Aantekening bij Jezus Sirach, h. 44: 5

[fragment van een concerttoespraak met muziek van de Gabrieli's]

 

Laat ons prijzen zij die psalmodieën ontdekken volgens de regels der kunst
    en zij die spreuken voordragen op lyrische wijze.

 

Psalmodieën ontdekken ...

Ricercare, rechercher: Zoeken. 

Een ricercare is een compositie waarbij de zanger of speler op zoek gaat naar muziek. Hij begint te zingen, of pakt zijn instrument, en probeert wat uit, Tiento… of hij tokkelt wat op de toetsen: Toccata… en als het mee zit, dan geeft zijn instrument hem al musicerend iets terug, een melodie bijv. een harmonisch patroon, een beweging (trovare, trouvaille, trouvère, troubadour). Als de vondst aanslaat, een inventie blijkt, dan ga je door, eerst wat rapsodisch improviserend, maar na verloop van tijd vraagt de muzikale vondst zelf om een vorm, waarin hij z’n volle rijkdom kan laten horen. De muzikant houdt de melodie dan nog eens tegen het licht, voegt imitaties toe, laat een andere stem antwoord geven, versnelt, vertraagt, en dan heb je een ricercareDoe je het heel streng contrapuntisch, dan wordt het een fuga, maar in de tijd waarin wij ons bevinden, bestaat die nog niet. En zo preludeer je naar het volgende grote werk toe…Wat ik maar zeggen wil: zo gaat dat:  muziek ontstaat al zoekend, ricercante. En zonder inventie wordt het nooit wat. Muziek ‘gebeurt. Net als God. Hij is er, soms, even.

Sta mij toe om op dit moment in de liturgie een stukje heilige Schrift met u te lezen. Uit het boek der Wijsheid van Jezus Sirach, aka Ecclesiasticus, het 44ste kapitel. Het is een loflied op de ‘de grote mannen’ van weleer (aan vrouwen dacht men toen nog niet). En in het 5de vers worden de musici genoemd, en zelfs het oord ricercare valt, in het Latijn dan: requiro.

Laudemus viros gloriosos, et parentes nostros in generatione sua…

 

[1]       Laat ons de beroemde mannen prijzen, onze voorvaderen, vanaf het begin….

[3]       Heersers over koninkrijken, mannen vermaard om hun kracht,

            raadgevers vol inzicht, profetische geesten &cetera

            [En laat ons prijzen:]

[5]       zij die psalmodieën ontdekken volgens de regels der kunst
            en zij die spreuken voordragen op lyrische wijze*.

           

in peritia sua requirentes modos musicos, et narrantes carmina Scripturarum (Vulgata, vertaling Hieronymus)

εκζητουντες μελη μουσικων και διηγουμενοι επη εν γραφη (Griekse vertaling opgenomen in de Septuaginta)

 

TERZIJDE: Ecclesiasticus was lange tijd enkel bekend in de Griekse vertaling van de kleinzoon van de auteur שמעון בן ישוע בן אלעזר בן סירא - oftewel Shimeon ben Yeshua ben Eleazar ben Sira, kortweg Ben Sira, of Jezus Sirach. Datering: ca. 180 vC in Jeruzalem. Toen in 1896 de 'genizah' (bewaarplaats van 'versleten heilige boeken') van de synagoge van Caïro werd ontdekt, bleek daarin ook grote delen van een Hebreeuwse versie van Jezus Sirach aanwezig. Later werden nog oudere fragmenten gevonden (bijv. in Massada). Dus nu weten we wat de schrijver heeft opgeschreven (Ms. B, fol. XIII verso, 8) - nu in de Bodleian bibliotheek te Oxford) nl:

 

Niet eenvoudig te vertalen. Ik doe een poging.

 [zeer letterlijk, woordstambetekenis:] 

zij die uitzoeken/onderzoeken psalmen volgens bepaling, meetsnoer

> zijn bepaling, meetsnoer < deze variant wordt vermeld in de marge van het Ms. 

en zij die aanheffen/nemen spreuken in geschrifte.

[vrijer:] 

zij die psalmen (liederen) componeren volgens de regels der kunst

en zij die spreuken verzamelen in geschrift. 

Tekstkritiek, m.n. op grond van de vondsten in Massada en Qumran, heeft de mening versterkt dat de uitdrukking 'l hq bij het psalmodiëren (NB, niet denken aan componisten, want dat beroep bestond nog niet) wel eens naar de versvoet of het metrum zou kunnen verwijzen. Het laatste woord 'bktb' (in geschrifte) is problematisch want doorbreekt het 'eindrijm' van vers 1-8: altijd: '-tam'.
Lella/Skehan (Anchor Bible) stellen voor hier 'bemiktam' te lezen, een typisch woord uit de titel van psalmen (= genre aanduiding) waarvan overigens ook niemand de betekenis kent. Dus heel veel schiet je er niet mee op. Bij het eerste zinsdeel zou je dan aan David kunnen denken en bij het tweede aan Salomo (Hooglied bijv.).

Significant voor de inculturatie van de Joodse cultuur in de Griekse cultuur is dat de kleinzoon het woord 'psalm' (mizmor) met 'ode' heeft vertaald en 'wijsheidsspreuk' (mashal) met 'epos'. Gezien zijn keuze voor het Griekse 'diègeomai' (=vertellen) heeft hij in elk geval niet gedacht aan het 'verzamelen' van spreuken, maar aan 'verhalenvertellers'. Hij woonde overigens niet in Jeruzalem, maar in de metropool Alexandrië... En het is 60 jaar later.

 

[7]       Ze werden allen door hun tijdgenoten geroemd,

            ze waren de trots van hun tijd.

 [8]      Sommigen van hen lieten een naam na,

            zodat hun lof nog steeds verkondigd wordt.

 [9]      Aan anderen wordt niet meer gedacht,

            ze zijn verdwenen alsof ze nooit hadden bestaan,

 [10]   Maar de eerste werden niet vergeten.

 [11]   Hun naam leeft voort van geslacht op geslacht…

 [15]   Over hun wijsheid zullen de volken vertellen,

            de gemeenschap zal hun lof verkondigen.

 

lijst met preken