Willem ontmoette Abraham echt op 21 juni 2012. Drie dagen later liet hij ook
vrienden en kennissen delen in zijn ontmoeting in OLV ter Sneeuw in Borgerhout.
De tekst door mij utgesproken is het vervolg op de eerste kennismaking met
Abraham op het 40ste verjaardagsfeest
van Willem (2002)
Dit was het muziekprogramma
Opnieuw tot leringhe ende vermaeck..
1 – Welkomstwoord en inleiding.
21 juni… 3 dagen
geleden: een memorabele dag. Om meer dan één reden:
[zomerzonnewende (kreeftskeerkring/poolcirkel) -- Op 21 juni 1964 werd Spanje
Europees kampioen voetbal.Op 21 juni 1963 kwam er witte rook uit een schoorsteen
in Rome en bleek een zekere Giovanni Battista Montini op miraculeuze wijze
veranderd te zijn in paus Paulus VI.]
Op 21 juni 1962 was
er nl. vreugde in huize Ceuleers te Ganshoren, want in Watermaal-Bosvoorde was
een jongetje geboren. En niet zomaar een. … het verhaal gaat – moet u niet
verder vertellen – vernomen uit betrouwbare bron – dat in de omgeving van
Watermaal-Bosvoorde verschilende rapporten zijn binnen gekomen van
birdwatchers dat merels en lijsters in plaats van hun karakteristieke
melodieën onafhankelijk van elkaar te kwelen, plots polyfoon zijn begonnen te
zingen… Echt waar.
Afin: Deze Willem
heeft dus de afgelopen week Abraham gezien, afin, dat zegt hij toch. En dat wil
hij vieren. Met u. Een echt Willem feestje: U mocht niets meenemen, behalve u
zelf, en als u dan toch iets wilde geven, dan moest het een muzikale bijdrage
zijn. Dit feestje begint dan ook met muziek, eindigt met muziek en daartussen in
is er ook nog twee keer muziek. Maar vergis u niet: u zult u niet vervelen, want
het ene muzikale blok lijkt in genen dele op het andere. Sterker nog: ik denk
dat u zelden een concert zult hebben bijgewoond met zo verschillende muziek: van
stemmige Renaissance klanken tot een uitbundig harmonieorkest, van een Psalm
van David tot de Dambusters March… Of het moest zijn, dat u er 10
jaar geleden ook al bij was.
En nog sterker is:
al die verschillende toonspraken die u gaat horen: in elk van hen voelt Willem
zich thuis. Hij is het verbindend principe in dit heterogene concert.
En naar inmiddels
typische ACM-traditie zal ik tussendoor wat vertellen. Niet over de muziek, ook
niet over Willem, maar over Abraham … Ik moest wel.
10 jaar geleden, in
Sinaai, heb ik dat ook al gedaan, enkele verhalen verteld uit het leven van
Abraham… Ik eindigde daar met het verhaal van Abraham die met God onderhandelt
om Sodom te sparen… U kent het wel. Prachtig verhaal… Als er 10
rechtvaardigen in Sodom waren geweest, God zou de stad gespaard hebben.
Rechtvaardigen: goede betrouwbare mensen, mannen en vrouwen uit één stuk, waar
je op aan kunt, die zijn belangrijk voor de wereld. Als je er 10 hebt en je kunt
ze samenbrengen, dan kun je de de mensheid redden. Dat is een diep Joods geloof.
Daar houd ik het op... zei ik toen… en daar ben ik toen gestopt … “En, zo
voegde ik nog toe : “als Willem Abraham gezien heeft, vertel ik wel weer eens
verder... “
Vandaag dus. Willem is hier aanwezig, lijfelijk. Hij heeft Abraham al gezien.
Ik
zal straks proberen u ook Abraham wat naderbij te brengen …
Maar voor het zover is: Tijd om te beginnen…
En waar begin je
een beetje degelijk verjaardagsfeestje mee? Met een bijbelse psalm vindt
Willem, een dankzegging.
Psalm 8 is
het geworden: in het prachtige Duits van Martin Luther, getoonzet door Heinrich
Schütz; een loflied op de God van het leven, de Schepper. Een mengeling van
bewondering, verwondering en dankbaarheid… dat we er mogen zijn, wij mensen,
kleine mensen, een stofje in het oneindig heelal… “wat is toch de mens dat gij
zijner gedenkt, en het mensenkind dat gij hem aanneemt…”
Het instrumentarium
dat u hoort is dat van een Renaissance orkest, de muziek past daarbij, maar dat
wil niet zeggen dat het oude muziek is…In het tweede stuk neemt Willem als 21ste
eeuwer de componistenrol over van de 17e eeuwer Heinrich Schütz en
schrijft voor hetzelfde instrumentarium een spiksplinternieuw muziekstuk op een
20ste eeuwse tekst van een andere Willem, Willem Barnard (vader van
Benno), een gedicht dat op zijn beurt weer is geinspireerd op een tekst uit de 1ste
eeuw, van een zekere Sjaul van Tarsen, ook wel bekend als de apostel Paulus, die
op zijn beurt de mosterd is gaan halen bij... inderdaad: de Abrahamverhalen uit
het boek Genesis.
Geweldig, zo’n
tekst. Maar goed daarvoor zijn we hier niet bijeengekomen.
Muziek !
2 – de
ongelovige Abraham
Abraham dus,
aartsvader Abraham, de ‘vader van allen die geloven’. Die titel is de vondst van
Paulus waar ik reeds over sprak. Hij heeft die genoteerd in een brief aan kleine
groep christen in Galatië, ergens in midden van het huidige Turkije. En hij is
populairder dan ooit, omdat hij zo heerlijk kan worden ingezet als bindmiddel
bij spanningen tussen joden, christenen en moslims. Voor alledrie is hij immers
een belangrijke figuur (identificatie, referentie).
De Abrahamitische
godsdiensten noemt men ze tegenwoordig graag.
Klinkt mooier,
eensgezinder, dan het is. Trouwens: helemaal eerlijk vind ik dat ook niet, want
de Abrahamcyclus is Joods, door en door Joods, en dateert al van ongeveer 9
eeuwen voor het begin van onze jaartelling. En de christenen en de moslims zijn
met deze Joodse verhalen aan de haal gegaan… en hebben die behoorlijk naar hun
hand gezet. Maar okay, laten we even meegaan in de gedachtengang: positief
gezind. Abraham … de vader van alle gelovigen. Drie godsdiensten gaan op hem
terug. Dan is het eigenlijk wel interessant om eens te kijken wie dat dan was,
die Abraham en wat hij dan geloofde…
Wel, dat levert al
meteen een behoorlijk verrassing op.
Abraham valt
namelijk vooreerst op omdat hij NIET traditioneel gelovig is.
Abraham is de man
die ‘breekt’ met de traditie, ook die van de godsdienst, die nieuwe wegen
inslaat, horizonten verkent die nog niemand heeft onderzocht.
In de Joodse
verteltraditie circuleert een heel kras verhaal over de jonge Abraham, die dat
in één keer duidelijk maakt. Een midrasj… het gaat over Abram’s vader, Terach.
Rabbi Chijja (3e
eeuw) vertelt:
Terach baatte in Ur
der Chaldeeën een winkeltje uit met religieuze artikelen: kaarsen,
votiefschalen, maar vooral godenbeeldjes.
Terach maakte die
zelf, en – het moet gezegd – ze waren erg mooi en hij verdiende er goed z’n
brood mee.
Op een dag moest
hij op reis voor een zakelijke bespreking en liet hij de winkel over aan zijn
zoon Abraham. Als Terach ’s avonds thuis komt, treft hij z’n hele winkel in puin
aan. Overal scherven en brokstukken, alle beelden stuk op één na.
‘Wat is hier
gebeurd, jongen; roept Terach ontzet uit?’
‘ach Vader, zei
Avram, ik zal het maar meteen opbiechten, ik kan het voor u toch niet verborgen
houden. Er kwam een vrouw in de winkel en die had een schaal meel bij zich en
zei tegen me: ‘Hier, geef dit maar hen’… en ze wees op de beelden. Nou dat heb
ik gedaan. Maar wat er toen gebeurde, je zult het niet geloven. Eerst zei deze
hier, en Abraham raapte een half hoofd op van de grond: ‘Ik wil eerst
eten van het meel’, en toen riep die ander: ‘Nee, ik eerst’. En toen begonnen ze
te vechten en tenslotte stond die grote daar, Gedoela, recht, pakte een
stok en vergruizelde ze allemaal’
Terach zei: ‘Jij
drijft de spót met mij!. .. Hebben ze soms verstánd?!'
Zei Avram: ‘En jouw
oren, horen die niet wat je mond zegt!!’
Voilà: de vader van
alle gelovigen begint dus zijn carrière met een acte van ongeloof.
Hij gelooft niet in
de religie der vaderen. Hij spot ermee.
zeg nou zelf: dit
verhaal lijkt eerder weggelopen uit SKEPP, dan uit een religieus boek.
En het is trouwens
nog niet afgelopen.
Rabbi Chijja weet
nog meer te vertellen:
Toen Terach dat
antwoord van zijn zoon hoorde, greep hij hem bij zijn oren, en sleept hem naar
Nimrod (die kent u misschien niet, maar dat was zo’n beetje de boeman van
de oertijd, een sinistere en machtige jager, architect ook, van de toren van
Babel).
Nimrod zei tegen de
jongen. Snotneus, Wijsneus, jij gelooft dus niet in de goden, jij denkt dat je
wel zonder kan, nu dan zal ik je eens een lesje leren:
Hier: ‘kniel voor
het vuur, dat alles verteert.’
Zei Abraham: ‘Nou,
kunnen we dan niet beter knielen voor het water dat het vuur kan doven’
Zei Nimrod tegen
hem: ‘Laten we knielen voor het water!’
Zei hij: ‘Als we
dan eens knielden voor de wolken die het water dragen.’
Zei Nimrod: ‘Laten
we knielen voor de wolken.’
Zei hij: ‘Als we
dan eens knielden voor de wind die de wolken uiteenjaagt.’
zei Nimrod: ‘Laten
we knielen voor de wind’
Zei Abraham: ‘Laten
we dan liever knielen voor de mens die de geest (in het Aramees hetzelfde
woord als wind, roe-ach) draagt.’
Nimrod ontplofte en
zei: ‘Jij, goddeloze, jij speelt met woorden!’ Wat mij betreft, ik zal mij voor
niets anders neerbuigen dan voor het vuur. En ik zal jou er middenin werpen. En
dan zullen we nog wel eens zien wie er gelijk heeft….’
Abraham de vader
van allen die geloven: Volgens zijn nazaten, de joden, is hij zijn carrière
begonnen als beeldenstormer, vrije geest, en verdediger van de eer van de
mens !
Misschien iets voor
de drie abrahamitische religies om ook eens in hun leerboeken op te nemen?
Afin, straks meer
over welk geloof Abraham dan wel aangehangen heeft…
3. het geloof van Abraham
Wat is nu het meest
karakteristieke van Abraham.
Daarvoor moeten we
terug naar het allereerst officieel geboekstaafde verhaal waarin hij voorkomt.
Dat staat in het boek van het begin (beresjiet – bij ons bekend als Genesis),
hoofdstuk 12.
Daar krijgen we te
horen dat Abraham weggegaan is uit zijn land, z’n familie heeft verlaten, en op
weg is gegaan naar ‘een land dat God hem tonen zou’…
Waarom?
omdat hij ‘een stem
heeft gehoord, die dat tegen hem heeft gezegd’:
Abraham, kom en ga
op weg, uit je land, uit je familie, en uit het huis van je vader… en ga naar
een ander land dat ik je zal laten zien..”
hit the road
Jack…
En daar in dat
land, Avram, zal ik je groot maken en je zult gezegend worden met een talrijk
nageslacht.
Dat is de kern van
de Abrahamverhalen: ‘op weg gaan’… Aufbruch heet dat in het Duits.
De ‘Ik’ die hier
spreekt, is God, maar niet de standaardgod, die van de beelden in de winkel van
z’n vader. Dit is een andere God, want zoals u weet, zijn niet alle goden
gelijk; Integendeel. Abraham heeft voor deze God zo snel geen naam … Voorlopig
is het gewoon ‘een stem’ in hem.
Dat moet u niet
verkeerd verstaan. Als in de verhalen van vroeger mensen ‘Gods stem’ vernemen,
dan wordt daar geen neurologische afwijking mee bedoelt, tenminste in de meeste
gevallen niet, maar veeleer een aanduiding van een innerlijk gebeuren, een
geestelijk proces.
Profeten en
apostelen, dat waren mensen die over de dingen des levens nadachten. Zij namen
de dingen niet at face value, maar zochten naar zin en samenhang. En soms
drong zich een bepaald betekenis, roeping, of gemis… zo sterk op, dat ze het
niet langer konden negeren.
Dan was het alsof
een stem zei: ‘ga’… ga weg, of ga, ga ervoor, wat de anderen er ook van zeggen.
Dat is jouw droom, dat is jouw weg.
En Abraham ging.
'Ga je op reis,
Abram?'
'Ja, ik ga op
reis.'
'En waar gaat de
reis heen, Abram?'
'Ik ga naar
Kanaän.'
'Wanneer denk je
terug te komen?'
'Ik weet niet of ik
nog wel terugkom:
Er wordt over
gesproken in de poort.
'Abram gaat ons
verlaten. Wat is er toch met die man?'
'Ach, het is een
apart type. Er is iets met hem. Hij heeft iets .. .'
Inderdaad. Hij
heeft iets, wat anderen niet hebben. Hij ziet de dingen anders dan doorsnee
mensen, dat veroorzaakt onrust in z’n binnenste. Of zoals de dichter het in een
ander lied zegt: ‘eeuwig heimwee spoort hem aan’. Hij zoekt naar iets, maar hij
weet eigenlijk zelf niet goed wat het is.
Abraham is het
prototype, zegt de bijbel, van de mens die op die manier zijn leven leeft en
beleefd. Abraham, de mens met onrust in zijn hart, met verlangen in zijn ziel,
die zich niet automatisch kan neerleggen bij hoe de dingen ‘nu eenmaal’ zijn.
Hij voelt zich geroepen om te leven, om mens te worden, méér mens dan hij al is,
om te groeien. Hij heeft een droom. Hij wil verbanden zien, hij wil verbinding
maken, hij wil leven…’
Daarom ging Abram
op reis. En hij kwam in het land Kanaan.
Kanaan is
Palestina, Israel, maar Kanaän is ook het beloofde land, ‘the promised land’,
waar Martin Luther King zo gepassioneerd over kon spreken. En dan had hij het
over het land waar blank en zwart, rijk en arm in vrede samen leefde…en evengoed
over de hemel en die twee haalde hij niet uit elkaar, want het ware Kanaan, dat
is de hemel op aarde.
En naar dat land is
Abraham op weg, … op zoek.
En Abram ging en
hij kwam in het land Kanaän.
Maar, zegt
de verteller laconiek, de Kanaäniet was in het land.
Daar sta je dan. Je
komt in het land van belofte, maar er zit al een volk ... En die zitten ook echt
niet op hem te wachten.
En dan te bedenken
dat daar geen verandering in zal komen. Abram zal het een leven lang moeten doen
met de belofte, en als hij sterft, heeft hij van dat land niet meer in bezit dan
een graf.
En wat doet Abram?
Wel hij slaat zijn tent op en bouwt een altaar voor zijn God. Want dit is toch
het beloofde land? En verder doet hij niets. Hij ontketent geen
godsdienstoorlog, hij hakt de terebint van Mamre niet om, hij vervloekt de
kanaanitische goden niet … Neen, hij houdt vrede met alle mensen, voorzover het
van hem afhangt. Vervolgens doorkruist hij het hele land, en overal waar hij
komt en z’n tent mag opslaan bouwt hij een altaar voor zijn nieuwe God.
Daarmee zegt hij:
‘O Heer, ik dank u voor dit land. dat ik hier leven mag. Nooit zal ik vergeten
dat u het ons gaf.’ niet het land, maar het leven in het land.
Het
land van belofte wordt in geloof bewoond, ookal wordt het niet bezeten.
En
als men denkt het te bezitten is men het kwijt.
Het
is het land van de hoop... het is er altijd, maar je bent er nooit.
Abraham is een eeuwige pelgrim, altijd onderweg, nooit arrivée. Eeuwig heimwee
spoort hem aan.
Dit
is dan ook de kern van Abrams geloof. Hij leeft van vertrouwen,
vertrouwen dat het goed is om op aarde te leven, en dat dat ook zal blijken
in the end, en dat wat gisteren misging en vandaag niet lukt, morgen toch
nog kan komen…, En ookal komt het niet dan is het toch beter om er naar verlangd
te hebben, dan zonder te moeten leven. En zo voegt de apostel Paulus toe,
vervult God zijn belofte dat hij ‘een groot nageslacht zou krijgen’ .. Want
allen die geloven zijn Abrahams geslacht… , geboren uit den hoge, getogen
uit de nacht.
In
het lied dat in het volgende deel aan bod komt, wordt deze gedachte in de
typische stijl van Willem Barnard (virtuoos associatief, spelend met woorden)
uitgewerkt tot een lied. Het enige dat u moet weten dat is dat in het bijbels
ABC het woord ‘geloven’ niet zozeer betekent dat je ‘allerlei ongelooflijke
dingen voor waar aanneemt’, maar ‘fiducie hebben’, vertrouwen… basic trust
dat het leven de moeite waard is om geleefd te worden, dat het ook de moeite
waard is om gewaagd te worden.
Allen die zo leven, ‘geloven’, zijn Abrahams geslacht.
4. Abraham zien
Willem heeft dus
Abraham gezien…
Vreemde uitdrukking
eigenlijk…
Ik vroeg me af,
waar die vandaan komt.
uit de bijbel, waar
anders.
Johannes 8
Jezus is in een
enorm ingewikkeld twistgesprek met zijn Joodse collega’s verwikkeld. En op het
moment dat bijna niemand nog volgen kan waar het over gaat, wordt Abraham erbij
gehaald. Jezus claimt dat Abraham het geweldig zou hebben gevonden om dit mee te
maken, zijn dag. Letterlijk zegt hij
56 Uw vader Abraham
heeft zich erop verheugd mijn dag te zien en hij heeft die gezien en zich
verblijd. 57 De Joden dan zeiden tot Hem: Gij zijt nog geen vijftig jaar en
hebt Gij Abraham gezien? 58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg
u: Eer Abraham was, ben Ik. 59 Zij namen dan stenen op om naar Hem te werpen;
maar Jezus verborg Zich en verliet de tempel.
Voilà, het
zoveelste voorbeeld van een halfbegrepen bijbelwoord dat een eigen leven is gaan
leiden en tot een spreekwoord geworden. De betekenis is echter wel duidelijk:
Als je claimt dat je ‘Abraham hebt gezien’, dan word je geacht ‘wijs te zijn’…
en mensen onder de 50 (zoals Jezus was), kunnen dat niet zijn.
Gelukkig dus dat
Willem dat inmiddels wel is… 50 èn wijs?
And now for something completely different.
Totnutoe klassiek
concert. Zo eentje als we met het ACM –kleinere schaal – wel vaker hebben.
Meditatief, beetje erg serieus soms, bijna een kerkdienst.
Een andere kant van
Willem ook, die velen niet kennen, vermoed ik.
Willem in de
harmonie, dat is Willem in z’n element. Hij is lid van maar liefst twee
harmonieorkesten… waar hij zijn eerste instrument: de klarinet (en aanverwante)
bespeelt.
Changez....
en na dit alles:
Happy Birthday
Programma
RENAISSANCE
Heinrich Schütz
(1585-1672):
Herr, unser Herrscher
(psalm 8), SWV27
uit Psalmen Davids
(1619)
SSATB/SSAT/ATBB
Willem Ceuleers, stuk op maat
Mensen, wij zijn geroepen om te leven (zie Liedboek gez.
94, t. W. Barnard /nieuwe melodie: W.
Ceuleers)
BAROK
Johann Sebastian Bach (1685-1750):
Fuga sopra Magnificat
BWV733 (Meine Seele erhebt den Herren)
orgel
Willem Ceuleers: cantate op maat
Meine Seele erhebt den Herren (Magnificat)
Evangelisches Kirchengesangbuch nr. 555
ROMANTIEK
Max
Reger (1873-1916):
uit
‘Zweiundfünfzig leicht ausführbare Vorspiele zu den gebräuchlichsten
evangelischen Chorälen’ opus 67 (1902):
nr.40: Valet will ich dir geben
orgel
Willem Ceuleers: stuk op maat
Uit Oer is hij getogen
Liedboek der Kerken nr. 3
(melodie ‘Valet will ich dir geben’)
HARMONIE
Marcel Dupré (1886-1971):
uit ‘Sept Pièces pour orgue’ opus 27 (1931):
nr. 4: Carillon
orgel
-
Eric Coates
(1886-1957): The Dam Busters March (1954)
tutti, olv Guy Delbrouck
-
1 stuk door
Takjes worden Boomen, olv Guy Delbrouck
-
1 stuk door De
Scheldezonen olv Erik Mast
-
Gustav Holst
(1874-1934): March
uit ‘First Suite in E Flat for Military Band’, opus 28 nr. 1 (1909)
tutti, olv Erik Mast
|