Polyfone muziek rond
en
interkerkelijke bezinning op
Maria
[tekst via copy&paste uit het programmaboekje PDF.
In de originele layout vindt u het :
https://dick.wursten.be/acm/ave-boek.pdf]
- de bezinnendeteksten vindt u
hier

Koor van het Antwerps Collegium Musicum o.l.v. Willem
Ceuleers
sprekers: E.H. Paul Pas (voormalig pastoor Pius X-parochie
in Wilrijk)
Ds. Dick Wursten (predikant Antwerpen-Oost)
Sopranen: Frieda Vermeulen, Cathy Closset, Daniëlle Van
de Vloet, Hilde De Bleser
Alten: Helleke van Leemputten, Wina Boey, Els Caremans,
Sigrid Wessels
Tenoren: Eddy Moonen, Walter Bosmans (met
dulciaan...?),
?
Bassen: Jan van Gassen, Andoni Michelena, Willem Ceuleers
1. Welkomstwoord
2. Introductie op het programma (Dick
Wursten)
3. Magnificat met antifoon van de dag [Gregoriaans]
Sabbato ad vesperas
Usque modo non petistis quidquam in nomine meo:
petite, et accipietis, alleluia
|
zaterdagavond
Tot nu toe hebt gij nog niets gevraagd in mijn naam:
vraagt en gij zult ontvangen
Joh 16:24a
|
Dominica ad vesperas
Petite et accepietis, ut gaudium vestrum sit plenum:
ispe enim Pater amat vos, quia vos amastis et
credidistis, alleluia
|
zondagavond
Vraagt en gij zult ontvangen, opdat uw vreugde
volkomen zij: Want de Vader zelf heeft u lief, omdat
gij mij liefhebt en in mij hebt geloofd.
Joh 16:24b,27
|
Magnificat anima mea Dominum
et exultavit spiritus meus in Deo salutari meo.
Quia respexit humilitatem ancillae suae:
ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes
generationes.
Quia fecit mihi magna qui potens est
et sanctum nomen eius.
Et misericordia eius in progenies et progenies
timentibus eum.
Fecit potentiam in brachio suo:
dispersit superbos mente cordis sui.
Deposuit potentes de sede
et exaltavit humiles
Esurientes implevit bonis
et divites dimisit inanes.
Suscepit Israhel puerum suum memorari misericordiae
sicut locutus est ad patres nostros Abraham et
semini eius in saecula
|
- Mijn ziel maakt groot de Heer,
mijn geest verblijdt zich zeer, want God heeft mij
geringe, die hem als dienstmaagd dien, goedgunstig
aangezien; en deed mij grote dingen.
- Van nu aan om wat Hij - de Sterke - deed aan mij,
zullen mij zalig prijzen alle geslachten saam,
want heilig is zijn naam, Hij zal zijn trouw
bewijzen.
- Zijn arm verstoot met kracht de groten uit hun
macht,
de vorsten van hun tronen; maar Hij maakt kleinen
groot
en zal met overvloed de hongerigen lonen.
- Hij heeft het lang voorzegd : aan Israel zijn
knecht,
zal hij genade schenken. En Hij zal Abraham
en al wie na hem kwam in eeuwigheid gedenken
Muus Jacobse naar Lukas 1: 47-55
|
4. Alleluia. Ave Rex noster [Gregoriaans]
Liturgisch: Dit hallelujah met het vers "Ave Rex"
wordt gezongen tijdens votiefmissen die het lijden van
Christus gedenken op weekdagen buiten de vastentijd.
Kenmerkend voor het Hallelujah is de lange melodische lijn (melisme)
op ‘lé’. De melodie is dorisch (eerste modus, gekenmerkt
door evenwicht en waardigheid)
Omdat de afstand tussen de hoogste en laagste toon
(ambitus)
klein is (enkel op ‘crucifigendum’ (!) wordt de sixt
overstegen) krijgt het gezang een zeer ingetogen karakter:
passend bij het ‘Agnus Dei’ waarnaar het slot refereert.
Alleluia.
Ave Rex noster
Tu solus nostros es miseratur errores:
Patri obediens, ductus es ad crucifigendum,
ut agnus mansuetus ad occisionem.
|
Hallelujah.
Wees gegroet, onze Koning,
Gij alleen hebt medelijden met onze dwalingen:
gehoorzaam aan de Vader zijt gij naar het kruis
geleid gedwee, zoals een lam ter slachting.
|
5. Het getuigenis van Lucas over Maria
(Paul Pas)
6. Ave maris stella [Guillaume Dufay, ca 1400- 1474]
Guillaume Dufay
(Henegouwen?) was in 1409 koorknaap aan de kathedraal van
Kamerijk/Cambrai, daarna zanger in Pesaro, Laon (1424-1426)
en Bologna en werd in 1428 lid van de pauselijke kapel in
Rome (later Firenze). In 1436 keerde hij terug naar z’n
roots, was als kanunnik verbonden aan de kathedraal van
Kamerijk en van 1450-1458 ook nog in dienst van de hertog
van Savoie in Chambéry. Hij overleed op 27 november 1474.
Vooral als kerkmusicus was hij zeer beroemd. Zijn werken
zijn doorgaans zeer complex en virtuoos. De hymnen echter
zijn homofoon gezet met slechts enkele versieringen.
Ave Maris Stella
is een zeer populaire liturgische hymne van onbekende
origine. Aangezien de tekst van deze hymne voorkomt in de
Codex Sangallensis, een 9de eeuws manuscript
(Sankt Gallen) dateert men de compositie meestal ook rond
die tijd. De hymne heeft vanouds een plaats in het officie
van de Vespers van Mariaanse feestdagen.
De Maria-titel ‘sterre der zee’ is zeer oud, maar nog
steeds niet bevredigend verklaard. In aanmerking komt nog
het meest een overschrijffout: Hieronymus stelde in 390 in
zijn ‘liber interpretationis Hebraicorum nominum’ dat
de naam ‘Maria’ verklaard kan worden als ‘stilla maris sive
amarum mare’ (= ‘druppel der zee’ of ‘bittere zee’), waarbij
latere afschrijvers ‘stilla’ in ‘stella’ zouden hebben
veranderd. Bij Isidorus van Sevilla, Beda etc. is ‘stella
maris’ al een vaststaande titel in de betekenis van
illuminatrix: ‘zij die licht geeft in duistere
omstandigheden’.
De tegenstelling Eva – Maria, waarbinne Gabriels
begroeting (Ave) de ommekeer inluidt in de
geschiedenis van de mensenkinderen (die begint bij de
oermoeder Eva) wordt al gevonden bij Irenaeus van
Lyon (geb. ± 130) in een geschrift ‘tegen de ketterijen’
(i.c. een ketterij die het werkelijk mens-zijn van Christus
betwijfelde, later onder de verzamelnaam gnostiek
geordend. Maria als garant voor het waarachtig mens-zijn van
Christus).
J.W. Schulte Nordholt (1920-1995) maakte een metrische
vertaling in 2x zoveel verzen. Stalpart van der Wielen
(1579-1630) hield gelijke tred met het Latijn maar moest
daarvoor zijn toevlucht nemen tot staccato-achtige nominale
zinnen:
Heldre Zeester! Moeder!
van den besten Hoeder!
Maagd altijd gebleven!
Poort van ’t eeuwig leven!
Beider poging zegt toch wel iets over de compacte
zeggingskracht van het Latijn.
Van het Ave Maris Stella van Dufay bestaan er twee
verschillende versies van de tweede stem: de ene is een
faux-bourdon
(de tweede stem wandelt in parallelle kwarten mee met de
eerste stem), de andere versie heeft een vrije partij die de
derde stem vaak kruist. In de uitvoering hoort u bij de 5de
strofe de drie stemmen met faux-bourdon, in de 7de strofe
hoort u de vrije partij. Bij de oneven verzen hoort u Dufay,
bij de even verzen het Gregoriaans.
Ave maris stella,
Dei Mater alma,
atque semper Virgo,
felix coeli porta.
Sumens illud Ave
Gabrielis ore,
funda nos in pace
mutans Hevae nomen.
Solve vincla reis
profer lumen caecis,
mala nostra pelle,
bona cuncta posce.
Monstra te esse matrem:
Sumat per te preces,
qui pro nobis natus,
tulit esse tuus.
Virgo singularis,
inter omnes mitis,
nos culpis solutos
mites fac et castos.
Vitam praesta puram,
iter para tutum:
Ut videntes Jesum,
semper collaetemur.
Sit laus Deo Patri,
summo Christo decus,
Spiritui Sancto,
tribus honor unus.
Amen.
|
letterlijke vertaling
Wees gegroet, sterre der zee,
voedende Moeder Gods,
en altijd Maagd,
zalige poort des hemels.
Gij die dit AVE uit de mond
van Gabriel mocht vernemen,
grondvest ons in de vrede
door de naam van EVA om te keren
Slaak de boeien van de zondaars,
schenk het licht aan de blinden,
verdrijf onze kwalen
en verwerf ons alle goeds.
Toon dat Gij moeder zijt;
moge Hij, die voor ons geboren is
en zich verwaardigd heeft uw (Zoon) te zijn, door U
onze gebeden aanvaarden.
Maagd zonder weerga,
boven allen zachtmoedig,
verlos ons van onze schuld
en maak ons zachtmoedig en kuis.
Geef ons een rein leven,
bereid ons een veilige weg,
opdat wij Jezus aanschouwend
ons eeuwig samen mogen verblijden.
Lof zij aan God de Vader,
roem aan Christus de Allerhoogste,
en aan de Heilige Geest;
aan alle drie gelijke eer.
Amen.
|
J.W. Schulte Nordholt
Wees gegroet, o Sterre,
boven zee en duister
stralende van verre
leid ons met uw luister.
Moeder Gods en tevens
Maagd te allen tijde,
poort des eeuwgen levens,
toevlucht en geleide.
Ave was het zoete
heilge woord waarmede
Gabriel u groette,
woord van grote vrede
O kom ons te stade,
neem ons in uw hoede,
keer in uw genade
Eva’s naam ten goede.
&cetera
|
7. Ave Christe, immolate [Josquin Desprez, ca
1440-1521]
Josquin Desprez
(geboren in Vermandois = een graafschap in Picardië),
achtereenvolgens zanger van de kathedraal te Milaan
(1459-1472), in dienst van de paus te Rome (1486-1495
(mogelijk ook later...), waarschijnlijk van 1501-1503 in
dienst van de koning van Frankrijk, Louis XII. Zeker in 1503
kapelmeester te Ferrara, in 1504 provoost in de Condé.
Vandaaruit waarschijnlijk contacten met het hof van
Margaretha van Oostenrijk in Mechelen (waar Pierre de la Rue
actief was). Over Josquins laatste jaren weten wij niets.
Hij stierf in 1521.
Josquin verstond de kunst om met weinig stemmen het hele
scala van intimiteit tot monumentaliteit te bespelen. Martin
Luther behoorde tot zijn grootste fans en noemde hem "der
Notenmeister", omdat hij "met de noten deed wat hij wilde,
terwijl de anderen moesten doen wat de noten wilden" (d.w.z.
zich moesten plooien naar de wetten van het contrapunt). De
verbinding tekst-muziek is vaak optimaal.
Het motet Ave Christe, immolate bestaat uit 2 delen.
Het eerste deel is een Passiegedicht, het tweede een daarmee
los verbonden gebed (in proza). Opvallend is hoe Josquin
beide teksten muzikaal aan elkaar verbindt door in beide
delen tekstfragmenten te voorzien van vergelijkbare of zelfs
dezelfde muziek. Let bijvoorbeeld op "redemisti" uit het
eerste en "electorum" uit het tweede deel. Erg typisch voor
Josquin is ook de tekstbehandeling in stemparen (sopraan en
alt wisselen af met tenor en bas); de volle vierstemmigheid
reserveerde hij voor het einde van een zin, om deze zo beter
te markeren, of geheel homofoon bij een enkel woord. Hij
behandelde de tekst in principe syllabisch (1 lettergreep =
1 toon), dit in tegenstelling tot de meeste van zijn
collega’s. Door deze werkwijze is zijn muziek ook auditief
erg overzichtelijk, wat de verstaanbaarheid van het woord
erg bevordert. Zijn compositiestijl heeft verschillende van
zijn jongere collega’s, bv. Pierre de la Rue en Clemens non
Papa, beïnvloed.
Ave Christe,
immolate in crucis ara,
redemptionis hostia,
morte tua nos amara
fac redemptos luce clara
tecum frui gloria.
Ave verbum,
incarnatum de Maria virgine,
panis vivus angelorum,
salus et spes infirmorum,
medicina peccatorum.
Salve corpus Jesu Christi,
quod de coelo descendisti,
et populum redemisti.
Qui in cruce pependisti.
Jesu bone,
fons pietatis,
laus angelorum,
gloria Sanctorum,
miserere nobis.
SECUNDA PARS
Salve lux mundi,
verbum patris,
hostia vera,
viva caro,
Deitas integra,
verus homo.
Ave principium nostrae creationis,
ave pretium nostrae redemptionis
ave viaticum nostrae peregrinationis
ave solacium nostrae expectationis,
ave salus nostrae salvationis,
qui hic immolaris pro nobis et sanctificaris,
juva dies nostros in pace disponi
et nos electorum tuorum grege numerari.
|
Wees gegroet, Christus,
gestorven op het altaar van het het kruis,
als offer der verlossing.
Maak door uw bittere dood ons tot verlosten
om met u in een helder licht
te genieten van de heerlijkheid
Wees gegroet, Woord,
vlees geworden door de Maagd Maria,
levend brood der engelen,
heil en hoop der zieken,
medicijn der zondaars.
Gegroet lichaam van Jezus Christus,
dat uit de hemel neerdaalde
en het volk verloste.
Gij die aan het kruis hing,
goede Jezus,
bron van vroomheid,
lof der engelen,
roem der heiligen,
heb medelijden met ons.
TWEEDE DEEL
Gegroet licht der wereld,
woord des Vaders
waarachtig offer,
levend vlees,
ongeschonden godheid,
waarachtig mens.
Wees gegroet, oorsprong van onze schepping,
wees gegroet, losprijs van onze verlossing,
wees gegroet, teerkost voor onze pelgrimsweg,
wees gegroet, troost van onze verwachting,
wees gegroet, heil van onze redding,
Gij die hier voor ons geofferd en geheiligd wordt,
help ons, dat wij onze dagen in vrede mogen beleven
en dat wij (eens) tot de schare der uitverkorenen
gerekend mogen worden.
|
8. Momentopnamen uit de theologische carrière van Maria
(Dick
Wursten)
9. Ave Regina coelorum [Pierre de la Rue, ca 1460-1518)
Pierre de la Rue
(Doornik?) was van 1482-1485 als tenorzanger verbonden aan
de kathedraal van Siena, van 1489-1492 idem aan de
kathedraal van ’s-Hertogenbosch. Daarna is hij in dienst van
verschillende elkaar opvolgende hoven: 1492 Maximiliaan van
Oostenrijk; 1493-1506 Philips de Schone (1501-1503, 1506
reizen naar Spanje), 1506 bij diens weduwe: Johanna de
Waanzinnige; 1508-1514 Margaretha van Oostenrijk (Mechelen).
Haar lievelingscomponist... zie haar beroemde
chansonboek, waarin Tous les regretz..., 1514-1516:
aartshertog Karel; 1516-1518 trekt zich terug in Kortrijk
(waar hij zich in 1501 een prebende verworven had), kanunnik
van de O.L.V. kerk.
Zijn echte naam is niet bekend (Peter van Straaten, Pieter
van der Straeten ?). In zijn muziek blijkt hij op talloze
manieren verbonden met Josquin Desprez. Hun werken werden
ook vaak samen uitgegeven. Hoewel vooral bekend als
chanson-componist zijn ook zijn religieuze werken niet te
onderschatten. Zij kenmerken zich door een groot gevoel voor
lineariteit, en zijn vaak pareltjes van ingehouden
expressiviteit.
Ave Regina Caelorum
is een populaire Maria-antifoon uit de 12de eeuw uit de
monastieke traditie. Auteur onbekend. Als afsluitende
antifoon voor de completen is het in gebruik sinds de 13de
eeuw. De antifoon wordt traditioneel gereciteerd vanaf
Maria-lichtmis (2/2) tot witte donderdag.
In de versie van De la Rue houdt de tenor een zeer vrije
parafrase van het Gregoriaanse gezang (soms maar met enkele
tonen of toongroepen). De overige stemmen imiteren af en toe
de tenor maar gaan meestal hun eigen weg. Dit stuk moet zeer
populair geweest zijn, ook in Lutherse middens, gezien de
uitgave van de Wittenbergse muziekdrukker Georg Rhau in zijn
verzamelbundel met motetten Symphoniae jucundae uit
1538 met een voor de protestanten ‘aangepaste’ tekst: Maria
moest wijken voor Jezus (Ave apertor coelorum).
Op deze manier heeft de Lutherse reformatie heel wat
rooms erfgoed (bijv. veel oudkerkelijke hymnen) proberen mee
te nemen in haar eigen traditie. (‘christlich bessern’
noemde Luther deze praktijk), inclusief enkele Maria-hymnen.
In deze zelfde bundel van Rhau (met voorwoord van Luther)
komt overigens het eerste deel van het Ave Maria voor
(= zonder ‘ora pro nobis, want haar middelaarschap en
voorbede was niet nodig: Christus alleen, Christus genoeg)
en een onvervalste hymne op Maria’s maagdelijkheid:
inviolata, integra et casta es Maria...
Tegen deze opvatting (= Maria’s eeuwigdurende
maagdelijkheid) had Luther geen bezwaar.
origineel
Ave Regina coelorum,
Ave Domina angelorum:
Salve radix sancta,
Ex qua mundo lux est orta:
Gaude gloriosa,
Super omnes speciosa:
Vale, valde decora
Et pro nobis Christum exora.
|
Wees gegroet, koningin des hemels
wees gegroet, Heerseres der Engelen:
gegroet, heilige wortel,
uit wie voor de wereld het licht is opgegaan;
verheug U verheerlijkte boven allen liefelijk;
Heil u, o wonderschone en bid tot Christus voor ons.
|
Protestantse versie
Ave apertor coelorum,
Ave Domine Angelorum:
Salve Jesu Christe,
Lux mundi, sol justitiae:
Gaude gloriose,
Super omnes speciose,
Vale, valde decore
Et pro nobis Patrem exora.
|
Wees gegroet, opener
des hemels,
wees gegroet, Heer
der Engelen:
gegroet Jezus Christus, licht der wereld, zonne der
gerechtigheid;
verheug U verheerlijkte , boven allen
liefelijk;
Heil u, o wonderschone en bid tot de Vader voor ons.
|
10. Mariale lofzangen en het ‘Weesgegroet’
(Paul
Pas)
11. #9; Ave fuit prima salus [Jean Mouton,
1459-1522]
Jean Mouton
werd rond 1460 te Hollouigue geboren, vanaf 1477
opgeleid in de Notre-Dame te Nesle, 1483 priester
gewijd. In 1500 werd koraalkapelmeester in de
kathedraal te Amiens; in 1501 idem in de Collegiale
kerk St. André te Grenoble. Vanaf 1502
(waarschijnlijk) lid van de kapel van koningin Anne
van Frankrijk (na haar dood, 1514, waarschijnlijk
ingelijfd in de kapel van Frans I). Mouton stierf op
30 oktober 1522 als kanunnik in St.Quentin. Zijn
werken zijn terug te vinden over gans Europa. Mouton
wordt geacht leerling te zijn van Josquin Desprez en
was zelf leraar van Adriaen Willaert, die later
enkele van zijn missen aan zijn leermeester opdroeg
door zelfde thema’s te gebruiken (‘parodie-missen’
als huldeblijk).
Ave fuit prima salus
is een zogeheten getropeerd ‘Ave Maria’. Troperen (=
muzieknoten met of zonder tekst invoegen in
voorhanden liturgisch materiaal) was een geliefde
techniek in de Middeleeuwen, bron van vele hymnen en
mooie kerkmuziek. Het eerste woord van elke strofe
vormt samengezet het complete Ave Maria
(woord-acrostichon). Van de 17 strofen gebruikte
Mouton enkel de eerste 6. Elke strofe eindigt met
een cadens op de woorden ‘Ave Maria’. Bijzonder is
het gebruik van faux-bourdon (een melodie
zingen in parallelle kwarten), eerst tweestemmig op
de woorden "coeli coelorum curia", daarna
driestemmig op "dulcis Ave Maria". Ook opvallend is
het gebruik van de modus sexquialtera (= 3 tellen
per maat in plaats van 2) op de laatste herhaling
van de tekst "Prae cunctis coeli civibus".
AVE fuit prima salus,
Qua vincitur hostis malus,
Remordet culpa noxia
Juva nos. Ave Maria.
MARIA, dum salutaris,
Ab angelo sic vocaris,
Nomen tuum daemonia
Repellit. Ave Maria.
GRATIA Sancti Spiritus
Fecundavit te penitus,
Gratiarum nunc praemia
Da nobis. Ave Maria.
PLENA tu es virtutibus
Prae cunctis coeli civibus,
Virtutes et auxilia
Praesta nunc. Ave Maria.
DOMINUS ab initio
Destinavit filio,
Tu es mater et filia
Praefelix. Ave Maria.
TECUM laetantur angeli
Et exultant archangli,
Coeli coelorum curia
o dulcis ave Maria.
|
WEES GEGROET was de eerste groet
waardoor de boze vijand werd overwonnen;
Een schadelijke schuld kwelt ons,
help ons. Wees gegroet, Maria.
MARIA, terwijl Gij als heilzame
door de engel zo wordt genoemd,
weert uw naam boze geesten af.
Wees gegroet, Maria.
de GENADE van de Heilige Geest,
heeft u volledig bevrucht.
De gunstbewijzen van die genade, geef die nu
aan ons. Wees gegroet, Maria.
Gij zijt VOL VAN deugden,
boven alle hemelbewoners,
Verleen ons nu deugd en bijstand
Wees gegroet, Maria.
DE HEER heeft U vanaf het begin
bestemd voor de zoon,
Gij zijt moeder en overgelukkige dochter.
Wees gegroet, Maria.
MET U verheugen zich de engelen
en jubelen de aartsengelen,
het hof van de hoogste hemel.
o zoet ‘Ave Maria’.
|
12. Omtrekkende bewegingen rond Maria, een
protestantse stem
(Dick Wursten)
13. Ave sanctissima Maria [Heinrich Isaac,
ca. 1450-1517]
Heinrich Isaac
(1450 Vlaanderen:
‘Henricus Yzac de Flandria’), opleiding onbekend. In
1484 bij aartshertog Sigismund (Innsbruck) daarna in
Firenze, waar hij zanger was in verschillende kerken (en
bij de Medici?). Rond 1495 in Pisa, dan aangeworven door
keizer Maximiliaan I: 1496-1512 hofcomponist te Wenen &
Innsbruck. Van 1507-1508 in Konstanz ter gelegenheid van
de ‘Rijksdag’ aldaar (begin verzamelbundel Choralis
Constantinus), van 1512 tot 1517 diplomaat van de
keizer in Firenze (= op rust gesteld). Isaac liet een
rijk, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand oeuvre na.
Het beroemdst is hij echter vanwege het lied:
Innsbruck ich musz dich lassen.
Ave sanctissima Maria kenmerkt zich door de cantus
firmus in de tenor. Het is dezelfde melodische lijn die
Senfl gebruikte in zijn gelijknamig motet. Isaac behandelt
deze melodie ritmisch echter veel vrijer dan Senfl (die de
melodie liet verschijnen in lange noten), zodat deze op het
gehoor nauwelijks valt te onderscheiden van de andere
stemmen. De tekst is niet-liturgisch toewijsbaar en bevat
zowel verwijzingen naar het Ave Maria als het Regina coeli
Ave sanctissima Maria,
Mater Dei, Regina coeli,
Porta paradisi, Domina mundi.
Tu es singularis Virgo pura.
Tu concepisti Jesum sine peccato.
Tu peperisti Creatorem et Salvator mundi
in quo ego non dubito.
Ora pro nobis Jesum tuum dilectum
filium,
et libera nos ab omnibus malis.
|
Wees gegroet, allerheiligste Maria,
Moeder Gods, Hemelse Koningin,
Poort tot het paradijs, Heerseres der
wereld.
Gij alleen zijt de reine Maagd,
Gij ontving Jezus zonder zonde.
Gij baarde de Schepper en de Redder der
wereld,
aan wie ik niet twijfel
Bid voor ons tot Jezus, uw dierbare Zoon
en verlos ons van alle kwaad.
|
14. #9; Ave rosa sine spinis [Ludwig Senfl,
1486-1543]
Ludwig Senfl,
geboren 1486
(Zürich, Basel?), opgeleid in de keizerlijke kapel
van Maximiliaan I, waar hij als kapelmeester Isaac
opvolgde tot de ontbinding van de kapel (1519)
Augsburg (publicatie van zijn werk), 1523-1543 in
dienst van hertog Wilhelm IV van Bayern (München).
Het meest bekend werd Senfl met zijn polyfone Duitse
liederen. Ook verzorgde hij uitgaven van zijn
leermeester Isaac. Hij schreef echter ook motetten,
missen en magnificats en onderhield contacten met
vooraanstaande theologen, theoretici en humanisten.
Beroemd is zijn correspondentie met Martin Luther,
die hem (hoewel in dienst van een zeer roomse
hertog) om een polyfone zetting van de antifoon uit
de avondpsalm durfde vragen (ps. 4:9). In die brief
maakt Luther terneergeslagen indruk. Senfl bezorgde
Luther die zetting per kerende (smokkel?-)post èn
deed er nog een zetting bij van Luthers eigen
levensmotto:
non moriar sed vivam, et ennarabo opera Domini
(ps. 118,17). [WA, brief nr. 1727]
Ave rosa sine spinis
is een 5-stemmig werk waarbij de tenor als cantus
firmus de tekst zingt op de melodie van het chanson
Comme femme. De tekst is een tropering van
Gabriels begroeting van Maria: Ave Maria etc... Er
is geen aanwijsbaar specifiek liturgische gebruik
voor dit muziekstuk, waarmee het – net als het
voorgaande – een motet wordt, dat op alle
Maria-feesten kan worden gezongen. In onze
uitvoering zal de cantus firmus instrumentaal
versterkt worden.
AVE rosa sine spinis,
Te quam Pater in divinis
Majestate sublimavit,
Et ab omni vae servavit.
MARIA stella dicta maris,
Tu a Nato illustraris
Luce clara deitatis,
Qua praefulges cunctis datis.
GRATIA PLENA: te perfecit
Spiritus Sanctus dum te fecit
Vas divinae bonitatis
Et totius pietatis.
DOMINUS TECUM: miro pacto
Verbo in te carne facto
Opere trini conditoris:
o quam dulce vas amoris.
BENEDICTA IN MULIERIBUS:
Hoc testatur omnis tribus;
Coeli dicunt te beatam
Et super omnes exaltatam.
ET BENEDICTUS FRUCTUS VENTRIS
TUI, Quo nos semper dona frui
Per praegustum hic aeternum
Et post mortem in aeternum:
Amen.
|
WEES GEGROET, roos zonder
doornen,
Gij, die de hemelse Vader
met majesteit verhoogde,
en voor alle pijn (wee)
behoedde.
MARIA, sterre der zee genoemd,
Gij straalt door de Zoon
met een helder goddelijke licht
dat alle schepsel overstraalt.
VOL VAN GENADE heeft de Heilige
Geest u gemaakt, terwijl hij u
omvormde
tot een vat van goddelijke
goedheid
en totale vroomheid.
DE HEER IS MET U: in een
wonderlijk verbond
is in U het Woord vlees geworden
door het werk van de drie-enige
Schepper;
o, hoe zoet is het vat van de
liefde.
GEZEGEND ZIJT GIJ ONDER DE
VROUWEN: dit getuigen alle
volkeren.
De hemelen prijzen U zalig
en boven allen verheven.
EN GEZEGEND IS DE VRUCHT VAN UW
SCHOOT door wie wij altijd gaven
genieten
als voorsmaak hier in déze eeuw
en na de dood in eeuwigheid.
Amen.
|
Deze avonden zijn een gezamenlijk initiatief van
het Antwerps Collegium Musicum en de
Antwerpse Raad van Kerken. De tweede avond
is georganiseeerd in samenwerking met de
St.Niklase orgelkring. Wij danken de
kerkfabrieken van St. Jacob (Antwerpen)
en St. Jozef (Tereken) voor de geboden
gastvrijheid.
Het Antwerps Collegium Musicum (A.C.M.) is in
2000 opgericht en groepeert instrumentalisten en
zangers die geïnteresseerd en gespecialiseerd zijn
in de beoefening van oude(re) muziek. Niet een
puristische opvatting omtrent een authentieke
uitvoering is hun uitgangspunt, maar het verlangen
om samen ‘goede’ muziek te maken en uit te voeren,
liefst in een zo optimaal mogelijke context. Het
A.C.M. is gespecialiseerd in concerten met een
meerwaarde: concerten waar de muziek geplaatst en
geduid wordt. Voor religieuze muziek betekent dit
dat men streeft naar meditatieve concerten, waar
iets van de oorspronkelijke bedoeling en/of
liturgische setting van de muziek weer tot z’n recht
kan komen.
recente en toekomstige activiteiten van het A.C.M.
Ø
februari 2002 Bachcantate ‘Ich habe genug’ (BWV 82)
voor/rond Maria-Lichtmis in Mechelen en Antwerpen
(Evg.Lutherse Kerk)
Ø
februari 2002 ‘Anthems’ van Purcell in de
Anglicaanse kerken van Antwerpen (Gretrystraat) en
Brugge (Keersstraat)
Ø 23
juni 2002: gevarieerd verjaardags- en
jubileumconcert in St. Catharinakerk te Sinaai
(15.30 uur)
Ø 26 &
27 oktober 2002: muziek voor koor a capella uit de
Tudor-tijd: Robert Fayrfax e.a.
Het Antwerps Collegium Musicum werkt zonder
subsidie of sponsoring. Daarom wordt u een
bijdrage gevraagd ter bestrijding van de
onkosten, die aan het organiseren van deze
concerten verbonden zijn. Wenst u op de hoogte
gehouden te worden van deze en toekomstige
activiteiten van het A.C.M. geef uw adres dan
door aan: Willem Ceuleers,
Leebrugstraat 11,
9112 Sinaai.
//home.worldonline.be/~wursten/acm.htm
tel: 03/216.26.68 – fax : 03/772.44.81 –
e-mail :
dick%40wursten.be
De Antwerpse Raad van Kerken (A.R.K.) wil
in concreet gestalte geven aan de eenheid van
de Kerk. Naar de verschillende kerken
toe tracht ze dit doel te bereiken door zich in
te zetten voor een consequente gezamenlijke
bezinning op vragen aangaande geloof en leven.
Verschillen worden daarbij respectvol benaderd
en eerder als een kans op verrijking gezien dan
als een breekpunt.
De A.R.K. wil ook de verantwoordelijkheid van de
Kerk voor de maatschappij serieus nemen door in
de samenleving af en toe gemeenschappelijk naar
buiten te treden, zowel door een platform te
bieden als metterdaad.
Zo participeerde
de A.R.K. actief in het tot stand komen van de
recente
‘vredesoproep aan de Stad Antwerpen en haar
inwoners’
en plant zij binnenkort een forumavond over
het thema: ‘De schepping, mij’n zorg!’
(30 mei, van19.30 - 22.00 uur in de Priorij
Regina Pacis, St. Amelbergalei 35, te 2900
Schoten).
Secretariaat: dhr. W. Gommeren:
Herentalsebaan 57, 2150 Borsbeek,
03/321.76.91
Illustratie voorzijde:
Maria tijdens de Annunciatio (Fra
Angelico; ca. 1400-1455, San Marco museum,
Florence)
|