Home
Up
Petite Histoire (19e E)
7 januari 1857
Awakenings
Schots Seminarie
Edouard Prisse
Th. A. Eggenstein
1900 - trieste notulen
1900 - welkomstwoord
W.A. van Griethuysen
A.G. Barkey Wolf
Overbeeke memoires

Awakenings

   

 

Willem Bilderdijk

 

[openingstoespraak herdenking 150-jaar Zendingskerk te Antwerpen, 1956-2006)]

 

 

 

Willem Bilderdijk, kent u hem nog ? Eind 18de, begin 19de eeuw.

Groots en meeslepend wilde hij leven. Met minder nam hij geen genoegen.

Ook zijn gedichten moesten hartstochtelijk zijn, een uitstorting van overstelpend gevoel… veel Oh s.. veel uitroeptekens en eindeloos ronkende verzen, leverde dat op.

 

Grote gebaren… grote gevaren.

 

Hij wordt haast niet meer gelezen in onze tijd. Holle retoriek, bombastisch…

 

In zijn tijd, begin 19de eeuw, moet hij een reus geleken hebben, deze oerromanticus:

een beeldenstormer in het brave burgerlijke Holland, waar middenmaat het ideaal was en elke passie – zo gauw ze zich voordeed – de kop werd ingedrukt door deugdzaamheid. En  let op:  De burgerij zat niet enkel politiek en cultureel zelfgenoegzaam middelmatig te wezen… ook wat kerk en prediking betreft waren velen ingeslapen..

 

Wees braaf, wees ijverig… God ziet alles en kijk eens, hoe mooi Hij alles heeft gemaakt…

Hieronymus van Alphen – u kent hem wel… Jantje zag eens pruimen hangen… was naast succesvol dichter van kinderrijmpjes (vertaald in vele talen !) ook hofleverancier van de eertse christelijke gezangenbundel… En veel verschil in sfeer is er niet: God lijkt verdacht veel op de vader van Jantje die het kwade niet verschoont, maar het goede rijk beloont…

 

Bilderdijk protesteert, met heel z’n wezen, met al z’n retoriek... Zo is het niet, het ware leven is ruwer, weerbarstiger, harder… De mens is meer dan dat, groter èn slechter… iets tussen engel en beest in…. En die mens zoekt God op…. de echte mens.

 

Hij hij steekt de trompet en blaast “Réveil !” ontwaakt, wordt wakker… christenheid. En in Brussel doet Merle d’Aubigné hetzelfde en in Zwitserland neemt Alexandre Vinet het appèl over. Een Société Evangélique… ziet het licht, ook in België. Réveil, Revival. Een frisse wind begint te waaien door de ingedutte kerken… Niet zonder weerstand, niet zonder verzet. Maar toch: Sommigen worden wakker en beginnen dromen te dromen van levende kerken, nieuwe tijden…

 

De privécolleges van Bilderdijk zijn weergaloos populair bij het jonge volkje, zo net na het vertrek van Napoleon…. Daar hoorde je het nog eens iest nieuws, of iets anders. Vlammende betogen tegen de ‘geest der eeuw’… voluit contra-revolutionair en aartsconservatief verwoordde hij het verlangen naar betere tijden. Profetisch dichterschap was het wat de kerk nodig had, neen, Europa, neen

‘d’aardse dampkring uitgeschoten,
het aardrijk met den voet te stoten…
zie daar, hetgeen de Dichter maakt’…

 Wat heeft dat nou met Antwerpen te maken ? Alles.

Want aan zijn voeten zaten te luistren stil en vol aandacht… twee Joodse vrienden: Abraham Capadose en Isaac da Costa. En die laatste werd de uitvoerder van de droom van Bilderdijk. Met gedichten, strijdschriften, boeken en leerredenen …. zette hij diens tijdsanalyse, “bezwaren tegen den geest der eeuw”, voort en richtte tenslotte met steun vanuit Schotland een eigen kweekschool op voor a.s. evangelisten, zendelingen, predikers, dichters, dromers…

 

En daar gaat hij dan: Arij Ziegeler: van Amsterdam naar Gent, en dan vanaf 11 december 1856 naar Antwerpen. Een rijke Amerikaan heeft de société évangélique in Brussel een grote som gelds geschonken voor kerkstichting in Vlaanderen. En Zigeler begint te preken en hij droomt en hij ziet er 1000-en komen. De zaal die hij van de Duitse jongelingsvereniging huurt, “zal spoedig te klein zijn”, schrijft hij in een eerste enthousiast rapport. Tegenwerking van meneer pastoor, het kan hem niet deren. Dat velen enkel komen luisteren, en niet toetreden… het baart hem wel zorgen, maar kan zijn geestdrift niet fnuiken. Reeds in september 1860 wordt in de Kommekensstraat een groot pand gekocht (sponsors: Lenox en Mr. Henderson) en verbouwd tot kerkzaal, met woning annex.

 

En inderdaad: de nieuwe kerk heeft een enorme aantrekkingskracht op de buurt. Iedereen komt wel een keertje kijken. Ziegeler is enthousiast. “Een tijd om te zaaien”… “De oogst zal groot zijn”…  schrijft hij in zijn laatste trimestrieel rapport van 1860…. Een half jaar later echter is de toon omgeslagen: totaal: “Ik weet niet, waarom het werk niet beter loopt; ik weet niet of het mijn eigen fout is. Alles wat ik doe lijkt nutteloos. Als u denkt dat het aan mij ligt, moet u mij maar ontslaan.” Wat is er aan de hand ? Van al diegenen die geweest zijn, is er niemand overgebleven. Maar Zigeler herpakt zich en begint met verdubbelde ijver verder te werken: naast de wekelijkste bijbelstudies en kerkdiensten richt hij een kinderklub op en dagelijkse gebedsstonden … maar in 1864 is het vaste bezoekersaantal nog verder gedaald: tussen de 12 en 30 personen, waaronder slechts enkele bekeerde roomskatholieken. Zigeler geeft het op en gaat terug naar Amsterdam. Daar heeft hij enkele jaren de Vrije Evangelische gemeente gediend. Daarna emigreert hij naar de Nieuwe Wereld [18-06-1872 uitgeschreven in Amsterdam). Hij heeft als predikant gewerkt in Zuid-Dakota, gesponsord door de Reformed Churches van Illinois. [met dank aan Mgr. Dirk van Leeuwen - voor nog enkele feiten en een fait divers].

 

Grote gebaren… grote gevaren.

Dromen… ze zijn prachtig en onmisbaar als motivatoren, maar het blijven dromen…

 

Hij wordt opgevolgd door ds. Eggenstein, protégé van Is. Da Costa, met dezelfde ijver voor het evangelie, met dezelfde droom als Zigeler… maar met iets extra’s: geduld. Als Lenox in New York hoort hoe weinig bekeerlingen er zijn en eist dat zijn geld elders, beter wordt besteed, dan schrijft Eggenstein een indrukwekkende brief aan het hoofdsbestuur in Brussel, waarin hij zo overtuigend de kleine zendingspost te Antwerpen verdedigt dat het hoofdbestuur bij dhr. Lenox aandrinkgt het nog een aantal jaren aan te zien. In zijn apologie had Eggenstein er o.a. op gewezen dat het niet zo is dat je bij wijze van spreke na de prediking de bekeerlingen moet kunnen aanwijzen en tellen. God werkt veel verborgener, in de harten der mensen en ook veel dieper. Daarom moet je niet het ledental tellen, maar allen die wel eens voorbijgekomen zijn. En dat zijn er meer, zeer veel meer dan de officiële leden en het duurt lang voor zulk zaad ontkiemt en groeit en eindelijk vrucht gaat dragen… Daarvoor is tijd, geduld en aandacht nodig, rustig durend evangelisch geduld…

 

En dit zijn geen loze woorden gebleken, want in de ruim 30 jaar dat hij hier de gemeenschap dient groeit zij uit tot een echte Vlaamsche Evangelische Gemeente, met rond de 100 belijdende leden en vele sympathisanten onder roomskatholieke burgerij.

 

lees meer: Réveil en het Schots seminarie

 

 

 

 

 

Geboorteakte Amsterdam d.d. 14-05-1833 (3/122).Geboren op 11-05-1833 Amsterdam, Arij Gerrit
zoon van Jacob Ziegeler, 24 jaar, kommissionair/makelaar, en Henriette Maria Niemans., 22 jaar.
Hij trouwt met Jannetje Adriana Plugge (dochter van Frank Plugge (loods) en Maria Gerardina Hillebrand (dienstbode)), geb. te Vlissingen op 23 mei 1839.

Uit dit huwelijk: 

  1. Jakob Ziegeler, geb. te Antwerpen [België] op 24 dec 1861.

  2. Maria Geerdina Ziegeler, geb. te Antwerpen [België] in jun 1864.

  3. Henri Marie Zigeler, geb. te Amsterdam op 24 mrt 1866. [op de geboorteakte wordt als beroep van de vader vermeld, predikant, 32 jaar, wonende Prinsengracht, Buurt DD, no. 528, en Jannetje Adriana Plugge, zijne echtgenote. Aangifte door de vader die met A.G. Zigeler tekent.]

Fait divers: Uit de Leeuwarder Courant van 21-03-1862:

EVANGELIEVERKONDIGING
te Franeker in het spreeklokaal “de Bijbel” op Vrijdag den 31 maart 's avonds om 9 uur spreker de WelEerw. Heer A.G.Zigeler, predikant te Antwerpen.

 

 

   
  Back ] Up ] Next ]