijk wel dat een overheid zich bemoeit met de inhoud van een godsdienst?’ Ik dacht dat er zoiets bestond als ‘de vrijheid van godsdienst’ en dat dat op z’n minst betekent dat de godsdiensten inhoudelijk gevrijwaard zijn van overheidsbemoeienis. En ook al staat het niet letterlijk in onze grondwet, er is toch zoiets als een ‘scheiding van kerk (moskee) en staat’? En nu zegt de overheid unverfroren dat ze ‘gematigde’ imams wil gaan opleiden. Ik heb daar enkele vragen bij. Wie definieert wat ‘gematigd’ is? Valt daar onverdoofd slachten onder? De hoofddoek? Gemengd zwemmen? Vrouwen een hand geven? Gelijkwaardigheid van man en vrouw? Indien niet, wie beoordeelt dat dan? Dit is een logische onmogelijkheid. Elk standpunt zal theologisch zijn, en dus een andere groep moslims discrimineren, nog los van het gegeven dat het, zoals gezegd, koren op de molen zal zijn van de fundamentalisten.

Transponeer deze gedachteoefening eens naar de christelijke kerk (overheid gaat ‘gematigde priesters opleiden’ en enkel kerken die deze priesters aanstellen zullen nog gesubsidieerd worden) en u voelt dat hier iets niet klopt. Ik denk dat het goed is dat men zich ook in België realiseert dat de vrijheid van godsdienst altijd twee zijden heeft. Enerzijds is er een vrijheid om allerlei religieuze impulsen te uiten, vorm te geven (freedom of expression), anderzijds moet de overheid ook de handen thuis houden als het hulpverlening aan een religieuze stroming betreft (non-establishment). Ze kan het niet maken dat ze de ene religie wel en de andere niet ondersteunt. Ook dat is discriminatie. Hetzelfde geldt voor interne selectie binnen een religie. Het is alles of niets. Of de overheid neemt de opleiding van alle (erkende) erediensten voor haar rekening, of van geen een. [hier is m.i uiteindelijk maar één logisch consistent antwoord mogelijk: géén. Alle andere discrimineren]

Inzetten op onderwijs

Natuurlijk begrijp ik dat de overheid gevaarlijke radicalisering van bepaald gedachtegoed wil tegengaan. Maar ze moet die bestrijden met haar eigen middelen. Zo kan ze bijvoorbeeld inzetten op goed onderwijs. Dat werkt altijd emanciperend en maakt jonge mensen weerbaar tegen elke vorm van sectarisch denken. Ze kan ook zonder zich met de opleiding van imams te bemoeien haatzaaiende imams en loslopende predikers die tot geweld oproepen ook nu al juridisch vervolgen. Godsdienstvrijheid is geen vrijbrief voor misdadigheid. Maar de overheid moet niet denken dat zij op dit terrein winst kan behalen door zich te mengen in de manier waarop een religie zichzelf organiseert. Als ze dat toch doet, schiet ze zich in eigen voet. Ze moeit zich als de tovenaarsleerling met een materie die ze klaarblijkelijk niet beheerst en speelt en passant – zonder dat ze er erg in heeft – de fundamentalistische stromingen binnen de religies in de kaart.  

 

Dick Wursten  

 

 

P.S.: Doorgaand op deze analyse denk ik dat er uiteindelijk maar twee opties zijn op dit terrein: 1. contractual religious freedom. Dan kan de staat voorwaarden stellen aan die erediensten die ze subsidie verschaft. 2. De Amerikaans-Franse oplossing (Bill of rights): Naast de freedom of expression ook de non-establishment clausule voluit serieus nemen en dus de geldkraan vanuit de overheid richting religieus geïnspireerde initiatieven dichtdraaien. Enkel handelingen (bijv. ziekenverpleging, onderwijs volgens het curriculum) die objectief meetbaar overeenstemmen met wat de staat wenselijk acht komen in aanmerking voor subsidie. Dus christelijke ziekenhuizen, christelijke scholen: no problem voor dat deel van hun handelingen dat. Het recht oordeelt nooit op grond van intenties maar op grond van daden/feiten (acts). Tamelijk radicaal voor België, maar volgens mij de enige gezonde oplossing op de lange termijn.

 

Lees meer hierover in mijn online essay over de godsdienstvrijheid