Jezus overdrijft.. (of toch niet)

up | home

Geen jota of titel uit de wet zal vergaan
Mattheüs 5: (17)21-26 : Jezus zet de dingen op scherp.

Met de passage uit de Bergrede die we gelezen hebben zet Jezus ons ethisch denken onder hoogspanning. Hij vindt dat wij veel te snel tevreden zijn met ons handelen, veel te snel denken dat het wel goed zit, dat we wel goed bezig zijn. Citaat:

Gij hebt gehoord, dat tot onze voorouders is gezegd: Gij zult niet doodslaan.
Wie iemand doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
Maar Ik zeg u
Al wie vertoornd is op zijn broeder, zal strafbaar zijn voor het gerecht.
En wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin,
En wie zegt dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel.

U hebt de stijlfiguur te pakken ? Hyperbool. Gebruik je om mensen iets duidelijk te maken, dat ze niet willen zien.
De meeste mensen denken immers bij het gebod ‘gij zult niet doden’: Mwa, dat zit bij mij wel goed. Ik heb nog nooit iemand doodgeslagen en vervolgens willen we overgaan tot de orde van de dag…
Ho, ho, ho… zegt Jezus.
Heb je het nooit voelen borrelen van binnen als je collega weer eens helemaal de plank missloeg, of je echtgenoot, of kinderen... Natuurlijk wel: naar de gevangenis ! jij.
En heb je niet eens meegeroepen met de menigte: "nietsnut"  (= raka in het Aramees, blijkbaar populair scheldwoord toen), welnu: naar het Hof van Assisen !
En heb je eimand al eens uitgemaakt voor 'zot', dan zul je branden in de hel !
Prachtige antithetische hyperbool met climaxwerking.

[En dan te bedenken dat mensen zonder taalgevoel (die meer dan gemiddelde kans maken om leiders te woren in protestantse kerken) nog steeds menen dat dit letterlijk bedoeld is en dat Jezus dus zegt dat je naar de hel zult gaan als ... ]

Het is wel duidelijk: Jezus vraagt een betere ‘gerechtigheid van zijn volgelingen’ dan enkel een uiterlijk zich conformeren aan de regels. Niet enkel echte schoonheid, maar ook echte rechtvaardigheid zit van binnen. Daar, bij wat de bijbel noemt: je hart, daar begint het. Het goed-doen zowel als het kwaad-doen. Daar, in je hart, daar loert het kwaad en wacht op z’n kans.

Ook bij een moordenaar is het zo. Ook bij hem is het ooit van binnen begonnen. Bij hem is het jammer genoeg geëscaleerd en naar buiten uitgeslagen..., en is het te laat. Welnu: Zorg jij ervoor dat jij er op tijd bij bent, dat je je ervan bewust bent. De wortel van het kwaad – aldus Jezus – zit dus dieper dan uit z’n uitwendig handelen blijkt. En die wortel kan onderhuids groeien, woekeren, ondergronds. De Joodse rabbi’s (met wie Jezus hierover in gesprek is, en waartoe hij zelf ook behoort) hebben trouwens precies dit als mensbeeld ontwikkeld.

Zij stellen dat er een dubbele impuls in elke mens zit.
  1. een hang, verlangen naar het goede (jetser ha-tov)
  2. een hang naar het kwade (jetser ha-ra).
Beide zijn ‘neigingen’ (of aandriften inclinaties), d.w.z. hebben eerst nog geen uiterlijke gestalte, leiden niet automatisch of noodzakelijk tot bijpassend gedrag. Meteen in Genesis wordt dit al zo geschetst: In het oerverhaal over de twee broers Kain en Abel. Daar komt 'iets tussen de broers’ en 'Kaïn’s aangezicht verviel’, zegt de schrijver plastisch... Je ziet het voor je. En als hij nu naar zijn broer kijkt, is z'n blik vol afgunst. En - dus - krijgt hij een waarschuwing: “Pas nu op, de zonde ligt als een belager aan de deur en zijn begeerte gaat tot u uit." Versta: Als ge nu niet alert reageert zal hij binnensluipen en het huis van binnenuit overnemen... "Maar ge kunt over hem heersen..." Enfin, het loopt verkeerd af, u kent het verhaal wel. Een antropologische constante, een oergegeven. Maar het kan ook anders...

Terzijde: ik vind dat een gezondere antropologie (mensleer) dan die van de Heidelbergse Catechismus, waar de mens 'geneigd is tot alle kwaad, en niet in staat tot enig goeds". En ook beter dan Freud met z'n deterministische schijn-diepte-psychologie. Hier wordt aan de mens getrokken, naar twee kanten (Romeinen 7), èn hij weet het. Sterker nog: zolang de jetster ha-ra niet in slechte daden wordt omgezet, is ook zij een 'scheppingsgave'. In de rabbijnse literatuur (Talmud) wordt ze zelfs als een 'creatieve drive' gezien. 

Dus: leer alert te zijn, waakzaam. Dat is een kwestie van opvoeding/pedagogie. Zorg dat je de goede impuls voedt en de kwade tijdig detecteert voordat die zich kan vertakken.
Wees er snel bij. Liever te vroeg dan te laat. Laat een negatief gevoel niet te lang sluimeren, want dan gaat het broeien, en groeien en is het te laat. Dus: als er ‘iets is’ tussen jou en een van je naasten… doe niet net alsof er niets aan de hand is, gewoon doorgaan. Neen, regel het voor het de kans krijgt om tot een echte kloof uit te groeien. En wees dan ook niet bang om het initiatief te nemen. (= teneur van het tweede deel van de evangelielezing)

Wees alert… Ken uzelf ! Durf eerlijk te zijn. Kijk in je eigen hart… en niet alleen voor ‘t slapen gaan. Doe je het niet, dan kom je jezelf straks vreselijk tegen…
En zo geeft Jezus in het vervolg (dat we niet gelezen hebben) nog een aantal voorbeelden. Over ruzies, zakelijke geschillen en overspel. Op al die terreinen geldt: dat het begin van zulke zaken, vaak zit in kleine dingen.

Enfin, u hebt de boodschap wel begrepen en dat Jezus de overdrijving niet schuwt, hyperbool, om de leerlingen ‘wakker te schudden’