Trois Concerts


Home | Vorig niveau | Couperin teksten | Trois Concerts | Messe Couvents

 

Franois Couperin: Trois concerts

[toelichtende teksten bij het concert met wereldse muziek van F. Couperin, 25/27 februari 2011]

 

  • Les Concerts Royaux - over de eerste kamermuziekconcerten van F. Couperin voor Louis XIV

  • Les Gots-Runis - over de strijd tussen de Franse en Italiaanse stijl, en hoe Couperin in een grandiose apotheose beiden verenigt.

  • Les Nations - over Couperin's jeugdzonden: Italiaanse sonates onder een valse naam

 

Op het programma stonden volgende werken. Het zijn drie uitgebreide suites of sonates. Frans: suite Italiaans: sonate. Couperin wilde het beste uit beide muziekstijlen halen. Hij noemde zijn concerts niet suite, soms sonate (maar dan verfranst: sonade)  liefst: ordre


1. Les Concerts Royaux [1722]: Troisime Concert
Prlude, lentement
Allemande, lgrement
Courante
Sarabande grave
Gavotte
Muzette, navement
Chaconne legere


2. Les Gots-Runis ou nouveaux concerts [1724]: Huitime Concert dans le got Thatral
Ouverture
Grande Ritournle, gravement
Air, noblement
Air tendre, Rondeau
Air lger
Loure, pesamment
Air anim et lger
Sarabande grave et tendre
Air lger
Air tendre, lentement
Air de Baccantes, tres anim


3. Les Nations [1726]: Second Ordre: LEspagnole
Gravement et mesur
Vivement / affectuusement
Lgrement / gaement / air tendre
Allemande, gracieusement
Courante, noblement
Seconde courante, un peu plus vivement
Sarabande, gravement
Gigue Lour, modrment
Gavote, tendrement sans lenteur
Rondeau, afectueusement
Boure, gayment
Passacaille, noblement et marqu

 

Franois Couperin le grand (1668-1733)

Franois Couperin stamt uit een muzikanten-familie, waarbinnen hij meestal wordt beschouwd als de grootste, hoewel ook oom Louis (vooral als orgelcomponist) op deze eer aanspraak zou kunnen maken. J.S. Bach apprecieerde diens handboek voor het klavecimbelspel en nam n stuk van F. Couperin op in het Notenbchlein (Les Bergeries uit "sixime ordre") wat op zich niet veel zegt over de waardering, maar toch), Brahms verzorgde een uitgave van zijn klavierwerken en Ravel schreef een tombeau voor hem. Toch niet gering. Dat Couperin en Bach ijverig correspondeerden, maar - helaas - hun brieven verloren gingen omdat ze als jampotwikkels eindigden, is een verhaal uit het rijk der 19de eeuwse legenden.

Afin: Franois maakte carrire aan het hof van de zonnekoning Louis XIV en diens zoon. Hij is degene die eindelijk uit de schaduw van de grote Lully (le roi danse ) kan treden. Toch kun je van zijn leven nu juist geen film maken. Heel a-typische persoon in dat exuberante hof. Hij trok de aandacht niet op zichzelf, maar vroeg aandacht voor de muziek en de juiste uitvoering ervan. Daartoe musiceerde hij, gaf hij les, publiceerde systematisch zijn eigen werken, en een handboek: l art de toucher le clavecin. Eerder introvert dan extravert, eerder een miniaturist dan een man van het grote gebaar Het lijkt soms weinig, maar een paar lijntjes muziek en wat cijfertjes ertussen, maar vergis u niet: t zit bijzonder goed in elkaar, rijk aan harmonie, kleur, sfeer: je moet heel groot zijn om zo eenvoudig te schrijven.

 

1. De concerts royaux zien het daglicht in een aanhangsel (supplement) van het derde deel van zijn clavecimbelverzameling (1722): 3me Livre de Clavecin la suite duquel il y a 4 concerts lusage de toutes sortes d'instrumens... Ook het voorwoord is interessant. het zijn echte koninklijke concerten, dwz: concerten voor de koning. De setting is dus Versailles. Zowel de prijslijst uit 1724 als het voorwoord uit 1722 hieronder:

 

 

prijslijst van uitgaven van Couperin uit Les Nouveaux Concerts (1724) Voorwoord bij les Concerts Royaux (1722)

Zeer instructief inderdaad, dat voorwoord:

De stukken die volgen zijn van een andere aard dan degenen die ik tot hiertoe heb uitgegeven. Ze zijn niet alleen maar geschikt voor het clavecimbel, maar ook voor viool, fluit, hobo, gamba, en fagot. Ik heb ze geschreven voor de kamerconcerten waartoe Lodewijk XIV mij bijna elke zondag van het jaar liet komen. Deze stukken werden uitgevoerd door de heren Duval, Philidor, Alarius en Dubois: En ik bespeelde dan het klavecimbel. Mochten ze nu evenzeer bij het publiek in de smaak vallen als bij de wijlen de koning, dan heb ik er nog genoeg liggen om nog enkele bundels mee te vullen. Ik heb ze geordend per toonsoort en ze de titel laten behouden waaronder ze bekend waren aan het hof in 1714 en 1715.

Couperin verwijst hier naar de laatste levensjaren van de koning ( 1715). Louis XIV kwam toen nog nauwelijk buiten, danste al lang niet meer en was ook in zijn muziekappreciatie strenger geworden. En die muzikanten, die hij noemt, ook niet bepaalde de geringste:

Francois Duval: Violist en componist: actief sinds het begin van de 18de eeuw en in 1714 toegetreden tot de vingt-quatre violons. Philidor: ook al zon muzikantenfamilie. De persoon in kwestie is Andr Danican Philidor lain , blaasinstrumenten maar eigenlijk alles, d.w.z. in dit geval dus hobo of fagot. Maar liefst 60 jaar lang in dienst van het Franse hof. Hij is echter vooral bekend geworden als de hof-bibliothecaris en kopiist. De collectie Philidor is in muziekkringen een begrip. En Pierre Dubois, een zeer bekwame fagotspeler & Alarius = Hilaire Verloge, een Gentenaar, (bas-)gambist, die in Parijs terecht was gekomen en daar Monsieur Alarius werd genoemd [u kent misschien het Alarius-ensemble nog, 1954 opgericht Charles McGuire: experimenteerden toen met oude muziek. Met o.a. de Kuykens, in 1972 opgegaan in La Petite Bande].

2. Les gots-runis

Couperin wil het beste halen uit de Franse en de Italiaanse muziektraditie. Zijn collectie Les gots-rnis wordt dan ook niet voor niets afgesloten met een muzikale viering van de ontvangst van Corelli op de Parnassus. Hij schrijf daarover:

Aangezien de Italiaanse muziek het ouderdomsrecht heeft vergeleken met de onze, vindt u aan het eind van dit boek een grote Sonade en Trio die als titel heeft de apotheose van Corelli. Een klein vonkje amour propre (ijdelheid) heeft mij doen besluiten om die compositie ook te laten drukken. Mocht ooit op een dag mijn muze boven zichzelf uitstijgen, dan zal ik anderszins proberen ook de apotheose van de onvergelijkelijke Monsieur de Lully te beschrijven, alhoewel: zijn werken zijn eigenlijk al voldoende om hem onsterfelijk te maken.

Effectief:  een jaar later verschijnt een gelijksoortig muziekstuk over de aankomst van Monsieur de Lully op de Parnassus: de berg van Apollo & de muzen, de Kunstberg dus, Montparnasse. Prachtige tussentitels maken hier een soort muziektheater van: programmamuziek. Eerst zien we Lully op de Elyseesche velden droevig musiceren met de Ombres lyriques, maar al spoedig arriveert Hermes om de komst van Apollo aan te kondigen. Een groot rumoer volgt. Apollo daalt neer en overhandigt Lully zijn viool en nodigt hem uit op de Parnassus. En zie: daar is Corelli samen met een groot aantal italiaanse muzen Ze wisselen een hartelijke begroeting uit en betonen elkaar hun wederzijds respect En dan is het zover: Apollo neemt het woord

en overtuigt beide grootmeesters om samen te gaan musiceren, elk volgens zijn eigen kwaliteit (zelfs met de eigen muzieksleutel!!) en zo zal het la perfection de la Musique zelve zijn En inderdaad: beurtelings begint de een, volgt de ander en in een geweldige triosonate daalt de Vrede van de Parnassus op de ganse muziekminnende wereld neer. De ruzie in Parijs over 'of het al dan niet on-frans is om te italianiseren' is hiermee definitief beslecht. [Trouwens: dit 'muzikale grapje', want dat is het natuurlijk eigenlijk, komt hoogstwaarschijnlijk gewoon uit huize Couperin. In een ander voorwoord suggereert Couperin dat hij dit oorspronkelijk had gecomponeerd om zich mee te vermaken in huiselijke kring. Dat kan ook best: want muzikaliteit zat er bij allen in, incl. de vrouwelijke Couperins.]. Een wederzijdse bevruchting dus. Bij Couperin vinden we de uitwendige vorm van de Italiaans sonate, met sequenzen om zijn muzikale gedachten uit te bouwen, kracht bij te zetten, gestructureerd en vooral ook het gebruik van de viool [in Frankrijk was de gamba bijna heilig]. Tegelijk blijft hij de Franse kunst trouw: melodin blijven natuurlijk vloeien, de harmonie is rijk en zeer divers, hij schuwt de dissonanten niet, maar wordt nooit excessief. Geen direct sentiment, maar veel karakter, sfeer, introvert zowel in uitvoering als in compositie (geen externe virtuositeit in deze zeer lastige muziek...). Zo ontstaat, om een grote Couperin kenner te citeren (Wilfrid Mellers) een paradox of sensuous purity.


 

3. Les Nations

In zijn jonge jaren was Couperin helemaal weg van de Italiaanse muziekstijl, m.n. Corelli. En die Signor Corelli was toen ook effectief de ster aan het Parijse firmament, zeker bij de jeugd. Men speelde zijn sonates en componeerde ijverig in zijn stijl. En probleem: eind 17de eeuw werd de Parijse muziekscene beheerst door een conservatieve factie, die alles wat Italiaans was weerde : on-frans. Franois was gefascineerd door de Italiaanse stijl. Eigenlijk wilde hij ook zoiets componeren. Om zijn nog prille carrire niet op het spel te zetten, nam hij de toevlucht tot een list; Hij biecht het 30 jaar later op in het voorwoord van Les Nations (1726). Ook deze tekst is de moeite waard, het venijn bevindt zich in de staart:

gedeeltelijke vertaling originele tekst

...

...

...

...

De eerste sonate in deze collectie is ook de eerste die ik componeerde en de eerste in Frankrijk. Het is een curieus verhaal. Gecharmeerd van de sonates van Signor Corelli, wiens werken ik zal blijven bewonderen zolang ik leef, net zoals trouwens de werken van Monsieur de Lully, probeerde ik zelf mijn krachten ook eens uit op zon Italiaans werk en ik voerde het uit in dezelfde serie waarin ik ook voor het eerst de werken van Corelli had gehoord. Wetend dat Fransen helemaal weg zijn van exotische nieuwigheden, maar niet helemaal zeker van mijzelf, heb ik mezelf een goede dienst bewezen door een klein leugende om bestwil. Ik deed net alsof n van mijn familieleden (zijn neef Marc-Roger Normand, die in dienst was van de koning van Sardini) mij een sonate had gezonden van een nog onbekende Italiaanse componist. Ik herschikte de letters van mijn naam om er een Italiaans klinkende van te maken en gebruikte die. De sonate werd met grote gretigheid verslonden door de luisteraars; ik hoefde mijzelf dus niet te verdedigen. Integendeel: hierdoor bemoedigd, componeerde ik er meer, en zo heeft mijn ge-italianiseerde naam mij zonder dat men het doorhad, aanzienlijke bijval opgeleverd.

De sonates werden zo geapprecieerd, dat ik het woordspelletje mij niet meer deed blozen. Ik heb nu mijn eerste sonantes vergeleken met die ik nadien heb gemaakt; en ik niet veel veranderd of toegevoegd. Ik heb er enkel grote suites van muziekstukken aan toegevoegd, waartoe de sonates nu enkel dienen als preludes, een soort introducties dus. Ik hoop dat het objectieve publiek er tevreden mee zal zijn, want er zijn altijd tegensprekers die nog meer te vrezen zijn dan goede critici, aan wie men - tegen hun bedoeling in - zeer heilzame adviezen kan ontlenen. De eerstgenoemden zijn te misprijzen en ik betaal mijn schuld jegens hen van te voren, met (woeker-)interest.

 

Il y a quelques annes, dj, qu'une partie de ces Trios a t compose : il y en eut quelques manuscrits rpandus dans le monde; dont je me dffie par la ngligence des Copistes, de tems autres j'en ay augment le nombre; et je crois que les Amateurs du vray en seront satisfaits.

La Premire Sonade de ce Recueil, fut auscy la premire que je composay, et qui ait t compose en France. L'Histoire mme en est singulire. Charm de celles du signor Corelli, dont j'aimeray Les uvres tant que je vivray ; ainsi que Les Ouvrages-Franais de Monsieur de Lulli, j'hazarday d'en composer une, que je fis excuter dans le concert o j'avois entendu celles de Corelli ; connoissant L'apret des franais pour Les Nouveauts-trangres, sur toutes-choses ; et me Dffiant de moy-mme, Je me rendis, par un petit mensonge officieux, un trs bon service. Je feignis qu'un parent que j'ay, effectivement, auprs du Roy de Sardaigne, m'avoit envoy une Sonade d'un nouvel Auteur italien : Je Rangeai les Lettres de mon nom, de faon que cela forma un nom italien que je mis la place. La Sonade fut dvore avec empressement; et j'en tairay L'apologie. Cela cependant m'encouragea, j'en fis d'autres; et mon nom italianis m'attira, sous le masque, de grands applaudissemens.

Mes Sonades heureusement, prirent asss de faveur pour que L'quivoque ne m'ait point fait rougir. J'ay compar ces premires Sonades avec celles que j'ay faites depuis ; et n'y ay pas chang, n'y augment grand-chose. J'y ay joint seulement de grandes suites de Pices aux quelles les Sonades ne servent que de Prludes, ou d'especes d'introductions. Je souhaite que le Public-desinterress en soit content : Car il y a toujours des Contradicteurs, qui sont plus redouter que les bons Critiques, dont on tire souvent, contre leur intention, des avis trs salutaires. Les premiers sont Mprisables; et je macqute d'avance envers eux : avec usure.

 

Het anagram van Couperin... het wordt nergens vermeld, maar veel fantasie is er niet nodig: Perucino, Neprucio, Cuperino... 

 

De muziekverzamelaar-componist Sbastien de Brossard bezat kopien van deze sonates (inderdaad helemaal Corelli-achtig) en omschreef ze in zijn geannoteerde catalogus (nu in BnF) alsvolgt: On peut et on doit dire que voyla de la bonne et de l'excellentissime musique, rien n'y manque qu'une bonne excution. Uit die bundel Les Nations [= de trios die hij aankondigde in les Gouts-Reunis ? zie boven) horen wij nu het tweede: [second ordre = tweede ordening, tweede suite, tweede sonate]. Nu heet het LEspagnol en dan verwacht u gitaren en castagnetten; wel , u mag t proberen, maar ik vermoed dat het tevergeefs zal zijn, want dit is gewoon een nieuwe naam voor een jeugdwerk; n van degenen die Corelli in zijn jeugd (jaren 1690) heeft gecomponeerd, waarnaar hij verwijst in de inleiding: J'ay compar ces premires Sonades avec celles que j'ay faites depuis ; et n'y ay pas chang, n'y augment grand-chose. J'y ay joint seulement de grandes suites de Pices aux quelles les Sonades ne servent que de Prludes, ou d'especes d'introductions.

Toen heten ze La pucelle, La visionnaire en Lastre ; nu heten ze resp. La Franoise, LEspagnole en La Piemontoise. hij heeft er niet veel aan veranderd, schrijft hij, er enkel een suite aan toegevoegd met dansen. De eerste delen vormen dus een Italiaanse sonate ( la Corelli), het tweede deel een Franse suite, les gouts reunis, maar nu niet gemengd zoals in het vorige maar in juxtapositie, als in een tweeluik, een diptiek.
 

Dick Wursten, 26-2-2011

 

1. Bach en Couperin: Rondeau (Les Bergeries), BWV Anh 183. - vroeger aan Bach toegeschreven, blijkt dus van Couperin te zijn. Het staat in Clavierbchlein 1725. Daarin ook de Allemande ' deux clavecins' gekopieerd door Wilhelm Friedemann Bach als kind: ergo: studie - en oefenmateriaal. Dan is er nog de Aria (voor orgel) BWV 587  - bewerking van Trio No. 4 uit L'Imperial, "Les Nations. Sonades et suites de simphonies et trios.. ". - wordt betwijfeld of Bach deze bewerking heeft gemaakt.