2
Korintiërs 1:22
– “en Hij heeft ons ook het onderpand (arrābōn) van de Geest in
onze harten gegeven”
2
Korintiërs 5:5
– “Hij die ons juist hiervoor heeft toegerust is God, die ons
het onderpand (arrābōn) van de Geest gegeven heeft.”
Efeziërs 1:14
– “[De Geest] is het onderpand (arrābōn) van onze erfenis...”
In alle drie gevallen wordt de (gave/bezit van de) Geest vergeleken met een onderpand, of aanbetaling, waarmee onze uiteindelijke verlossing wordt verzekerd (gegarandeerd). Dit is opmerkelijk, want in het koinè-Grieks (dagelijkse omgangstaal) wordt het woord ἀρραβών (wat hier staat, een leenwoord
uit de semitische talen) eigenlijk enkel gebruikt in zakelijke of juridische contexten. Het verwijst daar naar een fysieke/materiële garantie, waardoor een plechtige belofte (borgstelling, een aankoop, levering) rechtskracht krijgt.
Inventio
Ter voorbereiding op BWV 37
(cantate voor Hemelvaartsdag) zag ik dat dit woord 'Pfand' in de eerste aria
cruciaal is. Samen met het woord 'zegel' (tweede aria) centraal staat. Concordantie
onderzoek maakte duidelijk dat het woord 3x voorkomt in het NT: 2x in 2Korinthe, 1x in Efeze.
Citaten zie boven. Het onderzoek veranderde in een ontdekkingsreis toen ik zag dat het Griekse woord voor 'onderpand' (ערב. ἀρραβών, arraboon) eigenlijk een
hebreeuws/aramees woord is. Dat wil zeggen: het woord stamt uit de semitische taalgroep: ‘y-r-b’
(arab). Omdat ik bij Bachcantates altijd 'oude commentaren' raadpleeg (uit Bachs
tijd) sloet ik het bijbelcommentaar van J.
Olearius (Biblische Erklärung)op5 folianten, die Bach
zelf ook bezat. Olearius - bij 2 Kor 1:22 - geeft aan dat dit woord Pand
eigenlijk drie
betekenissen heeft, die wel te onderscheiden zijn, maar niet te scheiden: I. het onderpand.
II. de aanbetaling;
en III. De bruid-schat
(als 'verzekering van de geestelijke
verloving met onze Heiland' voegt Olearius toe). Ja, zo lezen wij niet meer.
De belangrijke zin voor de 'leer aangaande Heilige Geest' is zijn defintie
Das Pfand.arrhabona,
cautio, qva ratificatur fidejussio[een
waarborg waarmee de borgstelling wordt bekrachtigd].
Dat is de geest.
De borg = Christus. De borgstelling = hij geef zijn leven voor ons. Hoe
kan ik daar zeker van zijn? Het onderpand is daar: 'de Geest van Christus'.
(persoonlijk zou ik dat laatste 'luchtig' uitleggen: wij mogen 'leven in de
geest van Christus'. Doen wij dat, dan is de borgstelling gegarandeerd. De
preek tijdens de BACH-CANTATE
viering kunt staat hier:
https://bach.wursten.be/cantatas/bwv037.htm#PREEK
Hieronder alle info over Olearius, zijn uitleg en ... zijn bron: het
taalkundige boek Tishbi van Elias Levita (1541/2)
Deze zeer geleerde heer
professor legt in deze tekst (deel V, over 2 Korinthe 1:22) niet alleen
omstandig de rijke betekenis van dit woord uit waarbij hij ook het
Hebreeuwse woord ערב
twee keer afdrukt (geelomrand). De laatste keer legt hij uit dat dit woord
(met die betekenissen) als het ware een "hermeneutische sleutel" is tot het
verstaan van het werk van de Heilige Geest. Aan het eind vermeldt hij zijn
Hebreeuwse bron: Elias Levita.
(Joodse Schriftgeleerde ca.
1469-1549).
transcriptie van de hele
passage (J. Olearius, Biblische
Erklärung…, vol V, 1267) Das Pfand.arrhabona,
cautio, qva ratificatur fidejussio[een
waarborg waarmee de borgstelling wordt bekrachtigd].
Arab heist sich in eine Sache mischen wie ein Bürge I der gut
sagt ערב ... NB. Sprichw.6/1. 1.Mos.43/9. daher kömmt Arabon das
Pfand c.38/17. das Pfand wird gegeben zur Versicherung der künftigen Zahlung
/und Benehmung alles Zweyffels I s.Mos.24/6 .. 13. NB. und ist
sonst unterschieden von dem Angelde / oder angefangenen Zahlung /wie auch
von dem Mahl=Schatz I welchen verlobte Persohnen einander geben zur
Versicherung der ehelichen Liebe und Treue. Und vom Geisel / 2.Kön.14/14.
obsides (die Kinder zu Pfande nehmen.) Allhier aber istalles zugleich beysammen. Denn der
heilige Geist ist nicht allein I. das Pfand
und Versicherung unsers ewigen Erbes I
und deß verheissenen ewigen Lebens
/welches unfehlbar erfolgen wird I
weil wir dessen durch dieses
allerhöchste unendliche Pfand im Wort und Sacrament I
überflüssig versichert sind. Sondern auch ll. Das AngeldI und die
allbereit geschehene würckliche Erweisung dessen I was uns
Christus verheissen I von der Sendung dieses hochwertbesten Trösters
I Joh. 14/15/l6. lll. Der Mahl=Schatz
und Versicherung der geistlichen Verlobung mit unserm Heylande I Hose.2.
darauf die selige Heimführung gewiß erfolgen soll I der Seelen
nach am letzten Ende /Luc.2. und mit Leib und Seel zugleich am jüngsten
Tage. NB. Offenbar.22. woraus denn die Gewisheit unserer
Seligkeit im Reich der Gnaden und Ehren /überflüssig erscheinet. NB. Rom.8.
2.Cor.1. ... und dieses ist die höchste Versicherung wieder allen Zweifel.
... wie die Gnaden= Versicherung bey grossen Herren I durch
ihren Ring. NB. Esth.8/2. c3/10. Hag.2/24. Jer.22/24. und vom
Hertzens=Siegel HoheL.8/6. Job.37/7. Und dieser Trost ist unaussprechlich.
Gleich wie das Wort ערב davon Elias
Levita sagt in Thisbi: Non invenitur radix in Univ. Bibl. qvae
tot habeat significata scil. XI. in qvibus tamen omnibus qvaedam est
commixtio [In
de hele Bijbel wordt geen wortel (woordstam) gevonden, die zoveel
betekenissen heeft, d.w.z. 11, waarin toch in alle gevallen sprake is van
enige onderlinge vermenging.] NB.
Psal.119/122. HoheL.2/14. Sprichw.20/17. & svavitas
[und die Süßigkeit bzw. Lieblichkeit].
❦
Op zoek waar Olearius dit
nu precies gelezen had bij Levita, viel ik van de ene verbazing in de ander.
Eerst ging ik natuurlijk op zoek naar Levita's Tishbi . Dat
bleek een boek dat in 1542 in Isny is uitgegeven door Paul Büchlein (beter
bekend als Fagius) in een tweetalige uitgave: Hebreeuws-Latijn. Olearius
citeert niet helemaal precies de Latijnse tekst, maar dit zal toch wel de
bron (van zijn bron) zijn.
Ingezoomd, zie u de zin (non invenitur...) staan.
Ik kom daar nog op terug.
De elf betekenissen (eigenlijk 10) heeft Levita in een gedicht uiteengezet
in zijn grammaticaboek (sefer-ha-Bachur). Hier een link naar dit gedicht.
Bovenstaande tekst bespreek ik verderop in
détail.
Taalkundige achtergrond van ἀρραβών (arrābōn)
Het aramese woord voor
'onderpand', 'aanbetaling' , 'voorschot' (een onmisbare term uit de
koopmanswereld) is 'arrabon' (Engels: caution, earnest money). Dit woord
(met deze betekenis) is gewoon overgenomen in het Grieks (ὁ ἀρραβών). Het
komt 3x voor in het Nieuwe Testament steeds verwijzend naar... de gave van de Geest
(die dus als een soort
onderpand/voorschot/aanbetaling/garanatie/belofte
van de toekomende zaligheid geldt.
Grieks gebruik
In het Nieuwe Testament komt het woord ἀρραβών dus
drie keer voor:
2 Korintiërs
1:22
– “en Hij heeft ons ook het onderpand (arrābōn) van de Geest in onze
harten gegeven”
2 Korintiërs 5:5
– “Hij die ons juist hiervoor heeft toegerust is God, die ons het onderpand
(arrābōn) van de Geest gegeven heeft.”
Efeziërs 1:14
– “[De Geest] is het onderpand (arrābōn) van onze erfenis...”
In alle drie gevallen verwijst de context naar de
Heilige Geest als onderpand of aanbetaling, waarmee onze uiteindelijke
verlossing wordt verzekerd. Dit is opmerkelijk, want in het Koinè-Grieks
(dagelijkse omgangstaal) wordt ἀρραβών gebruikt in zakelijke of juridische
contexten. Het verwijst naar
een eerste betaling (voorschot, als 'garantie'
dat de rest zou volgen)
een onderpand (iets kostbaars) of een waarborgsom
Geen symbolisch of vrijblijvend gebaar—eens het
onderpand gegeven was, moest de volledige betaling volgen.
Semitische
oorsprong
Het Griekse woord ἀρραβών is een leenwoord uit de
Semitische talen—waarschijnlijk uit het Aramees of Hebreeuws.
Hebreeuws:
אַרְבוֹן (ʿarāvōn) — komt voor in de Hebreeuwse Bijbel - Genesis
38:17–20 — Juda geeft Tamar zijn
zegel, halssnoer en staf als onderpand (ʿarāvōn), op grond waarvan Tamar hem
later dwingen kan zijn belofte te houden.
De woordstam, het
semitische drie-letter-werkwoord
ʿRB (ע־ר־ב): borg staan,
garanderen probeert men vaak terug te brengen tot één oerbetekenis. Die zou
dan vermengen of verbinden
zijn. Handeling of object A is
verbonden met handeling of object B. Op een logische formule gebracht:
Indien A , dan B.
TERZIJDE: Op dezelfde wijze
geschreven (zelfde woordstam) zijn ook de woorden die duiden op 'avond'
(ereb), 'menging' (irbuv) en 'zoet' (erav). Het Griekse woord arrābōn in
het Nieuwe Testament is dus rechtstreeks geworteld in de Hebreeuwse/Aramese
wereld van onderpanden, verbonden en gegarandeerde vervulling. Het is een
juridisch én relationeel begrip, niet louter economisch: wie een onderpand
geeft, bindt zichzelf aan de belofte.
De pagina's (uit Tishbi)
Levita heeft zijn 'Tishbi' (woordspel met de
woonplaats van zijn naamgenoot: de profeet Elia uit Tishbi (de Tisbiet))
beschouwd als een soort aanvulling op algemene woordenboeken, waarbij hij
wat dieper ingaat op de betekenis van belangrijke Hebreeuwse woordstammen.
Zijn andere boek 'Bachur' bevat dan eerder de Joodse grammatica (u weetwel:
stamtijden, verbuigingen, syntax etc). Beide boeken had hij al geschreven en
uitgegeven (in Italië) toen hij in 1539 door Paul Fagius (Pfarrer en zeer
bekwaam Hebraist) naar Isny werd uitgenodigd. Fagius wilde een Hebreeuwse
drukkerij voor christenen beginnen. Levita ging er graag op in (hij was zelf
van Duitse origine). Tussen 1540-1542 rolden van die pers verschillende
boeken, die nog eeuwenlang standaardwerken zijn geweest.
Van wikipedia (engels):
During Elia's stay with Fagius (until 1542 at Isny), he published the
following works: Tishbi, a
dictionary focusing on words that don't appear in the Arukh,[3] containing
712 words used in Talmud and Midrash,
with explanations in German and a Latin translation by Fagius (Isny, 1541); Sefer
Meturgeman, explaining all the Aramaic words
found in the Targum (Isny,
1541); Shemot
Devarim, an
alphabetical list of Yiddish technical terms translated into Hebrew, Latin
and German (Isny, 1542);[4] and
a new and revised edition of the Baḥur.[5] While
in Germany he also printed his Bovo-Bukh
- a yiddish chivalric romance.[2]
עָרַב – לֹא נִמְצָא
שׁרֶשׁ בְּכָל הַמִּקְרָא שֶׁיֵּשׁ לוֹ כָּל כַּךְ הַוָרָאֵת בְּשׁרֶשׁ הַזֶּה “ʿArab
– There is no other root in all of Scripture that has such a great variety
of meanings as this root.”
כִּי אֶחָד עֶשָׂר
לְשׁוֹנוֹת נִמְצְאוּ בוֹ “For eleven different meanings/usages have been
found for it.”
וְכַבַר חִבַּרְתִּי
שִׁירָה חֲדָשָׁה בְּסֵפֶר הַבָּחוּר שֶׁל עֲשָׂרָה בַּתִּים, וּבְסוֹף כָּל
בַּיִת מִלַּת ‘עֲרָבִים’ – וּלְכָל אֶחָד הוֹרָאָה מִיּוּחֶדֶת “And I have already composed a new poem in Sefer HaBachur
consisting of ten verses, and at the end of each verse is the word ‘ʿaravim’,
with each one bearing a distinct meaning.”
וְלֹא יָכוֹלְתִּי
לְהַכְנִיס בּוֹ מִלַּת ‘עוֹרְבִים’ מִן
כָּל עוֹרֵב לְמִינוֹ “And I could not include in it the word ‘orvim’
(ravens), from the phrase ‘every raven
after its kind’, כִּי אֵינוֹ נִכְנַס בְּמִשְׁקַל שֶׁל זֶה הַשִּׁיר “Because it doesn’t fit the meter of this poem.”
וְרוֹאִי
הִרְגִּילוּ הַרְבֶּה בִּלְשׁוֹן תַּעֲרוּבוֹת, בִּלְשׁוֹן אַשְׁכְּנָז
‘מוֹשֶׁן’
“And people (contemporaries) have become accustomed to using it in the sense
of mixtures,
in the Ashkenazic tongue [Yiddish] as ‘moshèn’
[mixture].”[note]מישן is to mix in Yiddish[/note]
וּבַלַּעַז
‘מִישְׁקוֹלָאר’ בָּאִמְרָם: עֵרוּב תַּבְשִׁילִין, עֵרוּב חֲצֵרוֹת, וְדִינָם
מְבוֹאָר בַּפּוֹסְקִים “And in the vernacular (Laaz, probably Old French
or Judeo-Romance), ‘miskolar’
[= mixture] they call: Eruv Tavshilin,
Eruv Chatzeirot,
and their laws are explained in the halachic authorities (poskim).”
Linguistic Notes:
רוֹאִי (Ro’i): This word literally means “my seer” or “my one
who sees,” and in context most likely refers to the author’s readers, disciples, or peers
?— those who understand and engage with his teachings. Fagius translates
'Rabbini' (is his translation made in coordination with Levita?)
לַעַז (La'az): This term denotes the vernacular languages spoken by Jews,
especially non-Hebrew European languages like Old French, Italian, Spanish,
or German, often incorporated with Hebrew. It derives from the phrase “לשון
העם” (Lashon HaAm) — “the language of the people.' In this passage, Laaz
refers to the Romance languages, with
‘mescolar’ being the Italian verb for
“to mix. Where 'Ashkenaz' is used for the German tongue: Moshn.
מישן
is the common Yiddish/German term, generally spelled 'Mishn', mischen,
meaning “to mix,” indeed used to translate or parallel the Hebrew root
ע-ר-ב.
Both examples given at the
end are halachic traditions/discussions. Eruv Tavshilin—allows
one to cook on Yom Tov (a Jewish Holyday) the sake of Shabbat. Eruv Chatzeirot—
symbolically joins multiple private domains into one shared space, so that
carrying objects between them on Shabbat becomes permitted. Full discussion
on
https://www.chabad.org/library/article_cdo/aid/257752/jewish/Eruv.htm
Hier de vertaling van Fagius
ARab ] Non inuenitur Radix
in tota Biblia, quæ tot habeat significata atq[ue] hæc Radix. Undecim enim
modos significandi habet. Et iam composui carmen nouum in libro Bachur, quod
constat 10. bathim. Et in fine cuiuslibet metri inuenitur dictio ערבים &
quæq[ue] habet suam propriam significationem, nec potui hic commode referre
ערבים Cujus usus est Levit. 11. Omnis quoque corvus iuxta genus suum. Non
enim convenit cum mensuratione huius carminis. Cæterum Rabbini utuntur pro
commixtione, Germ. müschen.
Italicè mesch kolar,
ut quum dicunt ערוב תבשילין (in
de gedrukte tekst staat geen shin,
maar een samek
of een mem).
Item, ערוב חצרות (in de
gedrukte tekst staat eerder een kaf
dan een tsade)
quorum ritus explicatur apud Causidicos.
Vertaling
(Nederlands):
ARab ] Er is geen
'hebreeuwse woordstam' in de hele Bijbel te vinden die zoveel betekenissen
heeft als deze. Zij heeft namelijk elf mogelijke betekenissen. Ik heb zopas
nog een nieuw gedicht geschreven voor het boek Bachur, dat
uit 10 bathim
(verzen) bestaat. En aan het eind van elk vers komt het woord ערבים voor, en
elk heeft zijn eigen betekenis. Ik kon er echter een betekenis van ערבים er
niet inkrijgen, zoals die gebruikt wordt in Leviticus 11: "Elke raaf (oreb))
naar zijn soort". Want het past niet bij het metrum of omvang (mensuratio) van dit lied. Verder gebruiken de Rabbijnen (het Hebreeuws "Ro'i" wordt door Fagius (in
samenspraak met Levita?) gewoon met Rabbijnen vertaald)
het voor menging, in de askhkenazische taal (Duits) mischen,
in het Italiaans mescolare,
zoals wanneer ze zeggen ערוב תבשילין
eruv tavshilim (menging van gekookt
voedsel op de avond voor een feest-shabbat). Eveneens ערוב חצרות eruv chatsarot
(menging van 'voorhoven' = vervoer van voedsel mogelijk), waarvan het
gebruik wordt uitgelegd bij de wetgeleerden (Causidici,
halachische autoriteiten).