[up] [home]

 

Korte notitie over de melodieën van het Geneefse Psalter (1562).

 

De complexe wordingsgeschiedenis van het Geneefse Psalter is nog steeds af te lezen uit het melodisch materiaal. Elk stadium is in het eindproduct nog aanwezig.

 

  1. Aulcuns pseaulmes et cantiques mys en chant [Enige psalmen en gezangen om te zingen] (Straatsburg 1539).
    De oudste laag van het Geneefse psalter is het Straatsburgse gezangboekje uit 1539, uitgegeven door Calvijn. Van de 21 melodieën in dit boekje hebben slechts enkele het gehaald tot de laatste editie (1562), en geen in ongewijzigde vorm. De bekendste ‘overlevende’ is de melodie van Psalm 36, later hergebruikt voor Psalm 68. Zij staat op naam van Matthias Greiter en dateert uit 1525. Wie de componist was van de originele melodieën voor met name de Psalmen van Marot is niet bekend.
     

  2. La forme des prières et chants ecclésiastiques [De vormgeving van de kerkelijke gebeden (oftewel: de formulieren) en liederen] (Genève 1542; vermeerderd en gewijzigd: Genève 1543): Guillaume Franc
    Toen in 1542 in Genève een tweede, vermeerderderde druk verscheen (30 Psalmen), was een aantal melodieën verdwenen, anderen waren bewerkt, en een reeks nieuwe melodieën was toegevoegd. De muzikale redactor en componist was de cantor van de St. Pierre, Guillaume Franc. Ruim een jaar later worden aan deze editie nog eens 20 nieuwe Psalmen toegevoegd (totaal: 50), waarvan de melodieën ook door Guillaume Franc zijn gemaakt. Helaas is van deze editie geen enkel exemplaar bewaard gebleven. De vroegste versies van deze melodieën stammen uit (vaak polyfone) versies die na 1545 begonnen te verschijnen.
     

  3. Pseaumes octante trois de David [drieëntachtig Psalmen van David] (Genève 1551/1554): Loys Bourgeois.
    In 1547 is Loys Bourgeois cantor geworden in Genève. Hij is de componist  van de melodieën voor de eerste lichting psalmen van Théodore de Bèze (34 stuks), die in 1551 gebundeld met de andere in druk verschijnt. Hij heeft sommige oude melodieën vervangen en andere gereviseerd. Drie jaar later verschijnt een herdruk met zes nieuwe Psalmen van De Bèze, maar zonder nieuwe melodieën. Voor het eerst worden nu Psalmen gezongen op de melodie van een andere Psalm. Beza heeft ze in 'de mal' van reeds bestaande melodieën gegoten (bijv. Psalm 65, te zingen op de wijze van psalm 72). Psalm 24 wordt zelfs 3x als 'mal' benut (Pss. 62, 95, 111)
     

  4. Les CL Pseaumes de David mis en rime francoise… [De 150 Psalmen Davids berijmd in het Frans] (Genève 1562): Pierre Davantès.
    In dit Psalter zijn alle 150 Psalmen voorzien van melodieën. Sommige melodieën worden twee maal, een enkele zelfs drie maal gebruikt. Het totaal aantal melodieën bedraagt 125. Hoewel niet bewijsbaar is het zeer waarschijnlijk dat ‘Maître Pierre’, die als melodieënmaker wordt genoemd, geïdentificeerd moet worden met de toenmalige cantor van de St. Pierre: Pierre Davantès, die naast cantor ook een zeer geleerde humanist was.

HIeronder is de eerste verschijningsdatum van de melodie genoemd. De vermelding daarna verwijst naar een revisie. Indien slechts enkele noten of notenwaarden zijn aangepast is de revisie niet vermeld. Bij hergebruik wordt in de laatste kolom de oorspronkelijke Psalm vermeld.