Welkom op dit
uniek concert. Zo vaak gebeurt het niet dat een hedendaagse componist nog de
volledige tekst van een bijbelse passie op muziek zet. En dan ook nog in het
Nederlands… Je vraagt je natuurlijk af, waarom iemand dat doet, anno 2012.
Dat is een
samenloop van omstandigheden // combinatie van factoren:
de persoon van de
componist: Willem Ceuleers, organist-titularis van deze kerk. Iedereen die
hem een beetje kent, weet hoezeer zijn hart klopt voor de muziek in de
kerkelijke liturgie; Welnu: het verhaal van Jezus’s lijden en sterven is
de de texte fondateur van de kerk. Zonder die gebeurtenissen die daar
verhaald worden, zat u hier vandaag niet, stond dit gebouw er niet, was er
geen Kerk… Dat hij dus ooit...
Zijn muziekgezelschap het
Antwerps Collegium Musicum, dat inmiddels 12 jaar bestaat met vallen en
opstaan, en in steeds wisselende samenstelling. Deze groep verenigt
professionals en amateurs vanwege hun liefde voor de muziek. Samen
met Willem plannen we ongeveer een jaar vooruit wat we willen gaan doen en
voor de Goede Week 2012 hadden we de Johannespassie van de
zeventiende-eeuwse componist Thomas Selle op het programma gezet, maar er
waren te weinig mensen beschikbaar voor de uitvoering. U moet weten: wij
werken op vrijwillige basis. Plan B…. Willem schrijft een passie op
maat voor dit ensemble.
Vandaar ook dat deze Passie zowel in kleine als in een
grote bezetting gespeeld kan worden. Vandaag zijn er vijftien zangers en een
kleine tiental instrumenten. In de minimumbezetting is echter de
hele passie uitvoerbaar met 3 zangers en een 6 instrumenten…. “kwestie van niet
voor verrassingen te komen staan”, schreef Willem mij vorig jaar toen het plan
vaste vormen begon aan te nemen, “want we hebben met het ACM geen
ervaring met werken van zo’n lange adem.” plan C… door het uitvallen van
de klaveciniste gisteren is het slotkoor vervangen door …
U begrijpt al:
dit wordt geen overweldigende dubbelkorige, rijk georchestreerde, effect &
affectvolle versie, zoals bij Bach. Het wordt ook geen emotioneel geladen,
subjectieve spirituele passie zoals bij Arvo Pärt, of eentje waarin de
verscheurdheid van de westerse wereld u bij de keel grijpt, zoals die van Ernst
Pepping, om maar een paar dwarsstraten te noemen.
Neen, Ceuleers
plaatst de tekst terug waar hij thuishoort: in de liturgie van de kerk. Daar is
het allemaal wat objectiever. Daar gaat het vooral om een goede
voorlezing.
Al vanaf de vroege
middeleeuwen werden in de liturgie van de Goede week de 4 passies gelezen, in
kapittelkerken en kloosters. In de 5e eeuw besluit de bisschop van
Rome dat de Mattheuspassie op Palmzondag en de Johannespassie op Goede Vrijdag
zal worden gelezen. Al spoedig begonnen celebrant en diaken de dialogen die in
de tekst staan onderling te verdelen en – als die er was – nam de sub-diaken dan
de overige rollen, o.a. die van het volk op zich. Gezongen natuurlijk:
gregoriaans, op de passende leestoon. Niet zo vreemd dat men dat is gaan, doen,
die teksten zijn daarvoor geschreven. De evangeliën zijn geen boeken om stil in
een hoekje te lezen, het zijn voorleesteksten van een gelovige gemeenschap: en
zeker de slothoofdstukken zijn zwaar gestileerd, dramatisch geënsceneerd.
En als de
kerkmuziek haar plaats in de liturgie verwerft, gebeurt er iets moois. De
muzen snellen de evangelist te hulp: professionele zangers nemen de rol over
van de diakens en later ook van de celebrant, maar de structuur blijft
hetzelfde. Ik zei het al: de passie van Ceuleers kan als het moet met 3
zangers worden uitgevoerd. Dezelfde rolverdeling als in de Middeleeuwen.
Met zijn zetting
schaart de componist zich dus in de lange rij van kerkmusici (echt niet alleen
Bach en Schutz, tallozen hebben het gedaan tussen de 15e en 18e
eeuw, van Jacob Obrecht, via Cipriano de Rore tot Philip Emmanuel Bach): muziek
voor de liturgie, dienstbaar aan de tekst. De kern van de muzikale passie
is dan ook het recitatief: er wordt voorgelezen, een verhaal verteld…
muzikaal, in muzentaal.
En bij Ceuleers
zijn dat dan 17e eeuwse muzen. Alsof hij een leerling was van
Heinrich Schütz heeft hij zelf een responsoriale passie geschreven: met
evangelist, dialogen en turbaekoren (rol van het volk of de priesters).
Niet subjectief
dus, maar objectief… Maar dat wil nog niet zeggen: gevoelloos. Integendeel, elke
goede voordracht is expressief, geladen met gevoel, maar op een subtiele
manier, in een onderlaag. Het ligt er niet dubbeldik bovenop zoals in de barok,
het wordt niet breed uitgesmeerd zoals in de romantiek en veel eigentijdse
muziek.
Het is eerder de
suggestie van een gevoel…
Ook een andere
Lutherse gewoonte heeft Ceuleers overgenomen, nl. om tijdens de lezing het
verhaal af en toe ‘stil te zetten’… Om wat terug te treden, te beschouwen wat er
aan het gebeuren is en hierover alvast wat te mediteren. Bij de selectie van die
teksten hebben we er bewust voor gekozen om geen vrije dichterlijke teksten te
gebruiken, maar ons te beperken tot liederen van de gelovige gemeenschap,
koralen.
-
beschouwend… Vergelijk het met de ‘koren’ die in de Griekse tragedies het
gebeuren becommentariëren, ingetogen, meelevend, invoelend, contemplatief.
- reagerend …
Het ‘evangeliewoord’ vraagt immers om een ‘antwoord’.
Men kan bij zo’n
gebeuren niet als toeschouwer aanwezig. Tua res agitur is immers
de kern van bijbelse hermeneutiek. Het gaat niet over anderen daar, maar over
mij. Invalspoorten, kansen tot identificatie, toeëigening, die het verhaal
biedt, worden zo benut.
Deze
beschouwingen en reacties zijn echter nooit zo dwingend en overweldigend als het
bij Bach of Pärt is. De hoorder blijft vrij: hij zelf wordt uitgedaagd het
verhaal te volgen en zijn eigen positie te bepalen ten opzichte van wat daar
beschreven wordt.
… over die
Joodse man, die wordt weggedaan, weggewerkt uit deze wereld, gehangen aan een
paal… Wiens levensgeschiedenis blijft intrigeren, ook na 2000 jaar: Hij laat ons
niet los. Wij komen niet van hem af.
Eigenaardig
evangelie, heel anders dan Mattheus, Markus, Lukas.
De passie is
relatief kort (2000 woorden, tegen 3000 in Mattheus) en veronderstelt het
verhaal eigenlijk bekend. Het laat ook veel dingen weg.
Eigenlijk is het
een reflectie op wat er nou eigenlijk gebeurd is onder de
oppervlakte van het gebeuren …. in de vorm van een hervertelling van het
gebeurde.
Bij hem gaat
alle aandacht naar de persoon van Jezus, die in dit evangelie heel
nadrukkelijk wordt getekend als degene die vanuit Gods wereld afkomstig is (het
Woord is vlees geworden) en hier op aarde is met een heel precies doel: “om zijn
leven te geven”. Hier voltrekt zich geen diep menselijke tragedie, onafwendbaar
zoals bij de Grieken, neen: hier wordt bewust geënsceneerd:
In al z’n
passiviteit is Jezus degene die constant de touwtjes in handen heeft;
bij zijn
arrestatie, voor Pilatus, ja zelfs vanaf het kruis, heeft hij de regie.
De aanwezige
mensen begrijpen ook niet wat er gebeurt.
In de gesprekken
gaat het van misverstand tot spraakverwarring, vaak met dubbele bodem.
Dit is
natuurlijk een literaire constructie van de auteur: een device om iets
over te brengen…
Wat dan? Ja,
daarvoor moet u gewoon goed luisteren, het verhaal volgen en nadenken.
Mijn suggestie
is dat Johannes het lijden en sterven van Jezus hervertelt om te laten zien wie
er nu eigenlijk in control is.
De machten
van deze wereld (militaire, religieuze, en politieke) natuurlijk: zij krijgen
Jezus in handen en doen met hem wat ze willen – zo lijk het – maar als ze
oog in oog staan met zijn innerlijk gezag worden ze ontmaskerd als
gesublimeerde vormen van on-macht.
De slotsom is
dat in dit evangelie de machteloze gekruisigde souverein is… eigenlijk de enige
‘gave mens’.
Dat staat dan
ook met zoveel woorden boven zijn hoofd: Deze mens, is de koning der
Joden, omstreden, betwist, maar … het wordt postuum bevestigd in een
koninklijke begrafenis… en onthuld op de Paasmorgen.
Voilà, genoeg
gezegd: Nu volgt de “lezing’ van het heilig evangelie naar de beschrijving van
de evangelist Johannes, gebracht door het Antwerps Collegium Musicum. Er
zijn enkel rustmomenten voorzien, waarin u zelf ook wat kunt doormediteren…
Na afloop stel
ik voor om eventuele blijken van uw appreciatie met enige vertraging te uiten…
en natuurlijk hebt u uw gsm al afgezet.
Het is inmiddels de vierde keer dat ik de inleiding op de Johannespassie mag
geven.
Dan treedt er een zekere verzadiging
op, afin bij mij zelf toch.
Ik dacht moet ik nu weer gaan
vertellen...
… dat Willem Ceuleers naast vele
andere zaken een kerkmusicus pur sang is en dat de passie die hij geschreven
heeft dus in de eerste plaats ‘muziek voor de liturgie’ is, dat het gaat om het
goed vertellen van een verhaal.
… dat u dus geen ‘allerindividueelste
expressie van een allerindividueelste emotie’ moet verwachten (a la Arvo Pärt of
Penderecki)
… maar dat anderzijds dat ook niet
betekent dat het gevoelloos is…
Neen, Dat ga ik dus niet vertellen.
(dat lijkt me niet)
Ook ga ik uw kostbare tijd niet in
beslag nemen met een hele uiteenzetting over hoe Ceuleers als virtuele virtuoze
leerling van Heinrich Schütz zich diens muzikale taal heeft eigen gemaakt en
helemaal in zijn stijl een responsoriale passie heeft gecomponeerd met
turbaekoren etc.
En al helemaal niet dat Willem een
latere Lutherse gewoonte heeft overgenomen om tijdens de lezing het verhaal af
en toe ‘stil te zetten’… Om wat terug te treden, beschouwend, zoals een Grieks
koor tijdens de tragedies… of ter bezinning zoals bij de latere Duitse
Passionen. Ik heb het dan over de koralen…
Nee, waarom zou ik u dat allemaal
vertellen. Dat spreekt voor zich en staat allemaal al lang op de website…
Dat allemaal niet, maar wat dan wel?
Wel, ik zal het u zeggen: ik keek
onlangs naar de TV, en zapte langs Canvas, en het toeval wilde dat er net een
uitzending van TED@Canvas begon. Een kleine vrouw kwam het podium op. Ik kende
haar niet, Zuiders type. Ze sprak Engels met een Spaans accent. Er stond
spanning op haar stem, waardoor die lichtjes trilde.
Het was Isabel Allende.
En: ze sprak goed. Dat moet ik
toegeven. En na een korte relativerende inleiding kwam ze bij haar eerste
officiële zin. Ze zei.
There is a Jewish
saying I love: what is truer than Truth? The story.
Wat is meer waar dan de waarheid ?
Het verhaal.
Ja, dacht ik: dat is het. Nagel op de
kop.
Eén zo’n uitspraak, en je kunt er
weer dagen tegen…
Nou ja, dacht ik toen. Wat zit ik nog
te piekeren over wat ik moet vertellen.
Dat is het. Alles zit erin. het gaat
om het verhaal … En:
zelfs de vraag naar de waarheid zit
erin. Geen andere evangelist is daar zo door geobsedeerd als Johannes… Bij hem
is het zelfs een katalysator in het verhaal zelf, moet u straks maar eens
opletten. Wat is waarheid vraagt Pontius Pilatus…
En hij was inderdaad geen Jood, want
hij heeft nog nooit zelfs maar bij benadering gedacht aan het mogelijke antwoord
dat Isabel Allende hem zou influisteren:
The story. Het verhaal zelf, dat wat
er zich voor je ogen afspeelt…
De passie dus.
Raar woord eigenlijk: passie.
Buiten de kerkelijke context
associeer je het met hartstocht, met overweldigende emoties: ‘groots en
meeslepend wil leven…’.
Enkel binnen de kerkelijke culturele
context is er de oude betekenis nog: lijden, ondergaan. De passie van Christus =
is het lijden van Christus. of: ‘het verhaal van het lijden van Jezus’. De
passie volgens Johannes, of germanisme: de Johannespassie.
Hoe kan nu een en hetzelfde woord, zo
vroeg ik me af, zo’n wereld van verschil aanduiden ?
… weet ik natuurlijk ook niet, maar
ik denk dat de verbinding tussen beide vormen van passie ‘m zit in het feit dat
het beide malen een ‘passivum’ is. Echte passie overkomt je, onderga je, je
wordt erdoor gegrepen. Proef ook maar eens alle dubbele bodems van het woord
‘overweldigend’
Passies zijn gevaarlijk, als je
erdoor gegrepen wordt, dan mag je hopen dat het goed afloopt, maar gegarandeerd
is het niet.
De passie van Jezus liep niet goed
af… alhoewel?
De machtige Pilatus is een figurant
geworden in het verhaal van Jezus.
Barabbas is in de nevelen van de
geschiedenis opgelost, Jezus kennen we nog.
Wie heeft er nu eigenlijk aan het
langste eind getrokken?
Afin: Het verhaal vertelt blijkbaar
een andere waarheid dan de oppervlakkige beschouwer eruit distilleert en los van
het verhaal probeert te formuleren
in dogma’s enzo….
Ik vermoed overigens dat de
eigenaardigheden van het verhaal, bijv. de vreemde rust van Jezus – he is in
control – altijd, precies dat wil suggereren, maar dit geheel terzijde.
Het wordt tijd om het verhaal niet
langer voor de voeten te lopen en zelf z’n waarheid te laten overbrengen. En ik
waarschuw u: een slecht gelezen verhaal gaat het ene oor en het andere uit. Dat
doet je niets. Een goed verteld verhaal kan je aangrijpen, boeien, maar een
verhaal op muziek gezet… gaat linea recta naar je hart.
Afin, om het allemaal niet teveel te
laten worden, zijn er enkele rustmomenten voorzien, waarin u wat kunt
doormediteren, of afstand nemen, of… niets doen..
U blijft vrij.
Dan zullen ook de instrumenten
bijgestemd worden… Na afloop ??
Evangelist: Willem Ceuleers, bas
Jezus: Luk Verlackt, bariton
Petrus: Dienaar, Knecht: Manfred Halsema, bariton
Pilatus: Michel Labro, bas
Dienstmaagd: Gertie Lindemans, mezzosopraan
Aria’s:
Daniëlle Van de Vloet, Frieda Vermeulen: sopraan
Gertie Lindemans: mezzosopraan
Koor:
Frieda Vermeulen, Floor Coomans, Bieke Schiltz, Daniëlle Van de Vloet, Hilde De
Bleser : sopraan
Brenda Blokland, Heleen Rouwenhorst, Gertie Lindemans: mezzosopraan
Vera Stessel, Els Caremans: alt
Luk Verlackt, Patrick Mollet, Hans Neels, Manfred Halsema: bariton
Michel Labro, Herman Moelants: bas
zondag 1 april 2012
(=Palmzondag), concertante uitvoering:
16u00, Sint-Lambertuskerk te Laken (i.s.m. het Davidsfonds) download
folder:
Johannespassie_1april_flyer.pdf
vrijdag 6 april 2012 (=Goede Vrijdag),
liturgische uitvoering: 20u15, viering in de
Sint Antoniuskerk,
Paardenmarkt 109, 2000 Antwerpen * download
folder:
Johannespassie_6april_flyer.pdf
Na
Bach, Penderecki en Pärt nog een ‘passie’ te schrijven, ga er maar
aan staan. Onvermijdelijk zal men uw werk vergelijken met dat van de
grote voorgangers en oudere tijdgenoten. Willem Ceuleers (°1962)
heeft zich hierdoor echter niet laten afschrikken.
Hij heeft gekozen voor de tekst van de evangelist Johannes. Hij
heeft die op een treffende wijze getoonzet in een stijl die het
midden houdt tussen Heinrich Schütz en Johann Sebastian Bach.
De eerste stelt zich met zijn muziek nog helemaal ten dienste van de
liturgische recitatie van het Passie-evangelie. Nooit wordt de lijn
van de vertelling onderbroken. De dialogen zijn kort en krachtig en
ook de interventies van ‘het volk’ (turbae) worden niet
uitgesponnen. Bij Bach staan we aan het eind van de ontwikkeling. De
liturgische recitatie is uitgegroeid tot een oratorische passie,
waarbij omvang en duur nog nauwelijks te verzoenen zijn met een
kerkelijk liturgisch kader. Ceuleers opteert ervoor om dicht bij de ingetogen stijl van Schütz
te blijven. Het evangelie moet een vertelling blijven. Naast
aandacht voor de expressiviteit van de recitatieven, de dialogen en
de turbae zet hij af en toe de handeling stil door koralen in te
voegen. Deze ‘koren’ dienen net als bij Bach (en in de Griekse
tragedies) om op het vertelde te reflecteren. zonder dat hierdoor de
draad van verhaal wordt verbroken. Een enkele keer groeit het koraal
uit tot een ‘klein geestelijk concert’, waarbij de bezinning iets
persoonlijker wordt. Deze passie kan daarom zowel dienen binnen de
liturgie van de kerk, als concertant uitgevoerd worden in de
Passietijd
Johannespassie (Evangelie naar de beschrijving van de evangelist
Johannes, h. 18-19) componist: Willem Ceuleers vertaling : Jos Keulers 3 tot 6 zangstemmen, met begeleiding van fluiten, cornet, trombone,
strijkinstrumenten en basso continuo (orgel en klavecimbel); ‘Kleine
Geistliche Konzerte’ voor sopraan en bas
* De
kerk aan de Lange Winkelstraat moest onverwacht op politiebevel gesloten
worden wegens het gevaar van vallende stenen. Dankzij de goede
oeucmenische contacten konden we zonder problemen terecht in de naburige
Sint-Antonius kerk aan de Paardenmarkt.