lijst met preken

       

 

 

 

Bidden, de bal van het leven via de band van de eeuwigheid spelen

Bidden, reculer pour mieux sauter

Bidden, niet God instrueren, maar je zelf construeren

Bidden, bewust jouw weg proberen te vinden

 

 

preek over Markus 1:29-39: "Hij bad op enen berg alleen..."

Genk, 20/01/2008

 

                                                                                                                                                      

Gemeente,

Als een lopend vuurtje gaat het door Kapernaüm: Er is een nieuwe genezer gesignaleerd… Spectaculair was het vrijdagavond nog geweest tijdens de sabbatsviering in de synagoge. Nog nooit gezien: stuiptrekkende mensen lagen op de grond en demonen verlieten schreeuwend het pand… Tenminste: zo gaan de verhalen door het dorp. Ze zullen wel gegroeid zijn terwijl ze doorgegeven werden.

 

In het huis van Petrus, waar deze nieuwe genezer verblijft, gaat het er heel wat minder spectaculair aan toe. Iedereen is juist opvallend stil. Petrus’ schoonmoeder is ziek. Ze ligt met koorts te bed. Ssst.. niet zo’n lawaai. Jezus gaat naar haar toe, neemt haar bij de hand en ze staat op. Er wordt geen woord gezegd. Er is enkel het gebaar!

Hier is het echt sabbath, de dag van de rust, de dag waarop de heelheid van het leven in stilte wordt gevierd, ook midden in de gebrokenheid van het bestaan….

 

Maar zulke sabbatten duren niet… want de zon gaat onder­ (vers 32)… en dan ­staat alle ellende van de wereld voor de deur. Als Petrus open doet stroomt een stoet zieken en bezetenen naar binnen terwijl de hele stad nieuwsgierig toekijkt vanuit de deuropening.Jezus laat het vooreerst gebeuren: Hij neemt de last op zich.

Hij wil Heiland, Heelmeester te zijn: Alle kommer en kwaal geneest hij; boze gees­ten moeten wijken en worden met stomheid geslagen.

 

Begrijpelijk, dat het nachtwerk wordt, deze eerste werkavond.

En als hij daarna wat probeert te slapen - zo stel ik mij voor -, dan hoort hij in zijn hoofd a.h.w. de aangetaste en beschadigde mensen zich alweer rondom het huis verzamelen, hunkerend naar zijn helende handen, verlangend naar zijn bevrijdende woorden.

 

En als dat zo gaat, dan wil de slaap niet komen. En als de slaap niet wil komen, dan sta je soms maar beter op, ook al is het nog donker.

          Nog midden in de nacht stond Jezus op en ging naar buiten..

en niet alleen maar even naar buiten voor een wandelingetje, Neen: Hij gaat ­er vandoor.

          Hij ging heen naar een eenzame plaats.

Hij moet er even tussen uit. Hij wil alleen zijn, de druk en drukte ontvluchten.

 

Hij houdt het niet vol. Zo simpel is het. Jezus was gewooon mens en dus begrensd, van gelijke beweging als wij. Dus voelt hij de behoefte [en de noodzaak !] om af en toe eens even alleen te zijn, te recupereren van de aan­slag die de massa, de menigte op hem en zijn genezende kracht heeft gedaan.

Hij trekt zich terug, gaat naar een ‘plaats ergens daarbuiten’ om te bidden.

 

Jezus doet dat trouwens wel vaker.

Het bekendst is wel het moment van de verheer­lijking op de berg, waar hij zich vlak voor hij aan zijn laatste reis naar Jeruzalem - dat is: naar Golgotha ! - begint... terugtrekt [voor een topoverleg over zijn roeping, zijn weg, zijn werk


 

Zoals hij trouwens ook nog - vlak voor het einde van die weg -  zich terugtrekt in de hof van Gethsemane om te bidden... net als hier.

 

Jezus trekt zich dus op tijd en stond terug uit zijn publiek optreden, verlaat de mensenstad en trekt naar een eenzame plaats... om te bidden..

 

Bidden, dat is een overbekend en toch ook een heel geheimzinnig woord... Bidden…. Dat is praten met God, wordt vaak gezegd. Okay, maar wat bedoelen we daar dan mee ? Want het gaat niet zo zoals een gewoon gesprek van mens tot mens…. ?  communiceren met ‘god’ dan...  in contact treden met God door te bidden. Daar kan ik me wat bij voorstellen, maar ook als je het zó zegt, blijft het een mysterieus gebeuren. Hoe gaat dat dan, dat bidden, dat in contact komen met God. Ik geef enkele voorbeelden. De dichter Geert Boogaard beschrijft het zo:

Wanneer ik bid...

nee ik lig er niet

bij geknield

meestal sta ik geleund tegen

mijn boekenkast,

mijn armen er bovenop

en mijn hoofd er net

bovenuit

en zo praat ik dan.

vertrouwelijk

met God,

omdat hij mijn vriend is

en mijn hele leven

hem interesseert..

 

Als ik dit goed versta, dan ‘bespreekt’ Geert Boogaard alles wat er gebeurt in zijn leven, wat hij tegenkomt op zijn weg met ‘God’. D.w.z. niet in een vormelijk gebed, maar gewoon ‘tussen de bedrijven door’ en er ‘boven uit’. Typisch protestant is dat hij vindt dat de gebedsvorm er niet toe doet.  Knielen hoeft niet. Het kan ook wel zo, staand, gaand zelfs.

 

Het kan ook anders, veel stiller, zonder gepraat en juist met nadruk op de gebedshouding.

Pater André Louf, een oude trappist,  d.w.z.  iemand die zijn leven lang elke dag 8 uur werkt, 8 uur slaapt en 8 uur bidt (op het ritme van de gebedstijden leeft), zegt hierover:

bidden is wezenlijk voor mijn geloof… maar dan bedoel ik niet ‘een tekst opdreunen’, maar de daad van het ‘zich openstellen’ op zich. Als ik bid, dan wacht ik op iets, noem het maar dat God mij aanraakt, dat hij zich meldt in mijn gebed.

En: 

Praten met God in de letterlijke zin is voor mij steeds minder belangrijk geworden. God staat a.h.w. steeds achter de deur in mijn actieve leven. Hij is ontzettend nabij, maar gewoonlijk zie ik hem niet, hoor ik hem niet, omdat ik veel te druk met mezelf bezig ben… Als ik bid, kniel en mijn handen vouw, geef ik hem de kans binnen te komen.

 

Heel anders dan Geert Boogaard, maar toch is het effect hetzelfde. Beiden beschouwen bidden als stoppen, stilstaan, [ook lichamelijk!] en dan de bal van je leven via de band van de eeuwigheid spelen, als u begrijpt wat ik bedoel.

Meestal - om in het beeld te blijven - rolt het je leven voort zonder dat je daar bewust veel aan doet, en soms gaat het rechtdoor zonder obstakels, vaker via aanrakingen, zacht of onzacht met andermans leven, soms zelfs keihard in botsing met anderen of met je eigen grenzen.

 

Als je bidt, probeer je echter even bewust een omweg te maken, buitenom, via de band.

Om daarna weer naar hetzelfde bestaan terug te keren, maar nu toch net even van een andere kant. Dat is belangrijk om af en toe, om geregeld, te doen.

Het geeft je een andere kijk op dingen, het ordent je leven op een andere manier dan je meestal doet. Het relativeert veel dingen en werpt soms een verrassend helder licht op ‘waar je nou eigenlijk mee bezig bent’. Bidden -met of zonder woorden, liggend, staand, geknield of gaand, het zuivert je ziel...

 

De kerkvader Augustinus zei het al: "Non ut Deus instruatur sed ut ipsa construatur":

Bidden is niet bedoeld om God te instrueren maar om mij zelf te construeren ". Al biddende moeten wij onszelf veranderen… niet God.

Bidden is een manier om de inventaris op te maken van wat zich in je leven heeft afgespeeld en proberen daar betekenis aan te geven… om het onvermijdelijke te accepteren, of om je voor te nemen te veranderen wat veranderd kan worden.

Daarvoor tijd maken – hoe en wanneer precies doet er niet zoveel toe, als je het maar geregeld doet – is niet zozeer vroom, maar vooral verstandig.

 

Jezus deed het in elk geval geregeld. Hij kon niet zonder. Daartoe trekt Hij zich dan terug uit de drukte, uit de wereld, die een bijna verstikkende greep op hem had gekregen.

 

Heel welbewust gaat hij daar uit weg…hij ging naar buiten en ging naar een eenzame plaats en bad aldaar. Hij probeerde zijn ‘zelf’ weer op te bouwen, nadat al die anderen met behulp van hem hun eigen leven (lichaam en ziel) hadden herbouwd. Hij bezint zich, hij beraadt zich, hij herbront… Hij neemt tijd om alles op een rijtje te zetten, zijn gedachten weer te ordenen en zichzelf te zijn.

 

Hij zag de bui al hangen, na één dag: Hij dreigde ‘geleefd’ te worden door anderen, en dat is niet goed. Hij wil ‘die anderen’ wel helpen… daarvoor is Hij gekomen. Inderdaad, maar niet zó. want dan raakt Hij zichzelf kwijt. Daarom wil hij zich beraden, bij zich­zelf, dat wil voor Jezus zeggen: bij zijn God en Vader zijn…: Wat wilt U, dat Ik doen zal..


 

 

Gemeente,

Als dit inderdaad is wat er in onze tekst beschreven wordt, dan is het nìet juist om te zeggen, dat hij vlucht… alsof het hem na één werkdag al te veel is geworden. Neen. Hij gaat weg niet om zich te onttrekken aan zijn taak, maar om die juist te kunnen blijven doen, goed doen...

Rust zoekt hij, maar geen lege rust: niet enkel ‘neerploffen’ en ‘uitpuffen’; neen: rust om terug op adem komen... Nieuwe geestkracht verwerven, Heilige Geest opdoen.. uweetwel, de Geest, de Adem Gods, die op Hem was gevallen bij zijn doop om die weer opnieuw te laten inwerken, doorwerken.

In de eenzaamheid, door het gebed zoekt hij re-creatie: her-schepping om opnieuw wezenlijk te worden wie hij is om te kunnen doen waarvoor hij gekomen is.

 

‘reculer pour mieux sauter’... Terugtreden om des te beter te kunnen springen.

 

Dit is een psychologische wet en een evangelische raadgeving tegelijk: Wij mensen kunnen niet recht-toe, recht-aan kan leven. Dan is het vlammetje zo uit. Wij hebben momenten van stilstand, van rust, van bezinning nodig, willen wij menselij­ke mensen blijven.

Wij hebben er niet alleen maar behoefte aan, maar het is gewoon onmisbaar om de bal van je leven ‘af en toe via de band van de eeuwigheid’ te spelen, er uit te gaan naar een eenzame plaats en aldaar te bidden‘recu­ler pour mieux sauter’.

 

 

Nog één ding.

Zo’n eenzame plaats is niet gemakkelijk te vinden... En als je ‘m gevonden hebt, dan ben je ‘m soms ook zo weer kwijt.. Guido Gezelle dichtte al:

Gij badt op enen berg alleen...

en ... Jesu, ik en vind er geen

waar ’k hoog genoeg kan klimmen

om U alleen te vinden;

de wereld wil mij achterna

alwaar ik ga

of sta

of ooit mijn ogen sla;


 

 

Het vereist enige inspanning, vastbeslotenheid (geestelijke training?) om je eigen drukke leven ècht af en toe eens te ontstijgen, want de drukte zit ook in je ziel. Alleen maar lichamelijk je verplaatsen is niet voldoende. Het is zo simpel niet om de bal van je leven via de eeuwigheid te spelen…de tijd trekt enorm aan je. De wereld wil je achterna

Wat voor ons een innerlijk probleem is, was voor Jezus een letterlijk probleem. Jezus is nog maar goed en wel aangekomen op de ‘eenzame plaats’, is de eenzame plaats al niet eenzaam meer, want: (vers 36) zijn volgelingen zijn hem achterna gekomen

Goede volgelingen dat wel, maar deze keer misschien iets te letterlijk.

En in hun kielzog komt de drukke wereld er meteen weer achteraan. De leerlingen zeggen het met zoveel woorden: Allen zoeken u...

 

Verrassend - dit tenslotte - is nu Jezus’ reactie: 

Laten we ergens anders heengaan, naar de naburige plaatsen, om ook daar te prediken..

 

De korte tijd van herbronning is blijkbaar genoeg geweest om tot een inzicht, een besluit te komen. Hij heeft besloten niet in Kapernaüm te blijven, hoeveel nood daar ook nog is. Hij heeft besloten ergens anders heen te gaan... naar de naburige plaatsen…

Hij wil verder…. Het grote evangelie - de goedheid Gods die uit zijn mond en zijn handen stroomt - is niet enkel voor de groep die het er toevallig het eerst bij was alleen. Neen: Jezus is zich - al biddend - bewust geworden dat Hij met die boodschap op weg moet, verder moet, de wijde wereld in, te beginnen in galilea, dan in Judea… dan in het gehele Romeinse rijk… tot de einden der aarde.

Dit is de het gevolg van Jezus ‘gebed’… Hij weet het zeker: daartoe ben ik uitgegaan... zegt hij. Hij heeft zijn roeping gevonden, z'n weg, al biddend.

 

Nu wij nog.

amen.


 

 

                                                                       liturgie

 

-        welkom / afkondigingen

-        aanvangslied: gezang 323: 1, 6

-        stil gebed

-        votum & groet

-        lied: gezang 323: 7

 

-        gebed om ontferming

Heer, zulk een opvlucht wil ons soms wel lukken. Eventjes vrij en gelukkig boven de dingen te zweven, boven onszelf ook verheven… maar dan trekt alles ons weer naar beneden. Dan blijken we ons zelf te hebben overschat. Dan vallen we als Icarus te pletter. Want zo geweldig zijn wij niet. Zo vrij zijn wij niet. Gevangen zitten wij… verslaafd zijn wij. het kwaad in ons, het kwaad buiten ons, trekt ons neer en houdt ons klein.

Heer, ons leven met z’n hoogte- en  dieptepunten leggen we voor u neer en wij bidden u: kom in ons wonen Heer, beziel en doorstroom ons leven. zuiver het en maak het vrij.

 

-        lied: gezang 323: 8

-        woord ten leven: 10 geboden kort

-        lied: psalm 86: 4 en 5

 

-        gebed bij de opening van het Woord

-        Schriftlezing: Markus 1:29-39

-        lied: gezang 170: 1 en 2

-        preek

-        geloofsbelijdenis (mel. gez: 293)

-        lied:

-        gebeden

-        collecten

-        lied: gezang 48: 4 en 10

-        heenzending en zegen

-        “amen..” (gezang 456:3)