In 2019 kreeg ik onverwachts de vraag of ik geen zin had om een boekenverzameling te bekijken in een oud landhuis. Het huis was verkocht, de waardevolle boeken waren er al uit, en de rest was quantité négligable voor de nieuwe eigenaar, om niet te zeggen: een pain in the ass. We mochten meenemen wat we wilden, boeken à volonté. Toen ik aankwam wist ik niet wat ik zag. Ten eerste: het landhuis was gigantisch (met een volledig park erbij) en de vorige bewoner een bekende uitgever was duidelijk ook een verzamelaar geweest.

De foto geeft geen juist indruk. De ramen en deuren zijn gigantisch (ik schat hoogte van beneden- en eerste verdiep 5 à 6 meter). De boeken waren op het eerste verdiep, diverse riante kamers met wandvullende boekenkasten 'van de bodem opwaarts' gevuld met boeken, een ladder om hogerop te kijken, en dan op de overloop ook nog eens... De collectie mocht dan wel afgeroomd wezen (qua pecuniaire waarde), er stond nog zoveel... Ik schrok ervan wiens (levens-)werk allemaal wel niet rijp werd geacht voor de opkoper (per kilo). En zo begon de oefening in zelfbeheersing en het behoud van focus. Niet graaien, maar concentreren: enkel meenemen wat je denkt dat je nodig hebt als lezer. Maar al snel was de auto toch al behoorlijk gevuld. En ik had thuis al geen ruimte meer in mijn - plots - piepkleine bibliotheek. Waar moest ik het laten, waar zetten. En daar stond ik dan met 'Nietzsche's Werke' in de hand. Het was een mooie editie ... nog begonnen bij zijn leven 1894, en afgesloten in 1911. Ik twijfelde. Ach, waarom Nietzsche? Ga je dat echt nog lezen? Ik sloeg het 15de deel op, dat begint met 'Ecce homo'... Warum ich so klug bin? zag ik in de inhoudsopgave staan. Ja, waarom, Nietzsche? Zeg het eens! Ik bladerde naar het hoofdstuk... Ich habe nie über Fragen nachgedacht die keine sind, - ich habe mich nicht verschwendet... Raak. Maar toch! Met pijn in het hart sloeg ik het boek dicht en zette het terug. De hele serie (16 Bde), waar moest ik die zetten? En ging naar huis. 's Avonds had ik al spijt, en de volgende dag begon ik de machinerie in gang te zetten om de serie toch nog in Antwerpen te krijgen. Het parcours verliep langs een locale muziekschool en de laatste étappe in een kartonnen doos achter op de fiets.
Thuis aangekomen, werd me al snel duidelijk dat ik een beruchte editie had verworven, want de eerste serieuze poging van zus Elisabeth (en enkele anderen) om niet door Nietzsche gepubliceerde beschouwingen te bundelen tot een lijvig boekwerk met de titel 'Die Wille zur Macht', dat vervolgens als Nietzsche's ultieme werk in de markt werd gezet, zijn 'Unvollendete', het meesterwerk dat hij 'jammer genoeg nooit heeft kunnen afmaken', maar waarin natuurlijk wel de kern van zijn denken zou zijn verwoord. Niet alleen een dubieuze editoriale kunstgreep, maar ook eentje met fatale gevolgen voor de Nietzsche-receptie, zeker toen de nazi's ermee aan de haal zijn gegaan. Het hield me van de lezing af. In de nazomer van 2025 echter besloot ik toch eens een boek hieruit ter hand te nemen. En ik dacht: kom waarom zou ik niet gewoon beginnen met het laatste boek, Ecce homo, Nietzsche's zeer eigenzinnige terugblik op zijn leven. Het werd een totale verrassing. Ik vond het een geweldig boek, geweldig zòt ook, en onbeschaamd, maar humoristisch, en heel vaak to the point. Ik weet het, hij leefde toen al 'on the brink of a mental shut-down', maar toch. Vuurwerk is het, een genot om te lezen. En ik heb het lees-advies dat hij daar geeft gewoon gevolgd. Hij suggereert nl. om te beginnen met Morgenröthe (Ochtendgloren) omdat — ondanks de inhoud, die een aanval is op de grondslagen van de Westere moraliteit — er in dit boek 'geen negatief woord valt te bespeuren, geen enkele kwaadaardigheid, — dat het veeleer in het zonlicht baadt, rond, gelukkig zoals een zeehond die tussen de rotsen aan het zonnen is' (Ecce homo, ed. 1911, p. 81). En ik heb er geen seconde spijt van, ben zelfs meteen doorgegaan met de 'sequel', de vrolijke wetenschap (de blijde kennis). En ook daar voelde ik hetzelfde licht.... dezelfde warmte ook, de echte aandacht voor de dingen, de mensen en wat ze zoal doen, een volgehouden poging om alles 'recht te doen' ('Gerechtigkeit' heeft dat dan). Om Nietzsche goed te lezen, moet je echter wel lanzaam lezen, en ... sorry, bij voorkeur het origineel, in het Duits. Dat heb ik dan ook gedaan. Maar om te begrijpen moet je het je eigen maken, d.w.z. omzetten in je eigen taal, vertalen. Dat heb ik dan ook maar gedaan, met een brede selectie uit de gedachtenoefeningen, gekozen volgens het eenvoudige criterium: ben ik voldoende geraakt door wat er geschreven staat om de vertaling aan te vatten èn af te maken. Bij de Die fröhliche Wissenschaft staat de teller op 120 (van de 342, ik tel boek V niet mee). Aan Morgenröthe ben ik zopas opnieuw begonnen. Dus dat moet nog body krijgen.
Ik vertaal ze, omdat niet veel mensen het historisch beladen Duits van Nietzsche nog machtig zijn. Deepl of Chatgpt kan de tekens wel min of meer correct overzetten in een ander taalsysteem, maar je hoort zijn stem niet. En dat moet, wil je hem verstaan. In de samenhang van klank, ritme, beeld, en inhoud ontstaat namelijk de betekenis, de gedachte die te denken geeft, die je moet proberen te vatten (niet simpel), je eigen maken, en waarop je ook uitgenodigd wordt te reageren, die tegen te spreken (nr. 297). Pretentie heb ik als vertaler niet. Voor mij was het een oefening in goed lezen. Vanzelfsprekend ben ik schatplichtig aan Pé Hawinkels en Hans Driessen, wiens vertalingen zijn gepubliceerd (Arbeiderspers/Boom-Vantilt). Wilt u een volledige versie in boekvorm: koop die. Ik ga echter in mijn lezing eigen wegen, en neem af en toe zelfs een andere afslag, — bewust. Mijn 'credentiebrieven'? Duits op het gymnasium in de jaren 1970, een op Duitsland geöriënteerde studie theologie in de jaren 1980, en een langdurige omgang met Bach's cantates (ja, dat helpt echt om Nietzsche te verstaan). Zodoende: for what it's worth.
Dick Wursten (aangevangen 13 oktober 2025)