Psalm 41/42
Een Souterliedeken (1540) en de wereldse 'Vorlage' volgens het Antwerps Liedboek (1544)
Een psalm die altijd al in de top 10 van de psalmen heeft gestaan.
Vulgata: Quemadmodum desiderat cervus ad fontes aquarum
OB: hijgend hert der jacht ontkomen schreeuwt niet sterker naar t genot...
NB: evenals een moede hinde naar het klare water smacht
In deze bundel: op de wijs van Tyrannich werck, vol archs ghedrongen
Voor dit lied vol verlangen (en angst om verlaten te worden) heeft de psalmberijmer gegrepen naar de melodie van een een liefdesklacht, waarin het verlangen en het verdriet om de verlating haast niet dragen is. Als de zanger van die wereldse lied dan ook nog ontdekte dat zijn vriendin hem ontrouw is, dan kan hij het helemaal niet meer aan: het is hem een ‘tyrannich werck’.. zwaar karwei, “vol archs gedronghen” (boordevol ellende)...
Een weemoedig lied dus over een verloren geliefde (een ”boelken” in het Antwaarps) en geschonden trouw. De wijs van dit lied Antwerps Liedboek (nr. 153) krijgt nu de woorden van psalm 42 toegedicht. En dat lukt wonderwel: Ghelijck een hert verlangt naar een fonteyne. In het ‘register’ van liefde en verlating, verlangen en vervulling zijn wereldse en geestelijke teksten en muziek altijd prima uitwisselbaar gebleken (het gebruik om de ‘minne’ uit het ‘Hooglied’ (bijbel) dubbel te duiden is hiervan het archetypisch voorbeeld).
Het ‘verlangen’ naar de geliefde (God) en de ‘smart’ om zijn afwezigheid worden
prachtig muzikaal verwoord. Opnieuw geef ik beide teksten, zij het dat ik van
psalm (souter) 41/42 enkel het eerst couplet heb kunnen achterhalen. Ik heb het
afgeschreven uit het tenorboek van de drie-stemmige editie van de
Souterliedekens van Clemens non papa. Immers: het wonderlijke verschijnsel doet
zich voor dat toen de Souterliedekens gezongen moesten worden een verwijzing
naar het wereldse voorbeeld volstond om de wijs te kennen. Nu is het onder
andere dankzij de vele van muzieknoten voorziene edities van de Souterliedekens
dat wij de oorpronkelijke wijs van het wereldse ‘Vorlage’ nog kunnen reconstrueren (zij het
vaak met enige moeite). Maar in zulk soort zaken was de middeleeuwer en
vroeg-renaissance mens veel bedrevener dan wij èn ook veel minder scrupuleus vermoed ik.

Souterliedeken psalm 41/42
Den Xli Psalm. Quem admodum deiderat cervus.
Nae die wyse. Tyrannich werc vol archs ghedronghen
Recht als een hert langt nae een fonteyne
So dorstet myn siele o heere God na dy,
Tot minen God dorst myn siel alleyne
Wanneer so sal ie comen u teghenwoordich by.
Myn tranen waren een spys voor my
Dat seg ick vry
Als sy haer spot met my bedreven
En spraken waer is nu dyn God ghebleven?
Antwerps
Liedboek nr. 153 Een oudt liedeken.
Tyrannich werc vol archs gedronghen
mi en twifelt niet noeyt erger quaet
dat ic oyt was van venus discipels
ionghen
Dat maect mijn herte al desperaet.
Ick hebbe u verloren mijn toeuerlaet
Ic en weet niet hoet gaet
Alleen so blijve ic boelken inder noot
Want trouwe is nu ter werelt doot
Alle mijnen druck moet ic nv ontbinden
Hoe wel mi tvermaen is leedt
Gheenen troost en can ic aen v gheuinden
Elders te soecken dat waer mi onghereedt
Noyt scherper snede mijn herte doorsneet
Och noeyt spere so wreet
Si heeft mijn herte heel dooruloghen
Ter eeren van v schoon lief so wil ict gedoogen
Gheen dinc ter werelt en dunct mi so fel
dat mijn ionc herte also seere deert
Als dat si met een ander bedrijft haer spel
die mijn ionc herte also seer begeert
Het is mijnder herten een snijdende sweert
Och ic
bens onweert
dat ic die alderliefste moet wesen
schou
des sterue ic thien duysentich dooden nv |
Wee mi dat ic oeyt was gheboren
Ter droeuer tijt ic die werelt aensach
Dat ic
moet deruen die ic heb wtuercoren
dat is mijnder herten een swaer gelach
Ic mach wel roepen o wy o wach
Ende bedrijuen geclach
Coemt doot haelt mi wten verdwijne
Want langer te leuen is mijnder herten pijne
Schoon lief als ic van deser werelt sal sceiden
Ende ghi met eenen anderen doet v geuoech
Segt doch eens god wil zijn siele geleyden
Hebbe ic also vele tis mi genoech
die noeyt dat pack van minnen en
droech.
Oft en trock die ploech
der ialousien in swaer verdriet
Ic rade v voor tbeste \ sidyer niet en coemter niet.
Dick Wursten, juli 2004
bronnen:
Antwerps Liedboek
-
www.dbnl.org waarop een volledige recente versie:
Een Schoon Liedekens-Boeck van 1544 in den welcken ghy in vinden sult
veelderhande liedekens oude ende nyeuwe om droefheyt ende melancolie te
verdryven. Antwerpen Jan Roelants
- H. Hoffmann von Fallersleben, Antwerpener Liederbuch vom Jahre 1544. Nach dem einzigen noch vorhandenen Exemplare hrsg. von... Hannover 1855 (herdr. Amsterdam 1968)
- Een Schoon Liedekens-boeck ... bewerkt, toegelicht en ingeleid door W.Gs. Hellinga, 's Gravenhage 1941 (herdruk Amsterdam 1968);
- K. Vellekoop, H. Wagenaar-Nolthenius, W.P. Gerritsen en A.C. Hemmes-Hoogstadt, Het Antwerps Liedboek. 87 Melodieën op teksten uit ‘Een Schoon Liedekens-Boeck van 1544’. 2 dln, Amsterdam 1972
Souterliedekens
- de uitgave van Mincoff-Marriage uit 1922 (zij is ook één van de degenen (ook Florimond van Duyse) die gepoogd heeft de melodieën weer 'terug te verbinden' met de wereldse 'Vorlagen'.
- een facsimile uitgave van Clemens non Papa: het sevenste musyck boexken (Souterliedekens IIII) Antwerpen Tielman
Susato 1557 (uitgave: Alamire)