La Tortue
Du Thrace magique, ô délire !
Mes doigts sûrs font sonner la lyre.
Les animaux passent aux sons
De ma tortue, de mes chansons.
|
De Schildpad
uit het magische Thracië, verrukking !
Met zekere vingers tokkel ik op de snaren.
De dieren gaan voorbij op de klanken
van mijn schildpad, van mijn liederen.
|

|
From magical Thrace – o delight!
My sure fingers pluck the lyre.
Animals pass by to the sound
Of my tortoise, of my songs.
het Orpharion zo noemde
men de 'schildpadlier', het
mythische instrument
van Orpheus. In de Renaissance heeft men (o.a. Ficino) in
naïeve ijver gepoogd dit instrument te reconstrueren. Zie ook de
noot hieronder van Apollinaire zelf.
Muziek uit het magische
Thracië
vingers op de snaren,
in trance
gaan de dieren voorbij,
dans,
de schildpad zingt zijn
zang.
|
Du Thrace
magique
Orphée
était natif de la Thrace. Ce sublime poète jouait d’une lyre que
Mercure lui avait donnée. Elle était composée d’une carapace de
tortue, de cuir collé à l’entour, de deux branches, d’un chevalet et
de cordes faites avec des boyaux de brebis. Mercure donna également
de ces lyres à Apollon et à Amphion. Quand Orphée jouait en
chantant, les animaux sauvages eux-mêmes venaient écouter son
cantique. Orphée inventa toutes les sciences, tous les arts. Fondé
dans la magie, il connut l'avenir et prédit chrétiennement
l'avènement du SAUVEUR. |
|
Uit het
magische Thracië
Orpheus kwam uit Thracië. Deze sublieme dichter bespeelde een
lier die Mercurius hem had gegeven. Deze lier bestond uit een schild
van een schildpad, waarrond leder gekleefd was, twee ribben, een
brug en snaren van schapendarmen. Mercurius schonk zulke lieren ook
aan Apollo en Amphion. Wanneer Orpheus erop speelde en erbij zong,
kwamen de wilde dieren hoogstpersoonlijk naar zijn gezang luisteren.
Orpheus was de uitvinder van alle wetenschappen en kunsten.
Doorkneed in de magie, kende hij de toekomst en voorspelde op een
christelijke wijze de komst van de VERLOSSER. |