Paaspreek 2007
[lezing Lukas 24:1-12 uit NBV]
De drie vrouwen die in het vroege ochtend naar de tuin gaan en de
steen afgewenteld zien en vervolgens – als ze voorzichtig om de hoek
naar binnen kijken – moeten vaststellen dat het graf leeg is…. raken
hierdoor helemaal van streek. Logisch. Je zou voor minder:
Daar is iets ongehoords gebeurd. En dat zal – gezien wat
voorafgegaan is, kruisiging – vast iets vreselijks zijn. Dat er ook
nog bovenop: grafschennis. Dat ze hun levende Jezus hadden
afgenomen, dan ook nog de dode niet gunnen ! Zoiets moet het toch
zijn. Dat is de enig mogelijke verklaring… toch.
Logisch, dat ze helemaal van streek zijn. (NBV)
Wel een mooi vers trouwens om in verschillende vertalingen te
bekijken.
Statenvertaling:
zij waren daarover twijfelmoedig
NBG:
daardoor in verlegenheid waren,
NBV:
zij warend daardoor van streek
Engels nog mooier: they
were perplexed
Luther:
bekümmert (bekommmerd.)
Een gemoedstoestand met veel facetten blijkbaar. Dat maakt je
nieuwsgierig naar wat dat toch wel voor woord moet zijn, dat zoveel
betekenisaspecten heeft.
Grieks:
zij waren in een ‘aporie’…
Een woord dat wij ook nog kennen. En onvertaald eigenlijk helemaal
raak. Zeer goed gevonden van Lukas, want dat is precies hoe die
vrouwen zich moeten hebben gevoeld. In een aporie. Dat betekent
letterlijk: zonder een uitweg zitten. een doodlopend straatje
dus. Het woord poros dat is ons woord ‘voorde’… doorwaadbare
plaats, oversteekplaats… a-porie = je kunt dus niet verder meer
Dus opnieuw: De vrouwen staan bij het graf; de steen is afgewenteld
en het graf is leeg.
Dat vastgesteld zijnde zijn ze uitgepraat, uitgedacht, kunnen ze
niet verder. In een aporie beland. Op de zin: ze vonden het
lichaam van de Heer Jezus niet volgt menselijkerwijs geen
volgende zinvolle zin meer…
Een aporie: Ze kunnen niet verder meer.
Exact gelijk aan het volk Israel dat op de Paasnacht uittoog uit
Egypteland en op de Paasmorgen aankwam bij de Schelfzee. Opzij waren
bergen, achter hen de farao en zijn ruiters en voor hen de zee. Geen
uitweg, geen doortocht mogelijk. Ze kunnen niet meer verder. Een
aporie: afgelopen.
Gemeente en dit is dan Pasen: Waar wij voor een gesloten zee staan,
ziet God een weg… over de bodem dwars door de aporie heen. Zo
bij Mozes en het volk Israel, zo ook hier op de Paasmorgen. Het
verhaal gaat analoog verder. Hoor maar:
Toen de vrouwen in die aporie zaten stonden er plotseling twee
mannen in stralende
gewaden bij hen…
Nou daar schieten ze niet veel mee op (vers 5:) Ze werden door
schrik bevangen
en sloegen de handen voor
hun ogen. (“neigden hun aangezicht naar
de aarde”(lett))
Een aporie is niet zomaar doorbroken. Dat kàn namelijk niet. De
gedachte aan een doorbraak in positieve zin kun je in een
echte aporie juist niet meer denken… Kon je dat wel: was het geen
aporie. Dus denk je bij alles wat gebeurt alleen maar verder in de
doodlopende weg. Het kan alleen maar erger worden.
Je zit vast…Je weet niet hoe je verder moet, want er is geen
‘verder’ meer. En als je dan twee mannen ziet in stralende kleren,
nou dan denk je van alles, maar kun je niet, nooit, bedenken wat er
in Gods hart aan gedachten is opgeklommen, "gedachten van vrede, en
niet van onheil om ons een hoopvolle toekomst te geven."
Ook toèn op die eerste Paasmorgen niet...
De eerste getuigen hadden wel een voordeel boven ons, dat zij konden
vaststellen dat het graf leeg was… Maar op zich is dat eigenlijk
helemaal geen voordeel. het zegt niets.
Want een leeg graf betekent vanuit ons perspectief alleen maar dat
het verlies nog groter is dan al gedacht. Zelfs het lijk zijn
ze kwijt…zij vonden het lichaam Jezus nìet…
Om te komen tot een positieve betekenis moet ook bij hen de ‘knop’
om, moeten ook zij hervormd worden in hun gemoed, moeten ook
zij opnieuw leren kijken, leren zien…
En dat begint met dat het hun "gezegd" wordt.... Het geloof is uit
het "horen"... toen zogoed als nu.
De mannen zeiden tegen hen: “Waarom zoekt u de levende onder de
doden? Hij is niet hier,
hij is uit de dood opgewekt.”
Kijk, dat is het nu.
Het hele, volle, vrije evangelie !
Als wij de Heer willen vinden, dan moeten we Hem niet zoeken daar
waar de dood het voor het zeggen heeft. Dáár is Hij niet !.. Daar is
Hij gewéést. En dat moet ons genoeg zijn: te weten dat Hij dáár is
geweest waar al onze wegen ophouden, waar wij – allemaal – in een
aporie belanden… Dat Hìj daar is geweest, maar niet meer dáár is,
dat hij is verder gegaan… dat Hij is opgewekt…
Hij is de doodlopende straat ingegaan en waar wij alleen maar einde
zien, heeft hij een nieuw begin geforceerd… waar wij een muur zien,
loopt Hij door…Waar wij geen ‘verdere weg’ meer kunnen bedenken ìs
Hij ons reeds voorgegaan en maakt nu voor ons ruim baan.
Dàt is de blijde boodschap van Pasen. Dat wàs ook de blijde
boodschap al van vóór Pasen. Dat was waar Jezus heel z’n leven van
getuigt van die verdere weg, dat die er wel degelijk is,
rondom Hem en dat wij met Hem mogen opstaan en die weg gáán.
Dit kregen de vrouwen te horen van die mysterieuze mannen in hun
stralende kleren. En toen zij dit hoorden kwamen ze nog niet
meteen tot gelóóf.
Nee, zo snel raak je ècht niet uit een aporie…
Toen zij dit hoorden begonnen zij zich te herinneren wat
Jezus gezegd had…
Nog géén jubel, nog niet einde
aporie… Ik denk dat de daver hen nog in het lijf zit en ze
nog maar nauwelijks hun hoofd durven opheffen…. Maar één ding is er
al veranderd:
Ze denken aan Jezus en wat hij gezegd had. Net als Petrus
vorige zondag... Dacht aan wat Jezus gezegd... En met die
herinnering, met die gedachtenis, beginnen de panelen nu toch
langzaam te schuiven… en komt ook de gedachte dat er misschien toch
nog een verdere weg is, niet met een dode Jezus (die
vonden ze niet, die moesten ze ook niet zoeken), maar met een
levende Heer… Ik denk dat zo de ‘mogelijkheid’ van een
verrijzenis begint te dagen…
Afin: ze keren terug, de 3 met name genoemde vrouwen, maar nu zijn
er ook andere vrouwen bij. Ze keren terug deze kerkelijk kopgroep
van vrouwen en ze vertellen de apostelen wat er was gebeurd…Gewoon
een verslag van de feiten, gevuld met de hoop dat het waar is… het
verlangen dat het niet slechts mogelijk zal zijn, maar werkelijk..
Maar de bevestiging komt niet. De apostelen vonden het maar
kletspraat en geloofden hen niet.
Dat is de officiële mannelijke reactie op het gerucht van de
opstanding…. kletspraat (NBV), zotteklap (NBG), ijdel
geklap (StV)…
Larie staat er in het Grieks…
’t Slaat nergens op, want het kàn nergens op slaan. Non-sense.
Onzin.
Een dode bij de levenden zoeken, neen dat kan niet !
Dat geloven ze gewoon niet. Punt aan de lijn.
Het is duidelijk, ook met de mannen zal nog iets moeten gebeuren
willen ze ooit tot andere gedachten komen. Zo makkelijk kun je niet
– man of vrouw – over de dood heenstappen.
Die is toch veel te reëel èn veel te definitief… onomkeerbaar, een
absolute grens..
Aporie: geen verdere weg…
Toch hebben de woorden van de vrouwen ook in de muur van afweer
van de apostelen al een kleine bres geslagen, kijk maar: een klein
spoortje onzekerheid is er geslopten in het hoofd van één apostel,
een zaadje twijfel aan het feit dat ‘dood’ dood is en anders niet….
Klein nog maar, maar ook daar is het verlangen gewekt…
Petrus stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken,
maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol
verwondering over wat er gebeurd was.
Opstaan, daar begint het mee… Of het misschien toch niet zo zou
kunnen zijn... een verdere weg... ook voor hem als loochenaar. Geen
absolute aporie.
En hoewel ook hij Jezus niet vond… en hem geen engel uit de
hemel verscheen, is hij als hij terugkeert van zijn opstanding
vol verwondering…over wat er gebeurd mocht zijn.
Dáár begint het Paasgeloof dus mee, met ‘verwondering’. Zouden de
dingen misschien ook anders kunnen zijn dan ik altijd gedacht
had. Zou er misschien tòch iets sterker zijn dan de dood… Lìefde
misschien?
Zo begint de doorbraak
van de aporie… zo begint de verdere weg te dagen…
De vrouwen herinneren zich hoe Jezus óók tijdens zijn leven
elke aporie doorbrak èn altijd mensen een ‘verdere weg’ bood.
En Petrus keert vol verwondering terug, a.h.w. al geraakt
door het licht, zonder dat hij hetzelf goed weet…
Hoop is er dat de ‘harde feiten’ misschien toch door wat er op die
Paasmorgen rond Jezus is gebeurd in beweging zouden kunnen komen.
Herinnering en Verwondering zijn
de voedingsbodem, waarin het zaad van het geloof in de levende Heer…
kan ontkiemen, wortel schieten, opbloeien en vrucht kan dragen.
amen.