David danst voor de ark

 

[up] [home]

 

 

preek over 2 Samuël 6  (Antwerpen, 4de advent 2003)

 

inleiding voor de lezing :

De eerste keer dat David de ark ging halen, nam hij 30.000 soldaten mee. Toen wilde hij een 'triomftocht' houden, een imponerende, gewichtige entrée, tot eer en meerdere glorie van... ja van wie eigenlijk?  Ik vermoed toch vooral zichzelf. Dat ging mis, vreselijk mis. Hoe zal ik u ontvangen ? Nou niet zo.  

David blijkt opnieuw een bijzonder mens. Hij kan zich bekeren… ècht. De tweede keer gaat hij nl. niet in zijn koninklijk gewaad, noch in zijn militair uniform, maar in een eenvoudig priesterlijk gewaad (efod) en heel voorzichtig, stapvoets brengt hij het naar 'zijn stad' , d.w.z. 'Gods stad'. Hij heeft van zijn fouten geleerd...

 

Schriftlezing 2 Samuël 6

- toelichting:

Davids kleed = efod (priestergewaad)
v 14/16/20: dansen

1ste woord: karar uniek woord: (met kogelrond draaien te maken) > wervelen > derwisjen: karar (pilpel = karkeer): wervelen of radslagen

2de woord: pazaz (unicum): soepel zijn van een gewricht (vd armen) springen, dansen

3de woord: sachaq = eigenl: spelen en zingen (zoals de vrouwen) in de reidans : vrolijk

 

Gemeente,

Het is feest in Jeruzalem. Groot feest. Het hele volk is op de been. Iedereen heeft vrij. Trompetten klinken, er wordt gezongen en gejuicht. Meisjes slaan al dansend op tamboerijnen en cymbalen.

Een processie, een optocht komt dichterbij. Wat is het hart van de processie ? de reden voor dit feest ?

 

Een kist, een doodgewone kist: 150x75x75. Ze is bekleed met goud dat wel, ze blinkt in de zon, zeker. Op de kist staan twee cherubs, die met hun vleugels a.h.w. de kist beschermen. 4 mannen dragen hem op draagstokken. 

 

En toch is het wezenlijke niet het goud, niet de cherubs, maar dat het een kist is, d.w.z. een doos, waar iets in zit... nl: de clausules van het verbond tussen God en zijn volk. Het is de ark (=kist) des verbonds. In de verbondskist zitten:

- de (10) GEBODEN, waarmee Israel zich aan die God bindt (stenen tafelen van de wet = 'tabletten van het verbond'. kleitabletten met de tora?)

- de kist zelf ìs het symbool dat God met zijn volk verbonden is, dat God wat met Israel hééft…

Daarom dat de ark in een blijde stoet Jeruzalem, de spiksplinternieuwe hoofdstad van het Verenigd Koninkrijk wordt binnengedragen…

 

Maar: wie is toch dat ventje daar voor die ark.

Wie danst en springt daar uit alle macht ? Hoort die daar wel ? Zo centraal, opvallend, vlak voor de ark ? Met enkel een korte lijfrok aan, in z'n hemd. Kijk ‘m eens dansen en springen, een wervelwind is het… Zo uitgelaten. Hij maakt nog een radslag ook ! Hebben de priesters en levieten hem niet in de gaten ofzo, dat ze hem niet verwijderen ??? Waar is de koninklijke garde ?

 

Nee, maar... : het ìs de koning zelf: David.

Vreemd... Is dat nou koninklijk gedrag ? Uitgelaten als een kind dansen en springen voor de ark ?

 

Voor het venster van het koninklijk paleis staat Michal, één van Davids vrouwen… Vanuit haar hoge positie, verheven boven het volk heeft ze een mooi zicht over de optocht. En als zij haar man ziet dansen met het gewone volk, dan - zo staat er - veracht zij hem in haar hart, d.w.z. hartgrondig. Als hij straks thuiskomt, dan zal ze het hem eens goed zeggen: zo je koninklijke waardigheid te grabbel gooien, je 'encanailleren' met het gepeupel... onbetamelijk, een schande !

 

Ondertussen is David zich van geen kwaad bewust, integendeel zelfs, hij viert vrolijk verder feest, samen met al het volk, want God is niet alleen zijn God, het is de God van gans Israel…. Ja, als hij de ark heeft ondergebracht in een tent, een nieuwe tabernakel…. dan doet hij er nog een schepje bovenop! Hij brengt als een echte priester offers voor de HERE, brandoffers en vredeoffers, (d.w.z. zoenoffers en dankoffers). Daarna zegent hij het volk in de naam van de HERE der heerscharen... zoals de hogepriester later dagelijks in de tempel de Aäronitische zegen geeft.

 

En om te laten 'proeven' hoe goed deze God is voor zijn volk, hoe zegenrijk zijn nabijheid is... schenkt hij iedereen een complete maaltijd: Broodkoeken (challes), een lekker stuk vlees en een zoete druivenkoek erbij. Volgens andere vertalingen: geen druivenkoek maar druive sap: een fles wijn... uit de koninklijke wijnkelder! Op zo'n dag kan het gewoon niet op!

 

Moe, maar voldaan keert het volk aan het einde van de dag terug naar huis.

Moe, maar voldaan keert ook David terug naar huis om zijn gezin te begroeten.

 

Letterlijk staat er: (vs 20) om zijn huisgezin te zegenen...

Hij wil m.a.w. de vreugde de blijdschap de zegen van het feest ook met de zijnen delen...

Maar nog voor hij goed en wel binnen is, komt zijn vrouw Michal van de trap gestormd en overlaadt hem met verwijten. Ze brandt er op los (vs 20):

Wat een eer...

heeft de koning van Israel zich thans verworven,

dat hij zich vandaag ontbloot heeft

ten aanschouwen van de meiden van zijn knechten

zoals een lichtzinnig man zich schaamteloos laat gaan..

Schaam je je niet! Jij hebt de koninklijke eer te grabbel gegooid !

Dat is haar beschuldiging.

 

En gemeente, nu moeten wij oppassen, dat wij vanuit ons 20ste eeuwse perspectief de dingen niet verkeerd verstaan. Het gaat nìet om 'burgerlijkheid', 'kleinburgerlijkheid' zo u wilt: om fatsoenskwesties. Het gaat al helemaal niet over de vraag of je wel of niet mag dansen… het heeft niets te maken met etiquette (ethiek van de kleine dingen, waar we zo vreselijk ernstig over kunnen doen). Het gaat juist om de ethiek (van de grote zaken, waar wij zo vaak veel te weinig ernst mee maken). Het gaat om het ware ethos, hoe lééf je eigenlijk. Hoe sta je in het leven: Hoe handel je juist ? Hoe ga je met elkaar om ? In de wézenlijke punten, niet protocollaire kwesties. Het gaat niet om deftig zijn, maar om menszijn...

 

En daar staan David en Michal lijnrecht t.o. elkaar.

Michal heeft een 'visie op mensen', die de mensheid in tweeën deelt en die tweedeling absoluut wil handhaven. Je hebt 'hoog en laag', 'rijk en arm', de 'onzen' en de 'anderen'…

Op zich is dat allemaal nog niet zo erg, maar haar ordening is tegelijk ook een rang-orde, d.w.z. bevat een waarde-oordeel.  Het menszijn wordt voor haar bepaald door de plaats in de maatschappij...

De ‘onzen’ zijn de waardevollen en de anderen… nou daar spreekt ze zich maar niet over uit. En deze ordening heeft David verstoord...

Daarmee komt volgens Michal het hele systeem in gevaar, wankelt het hele bestaan.

 

Dat kan niet, dat mag niet.

En ze heeft gelijk natuurlijk.

Want Davids’ gedrag getuigt inderdaad van een totaal andere visie op het menselijk bestaan en de menselijke samenleving. Hij heeft ook nog al wat op z’n kop gezet door als koning zich één te maken met z’n onderdanen, omdat hun aller HEER en koning arriveerde: de koning der koningen, zo goed als de koning der mensen. Goed, bij thuiskomst vindt de botsing plaats en David krijgt de wind van voren. Niet een klein briesje, maar een storm is het…

Als David wat bekomen is, ontploft hij op zijn beurt ook.

 

Niet omdat hij persoonlijk beledigd zou zijn ofzo, neen: exact òm wat Michal daar inhoudelijk nu allemaal zei..., om de mensvisie, om het gebrek aan 'geloof' dat Michal daarin verwoordde... Naast priester en koning, wat hij net was, wordt hij nu ook nog eens profeet: iemand die zegt hoe het er volgens God ookal weer voor staat. Hij weet, hij gelooft, en hij heeft die dag ook zo beleefd: in Israel gelden andere wetten, wordt anders met 'mensen’ omgegaan dan Michal suggereert, in Israel heerst een ander ethos:

Gods wet (die in de ark lag!) geldt daar en die heeft wat dat betreft een duidelijke strekking:

Bij God is geen aanzien des persoons... Vóór Gods aangezicht is ieder mens gelijk.

En het volk Israel wordt pas wat het wezen moet als het zich verzamelt rond die ark en zich opsteld binnen dat verbond, waar iedere ieder mens 'schepsel' is van God, verbondspartner, Gods gunstgenoot … koning of knecht. Het maakt niet uit.  En dat is het meest wezenlijke dat je over jezelf en je medemens kan zeggen. Alle andere ordes, eretekenen of posities zijn maar secundair.. Binnen het verbond ben je aan elkaar gelijk, bondgenoot, broeder en zuster…

 

Een machthebber (koning) die zich 'verheven' voelt boven zijn volk, dat is normaal buiten Israël. Een machthebber die deze kloof in zijn gedrag manifesteert, die 'gedraagt' zich buiten Israel normaal, maar wat normaal is bij de heidenen is abnormaal in Israel. Een koning die zich normaal gedraagt, zich op z’n prerogatieven laat voorstaan… mìsdraagt zich in Israël.

 

Gìj – Israel & gij kerk van Christus - gij anders, zegt de apostel, want Gij hebt een weet van een andere zalving… Gij hebt de gezalfde leren kennen, Christus.

 

David heeft hier zijn zalving goed begrepen. Hij is geroepen om koning te zijn op Gods wijze, en niet op die van ‘wat men normaal’ vindt.

Michal representeert in dit verhaal ‘hoe men normaal denkt’ over macht en mens-zijn. Zij wordt in vers 16: de dochter van Saul genoemd. En dat is expres. Saul is het type geworden van de koning die in de valkuil is gevallen van het koningschap. Zij is in hetzelfde bedje ziek als haar vader. Zij is het 'geheel anders' van Israel vergeten. Laten we haar niet te hard vallen, want he tis maar de vraag met welke persoon in dit verhaal wij - als het er op aankomt – onszelf zouden identificeren

 

Gemeente (even terzijde):

1. Een rode draad doorheen alle profetenboeken is de herinnering aan dit: Gij geheel anders... uitgesproken tot het volk, maar vooral gericht tot de koningen van Israël. Het bijbelse woord voor dat ‘gans anders’ = heilig. Weest heilig, zoals Ik heilig ben, spreekt de Heer.

2. David is hier even perfect, de man naar Gods hart, de koning die god in gedachten had…. maar ook David zal later zijn profeet nodig hebben als hij zich aan machtsmisbruik te buiten gaat en handelt vanuit de macht en niet het recht als hij de vrouw van zijn buurman Bathseba neemt. De profeet Nathan komt hem dan terechtwijzen…

 

We ronden af:

David en Michal staan dus lijnrecht tegenover elkaar.

Michal verwijt David dat hij zijn koninklijke eer te grabbel heeft gegooid, door zich mengen onder het plebs, het slavenvolk: zij noemt ze heel denigrerend: de meiden van uw knechten...

Alleen al door zo'n formulering laat zij in haar hart kijken... Zij veracht het volk... Zij haat mensen, zij weegt en bevindt velen te licht. Zij meet en bijna iedereen is haar te laag, te min.. Ja, David is in haar ogen maar een sjofele koning. Ik gebruik dat woord expres: sjofel. Want dat woord staat er ook.

 

In vers 22 gebruikt David het: Ik zal mij nog geringer gedragen = letterlijk ik zal nog sjofeler zijn. Een woord, dat met 'gering, nietig' te maken heeft. In die zin: 'iets dat geen 'gewicht' heeft: dat zo 'weg geblazen' kan worden...

 

Maar David weet zeker, dat hij daardoor Gods eer niet schendt, maar juist bevordert. Hij struiktelt bijna over zijn woorden omdat hij het precies andersom had beleefd…. Juìst vandaag, juìst door het volk voor te gaan in dans en spel, door offers te brengen en royaal eten uit te delen... heeft hij zijn koninklijke eer hoog gehouden, want Gods eer hoog gehouden….. En hij zegt dat dan ook tegen Michal: Jij hebt het wel gezien allemaal, maar je hebt er absoluut niets van begrepen. Dat was geen carnaval daar beneden, of een uitspatting van op lust en genot bedachte lieden, neen: Dat daar beneden Michal, wat daar gebeurde, en waar jij je zo hoog boven verheven voelde, dat was een feest voor God:

Voor het aangezicht des HEREN heb ik daar gedanst...

en Goddank mocht ik dat doen samen met mijn volk, - wat zeg ik - Gods volk: Israel.

 

David danste en zong uit alle macht, omdat hij advent vierde: letterlijk. de aankomst van God. Immers: de ark van het verbond kwam in de stad…. Eindelijk, na zoveel jaren oneer voor God (weet u nog hoe de boeken Samuel begonnen met de avonturen van de verloren ark… Ikabod: de eer is weg). Na zoveel jaren broederstrijd ook, waar zoveel bloed gevloeid heeft… is dan nu eindelijk de dag aangebroken dat God kan komen wonen temidden der mensen… in de hoofdstad van het eindelijk verenigde land…. in de stad van koning David, Jeruzalem, Sion, vredesoord.

Een droom die werkelijkheid wordt.

Een visioen van vrede dat vervuld wordt…

Dat is toch 'reden tot grote blijdschap'…

 

Immers: als God wil komen wonen temidden van zijn volk, dan moeten aldus de psalmen - de rivieren in hun handen klappen en de bergen opspringen van vreugde. En… dan kun je als koning toch niet met een koud hart op je troon blijven zitten…. en vanuit je raam wat verveeld toekijken hoe het volk zich verheugt…. Dan dans je toch mee met de meisjes in de reidans, dan dans je toch in 't rond om Gods verbond! Mijn dansen daar, stelt David, was èchte ere dienst! En als je zelf niet van dansen houdt, dan is er toch de vreugde in je hart, omdat de danseres zich verheugen met dezelfde vreugde als jij..

Weet je hoe een koning wezen moet ?

En wanneer regeert hij goed ?

Wel: Konden we vorige week nog twijfelen aan het messiaans gehalte van David, deze week niet… Hier zien we – even – hoe een koning wezen moet. Hier regeert hij goed

Koning - priester – profeet: David is het vandaag allemaal.

 

Slotopmerking: Terwijl David danste voor de ark, kon u als u goed luisterde, de Kerstklokken al horen luiden in de verte.... Met déze David zijn heel dicht bij de Messias gekomen… Jezus zou vandaag trots zijn geweest op zijn voorvader David.

Hij wilde zich verlagen,

en daalde van zijn troon

Een ezel mag hem dragen,

hem sieren staf noch kroon…

Hij wil zijn koningsmacht

en majesteit verhullen

om nedering te vervullen

wat God van Hem verwacht.

 

Amen


vorige | volgende