
Max Reger is tot het componeren van deze cantate gekomen door een suggestie van de theoloog en kerkmusicus Friedrich Spitta (1852 - 1924, de jongere broer van de muziekhistoricus, en Bach biograaf Philipp Spitta, et wie hij samen de eerste editie van de werken van Heinrich Schütz verzorgde. Deze had in het Monatschrift für Gottesdienst und kirchliche Kunst uit 1902 aandacht gevraagd voor het lied van Simon Dach. Hij was er erg door gecharmeerd, en vooral door de beurtzang die ontstaat omdat dit lied van een 'tegenstem' is voorzien. "O wie selig seid ihr doch, ihr Frommen" van Simon Dach (1605 - 1659) heeft namelijk ruim een halve eeuw later een respons: "Ja, höchst selig sind wir, liebe Brüder". In Dach's 6 strofen spreken de hier-en-nu-levenden immers hen aan die nu-reeds-bij God leven (de “Frommen”), zij die ‘in God gestorven zijn’ (Selig sind die Toten...). Elke strofe krijgt zo een antwoordvers uit de hemel. Aan deze beurtzang voegt Baumgarten dan nog twee extra coupletten toe (strofen 7 en 8) die een gezamenlijk loflied zijn van de levenden en de doden (de 'strijdende en de triomferende kerk': samen de 'gemeenschap der heiligen'. In het reeds genoemde artikek had Spitta de beide liedteksten ook al netjes naast elkaar afgedrukt met de regie-aanwijzingen om het lied van Dach aan de 'Gemeinde' toe te wijzen (eenvoudig vierstemmig begeleid) en het lied van Baumgarten aan het 'Chor'. In datzelfde artikel doet Spitta een oproep aan de componisten: Zij mogen "de dankbare taak niet laten liggen" om deze beurtzang tot klinken te brengen. Hij staat ook stil bij de verdeling van de afzonderlijke verzen over gemeente- en koorzang, orgel en strijkinstrumenten :
"Het is niet nodig om uitgebreid uit te leggen hoe dit afwisselende gezang tot zijn recht kan komen. De verzen die voor het koor bedoeld zijn, kunnen in een eenvoudige vierstemmige zetting gezongen worden; maar ook, ter afwisseling en in overeenstemming met het karakter van de verzen, door individuele stemmen met delicate orgelbegeleiding. Deze eenvoudige uitvoeringsvorm zal zeker al diepe indruk maken op de gemeente, maar dat kan nog verder versterkt worden. De prachtige melodie van Joh. Crüger [...] zou een componist bijv. kunnen inspireren om het contrast tussen de 'gemeente hierbeneden en daarboven' op steeds nieuwe en diepere manieren uit te werken. Hij zou daarbij ook het effect kunnen benutten dat ontstaat door de gemeente te laten zingen met orgelbegeleiding, terwijl het koor van de gezegenden omspeeld wordt door strijkinstrumenten." (ibid., p. 342 vv;).
Reger heeft Spitta's oproep gehoord en de uitdaging aangenomen. Hij zette de twee koraalteksten met Crügers melodie als een beurtzang. Hij volgde ook Spitta's suggestie voor de instrumentatie door Dach's strofen consequent toe te wijzen aan gemeentezang met orgelbegeleiding en Baumgarten's eerste zes strofen aan het koor met begeleiding van strijkinstrumenten, om tenslotte gemeente en koor samen te brengen in de twee laatste strofen.
Spitta vond Regers cantate zeer geslaagd en beval die warm aan in 1905 hetzelfde Monatschrift (vol. 10, 1905, p. 348). Daarbij benadrukte hij de eenvoud (waar ook Reger zelf naar verwijst in zijn brieven aan de uitgevers Lauterbach & Kuhn). In tegenstelling tot Regers drie andere bewaard gebleven koorcantates, kunnen plaats en datum van de première of enige andere uitvoering tijdens het leven van de componist niet met zeker worden vastgesteld. Uit Regers correspondentie blijkt alleen dat er een uitvoering gepland is geweest voor 19 november 1904 onder Walter Fischer in de Garnisonkirche Berlijn, waar de cantate Vom Himmel hoch een jaar eerder in première was gegaan. Of de uitvoering is doorgegaan is niet geweten.
Dick Wursten - Advent 2023
informatie afkomstig uit het Nawoord van Günther Massenkeil, bij de heruitgave van 1989 (Carus Verlag). Daar ook deze facsimile van pagina 1
