Home  | Preeklijst

 

preek over Lukas 4:14-30: Jezus in de synagoge van Kapernaüm

Genk, 10 maart 2007

 

 

1. Overeenkomstig zijn gewoonte....

2. Heden is dit vervuld...

3. P.S.

 

Wij vinden dat meestal wat negatief klinken: overeenkomstig zijn gewoonte, volgens zijn gewoonte, zoals hij gewoonlijk deed. Uit gewoonte iets doen, scoort niet zo hoog.

Gewoonte, sleur, saaiheid, verveling en inhoudelijke leegte liggen voor ons gevoel in elkaars verlengde. Wij zijn eerder onder de indruk van woorden als ‘nieuw’, altijd weer anders, geheel nieuwe formule. Onze hele wereld draait erom: Langer dan paar maanden mag iets toch niet duren of het moet weer ‘her-dacht’ worden... mode, kleuren, automodellen, lesplannen, leerdoelen, tv-programma’s, radio-formats.

 

Toch is het maar de vraag of we onszelf niet voor de gek houden.

Door gewoontes zo te minachten word je slaaf van de verandering, alles moet dan altijd weer anders, of opnieuw uitgevonden worden. De rust verdwijnt uit het leven, er kan nauwelijks nog structuur worden aangebracht in ons leven. De kans dat de waan van de dag dan vrij spel krijgt is vrij groot. Ook het risico dat je net zo opgejaagd wordt als de tijd zelf, meegesleurd door allerlei ‘wind van leer’, neemt toe.. juist omdat je niet kunt terugvallen op een beproefd ingesleten gedragspatroon, kortom een gewoonte.

 

Dit is vooral van belang als je dingen wilt koesteren die langer duren dan een dag, als je je bezig wilt houden met waarden bijv… Die hebben tijd nodig, die moeten aangeleerd worden, aangevoeld, toegeëigend worden…Zoals het geloof. Geloof dat is een complete levensstijl, tegendraads en eigenwijs. Geloven is je ‘toevertrouwen’ aan God als de grond van je bestaan en je leven leren zien met Gods ogen… Dat gaat niet van vandaag op morgen. Dat is wel duidelijk. Dat kun je ook niet zomaar even opnieuw uitvinden, of nu eens zus, dan weer zo.

 

Geestelijke inhouden (zaken die echt de moeite waard zijn, maar niet voor het grijpen liggen, ook niet spectactulair zijn) moeten m.a.w. wel in degelijke en duurzame vormen gegoten worden, want anders hebben ze geen schijn van kans het te overleven. Belangrijke dingen hebben kortom… traditie nodig al was het alleen maar om ze over te leveren, door te geven.

 

Gewoontes kunnen gestolde vormen zijn van zulke waardevolle zaken. Zij worden daarin bewaard en overgeleverd van geslacht op geslacht. Dat zulke vormen kunnen verstarren, dat tradities, hoe waardevol van oorsprong ook, uitgehold kunnen worden, dat weten wij allemaal, maar alleen dáárom moet je ze nog niet af moet doen als waardeloos. Het gaat niet om de vorm, maar om de inhoud die daarin overgeleverd moet worden…

 

Je mag een geleider pas weggooien als je een betere hebt gevonden, vind ik.

 

Welnu, ik denk dat de gewoonte om ‘naar de synagoge’ te gaan, zoals Jezus die blijkbaar zichzelf ook had aangeleerd, een voorbeeld is van gewoontevorming die dient om de inhoud een kans te geven om overgedragen te worden.

Door daar een gewoonte van te maken, laat je de ‘geestelijke en morele koers’ van je leven niet afhangen van je eigen zin erin, of je behoeften, je tijd of andere uiterlijke omstandigheden. Vorm je die gewoont niet, dan is het behoorlijk moeilijk om je te verweren tegen de consumptiemaatschappij die de ene na de ander behoefte creëert en daarna al je tijd en energie opeist om die behoefte te vervullen... en altijd moet er nog wel iets en als je moe bent, dan hebben ze ook wel weer wat om je af te leiden en te ontspannen...

 

Sterke tegendraadse gewoontevorming, goede geestelijke traditie, kan zich daar tegen verzetten en mensen aansporen om een eigen koers door het leven te gaan varen.

Gewoontevorming in deze dwarse zin is een vorm van verzet tegen een maatschappij die de mensen vooral benadert als potentiële consumenten en dus reduceert tot vervullers van behoeften en noden.

 

Goed (voor het een oratio pro domo, preaching to the converted, wordt.. terzake )

 

Overeenkomstig zijn gewoonte was Jezus naar de synagoge gegaan. En het was er vol, want het gerucht had de ronde al gedaan, dat hij er zou zijn, die sabbath. En deze Jezus had al aardig van zich doen spreken. Hij trad her en der op als leraar in synagogen en werd door allen geprezen... gevierde gastprediker ! Nou, dat wilde men dan wel eens zien in Nazareth.

 

De dienst verloopt op zich heel gewoon.

De voorlezer leest de schriftlezing van die dag uit de thora... en als hij klaar is staat de dienaar op, de koster zal ik maar zeggen, neemt de profetenrol van die dag uit de kast (ark): in dit geval een rol van Jesaja, en stelt die ter hand... ja aan wie anders dan Jezus. Hij was een beroemde zoon van Nazareth aan het worden, nietwaar, en ookal woonde hij te Kapernaüm, de grote stad in de buurt. Hij was nu terug in zijn eigen dorp, zijn vaderstad.

 

Als ‘ereburger’ krijgt hij de profetenrol ter hand gesteld. Hij slaat die open, d.w.z. hij rolt één bladzijde open vanaf de plaats waar de rol de vorige keer was dichtgerold... en leest voor, reciteert de tekst. De profetenlezing van die sabbath is ergens uit Jesaja 61 en omstreken genomen. Lukas vermeldt niet de hele lezing, want die was beslist langer.

Jesaja profeteert over het welaangename jaar des Heren, of: het jaar van Gods genade, dat door Gods knecht wordt afgekondigd en vervuld: Het gaat dan om wereldomvattend heil, in het bijzonder voor armen en verdukten, gevangenen en verbrokenen; het gaat om bevrijding, verlossing, rechzetting.. Kortom het gaat over het jubeljaar, waarin alles wat er is misgedaan en misgegaan zal worden hersteld, rechtgezet, het jaar waarin alle dingen nieuw worden en iedereen overnieuw mag beginnen..., schuldeloos, schuldenvrij.

 

Jezus heeft het voorgelezen, staande achter de katheder.

De mensen kijken hem verwachtingsvol aan. Zou hij er nog wat van zeggen, zou hij nog een korte preek geven. Het kon en het mocht. Het was de gewoonte zelfs, dat het gebeurde.

“En Jezus rolde het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten...

Dat betekende dat er nog wat kwam.

Want als de voorganger ging zitten, kwam er een preek. Men las staande en preekte zittend.

Dus: De ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht en Hij deed zijn mond open...

Gespannen wacht iedereen op wat hij nu gaat zeggen...

Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.

 

Dat is alles...

Korte preek.. toch veelzeggend.

Nu, op dit eigenste ogenblik dat jullie deze woorden horen, zijn ze vervuld, verwerkelijkt

Gods toekomst ? die begint nu > geloof het !

De rechtzetting van alle dingen ? Het is heden, ga uw gang !

Bevrijding en nieuw begin ? Thans is het moment om er aan te beginnen !

 

Dat is Jezus’ preek, zijn verkondiging, zijn boodschap voor die sabbath.

Om het iets anders te zeggen: Nu, zegt Jezus, nu Ik er ben … is er voor jullie geen enkel beletsel meer om niet opnieuw te beginnen…

voor jezelf, met jezelf... maar zeker ook als gemeenschap..

het genadejaar is aangebroken, nu! Het jubeljaar is een feit, een realiteit.

 

Je hoeft er niet op te gaan zitten wachten, je kunt er gewoon aan beginnen, zo waarachtig als ik in uw midden ben.. Zoals vandaag: Nu, op het moment dat u dit hoort, is dit Schriftwoord in vervulling gegaan.

 

U voelt natuurlijk wel het enorme risico dat Jezus hier neemt, want zo’n uitspraak maakt veel verwachtingen los en er spreekt ook een enorme pretentie uit: Hìj roept zichzelf – tussen de regels door – uit tot ‘Gods knecht die zal instaan voor de verwerkelijking van God genade, Gods recht, Gods heil. Hij proclameert a.h.w. zichzelf impliciet als ‘Messias’.

Niet mis...en dat allemaal in één zin !

 

Maar, het lukt: de preek valt in goede aarde. Instemmend gemompel klinkt door de rijen, bewondering dat ‘hunnen Jezus’ dit zegt, dat hij dit zeggen dùrft...  Amai!... Die zóón van Jozef ! Dat belóóft!.

 

De mensen wachten. Krijgt zijn spectaculaire preek nog een vervolg?

Komt er nog wat van? Of blijft het bij woorden.

In de stilte klinkt luide de roep om een wonder, een teken.

Jezus ziet de schuinse blikken, voelt natuurlijk ook wel aan, dat achter dat gemompel ook een verholen argwaan schuilt: Twijfel of hij het wel waar kan maken, wat hij net gezegd heeft.  ‘t is toch maar de zoon van Jozef, de timmerman, die kennen ze wel  !

Niets is zo grillig als de gunst van het publiek, de achting van het volk... Heden hosanna, morgen kruisigt hem.

 

En als er na Jezus korte preek inderdaad niets meer lijkt te komen, begint de stemming te kantelen. En Jezus ziet het wèl, hij voelt het haarfijn aan. En hij denkt na... En dan vervolgt hij plots de preek...Buitengewoon fel is zijn uitval.

Jullie, mannen van Nazareth, jullie willen dat ik me bewijst hè, jullie vlassen op een mirakel, ik weet het wel. Kapernaüm willen jullie overtreffen.... jullie willen een wonder. Welnu: dat Dat krijg je nìet.

Spektakel, dat is iets voor de consumptiemaatschappij… vertier. Ik ben niet gekomen om jullie behoefte te bevredigen. Dit hier is de sjoel, de leerschool van het geloof... daar gaat het om heel andere dingen. En pas maar op: straks is je tijd verspeeld, word je gepasseerd.

 

En met Elia, die het hele volk Israel passeerde en naar de weduwe van Sarfath ging en met Elisa die met voorbijgaan van alle Joden een Syriër genas... wijst hij hun claim op Hem af.

 

Jezus is nìet van hen, hij is van God. En in het huis van God wordt ieder mens aangesproken als kind van God (weet u nog: de doop)  daar gaat het over waar je leven nu werkelijk om draait. Daar ben je in betrokken, of je bent er niet.

De preek m.a.w. blijft staan. Van het woord van God doet hij geen jota of tittel af: Maar nadat God z'n woord heeft gegeven… is het aan de mens om te antwoorden… En dan moet-ie niet gaan zitten wachten of God nog wat wil doen. Neen: zegt Jezus 't is aan u. Leef er nu naar, naar dit woord van God, volgens dit visioen.

Niet morgen, maar nu: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.

Laat vandaag de eerste dag van je nieuwe leven zijn.  

AMEN

 

 

P.S.

Daar hebben ze in Nazareth geen boodschap aan. Integendeel. vers 28:

“En allen in de synagoge werden met toorn vervuld, toen zij dit hoorden en zij stonden op en wierpen Hem de stad uit...

 

Blijkbaar had Jezus een gevoelige snaar bij hen geraakt... En de aanvankelijk bewierooking gaat over in een moordpoging, maar Jezus is nie van hen, hij is van God. Dus ging Hij midden tussen hen door en vertrok... 

Nazareth heeft zijn ontmoeting met de heilsgeschiedenis gehad èn gemist.

 

Men was naar de synagoge gekomen om ‘iets’ mee te maken, niet om zelf aangesproken te worden. Men had gaarne een spektakel gezien, een mirakel. In elk geval iets om toeschouwer bij te blijven, om straks over te kunnen vertellen, opscheppen bij wijze van spreke, tegen de inwoners van Kapernaum... ‘Onze Jezus’ die heeft me toch een mirakel gedaan... tjonge, tjonge.. zo enen heeft ‘m ergens anders nooit gedaan.

 

En doordat zij zich zo blindstaarden op het mirakel, dat maar niet kwam, zagen ze voorbij aan het eigenlijke wonder, dat God zijn heilstijd deed aanbreken voor hun ogen…

Mis de dag vn je leven niet. Gods toekomst begint vandaag.