Musicalische Exequien (Heinrich Schütz)

De muzikale uitvaart van Heinrich Posthumus Reuss

  1. Ontstaan en achtergrondmusicalische Exequien

  2. Orde van dienst

  3. Het libretto van de uitvaartmuziek

  4. De kist (met de opschriften)

  5. Alle teksten met vertaling 

  6. bronnen

Ontstaan

Ongeveer een jaar voor zijn dood begint Heinrich Posthumus Reuss (1572-1635, landheer van Gera etc. ; meer over hem leest u hier) zijn eigen uitvaart voor te bereiden. Hij is een vrome Lutheraan, maar tevens humanist en musicus in hart en nieren. Voor zijn uitvaart kiest hij 21 teksten – 13 bijbelteksten en 8 liedstrofen. Hij laat die op zijn 'Sarg' (doodskist) graveren (die is klaar ca. september 1535). Op zich is dat minder speciaal dan het lijkt, want helemaal in de lijn van Luthers pastorale advies om bijbelteksten te gebruiken als voorbereiding voor het sterven en als troost bij het sterven (ars moriendi reformata) . Wel uniek: Deze teksten moeten bij de uitvaart op muziek gezet worden. Ook de preektekst kiest Reuss zelf : Psalm 73, 25-26Heer, als ik u maar heb, vraag ik niets in de hemel of op de aarde. Al verkwijnen mijn lichaam en mijn ziel, dan nog zijt Gij, o God, altijd de troost mijns harten en mijn erfdeel. Ook die moet getoonzet worden. Als Heinrich dan op 3 december 1635 overlijdt. krijgt Heinrich Schütz (afkomstig uit Köstritz, nabij Gera, en misschien wel vernoemd naar de vorst) de compositieopdracht van de weduwe en de 4 zoons (allen Heinrich geheten, familietraditie sinds 1193). En het moet gezegd: Schütz kwijt zich op ingenieuze wijze van zijn taak.

Een muzikale uitvaartmis

Hij componeert de Musicalische Exequien, een volledige Duitse ‘begrafenismis’ op muziek. Elke gekozen tekst komt tot z'n recht (kan spreken) en toch is het een geheel. De uitvoering zal in handen zijn geweest van Peter Neander (Cantor en muziekdirecteur van Gera, jarenlange compagnon de route van de vorst. NB 'neander' = vergrieksing van Neumann). De locale musici zullen de uitvoerders zijn geweest: 6 tot 8 zangers zijn nodig, 1 Violone (Bassgeige) en een 'verdackte orgel' (discreet opgesteld? Met doek bedekt? Of enkel 'gedackte' registers?). Deze wijze van uitvoering is gedocumenteerd, want wordt door Schütz beschreven in het voorwoord van de editie uit 1636 (zie afbeelding). De zangers treden - zoals toen gebruikelijk - zowel solistisch op, als als koor (capella), en soms als twee koren. Een ripieno mag, maar hoeft niet.

- De teksten van het voorwoord hier
- Het gedicht van Schütz met de opdracht aan Reuss hier
- Het titelblad met transcriptie hier.

- Het eerste deel klonk voor de preek – en verving a.h.w. het kyrie en gloria. De intonatie en respons is qua muzikale vorm behouden, wat een originele spirituele visie op de functie van het 'Gloria' suggereert: een verinnerlijking van de heilsboodschap.
- Het tweede deel volgde na de preek (een dubbelkorig motet over de preektekst).
- Bij de ‘opheffing en bijzetting’ va de houten kist in de koperen tombe klonk er een derde muziekstuk: het 5-stemmige koor zingt de lofzang van Simeon, terwijl het 3-stemmig koor (twee sopranen en een bas/bariton) antwoorden met Zalig zijn de doden, die in de Heer sterven’. Schütz zelf schrijft uitdrukkelijk dat dit derde deel theatraal-dramatisch bedoeld is. Ook in de programmadruk wordt dit expliciet aangeduid: Het tweede koor drukt uit 'de vreugde van de zielen der afgestorvenen in de hemel, in het gezelschap van de hemelse geesten en engelen'. Remember: Heinrich Reuss had een bariton... 

„Ist zu wissen das dieses Concert zwey Chor vnd ieglicher Chor seine absonderliche Wort habe. Chorus primus ist Quinque Vocum vnd recitiret die Wort Simeonis: HErr nun lässestu deinen Diener. Chorus Secundus ist Trium Vocum, hat zwene Discant (Sopran) vnd einen Baritonum oder hohen Bass, singet folgende vnd andere Wort mehr: Selig seynd die Todten die in dem HErrn sterben. Mit welcher invention oder Choro Secundo der Autor die Freude der abgeleibten Sehligen Seelen im Himmel / in Gesellschafft der Himmlischen Geister vnd heiligen Engel in etwas einführen vnd andeuten wollen. 2. Primus Chorus werde allernechst bey die Orgel / Secundus Chorus aber in der ferne geordnet.“ (uit de Vorrede bij de uitgave uit 1636)

Sòmber is de muziek ook niet. Integendeel. Zelden klonken bijbelse ‘krachtspreuken’ overtuigender dan in deze muzikale toonzetting van 386 jaar geleden.

De orde van dienst

4 februari 1636: Skt Johanniskirche (Gera)

  1. Introïtus: Nacket bin ich vom Mutterleibe kommen…
  2. deel 1 van de Exequien „Concert in Form einer teutschen Begräbnis-Missa“ (i.p.v. of als kyrie en gloria)
  3. Lied: Herzlich lieb hab' ich dich, o Herr
  4. Predikatie door Christoph Richter over Psalm 73, vers 25-26: HERR, wenn ich nur dich habe...
        Die is ook gedrukt: Gott über alles... Hier de titelpagina
  5. Schriftmotet : HERR, wenn Ich nur dich habe  deel 2 van de Exequien - dubbelkorig)
  6. Bijzetting van de sarcofaag in de crypte, terwijl het Canticum Simeonis twee keer klinkt
    - als dubbelkorig motet: koor 1 HERR, nun lässest du deinen Diener en elders opgesteld koor 2: Selig sind die Toten (deel 3 van de Exequien)
    - als lied: Mit Fried' und Freud' ich fahr dahin  (=Luthers strofische versie van het Canticum Simeonis)
  7. Zegenspreuk
  8. Lied: Hört auff mit weinen und klagen,
        Ob dem Todt niemand zage.
        Er ist gestorben als ein Christ
        Sein Todt ein Gang zum Leben ist
       
    &cet. (= een Duitse bewerking van Prudentius' Iam mæsta quiesce querela).

Het libretto van de uitvaartmuziek (Musicalische Exequien)

Het libretto staat dus eigenlijk gewoon op de kist 

De grafkist van Heinrich Reuss, nu in een speciaal ingericht museum. Op de kist zijn de bijbel- en liedteksten gegraveerd die het libretto vormen voor de uitvaartritus. De kist was lang ontoegankelijk. Kerk afgebrand, afgebroken. De kist verplaatst, maar achter de verwarmingsinstallatie terechtgekomen. Eigenlijk pas weer sinds eind 20ste eeuw toegankelijk. D.w.z. gerestaureerd en leesbaar gemaakt. Hieronder de schets van de kist door Reuss zelf ontworpen;

Ingezoomd op het 'hoofdeinde'. U ziet dat niet enkel de tekst is gegraveerd, maar dat daarboven zelfs de bijbelplaats is aangeduid (Rom 14 v. 8)

Opvallend: De bijbelteksten aan de zijkant van de kist hebben altijd een liedstrofe bij zich. Dit maakt deze kist bijzonder. Bijbelteksten kwamen al wel voor op grafkisten. Dat paste ook helemaal in de traditie die Luther geïnaugureerd had met zijn advies om 'bijbelteksten' te gebruiken als troosters tegen de dood (Z.b.). Voorbeelden van teksten had Luther ook al opgelijst in het voorwoord van zijn gezangboek met liederen voor een christelijke begrafenis (1542). Het gebruik van koraalstrofen is overigens wel helemaal in de geest van Luther. Niets troost meer dan bijbels geïnspireerde liederen. (Of was het misschien een tip van Schütz (of van de lokale hofmusicus, Peter Neander), want het helpt wel om het geheel op muziek te zetten. De afwisseling bijbeltekst (soli) en liedtekst (capella) wordt het structurerend principe van de hele mis. 

bronnen:

Alle teksten met vertaling

In de linkerkolom de uitvoeringswijze (en bij de liedteksten de vermelding van het lied). Naast de bijbelteksten staan de referenties. De bijbelteksten zijn schuingedrukt. Die met blauwe achtergrond komen ook voor op de doodskist. U moet die dus lezen als paarsgewijs gegroepeerd met de liedteksten, net zoals op de kist. De enig uitzondering hierop zijn de teksten in het midden. Toevallig of niet: Zijn vrouw kiest later één van de teksten en laat die bij haar hoofdeinde graveren (Gehe hin...) en reeds eerder had een overleden zoon van zijn vader een andere tekst meegekregen (Der Gerechten Seele..). Zijn eigen tekst (Herr, wenn ich nur dich habe) volgt daar meteen op.

Tenslotte: De tekst uit Job waarmee de viering begint is de enige tekst van de Missa brevis die niet op de kist is gegraveerd. Ze is wel opgenomen in het boekje met de orde van dienst, zoals die is gepubliceerd.

 

Exequiae (uitvaartritueel), bestaat reeds sinds lang uit drie delen: 1. overbrengen van de overledene naar de kerk, 2. de viering van de mis in aanwezigheid van de opgebaarde dode en 3. de processie naar het graf. Bij Reuß zijn er ook deze drie (de hele funus is door hem beschreven, ook deel 1 en 3!). De muziekdelen werden door de componist aangeduid als:

  1. Concert in de vorm van een Duitse begrafenismis als een 6-stemmige vocale bezetting met violoncello als basso continuo

  2. toonzetting van de preektekst in de vorm van een dubbelkorig motet met twee 4-stemmige koren

  3. zetting van het Canticum Simeonis met twee koren van 5 en 3 stemmen (twee sopranen en een bariton) met verschillende teksten. Ze worden ruimtelijk over de kerk verdeeld: Het 5-stemmig koor het dichtst bij het orgel (verbeeldende het hiernumaals), de 3-stemmigen klinken vanuit de hemel (hiernamaals). Zoals gezegd: Heinrich Reuss had een... bariton. Zijn 'anima' zingt, samen met de serafijnen...


I. Concert in de vorm van een Duitse begrafenismis

Intonatio

Nacket bin ich von Mutterleibe kommen.

Job 1,21

Naakt ben ik uit de moederschoot gekomen,

Soli

Nacket werde ich wiederum dahinfahren,

 

naakt zal ik daarheen wederkeren.

 

Der Herr hat's gegeben, der Herr hat's genommen, der Name des Herren sei gelobet!

 

De Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen. De naam des Heren zij geprezen.

Capella

[Kyrie eleison]

Herr, Gott, Vater im Himmel, erbarm dich über uns!

 

Heer God, Vader in de hemel, ontferm u over ons!

Soli

Christus ist mein Leben, Sterben ist mein Gewinn.

Philippenzen 1,21

Christus is mijn leven: sterven is mij winst

 

Siehe, das ist Gottes Lamm, das der Welt Sünde trägt!

Johannes 1,29

Zie, het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegdraagt.

Capella

[Christe eleison]

Jesu Christe, Gottes Sohn, erbarm dich über uns!

 

Jezus Christus, zoon van God, ontferm u over ons

Soli

Leben wir, so leben wir dem Herren;

sterben wir, so sterben wir dem Herren

Darum: wir leben oder sterben, so sind wir des Herren

Romeinen 14,8

Als wij leven, dan leven wij voor de Heer

Als wij sterven, dan sterven wij voor de Heer. Dus: of wij nu leven of sterven, wij zijn des Heren.

Capella

[Kyrie eleison]

Herr Gott, Heiliger Geist, erbarm dich über uns!

 

 

Heer God, heilige Geest, ontferm u over ons!

       

Intonatio

Also hat Gott die Welt geliebt, daß er seinen eingebornen Sohn gab,

Johannes 3,16

Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat hij zijn eniggeboren zoon gegeven heeft,

Soli

auf daß alle, die an ihn glauben, nicht verloren werden, sondern das ewige Leben haben.

 

opdat allen die in hem geloven, niet verloren gaan, maar eeuwige leven zullen hebben.

Capella

Nun freut euch lieben Christen gmein (str. 5)

Er sprach zu seinem lieben Sohn:

Die Zeit ist hie zu erbarmen;

fahr hin, mein's Herzens werte Kron

und sei das Heil der Armen

und hilf ihn' aus der Sünden Not,

erwürg für sie den bittern Tod

und laß sie mit dir leben.

 

 

Hij sprak tot zijn geliefde Zoon:

Ik kan 't niet langer lijden;

nu is het tijd, verlaat mijn troon

en stel U aan zijn zijde;

sta voor hem in als bondgenoot,

verdelg de zonde en de dood

en laat hem met U leven

Soli

Das Blut Jesu Christi, des Sohnes Gottes, machet uns rein von allen Sünden.

1 Johannes 1,8

Het bloed van Jezus Christus, Gods zoon, reinigt ons van alle zonden.

Capella

Nun lasst uns Gott, den Herren (str. 6)

Durch ihn ist uns vergeben

die Sünd, geschenkt das Leben

Im Himmel soll'n wir haben,

o Gott, wie große Gaben!

 

 

Hij heeft aan ons vergeven

de schuld en schenkt ons leven.

Bij U, o God, bezitten

wij schatten ongeweten.

Soli

Unser Wandel ist im Himmel, von dannen wir auch warten des Heilandes Jesu Christi, des Herren, welcher unsern nichtigen Leib verklären wird, daß er ähnlich werde seinem verklärten Leibe.

Philippenzen 3,20

Onze wandel is in de hemel, vanwaar wij ook de Heiland, Jezus Christus, verwachten, de Heer die ons nietige lichaam zal verheerlijken opdat het gelijk zal zijn aan zijn verheerlijkt lichaam.

Capella

Ich hab mein Sach Gott heimgestellt (str. 3)

Es ist allhier ein Jammertal,

Angst, Not und Trübsal überall;

des Bleibens ist ein kleine Zeit,

voller Mühseligkeit,

und wer's bedenkt,

ist immer im Streit.

 

 

Het is hier een tranendal,

angst, nood, ellende overal.

Het leven is kort,

vol moeite en zorg.

Als je er bij stilstaat,

geraak je in tweestrijd.

Soli

Wenn eure Sünde gleich blutrot wäre, soll sie doch schneeweiß werden, wenn sie gleich ist wie rosinfarb, soll sie doch wie Wolle werden.

Jesaja 1,18

Al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen zijn als witte wol.

Capella

Nun lasst uns Gott, den Herren (str. 5)

Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl

dient wider allen Unfall;

der Heilge Geist im Glauben

lehrt uns darauf vertrauen.

 

 

Zijn woord, zijn doop en Avondmaal

beschermen ons tegen alle onheil;

de heilige Geest leert ons om

daarop in geloof te vertrouwen.

Soli

Gehe hin, mein Volk, in eine Kammer und schleuß die Tür nach dir zu! Verbirge dich einen kleinen Augenblick, bis der Zorn vorübergehe.

Jesaja 26,20

Ga heen, mijn volk, ga in uw binnenkamer en sluit de deuren achter u; verberg u een korte tijd, tot de toorn voorbij is.

Soli

Der Gerechten Seelen sind in Gottes Hand,

und keine Qual rühret sie an.

Für den Unverständigen werden sie angesehen,

als stürben sie und ihr Abschied wird

für eine Pein gerechnet, und ihr Hinfahren für Verderben; aber sie sind in Frieden.

 

Wijsheid van Salomo 3,1-3

De zielen van de rechtvaardigen zijn in Gods hand: geen kwelling kan hen deren.

In het oog der dwazen was het, of zij stierven;

Hun afscheid werd als een pijniging beleefd

Hun heengaan werd aanzien als ondergang,

Maar ze zijn in de vrede ingegaan…

Soli

Herr, wenn ich nur dich habe

so frage ich nichts nach Himmel und Erden.

Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht',

so bist du, Gott, allzeit

meines Herzens Trost und mein Teil.

Psalm 73,25-26

Heer, als ik u maar heb,

vraag ik niets in de hemel of op de aarde.

Al verkwijnen mijn lichaam en mijn ziel,

dan nog zijt Gij, o God, altijd

de troost mijns harten en mijn erfdeel.

Capella

Mit Fried und Freud ich fahr dahin (str. 4)

Er ist das Heil und selig Licht

für die Heiden

zu erleuchten, die dich ke nnen nicht,

und zu weiden.

Er ist seines Volks Israel

der Preis, Ehr, Freud und Wonne.

 

 

Hij is het heil en zalig licht

Voor de volken

Om te verlichten die u niet kennen

En om hen te weiden

Voor zijn volk Israel is Hij

lof en eer, vreugde en lust.

Soli

Unser Leben währet siebenzig Jahr

und wenn's hoch kömmt so sind's achtzig Jahr,

und wenn es köstlich gewesen ist,

so ist es Müh' und Arbeit gewesen.

Psalm 90,10

De dagen onzer jaren, daarin zijn zeventig jaren,

en, indien wij sterk zijn, tachtig jaren;

wat ons daarin dierbaar was,

het is moeite en leed geweest.

Capella

(str. 1)

Ach, wie elend ist unser Zeit

allhier auf dieser Erden

gar bald der Mensch darniederleit,

wir müssen alle sterben,

allhier in diesem Jammertal,

ist Müh und Arbeit überall,

auch wenn dir's wohl gelinget.

 

 

Ach, hoe ellendig is onze tijd

alhier op aarde.

zodra de mens geboren is,

staat vast dat hij moet sterven.

Hier in dit tranendal is

Moeite en leed overal,

Ook als je succesvol bent.

Soli

Ich weiß, daß mein Erlöser lebt

und er wird mich hernach aus der Erden auferwecken,

und werde darnach mit dieser meiner Haut umgeben werden, und werde in meinem Fleisch Gott sehen.

Job 19,25-26

Ik weet dat mijn verlosser leeft

en hij zal mij hierna uit de aarde doen verrijzen,

en ik zal weer met deze, mijn huid, worden bekleed,

en zal in mijn vlees God zien.

Capella

Wenn mein Stündlein vorhanden ist (str. 4)

Weil du vom Tod erstanden bist

werd ich im Grab nicht bleiben,

mein höchster Trost dein Auffahrt ist,

Todsfurcht kannst du vertreiben,

denn wo du bist, da komm ich hin,

daß ich stets bei dir leb und bin,

drum fahr ich hin mit Freuden.

 

 

Omdat Gij uit de dood zijt opgestaan,

Zal ik niet in het graf blijven.

Mijn grootste troost is uw verrijzenis;

doodsangst kunt gij verdrijven.

Want waar gij zijt, daar gaan ik heen

zodat ik steeds bij u leef en bij u ben.

Daarom ga ik heen in vreugde.

Soli

Herr, ich lasse dich nicht, du segnest mich denn.

Genesis 32,27

Heer, ik laat u niet gaan tenzij gij mij zegent

Capella

Nun freut euch lieben Christen gmein (str. 7a-8b)

Er sprach zu mir: Halt dich an mich,

es soll dir itzt gelingen;

ich geb mich selber ganz für dich,

da will ich für dich ringen.

Den Tod verschlingt das Leben mein,

mein Unschuld trägt die Sünde dein;

da bist du selig worden.

 

Hij sprak tot mij: hou mij nu vast

Dan zal het u wél gaan

Ik heb mijn leven veil voor u,

Ik zal voor u strijden.

Mijn leven verslindt de dood

Mijn onschuld draagt uw zonde:

Zalig zijt gij zo geworden.


II. Motet

2 Chori Herr, wenn ich nur dich habe so frage ich nichts nach Himmel und Erden.
Wenn mir gleich Leib und Seele verschmacht', so bist du doch Gott, allezeit meines Herzen Trost und mein Teil.
Psalm 73,26-26 Heer, als ik u maar heb, vraag ik niets in de hemel of op de aarde. Al verkwijnen mijn lichaam en mijn ziel, dan nog zijt Gij, o God, altijd de troost mijns harten en mijn erfdeel.   

 

III. Lofzang van Simeon

Intonatio Herr, nun lassest du deinen Diener in Frieden fahren wie du gesagt hast, Lukas 2,29-32 Heer, nu laat gij uw dienaar in vrede heengaan zoals u gezegd hebt,
Chorus I denn meine Augen haben deinen Heiland gesehen welchen du bereitet hast vor allen Völkern: ein Licht, zu erleuchten die Heiden, und zum Preis deines Volks Israel.
  want mijn ogen hebben uw heil(and) gezien dat gij hebt bereid voor alle volkeren, een licht om de heidenen te verlichten, en tot eer van uw volk Israël.
Chorus II Selig sind die Toten, die in dem Herren sterben. sie ruhen von ihrer Arbeit und ihre Werke folgen ihnen nach. Sie sind in der Hand des Herren, und keine Qual rühret sie an.  Apocalyps 14,13 Wijsheid van Salomo 3,1 Zalig zijn de doden die in de Heer sterven. Zij rusten uit van hun arbeid en hun werken volgen hen na. Zij zijn in de hand van de Heer en geen kwelling deert hen.