Basiliek Sainte-Madeleine VÉZELAY (89)
Samenvattende vertaling van een
studie met precieze berekeningen van ©
Paul Gagnaire
(te vinden op de website van Michel Laclos)
De zomerzonnewende in Vézelay (het verschijnsel)
Wetenschappelijke analyse (de verklaring)
Tijdstippen en stand van de zon (ecliptica)
do it yourself (bereken de hoek) (goniometrie)
voorbeeld: Hoe krijg ik het hetzelfde lichteffect als in Vézelay in Antwerpen?
In de Sainte-Madeleine is rond de zomerzonnewende een lichtfenomeen te bewonderen, dat inmiddels vele toeristen trekt. Doorheen het schip zijn stapstenen van licht te zien, die de pelgrim naar de plek leidt waar het Licht der Wereld (altaar) schijnt. En die plek is dan ook nog eens de meest lichte ruimte in de kerk (het gothische koor). Het fenomeen is op zich volkomen natuurlijk. Elke kerk die 'geörienteerd' is (lengte-as West->Oost) heeft meestal vensters aan de zuidzijde, dus speelt met het middaglicht. De bijzonderheid van Vézelay is dat het spel 'geregisseerd' lijkt. Precies op het moment van de zonnewende valt het zonlicht door de bovenste vensters op de vloer van de basiliek in de vorm van negen quasi ronde lichtvlekken, bijna precies op de lengte-as van de kerk. Dat kan toch geen toeval zijn (dacht Hugues Delautre in 1976 en pas sindsdien is het iedereen opgevallen). Dat moet de opdrachtgever met de toezichthoudend architect beoogd hebben. NB: de term 'architect' is een anachronisme. Dat beroep bestond nog niet. Gebouwen werden gebouwd door ambachtslui. De meest ervaren ambachtsman werkte het concept uit, in opdracht van - of samen met - de opdrachtgever, in dit geval hoogstwaarschijnlijk de abten van het klooster (Artaud en Renaud). Klik hier voor meer bouwhistorie. Zij zijn m.a.w. verantwoordelijk voor het 'spirituele' concept achter de bouw en met name de sculpturale elementen (timpanen en kapitelen). Vaak wordt de abt van Cluny (Petrus van Montboisier, ook wel: Venerabilis) genoemd, maar daarvoor zijn geen aanwijzigingen. Dat wil zeggen: waarom zou je het verder zoeken als nodig, als je geen indicatie hebt dat dat moet.
Onderstaande twee figuren verklaren het proces. En laten meteen ook zien,
dat ook tijdens de winterzonnewende zich een heel aardig fenomeen voordoet:
de lichtstralen vallen door de lage vensters helemaal tot op de
tegenoverliggende muur, terwijl dezelfde zon door de hoge vensters de muur
verlicht ter hoogte van de bovenste rij kapitelen (die je meestal niet ziet, omdat
ze zo hoog zijn geplaatst). Het lijkt wel een soort reminder.
De precisie
die nodig is (hoeken, hoogte, assen van het gebouw) om deze effecten te
creëren is zo groot, dat het geen toeval kan zijn. Omdat de zon tamelijk weinig van positie verandert de weken
voor en na de zonnewende, kun je het fenomeen grosso modo waarnemen tussen
10 juni en 2 juli, zo rond de middag (èchte zonne-tijd, dus kun je
beter naar de zon kijken dan op je horloge). Voor de liefhebber: Vézelay ligt
op 47°27’58.82" N 3°44’54.26" O). Het fenomeen kun je ongeveer gedurende een
half uur bevredigend waarnemen. Extra 'moving' is dat je de vlekken
naar het Oosten ziet bewegen.
Het fenomeen is het overtuigendst van 11:25 tot 12:00 (NB: zonnetijd)
omdat de hoogte van de zon dan vrijwel constant op 65/66° is.
For completeness: In de jaren
1100-1200 bedroeg de hellingshoek van de baan van de zon aan de hemel
23°33' , terwijl deze tegenwoordig is gedaald tot 23°26'. Dit heeft als
gevolg dat de culminatiehoogte van de zon tijdens de zonnewende destijds
66,1° bereikte, in tegenstelling tot 55,98° vandaag. Hierdoor bevonden de
lichtvlekken zich dus iets verder naar het zuiden dan vandaag (we spreken hier over een verschil van ongeveer twintig centimeter). Interessant is ook nog dat rond de dag-nacht-evening (21 maart en 21
september) de zon rond de middag op de kapitalen schijnt. En nog mooier: dat
de zon tijdens de winter-zonnewende (21 december, Kerst) de bovenste rij
kapitelen (die eigenlijk niemand ooit bekijkt, want te ver en te vel risico
op een stijve nek) in het zonnetje zet.
Methode 1. Al doende
- Plaats op 21 juni een stokje in de
grond. Rechtop (Dit noemt men een 'gnomon').
- Noteer de lengte van het stokje (= de hoogte van de gnomon).
- Meet op de echte middag (als de zon op z'n hoogst staat) hoe lang de schaduwlijn
is die op de grond zichtbaar is. Noteer het getal.
Op
dat stukje
papier staan nu de hoogte van de gnomon en de lengte van
de schaduw.
De verhouding tussen die twee getallen is hetzelfde als
de verhouding tussen de hoogte van de ramen in de zijmuur en de halve
breedte van uw toekomstige kerkzaal zie voorbeeld
Methode 2: Hetzelfde op formule gebracht h = d × tan(θ)
- h
(dat wil je weten, namelijk: de hoogte
van de onderkant van het venster)
- d = de afstand van de muur waar jij
wilt dat de lichtbundel de grond raakt
- θ = de hoogte van de zon
(in graden) op de echte mid-dag van de langste dag. Kun je opzoeken: Antwerpen 62°, Vézelay
66°.
- tan = tangens (deze waarde vervangt de handmatige vaststelling van de
verhouding tussen lengte schaduw en hoogte meetstok).
Ik wil in Antwerpen
een kerk bouwen met een breedte
van 5 meter
vraag: Hoe hoog moeten de ramen
dan komen in de zuidmuur om in het middenpad een reeks lichtvlekken te bekomen
op 21 juni?
Methode 1: op locatie.
- Ik steek op 21 juni
een rechte stok/staaf in de grond en zorg dat ie loodrecht staat. Hoogte
60cm.
- Om 13u45 (jaja, dat is
de zenith van de zon bij zomertijd) schijnt de zon (hoera!). Ik meet zo zorgvuldig mogelijk de schaduwlengte: Ik vind
32cm.
Hoogte van de stok, gedeeld door de lengte van de schaduw : 60/32= 1,875.
Dat is dezelfde verhouding de hoogte van mijn venster en het
midden van de kerkvloer.
Dus. Als ik nu de halve breedte van mijn kerk (2,5m) vermenigvuldig met 1,875,
dan weet ik hoe hoog mijn ramen in de zuidmuur moeten komen 2,5 x 1,876 =
4,6875m. Afgerond: 4,70m
Methode 2: goniometrisch
tangens 62° ≈ 1.8807
halve breedt van de kerk is 2,5m.
hoogte van het raam : 2.5 × 1.8807 ≈ 4,70175m,
afgerond 4,70m.
U begrijpt: Hoe zuidelijker hoe hoger, hoe noordelijker hoe lager.
Meer over Vézelay: