Er zijn twee hymnes met deze beginregel. De bekendste is
de sacramentshymne van Thomas van Aquino. Veel ouder is
echter het lied van Venantius Fortunatus. Dit lied is de compaan van Vexilla Regis prodeunt(daar ook meer
achtergrond). Het heeft dezelfde aanleiding, de plechtige processie ter ere
van de reliek van het kruis, in november 569 in Poitiers. Dit lied stond nog
in het oude Liedboek van 1973, nr. 186 (met de traditionele melodie -
abdij Moissac, ca. 1000). Altijd lastig voor het protestantse kerkvolk. De
Engelsen zingen het ook op 18de/19de eeuwse melodieën. Onderaan de pagina een
exempel (= tune holywood, slowly and majestically)
In Poitiers kunt u trouwens ook nog overblijfsel uit die
(Merovingische) tijd aantreffen: het baptisterium St. Jean. Hier doopte
bisschop Hilarius (ca. 310-367) zijn bekeerlingen, door af te dalen in het water en
door onderdompeling.
Oh ja, de bisschop was... getrouwd. Dat kon toen nog gewon. Schitterend monument!
[klik op de foto en u krijgt een
historische rondleiding
op youtube]
Hieronder de Latijnse tekst van die
vertaling. Net als bij de 'koningsvanen' heb ik één kleine correctie
doorgevoerd - opnieuw ook op instigatie van C.W. Mönnich. Het
betreft in dit geval de focus op het het
kruishout als een glorieuze trofee in couplet 1 (de wijziging is
regel 2). De vertaling
van Schulte Nordholt (met rijm) is qua inhoud en sfeer meer dan geslaagd te noemen.
Heel mooi is de legendarische link tussen het hout van de
'boom des levens' in de hof van Eden en op Golgotha (2de couplet, uitgewerkt
in de coupletten vanaf Crux Fidelis (8, 9, 10), dat in de
onderstaande uitvoering ook het keervers vormt. Dit vers is ook vaak
afzonderlijk getoonzet. Het staat in het Graduale Romanum bij de kruisverering
(Goede Vrijdag).
Venantius Fortunatus
J.W. Schulte Nordholt wijziging van de tweede regel (DW)*
Pange, lingua, gloriosi
proelium certaminis Et super crucis tropaeo dic
triumphum nobilem, Qualiter redemptor orbis immolatus
vicerit.
De parentis protoplasti fraude factor
condolens, Quando pomi noxialis morte morsu corruit,
Ipse lignum tunc notavit, damna ligni ut solveret.
Hoc
opus nostrae salutis ordo depoposcerat, Multiformis
perditoris arte ut artem falleret Et medelam ferret inde,
hostis unde laeserat.
Quando venit ergo sacri plenitudo
temporis, Missus est ab arce patris natus orbis conditor
Atque ventre virginali carne factus prodiit.
Vagit infans
inter arta conditus praesaepia, Membra pannis involuta virgo
mater adligat, Et pedes manusque, crura stricta pingit
fascia.
Lustra sex qui iam peracta tempus implens corporis,
Se volente, natus ad hoc, passioni deditus, Agnus in crucis
levatur immolandus stipite.
Hic acetum, fel, arundo, sputa,
clavi, lancea; Mite corpus perforatur; sanguis, unda
profluit, Terra, pontus, astra, mundus quo lavantur flumine.
CRUX fidelis, inter omnes arbor una nobilis, Nulla talem
silva profert flore, fronde, germine, Dulce lignum dulce
clavo dulce pondus sustinens.
Flecte ramos, arbor alta,
tensa laxa viscera, Et rigor lentescat ille, quem dedit
nativitas, Ut superni membra regis mite tendas stipite.
Sola
digna tu fuisti ferre pretium saeculi Atque portum
praeparare nauta mundo naufrago, Quem sacer cruor perunxit
fusus agni corpore.
[Aequa Patri Filioque, inclito
Paraclito, sempiterna sit beatae Trinitati gloria,
cuius alma nos redemit atque servat gratia.]
Het
laatste couplet is later toegevoegd]
cursieve klinkers moet u
'elideren', door ze samen te
nemen met de volgende.
Zing, mijn tong, bezing het
teken van de zege in de strijd, Van het kruishout moet gij spreken, triomferend in de
tijd.* Hij die 't
daglicht aan doet breken heeft ten offer zich gewijd.
Ziende hoe het menslijk leven, dat Hij schoon geschapen
had, aan de dood was prijsgegeven om de vrucht die Adam
at, heeft God weer een boom verheven, gaf zijn
allerliefste schat.
Om het heil ons te bereiden
heeft Hij 't heilig recht voldaan, heeft hem die ons
kwam misleiden met zijn list beschaamd doen staan, bood ons
om ons te bevrijden deze vrucht der liefde aan.
Toen de
volheid van de tijden was gekomen, koos de Zoon, Heer des
hemels, onze zijde, daalde neder uit de troon, God en Zoon
des mensen beide, voor een maagd het moederloon.
't
Schreiend kind door God gezonden in de kribbe, was de Heer.
In de windselen gewonden lag Hij hulpeloos terneer, handjes,
voetjes, saam gebonden, zoetjes drinkend, klein en teer.
Toen de ure was gekomen en zijn levenstijd
vervuld, heeft de Heer op zich genomen als verlosser alle
schuld, liet het lam zich zonder schromen binden, leed het
met geduld.
Eenzaam hangt Hij en terzijde.
Dorens, spijkers, felle speer, doen zijn teder lichaam
lijden, bloed en water stroomt terneer. Wat voor stroom komt
U bevrijden, aarde, zee en sterrenheer!
Edelste van alle bomen, zalig kruis van ons geloof,
uit welk
woud zijt gij genomen, zo met takken, bloemen, loof?
Lieflijk hout, welk een volkomen lieve last hangt in uw
loof.
Buig o boom uw takken neder, harde
nerf, wees in dit uur vloeiende en mild en teder, niet zo
streng als van natuur. 't Koningslichaam rust gereder op een
zachte stam terneer.
Immers draagt gij als
een gave Hem die zich ten offer wijdt. Gij, de loods, gij
wijst de haven, als de wereld schipbreuk lijdt. Hout dat 't
bloed des lams zal laven, balsem, stromend wijd en zijd.
[Aan de Vader hoog verheven, aan de Zoon die
voor ons lijdt, aan de Trooster van ons leven, zalige
drievuldigheid, zij de eer en kracht gegeven nu en in der
eeuwigheid.]
* JW Schulte Nordholt vertaalt:'t Vaandel dat de Heer zal steken is het kruis waaraan Hij lijdt. -
gewijzigd vanwege het misleidende 'vaandel'. Het zijn banieren/vanen. Zie
Vexilla Regis prodeunt
Een Engelse tune voor deze hymne (met vertaling van J.M. Neale)