Handelingen 9:

de roeping van Paulus

Genk, 6 mei 2007

 

-           aanvangslied: psalm 100

-           stil gebed

-           votum & groet

-           lied: gezang 480: 1, 2, 3

 

-           gebed om ontferming

Heer, onze God,

Vaak gedragen wij mensen ons als tovenaarsleerlingen, die wel de macht hebben, maar niet de beheersing, die wel de kennis hebben maar niet de wijsheid...

Wij hebben ons ingebeeld en aangepraat dat wij het allemaal wel konden, zoals u, zonder u.... Eigen wetten, eigen wegen...

Het is ons uit de hand gelopen... Machteloos staan wij vaak toe te zien hoe onheil nieuw onheil baart, en hoe de remedie slechts nieuwe ellende voortbrengt...

Heer, ontferm u, Christus ontferm U, Heer, ontferm u..

 

-           lied: gezang 480: 4 en 5

-           gebed bij de opening van het Woord

 

VOOR DE LEZING:

 

Gemeente,

Ik wou vandaag aandacht besteden aan een Joodse rabbi uit de eerste eeuw, Saul  van Tarsos. Wat wij over zijn opleiding weten is, dat hij een leerling was van een: Gamaliël (Gamliël) de grote, die ook in de Talmud met ere wordt genoemd. Deze was een kleinzoon van de beroemde rabbi Hillel, de geestelijke vader van het talmoedische Jodendom.

Na de verwoesting van de tempel (jaar 70) en de daaropvolgende verstrooiing van Israel onder de volken zijn het vnl. rabbijnen in deze school die begonnen zijn aan – ‘k zeg het nu wat kort door de bocht – het transformeren van de leer der vaderen, zodat een Jood vroom en wetsgetrouw kon leven ook zonder tempel, zonder offers, zonder land...hoewel in de torah het juist over deze dingen gaat. Eigenlijk een soort vergeestelijking dus.

 

In deze school is Saul van Tarsos schrift-geleerde geworden. Daar is hij zelfs afgestudeerd. Hoewel hij – gezien wat we van hem horen beslist feller was dan z’n grote leermeester. Hij vond die sekte van rabbi Jezus van Nazareth een onverdraaglijke ketterij…Hij kon zich daar enorm over opwinden. Zijn meester Gamaliël echter had heel laconiek gezegd, dat de toekomst het wel zou leren. Als het uit God was, kon je het niet tegen houden en als het niet uit God was, ging het vanzelf voorbij…

Saul vond dat slap. Hij vond dat je in deze moeilijke tijden de Joden bij elkaar moest houden door ze bij de leer van Mozes te bepalen. Zijn eerste roeping was dan ook: afgedwaalde Joden terug bepalen bij de ware leer. 

Hij achtte het zijn plicht hen terug te brengen in de schoot van het mainstream Jodendom... desnoods met geweld. Voor hun eigen bestwil, u kent dat wel...

 

Handelingen 9 beschrijft hoe het hem vergaat als hem de schellen van de ogen vallen.

Als u bij de lezing nu ook nog bedenkt dat ooit koning Saul David op leven en dood heeft vervolgd.... en daarbij tot tweemaal toe door David, de gezalfde tot de orde werd geroepen ... wordt het verhaal nog rijker: waarom vervolgt gij mij... Saul.

 

Dan wordt dit verhaal over de ontmoeting van de naamgenoot van Saul met de grote Zoon van David nog interessanter..

 

 

-           Schriftlezing: Handelingen 9:1-19

-           lied: gezang 250: 4

-           kinderen naar de nevendienst

-           preek

 

 

 

PREEK

 

Soms gebeurt er in de wereldgeschiedenis iets - en dat hoeft maar een klein voorval te zijn, niks spectaculairs - en achteraf blijkt dat het begin van een serie gebeurtenissen te zijn geweest, waardoor àlles is veranderd.

Eén voorbeeld:

In de 15de eeuw zijn verschillende mensen, o.a. een zekere Johann Gutenberg aan het experimenteren met het snijden van letters in spiegelbeeld en hoe je die losse letters zo kunt ‘ordenen’, dat je ze makkeljk kunt aaneenrijgen tot zinnen en die zinnen kan samenvoegen tot je de hele bladspiegel van een pagina in één keer kan “zetten”... ’t was niet simpel, maar het lukte hem.

En daarmee heeft hij de wereld veranderd. dat wist hij niet, maar t was wel zo. Kennis, wetenschap, ideeën in konden nu plots veel sneller en massaler vermenigvuldigd worden en kwamen binnen het bereik van veel meer mensen. Niet zozeer in de vorm van boeken trouwens, maar in de vorm van pamfletten:

Zonder deze ‘uitvinding’ is de enorme schokgolf die door West-Europa ging, toen Luther zijn 95 stellingen tegen het misbruik van de aflaten aansloeg niet voorstelbaar. Ze werden nl. snel gezet, in grote getale gedrukt en verspreid.

Gutenbergs geëxperimenteer was dus een ‘wereldhistorisch’ gebeuren. Hij zelf was zich daarvan denk ik niet bewust. Hij was gewoon bezig met de technische aspecten van de zaak en met de financiële voorwaarden etc.

 

In de wereld van de godsdiensten is de de bekering van de over-ijverige Joodse student rabbinica Saul van Tarsen ook zo’n wereld­historische gebeurtenis….

Zonder zijn bekering (of moet ik zeggen: roeping) zou - om het wat gechargeerd te zeggen - het christendom nooit een wereld­godsdienst zijn geworden, maar een Joodse ‘secte’ gebleven.

 

Het hoort dus thuis in de reeks: “Gebeurtenissen die de wereld hebben veranderd”

Het boek Handelingen laat dit heel duidelijk zien.

 

Na Pinksteren hadden de 12 discipelen van Jezus, nu apostelen, er alles aan gedaan om het evangelie te verbreiden ‘te beginnen van Jeruzalem, via Judea en Samaria tot aan de einden der aarde’...

Welnu: Ze waren al aardig op weg. Ze hadden het evangelie met veel vuur verkondigd in de Joodse wereld. Zelfs buiten Palestina was ‘de weg’ van Jezus ook al bekend geraakt. In de synagoge van Damascus was blijkbaar al een groep ontstaan, getuige Saulus reis ernaartoe om deze groep uit te roeien, als een inquisiteur avant la lettre, met pontificale geloofsbrieven nog wel. Het christendom was – dat is ook duidelijk – toen  nog helemaal een ‘school’ een ‘beweging’ binnen het Jodendom, één van de vele… en een redelijk succesrijke.

 

Maar, het lijkt wel alsof het na de krachtige start er na verloop van tijd een soort status quo begint te ontstaan. Zo rond hoofdstuk 8, na de dood van Stefanus.

 

Er zijn overal groepen Messiasbelijdende Joden, tot in de synagogen van de Hellenistische steden toe, maar daar blijft het bij… soms met de bijbehorende problemen (met scherpslijpers zoals Paulus), vaak echter nog in een probleemloos naast elkaar…

We horen van een geïsoleerde actie van Filippus... die een goj, de Ethiopische minister van financiën ‘het lam Gods’ voorstelt en uitlegt, met succes: Hij laat zich dopen en wordt als goj volwaardig lid van de ‘kerk’, maar dat speelt zich af in 'Morenland', zoals dat vroeger heette, Abessynië of Ethiopië.

In de gemeente van  Jeruzalem is dat niet zichtbaar. Daar zijn de christenen allemaal ‘joden’. De ‘jodengenoten’, de sympathieke sympathisanten, staan – ook in de beginnende kerk – nog aan de kantlijn, ze zijn immers ‘heidenen’, gojiem...

Nergens lezen we dat er na de actie van Filippus een doorbraak in dit opzicht is gekomen. Er ontstaat - modern gezegd - geen ‘beleid’ om met het evangelie naar de ‘goyiem’ te gaan. Die weg lag ook niet erg voor de hand natuurlijk.

 

En het is op dit punt, dat Paulus het verhaal binnenkomt en later voor de grote doorbraak gaat zorgen. Hij is de 13de apostel, de ‘boventallige.

En soms kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat hij een noodmaatregel van de Heilige Geest was om de rivier der genade, die aan het stremmen was, weer aan het stromen te krijgen... in de richting van ‘de einden der aarden’...

Straks gaat hij zijn zendingsreizen in de Griekse wereld houden onder het motto: “eerst de Jood, dan de Griek”. Hij begint – inderdaad – altijd met een bezoek aan de synagoge.... maar: hij gaat een beslissend stapje verder en daarin zit zijn wereldhistorische belang. De synagoge wordt voor hem een uitvalsbasis om de rest van de ‘mensen’ te bereiken met de boodschap omtrent Jezus, de Messias van Israel.

 

Hij wordt de ‘apostel der heidenen’.

Hij wordt degene die de muur die Jood en heidenen van elkaar scheidt, afbreekt.

Hij, de meest Joodse van hen allen, wordt de onstuitbare advocaat van de ‘zaak van de niet-Joodse christenen’.

 

Dit is wat het gebeuren uit het 9de hoofdstuk van Handelingen zo interessant maakt, wat de bekering van Paulus tot een ‘wereldhistorische’ gebeurtenis maakt.

 

Het wordt in het verhaal ook al subtiel aangekondigd:

Daar is de wijze ouderling Ananias. Natuurlijk zeer achterdochtig, als hij hoort dat Saul zich bekeerd zou hebben... Hij vertrouwt het niet zo... ‘Als de vos de passie preekt, boer pas op je kippen’:  Toch moet hij gaan en Saul het licht in de ogen terug geven, Saul als broeder aanspreken. Dat is niet gering; stel je dat eens voor... Maar daar gaat het me nu niet om.

Hij moet Saul, die zelf ook totaal verbijsterd zal zijn geweest de nieuwe weg wijzen, dwz zijn roeping meedelen.. het ‘waarom’ van dit alles bekend maken: “Ga, want hij is het door mij uitverkoren werktuig om mijn naam uit te dragen onder de volken, de machthebbers en onder al de Israelieten” (vs 15)

 

De volken, de goyim,  de niet-Joden dus staan vóórop in Paulus opdracht. Dat is zijn primaire doelgroep. Niet met uitsluiting van de Joden, natuurlijk niet, maar toch… en dat was wel nodig ook.

 

Kijk maar eens in de volgende hoofdstukken hoe moeizaam Petrus over de streep getrokken wordt, de streep die kosjer en niet-kosjer’ scheidt, de absolute grens tussen Joden en Goyim. Twee lange hoofdstukken zijn er voor nodig: Zoveel energie en overtuigingskracht had God nodig om Petrus en de andere apostelen tot dit inzicht over te halen. Eerst 48 verzen lang wordt Petrus bestookt met een speciale droom, mèt herhaling, en dan gaat het nog maar een individueel geval: één heiden, de romeinse officier Cornelius.... met tegenzin lijkt het wel... èn als het dan gedaan is, dan moet Petrus zich vervolgens nog 18 verzen lang in een nieuw hoofdstuk verdedigen voor deze stap ten overstaan van zijn broeders...

 

‘t Is wat. ’t Lijkt wel of de eerste gemeente helemaal geen zin om het ‘brood te gaan delen’ met ‘de anderen’...  Zo stroef gaat dat. .

 

Het is dus niet dankzij de visie van de 12 apostelen dat het evangelie tot aan de uitersten der aarde is geraakt: het is dankzij die 13de apostel, Paulus, dat het gebeurt is èn hij heeft er voor moeten vechten: Al vrij spoedig na Paulus eerste successen moet er een synode, een concilie belegd worden over ‘of dat allemaal wel zomaar kan’... En ook dan is ’t kantje boord !

 

Vandaar het belang van deze rabbi, vandaar mijn stelling dat hoofdstuk 9 van Handelingen moet worden opgenomen in het boek ‘gebeurtenissen, die de wereld veranderden’.

 

Zonder deze gebeurtenis, zouden wìj vandaag niet hìer zijn. Onze geschiedenis als christelijke kerk begint hier. Paulus is en blijft ‘onze patroonheilige’, de apostel der heidenen.

 

Hoe deed hij dat dan? Hoe bracht hij de boodschap van Jezus, de Messias van Israel over de grenzen van Israel, zó dat de Joodse Messias ‘een Godsopenbaring’ kon worden voor heidense afgodendienaars als wij van nature zijn...

Ik beperk me tot één ding, één aspect van zijn vertolking van het evangelie.

 

Paulus was - volgens mij - de eerste apostel die een ‘geestelijke’ inter­pretatie heeft gegeven van de betekenis van Jezus.. Hij heeft het evangelie getransformeerd van verhalen over de aardse Jezus tot een verkondiging van de hemelse Christus...

En nou gebruik ik expres dezelfde woorden als die ik in mijn inleiding gebruikte over het Talmudisch Jodendom. Net als de rabbijnen van na ’70 heeft Paulus naar een manier gezocht om ‘zonder de concrete aanwezigheid’ van de heilige dingen (in dit geval de lichamelijke aanwezigheid van de Messias Jezus), toch ‘Messiaans’ te leven.

 

Hij heeft woorden gezocht en gevonden, die aannemelijk maken, hoe dat kan... dat ‘de dood van deze ene Joodse man’ ècht niet het einde van het messiaanse leven betekende, maar dat zijn weg nog steeds kan worden bewandeld, dat in ‘zijn Geest’ nog steeds kan worden geleefd...

Hij heeft de twee-eenheid van kruis en opstanding niet alleen geproclameerd, maar ook geprobeerd inzichtelijk te maken.

En de gedachtegangen die hij dan ontwikkelt, de ene keer zeer Joods, een andere keer meer Grieks filosofisch, anything goes, want niets kan dit Godswonder definitief onder woorden brengen (Si somprehendis, non est Deus, zei Augustinus terecht) .... die gedachtegangen van Paulus vormen de aanzet tot die interpretatie van het Christusgebeuren, die de kerkgeschiedenis heeft gevormd en keer op keer ook weer hervormd.

 

En met die geestelijke kennis van Jezus bedoel ik niets zweverigs, of vaags, integendeel.

Geestelijk leven doe je niet in de hemel, maar juist op aarde... Jezus en Paulus blijven ook wat dat betreft door en door Joods. De wandel in de hemelen vindt plaats op aarde.

Het gaat om het gewone leven – ook bij Paulus –  over de relaties tussen concreet levende mensen met hun God en met elkaar. Zij moeten Messiaans leren leven, de volmaakte band der liefde (Kol 3) aandoen...

Jood en heiden (goy), slaaf en vrij, rijk en arm, man en vrouw... worden zo op elkaar gewezen en aan elkaar verbonden als ‘broeder en zusters’... elk begenadigd, in alle verscheidenheid, maar zonder onderscheid: Gods kinderen... allemaal.

 

Tenslotte: Ik heb de hele tijd gezegd: Zonder de apostel Paulus zou dit en dat nooit gebeurd zijn etc.. Ik verontschuldig mij hiervoor: Dat is teveel eer voor Paulus. Hijzelf zou het ook niet graag gehoord hebben: Méér dan eens schrijft hij: wie roemt, die roeme in den Here...

 

Hij is ‘slechts’ het ‘uitverkoren werktuig’ geweest, instrument in de handen van Gods geest. Hij heeft een stem gehoord, de stem van de Gezalfde des HEREN, die hem bij name riep.

En sinds hij die Stem heeft gehoord zijn hem de schellen van de ogen gevallen... Sindsdien leeft hij – zoals hij zelf elders schrijft – niet meer zelf... maar leeft Christus in Hem..

door zijn kracht bleef hij op de been en door zijn geest werd hij geïnspireerd tot zijn wereldhistorische vertolking van het evangelie.

 

Daarom als leerling van Paulus, de leerling van Gamaliël  wil ik tot slot – met  dank aan Paulus – alle eer geven aan God, Vader, Zoon en Heilige Geest !

Amen

 

 

-           lied: gezang 487: 1 en 3

-           geloofsbelijdenis

-           Klein Gloria

 

-           gebeden

-           collecten

                       

-           slotlied: gezang 281

-           heenzending en zegen

-           "amen.." (gezang 456:3)