De mythe van Europa

Europa bestaat niet

  1. Europa als mythe, cultuurverschijnsel: in vogelvlucht over Athene, Rome, Jeruzalem.

  2. Europa bestaat toch, tenminste in complexe zin en zelf-kritisch.

  3. Europa tussen utopie en chaos.

[andere pagina's die u zouden kunnen interesseren]
Up ] [ Charlotte de Bourbon ] [ Franciscus' vogelpreek ] [ Holy ignorance ] [ Aanbidding der koningen ] [ de mythe van Europa ] [ Pelgrimage naar Vézelay ] [ A gothic incarnation ] [ Conques ] [ Maria Magdalena ] [ Charivarius ]

 

I Europa bestaat niet

Wat is 'Europa'? Eén blik op de wereldkaart is genoeg om ons ervan te overtuigen dat Europa geen apart werelddeel is, hoewel wij vroeger in ons vanzelfsprekende 'europa-centrisme' meenden van wel. Als je een werelddeel of continent definieert als een 'grote aaneengesloten landmassa' dan zijn Afrika, Noord en/of Zuid Amerika en Azië vatbaar voor deze definitie. Ook Australië (4x zo groot als Europa) is kandidaat. Op de reservebank zitten eventueel nog Antarctica en Groenland, maar hoe u het ook wendt of keert: Europa hoort niet in dit rijtje thuis. Europa is en blijft geografisch gesproken "merely the western end of Asia". (Leslie Newbigin). Geografen blijken dan ook inderdaad te spreken over Europa als een nogal verbrokkeld subcontinent van Azië (ook wel 'Eurazië' genoemd). Het feit, dat ook de 'oostgrens' van Europa omstreden is, (meestal wordt ze langs de Oeral getrokken, hoewel dit gebergte vergeleken met middeneuropese gebergten maar een heuvelrug is), duidt erop, dat men eigenlijk geen 'natuurlijke' definitie van Europa kan geven. Het woord 'Europa' is trouwens niet meer dan een verbastering van een Semitisch woord voor 'het westen' ('ereb'), zoals Azie afkomstig is van een Semitisch woord voor 'het oosten' ('açu'): Avondland en Morgenland dus. Als we over 'Europa' spreken alsof het een zelfstandig werelddeel is, hebben we dus geografisch geen voet om op te staan en etymologisch spreken we onszelf tegen. Als dit zo is, wat is Europa dan, waarover hebben we het dan eigenlijk?

 

1.1 Europa is een mythe

Dat de naam Europa is geplakt op een 'deel van de wereld', hebben we aan de Grieken te danken. In één van hun typische mythen, vertellen zij het verhaal van Europa, de dochter van koning Agenoor van Phoenicië, die door Zeus ontvoerd wordt. In een droom ziet zij Azië (gepersonifieerd als vrouw) worstelen met een vreemde vrouw; zij vechten om haar en Azië verliest: Europa wordt haar ontnomen. Als zij de volgende dag op het strand speelt met haar vriendinnen wordt zij door Zeus opgemerkt. Deze wil haar hebben, maar moet daarvoor de toevlucht nemen tot een list, want Hera, zijn vrouw, is een naijverige godin. Zij let op elke schrede van haar overspelige gemaal. Zeus heeft echter een 'cunning plan'. Hij verandert zich in een stier (met gouden horens in de vorm van een halve maan) en mengt zich onder de kudde van koning Agenoor, die door Europa en haar vriendinnen geweid wordt. Eens de ogen van Europa op de stier gevallen zijn, wordt zij onweerstaanbaar naar hem toe getrokken. Wanneer de stier zich in het gras neervlijt, kan zij zich niet bedwingen en zet zich op de stier. De stier, alias Zeus, heeft Europa waar hij haar hebben wil en zet zich in beweging, westwaarts, weg uit Azië, de zee in. Na twee dagen bereikt hij de kust van Kreta (volgens de overlevering bij Gortyna), gaat aan land en door de knieën: Europa betreedt Europa: ze is waar ze wezen moet. Als later de koning van dat land verschijnt, dan begrijpen wij dat hier Zeus zijn Europa zal beminnen. Uit Europa spruiten drie kinderen; één van de drie is Minos, vader van de Minoïsche beschaving, beroemd niet alleen vanwege het labyrinth (met Minotaurus) of zijn dochter Ariadne (met draad), maar meer nog vanwege zijn staatmansinzicht, macht en wijsheid. Ter herinnering aan haar, die uit het verre Azië was gekomen gaven de ouden haar naam aan het werelddeel waar zij terecht was gekomen.

 

1.2 Europa is een cultuurverschijnsel

Van nature bestaat Europa dus niet, d.w.z. dat - als Europa iets is - dat het dan een menselijk produkt moet zijn, een cultuurverschijnsel dus, overeenkomstig de eenvoudigste definitie van het woord 'cultuur': 'cultuur' is alles wat niet door de 'natuur' wordt voortgebracht, van de eenvoudigste stoffelijke zaken tot de meest complexe geestelijke materie. Zo'n 'cultuur' komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. Europa komt ergens vandaan, volgens de hierboven aangehaalde legende uit Azië; zij zou daaraan zijn ontroofd, een gedachte het overwegen waard, maar te algemeen om iets mee te kunnen. We komen - hoop ik - verder, als we ons realiseren dat een 'cultuur' een historisch verschijnsel is, dat als een organisme groeit, verandert en zich telkens vernieuwt. Elke fase in de geschiedenis van 'Europa' als cultuurverschijnsel is daarom van blijvend belang voor het huidige Europa en haar zelfverstaan, mede omdat ze als een ferment ook in de momentane gestalte van Europa aanwezig is en werkzaam blijft, of men zich daar nu van bewust is of niet.

 

1.3 Europa in vogelvlucht

Als we over de historische groei, de 'wording van Europa' spreken, dan worden meestal meteen drie plaatsen aangewezen, waarrond Europa zou zijn gevormd: Athene, Rome en Jeruzalem. Hoewel het noemen van deze drie namen sloganesk en simplifiërend is, zit er toch teveel waarheid in om deze drie plaatsen niet te gebruiken als vindplaatsen voor een aantal eigenaardigheden, of - ander beeld - als startplaatsen voor een vogelvucht over de geschiedenis van Europa. Of we onderweg nog meer vinden of zien, merken we dan vanzelf wel.

 

1.3.1 Athene en Rome.

a. Athene staat voor de Griekse geest, d.w.z. voor dat deel van de Griekse geest, dat niet meer tevreden was met mythische, mysterieuze en religieuze antwoorden op vragen naar de ultieme werkelijkheid. De Griekse geest wil 'begrijpen, doorgronden'. Vanaf de eerste natuurfilosofen onderscheidt de Griekse mens zich van de dingen om hem heen en probeert die met zijn rede te bevatten. De Griekse taal was daar ook heel geschikt voor. Het Grieks kent nl. een lidwoord, waardoor het elk begrip, hoe concreet ook, kan substantiveren en objectiveren, zodat de Grieken konden spreken over het goede, het ware en het schone. Spelend met de taal, voortgedreven door een elementaire nieuwsgierigheid zette men te Athene dan ook al senl de stap van het eenmalige naar het altijdgeldige, van het plaatselijke naar het universele, van het concrete naar het abstracte, van de 'zijnden' naar het 'het zijn' etc... Zo onstond er in Griekenland een 'markt', waar ideeën en begrippen vrij konden worden verhandeld. De apostel Paulus heeft er ook gestaan om zijn 'goed' aan de man te brengen.

b. Ook hebben de Grieken ons een eerste idee gegeven van 'democratie' (zij het in een elitaire versie). Hiermee kwam de politiek ook op de bovengenoemde markt der ideeën terecht. Ook hier leidde de dialoog tot dialektiek, die tegenstellingen, conflicten bespreekbaar maakte en wie weet: oplosbaar.

c. Dankzij het wereldrijk van de Romeinen wordt een aantal aspecten van deze Griekse geest over geheel 'Europa' verspreid tot aan de grenzen van het Romeinse rijk toe: De Hellenistische cultuur. Maar de eigen bijdrage van Rome aan 'Europa' ligt toch vooral in haar organisatietalent, pragmatische werkelijkheidszin en veroveringslust. De Romeinen wilden de dingen veeleer beheersen en besturen dan begrijpen en verstaan. Het 'praktische' verstand had bij hen voorrang voor het 'theoretische' verstand. Respect voor regels, orde en wetten was een hoge deugd. Samengevat kun je misschien zeggen: Als de Grieken de Europeaan tot 'filosoof' hebben gemaakt, dan hebben de Romeinen hem tot 'burger' gemaakt.

 

1.3.2 Jeruzalem (via Rome)

Dankzij de bemiddeling van het Christendom komt ook Jeruzalem op de Europese landkaart te staan. De Joodse geest meldt zich op de Grieks-Romeinse markt. En dat heeft nogal wat gevolgen gehad.

a. De Joodse visie op de tijd als een lineair gebeuren dringt door in de geesten van de mensen. Tijd wordt historisch. De circulaire beleving van de tijd die altijd een wat fatalistisch karakter heeft en 'berusting' in de hand werkt, de status quo begunstigt, wordt hiermee doorbroken, of krijgt in elk geval duchtig concurrentie. Nieuwe dingen zijn mogelijk, een toekomst kan worden verwacht, aan een toekomst kan worden gewerkt.

b. Het Christendom brengt ook met veel moeite het dialogisch denken over God en mens vanuit het Jodendom in in de tegenstrevende monistische Griekse zijnsfilosofie middels het dogma van de triniteit en de personele unie van de twee naturen van Christus. Een èchte personalisering van God èn mens en van hun relatie is hiervan het verstrekkende, maar slechts traag tot stand gebrachte, gevolg.

c. Het Christendom met haar zakelijke Joodse scheppingsverhaal, waar de mens als kroon der schepping verschijnt en als beheerder, c.q. beheerser over haar wordt aangesteld, onttovert de werkelijkheid, de-mythologiseert de natuur en maakt de mens vrij om op de 'dingen ingaan te gaan', de aarde te 'onderwerpen'. Samen met de nieuwsgierige Griekse component in zijn geest is dit een niet licht te overschatten moment in de geschiedenis van de mensheid.

 

1.3.3 Wat zien wij nog meer?

a. In vogelvucht over de geschiedenis vliegend zien, zien we ook nogal wat barbaarse volkeren in Europa actief: Germanen, Kelten, Gothen, Hunnen etc... In Grieks-romeinse ogen waren deze mensen misschien maar chaotische en onredelijke mensen, barbaren, die 'geciviliseerd' moesten worden, maar hun aanpassing aan een deel van de Grieks-Romeinse en Joods-Christelijke geest neemt niet weg, dat ook zij wezenlijk in de geestesgeschiedenis van Europa thuishoren. De anti-rationele, gewelddadige en barbaarse aard is een niet te onderschatten component van Europa, hoezeer zij ook is onderdrukt. Of misschien juist daardoor! Trouwens: Had ook het heldere Apollinische Griekse denken niet een duistere Dionysische tweelingbroer? En hoe 'barbaars' hebben de 'beschaafden' zich dikwijls niet gedragen?

b. Een ander beslissend moment uit de Europese geschiedenis, waar geen plaatsnaam aan te koppelen is, maar die op het conto van al de bovengenoemde invloeden moet worden geschreven, is de 'eeuw van de Verlichting' (18e eeuw). Zij is van cruciaal belang voor Europa, omdat in die eeuw - naar mijn bescheiden mening - pas echt de consequenties getrokken worden uit de erfenis van Athene, Rome en Jeruzalem. Met alle respect voor de Renaissances (meervoud!) en de Reformaties (ook meervoud!) die er tijdens en sinds de Middeleeuwen in overvloed zijn geweest: het is pas in deze eeuw dat de Europese cultuur echt op alle fronten en met een breed draagvlak in een stroomversnelling raakt en muteert, volwassen wordt, zichzelf wordt. De incubatietijd van de revolutionaire ideeën waaraan de namen van Athene, Rome en Jeruzalem zijn verbonden was blijkbaar heel lang. Maar ééns losgebroken, op gang gekomen, is haar omvormende kracht geweldig en niet te stuiten. De Europeaan bevrijdt zich van de dogma's van de Kerk en de bevoogding van alle andere overgeërfde instituten en zal voortaan zèlf uitmaken wat goed en waar en schoon is. De mondige mens als autonoom subject, de mens maat van alle dingen. Het is een eeuw vol vertrouwen in de kracht van het verstand en vol optimisme over de toekomst. Hoe men de Verlichting en de daarmee samenhangende Vooruitgangsgedachte (ja inderdaad, beiden met een hoofdletter!) verder ook waardeert, het huidige Europa en de moderne Westerse samenleving zijn ondenkbaar zonder haar.

c. Vanuit onze hoge positie in vogelvlucht ontwaren we aan de randen van Europa ook nog de (islamitische) Arabieren die zo overduidelijk hun sporen hebben nagelaten in het cultuurlandschap van Europa. Zij leerden ons rekenen, gaven ons Aristoteles terug, beïnvloeden de bouwkunst, zongen ons minneliederen voor en schonken ons de alcohol, beslist niet te verwaarlozen factoren in de Europese werkelijkheid. Aan de andere kant van Europa kwamen de Slavische volkeren en zelfs Aziatische in beeld, maar wat voor invloed zij hebben gehad op de Europese cultuur, daarover te schrijven voel ik me absoluut niet competent, hoewel de hierboven verhaalde mythe van 'Europa' suggestief is.

 

 

II Europa bestaat toch

De europese cultuur is met andere woorden een cultuur van culturen, een multi-culturele smeltkroes. Maar: ondanks deze complexiteit voelt men zich toch Europeaan, als men mensen van een andere (in onze ogen duidelijk als zodanig herkenbare) cultuur ontmoet. De term is blijkbaar net 'gevuld' genoeg om zich te onderscheiden van, resp. zich af te schermen tegen anderen. De steile carrière van de term Europa in de 16e eeuw (de eeuw dat het Heilige Roomse Rijk uiteenvalt en het 'corpus christianum dringend een nieuw bindmiddel nodig heeft tegen 'de Turken') laat zien dat deze negatieve, afgrenzende definitie van 'Europa' oude papieren heeft: 'Fortress Europe'. Het geven van een positieve invulling van het begrip Europa blijkt echter een stuk moeilijker. Toch lijkt het mij een noodzakelijke opdracht, niet in de laatste plaats voor christenen, die - hoe men daar verder ook tegen aan kijkt - een belangrijke rol hebben gespeeld in het ontstaan van de 'europese cultuur'.

 

2.1 een complexe cultuur

Dat de Europese cultuur een vat vol tegenstrijdigheden is, historisch uiterst complex, is een feit. Dat ook de voortbrengselen van de Europese cultuur vaak tegenstrijdig zijn eveneens. Die historische complexiteit en die grote tegenstrijdigheden in de Europese cultuur moeten we niet verdoezelen, integendeel: in plaats van deze conflictueuze werkelijkheid uit te zuiveren en op één noemer te brengen door sommige aspecten als Europees en ander als Niet-europees te kwalificeren, stel ik voor om juist deze multi-culturele, conflictueuze en bruisende realiteit vol dissonanten en dissidenten als voluit en typisch Europees te benoemen.

 

2.2 een onvoldane cultuur

De Europese geest wordt vervolgens gekenmerkt door een rusteloosheid, die zich in het positieve geval vertaalt in een gedrevenheid, zowel intellectueel als maatschappelijk, zoals geen andere cultuur die kent. Dit gevoel wordt versterkt door een besef dat de tijd onomkeerbaar is en dat dus alle gebeurtenissen en daden er toe doen. Dit gevoel voor de geschiedenis is uniek in de wereld der culturen en enkel te verklaren uit de Joodse en Christelijke werkelijkheidsbeleving, die de tijd en de wereld zelf onttovert en de mens dus aanzet om 'geschiedenis te maken' en op de 'dingen in te gaan' (zie boven: 1.3.2). Hiermee nauw samenhangend is het chronische gevoel van ontevredenheid, onvoldaanheid, net alsof men maar niet kan geloven dat 'dit alles is, wat er is'; er moet toch meer mogelijk zijn, het moet toch beter kunnen. Ook voor deze 'messiaanse' trek is de Joodse en Christelijke invloed op Europa een noodzakelijke (zij het niet de enige) factor in de verklaring. Alle wetenschappelijk, sociale en politieke theorieën, die de werkelijkheid willen beheersen door haar te veranderen zijn niet denkbaar zonder deze bijbelse ontmythologisering, die tegelijk het begin is van een secularisering, die tenslotte ook de kerken en het geloof zelf treft, ja die heeft geleid tot een démasqué van het hele Europese denken. De huidige krisis van het Europese denken is dus - paradoxalerwijze - een effect, een produkt van het europese denken zelf. Wat men de nood van Europa noemt, is dus een ongewild gevolg van haar eigen kracht, virtus, deugd.

 

2.3 een zelf-kritische cultuur

De Europese geschiedenis is altijd voorwerp geweest van Europese kritiek. Enerzijds is Europa er lange tijd van overtuigd geweest de meest geslaagde belichaming te zijn van menselijke cultuur überhaupt en heeft ze andere volken daarom willen 'beschaven'; anderzijds heeft ze voortgedreven door diezelfde verlichte rede, zichzelf in haar fundamenten bekritiseerd en zich gerealiseerd dat er nog een immense afstand bestond tussen de feitelijk bestaande beschaving en de ideale beschaving. En het is dit idee van een 'ware beschaving' dat Europese denkers voor ogen staat, ook en juist wanneer zij hun eigen cultuur aanvallen en ontmaskeren. De westerse rede is een constant verontruste rede, het westerse geweten is een voortdurend geplaagd geweten. Daarom hoort een gezonde dosis anti-europeanisme beslist dus tot het wezen van de europese identeit. Ziehier de paradox van de Europese cultuur. En misschien is precies deze ambivalentie wel de adel van de europese geest. (vgl. Lemaire, p. 34,46)

 

 

III Zal Europa nog bestaan?

Europa heeft 'de mensheid' ontdekt door haar binnen haar invloedssfeer te trekken. Dit gebeurde in de vorm van een cultuur-imperialisme binnen het kader van een politieke kolonisering. We kunnen en moeten dit betreuren, maar het is een feit: vanuit Europa is de wereld geüniformiseerd en - in elk geval uiterlijk - 'verwesterd'. De vrije markt van Athene, waarop goederen en ideeën konden worden verhandeld, is een wereldmarkt geworden, met alle goede en kwade gevolgen van dien. De paradox die hierdoor onstaat, is dat de emanciperende en revolutionaire ideeën die Europa 'groot' hebben gemaakt, nu ook tegen haar gebruikt kunnen worden èn worden. De vele revoluties en bevrijdingsbewegingen in en buiten Europa zijn welbeschouwd een afzetprodukt van Europa zelf. Anders gezegd: het Westen heeft zich eerst een wereld geschapen naar haar beeld en gelijkenis door haar beginselen agressief overtuigend uit te dragen naar en op te leggen aan niet-westerse samenlevingen. Als onvoorzien gevolg van deze door haarzelf op gang gebrachte geschiedenis is vervolgens het Westen - althans Europa - sinds de dekolonisatie uit het machtscentrum verdrongen. "De 'missie' van haar universalisme volbracht, lijkt West-Europa te zijn teruggebracht tot haar ware proporties: slechts een cultuur onder de culturen te zijn." (Lemaire, p. 68)

 

3.1 Europa, een utopie?

Cultuurfilosofen en politici die de bovengeschetste gang en stand van zaken (openlijk of heimlijk) betreuren, zijn er genoeg; ik hoor daar niet bij. Ik zou de zaak willen omdraaien: Ik juich haar toe. Ontlediding, vernedering en verootmoediging zijn bijbels gezien immers hoopvolle zaken, want ondergang en opstanding horen beloftevol bijeen, mits men het eerste onder ogen durft te zien, te erkennen. Mijn droom is (en nu bevind ik mij in echt Europees gezelschap, want 'Utopia' is beslist een belangrijk deel van het niet bestaande europese continent) dat precies deze decentrering van West-europa, d.w.z haar verval als wereldmacht, haar zelfrealisering als beschaving mogelijk zal maken. Immers is dit niet de ontdekkende paradox van de europese cultuur en geschiedenis, dat wat zij als Vooruitgang heeft beleefd en bejubeld ook een flinke portie verval in zich bevatte; dat wat zij zo fier als Verlichting heeft geafficheerd ook een stuk gezichtsverlies, om niet te zeggen: verblinding in zich sloot. (vlg. Lemaire, p. 69)

En doet zich zo niet de mogelijkheid voor, dat haar huidige verval misschien wel eens een vooruitgang zou kunnen zijn, dat haar huidige uitzichtsloosheid misschien wel aanleiding kan geven tot een nieuwe verlichting (met kleine letters!). Juist als kleine randprovincie van de wereld, 'the western end of Asia', ontslagen, ontlast, van haar wil tot macht, zou Europa de wereld bijvoorbeeld kunnen informeren over de grenzen van de moderniteit. Juist òmdat Europa de transformatie naar de moderne tijd heeft ingezet, heeft ze ook als eerste kennisgemaakt met de destructieve en waanzinnige kant van de modernisering. De door Europa ontwikkelde idee van de Vooruitgang heeft de wereld veroverd van de Verenigde Staten tot in de Derde wereld. Dáár vindt ze nog steeds massale en on-kritische aanhang, terwijl Europa zèlf sceptisch is geworden en inmiddels de ambivalentie van de Vooruitgang en de Verlichting heeft ontdekt. (vgl. Lemaire, p. 77v)

 

3.2 Europa geklemd tussen verleden en toekomst

Misschien dat het tijd wordt, dat de moderne, Europese mens zich dieper bewust wordt van het feit, dat de weg naar een eventuele oplossing van de grote hedendaagse problemen niet gezocht moet worden in nog meer moderniteit, nog meer vooruitgang, nog meer groei, maar in een echt na-moderne houding, die de leegte, het fiasco van de moderniteit zal accepteren en opnieuw de link zal leggen met de traditie, niet in een repristinerende, herhalende zin, maar creatief, herscheppend en her-vormend zonder de gebrokenheid te ontkennen. Natuurlijk is de behoefte om zich af te zetten tegen precies dat verleden overweldigend. De geschiedenis van Europa in de wereld geeft er ook alle aanleiding toe. En een kritische uiteenzetting met de ideeën en levenswerkelijkheid van het voorgeslacht behoort ook wezenlijk tot de cultuurvooruitgang, maar ook kritiek moet zelf onder kritiek gesteld kunnen worden; er is een grens aan. Een totale oorlog met de eigen voorgeschiedenis zal evenals in het individuele leven een sterk traumatiserende werking hebben; zij wordt een ziekte (vgl. H.W. de Knijff: Venus aan de leiband, Ter inleiding). Het proces van deconstructie is al voldoende voltrokken en de onttovering van de geschiedenis, de natuur, de godsdienst, van alle ideologieën en mooie begrippen, ja van de mens zelf, is in de Europese geschiedenis zo goed als voltooid. Dat dit een gevoel van een enorme leegte achter laat, die door de moderne mens als zo bedreigend wordt ervaren, dat hij er voor vluchten wil, is begrijpelijk. De 'horror vacui' is een reeds lang bekend psychologisch fenomeen. Gezond is het echter niet. We kunnen niet weglopen uit de historische context, waarin wij terecht gekomen zijn. Ook is er geen weg terug mogelijk achter de Verlichting, achter de kritiek, er is enkel nog een voorwaarts: de leegte in, de chaos door. De geschiedenis is niet alleen lineair, maar ook onomkeerbaar.

 

3.3 Europa, hoopvol op de rand van de chaos

De zekerheden zijn weg, berekenbaarheid kent haar grenzen, de dingen en de geschiedenis zijn niet zo objectief en maakbaar, de mens is niet zo redelijk en zo vrij, als wij dachten: chaos, leegte en verwarring alom: Europa zit bij de brokstukken van de naar haar genoemde beschaving neer en weent. Maar misschien is chaos niet alleen maar negatief, zomin als verootmoediging enkel negatief is. Een vergelijking (meer is het niet) met een steeds aan belang winnend wetenschappelijk onderzoeksmodel mag hier uitzicht verschaffen. De Belgische geleerde Ilya Prigogine, Nobelprijswinnaar voor zijn onderzoek naar in de thermo-dynamica, is ook de peetvader geworden van een stille revolutie in de natuurwetenschappen: de chaos-theorie. Voorzover ik de materie kan volgen is de boodschap ongeveer deze: chaos is niet slechts negatief, ook niet in de 'natuur'. Integendeel een lichte chaotische toestand is juist een voorrecht voor een systeem. Absolute orde, controle en voorspelbaarheid (de wensdroom van bijna iedere wetenschapper èn filosoof) zijn juist de dood in de pot. Chaos zet aan tot het vinden van een relatief nieuwe orde, die niet te voorzien noch te voorspellen valt. Wetenschappelijke modellen hebben filosofen altijd geïnspireerd in hun zoektocht om de waarheid over de dingen denkend te formuleren. Waarom zouden wij in onze post-moderne tijd, zittend bij de puinhopen van wat eens Europa was, ons niet dit beeld kunnen aantrekken als profetie van een nieuwe toekomst, die niet voorspelbaar, noch voorberekenbaar, maar wel degelijk een toekomst is.

 

 Antwerpen, Dick Wursten

 

 

 

bronnen:

Ton Lemaire, Twijfel aan Europa, Zijn de intellectuelen de vijanden van de Europese cultuur?, Ambo Baarn, 1990

Alfred Daelemans e.a. (red), Met uitzicht op Europa, Garant Leuven-Apeldoorn, 1995

Jacques Claes e.a., Geloof en Cultuur, Christen-zijn in het Europa van morgen, Altiora Averbode/Apeldoorn, z.j. (1993)

 

 

gepubliceerd in: In de Waagschaal jg. 25 nr. 6 (1995)