katholiek en protestant 

 

 

Protestant-katholiek,
wat was het verschil ook al weer ?

Home ] [up] [ Wat is protestantisme ?] [ profiel van protestant ]

Overzicht van alles wat u altijd al wilde weten over protestanten en katholieken, maar niet durfde vragen of wat u al wel wist, maar niet zo goed onder woorden kon brengen of...
[bewerking van een artikel in 'Kerkmozaïek', november 2006] 

Zie ook een FAQ - pagina (andere website)

Voor haastige mensen een matrix (NB: matrix ≠ werkelijkheid) :

THE MATRIX  

horizontaal: drie christelijke denominaties...

verticaal: drie religieuze aspecten

Toevoeging 2024
instroom Afrika/Latijns-Amerika

 

Rooms

Protestants

Evangelisch
(Evangelical)

Pentecostal
(Charismatisch)

Karakter

Ritueel

Rationeel

Relationeel

Extatisch

Kernvraag

“Ben je gedoopt?”

“Wat geloof je?”

“Hoe is je relatie met God?”

"Do you feel/experience God's presence in you?"

Geloofsmedium

Zintuigen

Taal

Gevoel

Emotie

 

Voor geduldige mensen een heel artikel:

 

Pas vanaf de 16de eeuw is er sprake van ‘protestanten’ in onze betekenis van het woord. De eerste 15 eeuwen van het christendom hebben protestanten en rooms-katholieken[2] dus gemeen. De leerstellige beslissingen van de oude kerk zijn dus ook protestants geloofsgoed (alhoewel sommige protestanten daar ook vraagtekens bijzetten): God drie-enig, Jezus waarachtig God en mens, Maria moeder en maagd. In de 16de eeuw liep een poging tot kerk-hervorming uit de hand en leidde tot een breuk in het 'corpus christianum' (eenheid van leven, kerk, staat, op christelijke basis) van West-Europa, en vervolgens tot een verwarrende veelheid aan kerken, kerkgenootschappen etc.

 

De drie sola’s

De kenmerkende protestantse punten worden vaak voor 't gemak (19de eeuwse schematisering!) alsvolgt samengevat:

- Sola Scriptura : Alleen de Schrift - de Bijbel - is kenbron en criterium van alles wat het geloof aanbelangt.

- Sola Gratia : Een mens wordt alleen gered door Gods genade en heeft daar geen bemiddeling van priesters of voorspraak van heiligen voor nodig.

- Sola Fide : Een mens ontvangt de genade door het geloof alleen. Zijn eigen prestaties ("goede werken") tellen als het eropaan komt niet mee, omdat ze nooit voldoen. Veel deugden zijn vaak opgepoetste ondeugden, nietwaar...

Als men de drie sola's niet als samenvatting beschouwt, maar als eye-openers, kunnen ze inderdaad dienen om een paar structuurkenmerken van de 'protestantse' instelling, geestesgesteldheid te belichten.

 

Gevolgen

 

Einde van de financiële basis van de kerk

Als er geen voorspraak van heiligen of anderen meer nodig is om tot God te komen - je toevertrouwen aan Christus is genoeg - komt er een einde aan de 'santenkraam'. Omdat tegelijk ook het vagevuur (graduele reiniging van de door zonde bezoedelde zielen) als niet-bijbels wordt afgeschaft, begint het hele businessplan van de Kerk in z'n voegen te kraken. Geen inkomsten meer uit aflaten, geen 'stichtingen' om voor het zieleheil van overledenen te bidden etc... Dus naast spirituele heeft de Reformatie ook grote financiële gevolgen.

 

Het einde van de priesterlijke kerk

Het wordt nog erger: Niet enkel de heiligen, heel het middenveld tussen God en mens werd eigenlijk opgeheven, inclusief de bemiddelende rol van de heilige Kerk zelf. Protestanten menen dat iemand met God kan communiceren zonder dat daar een priester aan te pas moet komen. Ook de zonden kunnen rechtstreeks vergeven worden: "Belijd je schuld oprecht aan God, vraag in Jezus’ naam vergeving en dan mag je geloven dat de ‘absolutie’ een feit is". En als het een concrete schuld t.o.v. een medemens is, dan moet je God daar zelfs niet mee lastigvallen: dat moet je gewoon biechten, herstellen, goedmaken t.o.v. die persoon. Niet alleen is de priester hiermee technisch werkloos, eigenlijk komt hiermee het hele instituut ‘Kerk’ op de tocht te staan. Niet meer heils-noodzakelijk, eigenlijk... overbodig. Ekklesia (Grieks woord voor Kerk) wordt sinds Luther vertaald met gemeenschap van gelovigen (de verzamelde 'Gemeente').

 

De opkomst van de predikant

Het ambt van predikant bij de protestanten – gevolg van het vorige – is niet sacramenteel (hij is geen priester), maar functioneel: hij is dienaar des Woords. Hij moet preken, dat is de Schrift uitleggen en toepassen (immers: Sola Scriptura). Daaraan ontleent hij zijn gezag. Al doende wordt hij natuurlijk wel een spilfiguur in de gemeente (= gemeenschap van gelovigen). En natuurlijk is hij ook wel een beetje ‘meer dan een gewone gelovige’ maar dat mag je nooit hardop zeggen, laat staan officieel vastleggen. En natuurlijk mag hij trouwen, want in heel de bijbel is nergens een gebod tot celibatair leven te vinden, zelfs niet bij Paulus.

 

De organisatie van de kerk

Dat de kerkorganisatie hierdoor ingrijpend afgeslankt wordt, spreekt voor zich. Predikanten en bekwame 'parochianen' (gemeenteleden), vaak oudsten of ouderlingen (presbyteroi in het Grieks) genaamd, besturen collegiaal de gemeenschap, met alle voor- èn nadelen van dien. Of er boven deze plaatselijke structuur nog meer instituut “nodig / wenselijk / toegestaan” is, wordt tot op de dag van vandaag hevig betwist, want hierover is de bijbel niet erg duidelijk. Vaak organiseren lokale gemeentes zich in provinciale en/of landelijke 'samenkomsten' (synodes). Vandaar: 'Protestantse kerk van België' of  'Nederlandse Hervormde Kerk'.

 

De Schrift alleen of toch...
En zo zijn we terug bij het eerste sola, het Sola Scriptura. De bijbel wordt geacht de grondslag van alles te zijn in de kerk. Dit is het sterke èn het zwakke punt van de protestantse wereld gebleken.
- Het sterke punt, want met de Schrift in de hand kon men een zeer machtige kerkelijke traditie te lijf gaan en laten zien dat heel veel gebruiken niet bijbels waren.
- Maar eens de ergste misstanden geïdentificeerd en de kerk ‘gezuiverd’, bleek het principe dat zo effectief was als kritisch begrip plots machteloos. Dat is het zwakke punt. Op grond van de Schrift alléén (Sola Scriptura) een nieuwe kerk opbouwen, almost from scratch, is lastig.
De bijbel klinkt - als het daarover gaat - als een oud boek (beetje paternalistisch). De richtlijnen zijn tamelijk ad hoc, pragmatisch en... onderling tegenstrijdig (bijv. over de rol van de vrouw). Voor kerkopbouw heb je dus meer nodig dan de bijbel alleen, bijv. verstand van groepsprocessen, organisatiekunde en niet te vergeten: psychologisch inzicht, tact en wijsheid. Als vanzelf vormden zich dus nieuwe ‘tradities’ (al dan niet bewust aansluitend op, of zich afzettend tegen de katholieke traditie) waarna de volgende groep ‘protestanten’ zich met de Schrift in de hand begon te keren tegen het nieuwe instituut Enfin u begrijpt het al: een repeterende breuk: “Neem één protestant en je hebt een overtuiging. Neem er twee: je hebt een kerk. Zet er een derde bij en je hebt een kerkscheuring.” [Ik dacht altijd dat dit een protestantse grapje was, maar het komt ook voor in Joodse milieus]. De strengste groepen (met de meest minimalistische opvatting over institutionele kerkopbouw) delfden meestal het onderspit en/of emigreerden, bijv. naar de Nieuwe Wereld.

 

Belangrijke verschilpunten, die men nu mag overslaan.

Naast de boven genoemde kernmerken zijn er ook nog een reeks hete hangijzers geweest, waarover u zich m.i. beter niet meer druk maakt:

- Predestinatie. Calvijn, die sterk denkt vanuit de souvereiniteit van God, hecht eraan om – in de lijn van Augustinus – te benadrukken dat God vanaf het allereerste begin tot het allerlaatste moment de touwtjes in handen heeft, wat wij mensen ook verzinnen. Deze troostrijk bedoelde leer gelijkstellen met een filosofisch absoluut determinisme doet Calvijn’s intentie geen recht.

- Transsubstantiatie, consubstantiatie, presentia realis, oftewel: hoe is Christus aanwezig in brood en wijn. Hier is al zoveel inkt over gevloeid dat het zonde zou zijn daar nog meer drukinkt aan te wijden. Christus’ kruisdood eerbiedig gedenken om zo de gemeenschap (communio) met Christus en elkaar te beleven: daar komt het bij protestant en katholiek in de praktijk en de beleving op neer. Ongelukkigerwijs heeft men in de loop der eeuwen middels theologische systeembouw hieromtrent zulke stevige stellingen opgebouwd, dat men eeuwen nodig heeft om die af te breken. Men kan m.i. beter alle stellingen verlaten om elkaar onder de open hemel te ontmoeten.

- De rechtvaardiging door het geloof alleen (sola fide) of óók door goede werken. In de zestiende eeuw hebben roomsen en lutheranen elkaar hieromtrent met woorden en zwaarden bestreden. Eind twintigste eeuw is er een gezamenlijke verklaring ondertekend door de Lutherse Wereldfederatie en de Roomskatholieke kerk, waarin men de consensus bijv.  alsvolgt heeft verwoord: “Samen belijden we: alleen uit genade en door het geloof in de heilsdaad van Christus, en niet op grond van eigen verdienste worden wij door God aangenomen en ontvangen wij de Heilige Geest, die ons hart vernieuwt en ons in staat stelt om goede werken te doen en ons daartoe oproept.”[3]

 

 

toegiften

een paar dingen over Luther en Calvijn

1.      Luther was een Augustijner monnik, die door zijn overste (Von Staupitz) naar de universiteit van Wittenberg werd gestuurd en daar professor in de theologie werd. Zijn bijbeluitleg bracht hem in 1517 in botsing met de heersende opvattingen over schuld en boete (en dus genade en bekering), en vervolgens met de hele kerkelijke hiërarchie. Dankzij de steun van enkele Duitse vorsten overleefde hij deze botsing en konden zijn opvattingen kerkhervormend werken in enkele Duitse landstreken, die zich tegelijk emancipeerden van keizer Karel V. Over hem: zie www.luther.wursten.be

2.      Calvijn (tweede generatie) was meester in de rechten en had als jongeman omwille van zijn geloofsopvattingen Frankrijk verlaten. Via o.a. Straatsburg kwam hij rond 1540 definitief in Genève terecht. Onder zijn leiding werd de kerk aldaar een opvangscentrum voor geloofs­vluchtelingen (vnl. uit Frankrijk) en groeide uit tot hoofdkwartier van een clandestien netwerk van hervormde geloofsgemeenschappen (o.a. in “De Nederlanden”).

3.      Noch Luther noch Calvijn wilden een nieuwe kerk stichten. Beiden wilden de ene christelijke - katholieke - kerk hervormen, maar het conflict werd zo hevig, dat de kerkelijke wegen zich uiteindelijke scheiden. Protestanten zijn dus eigenlijk gewoon hervormd-katholieken. Zij nemen de regie van het kerkelijk leven in eigen hand (locaal, regionaal, of nationaal ). Als zodanig zijn ze te onderscheiden van de rooms-katholieke kerken, die zich in een hiërarchische structuur voegen onder de bisschop van Rome.

 

Profielschets van een protestant (of klik hier voor een uitgebreidere profielschets)

1.      Een protestant verwijst voor zijn geloofsopvattingen altijd naar de bijbel.

2.      Een protestant probeert te begrijpen wat hij gelooft en als hij het niet begrijpen kan gaat hij theologie studeren tot hij een tevredenstellende redenering heeft bedacht.

3.      Een protestant staat vreemd tegenover woordeloze gods-dienst en begrijpt niet veel van mystiek. Hij wil z’n geloof toepassen op z’n dagelijks leven.

4.      Een protestant heeft weinig gevoel voor symboliek of rituelen. Als hij die toch beoefent, voelt hij zich vaak geroepen om ze uit te leggen.

5.      Een protestant zal proberen z’n geloof aan uit te leggen en anderen van de kwaliteit ervan te overtuigen (al was het alleen maar om zichzelf te overtuigen).


 

[1] Sinds enkele jaren wordt in België de “protestantse wereld” verdeeld in protestanten (VPKB) en evangelischen (vrije kerken en groepen). Van de eersten hebt u het blad in handen, bij de tweeden kunt u bijv. denken aan de E.O. in Nederland. In dit artikel gaat het verder over de protestanten.

[2] katholiek = wereldwijd present. Protestanten, Anglicanen en Oosters-orthodoxen vormen ook katholieke kerken, maar zijn niet rooms-katholiek (= hoofdkwartier in Rome).

[3] Punt 15 van de “Gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardiging” (31 oktober 1999, Augsburg)