[redevoering tijdens het feestconcert dat ter gelegenheid van dit jubileum plaatsvond in de St. Laurentiuskerk te Antwerpen]
In de tijd dat de wereld nog ‘dorpsgewijs’ werd bewoond had je geen oecumene nodig. Ik ben zo opgegroeid, in een dorp. Natuurlijk denk je als kind dat de kerk zoals jij die kent, de ware kerk is. En als nu alle dorpen in jouw buurt ook zo’n kerk hebben, en zelfs de steden, dan is het oecumene nog steeds ver van je bed. Ook de lectuur die over de vloer komt en de radio die uitzendt ademt dezelfde geest…
Dat je geloofsopvatting eigenlijk provinciaal is, heb je niet eens in de gaten.
Op het moment dat je je dorp verlaat, verhuist naar een ander land, of gaat lezen… dan wordt alles anders. En nu via de media de hele wereld bij je binnenkomt (wereld is een dorp geworden, global village) is het m.i. onbegrijpelijk als je nog steeds zou denken dat jouw private, bijzonder beperkte, sterk door de cultuurbepaalde, blik en beleving van zoiets groots als religie… de enige universeel geldige vorm van geloof zou zijn.
Daarom is het vast niet toevallig, dat de oecumene begon in havensteden (waar de hele wereld altijd al een beetje aanwezig was: de ARK was de eerste raad van kerken in Belgie) en dat prangende vragen omtrent kerkelijke relaties vaak kwamen vanuit het zendingsveld, de missies, want als je leeft temidden van andersdenkenden andersgelovigen, komt je ‘denken in beweging’.
Je komt de andere levensbeschouwingen nl. tegen in de vorm van… mensen, met wie je bevriend raakt, samenwerkt. En dan worden de vragen anders gesteld dan in de theologische handboeken.
Daar ontstaat dan ook een verlangen naar oecumene lang voor dat woord wordt uitgevonden.
Twee voorbeelden
1. Ik citeer u het slot van de toespraak van een Antwerpse dominee gericht tot de roomskatholieken onder de aanwezigen, beetje pompeus retorisch, maar zo ging dat vroeger…
“Met u allen, als mede aanbidders van den drieëenigen God, vereenigen wij ons in den geest, als onze, in Christus’ bloed duur gekochte, broeders; - met u allen knielen wij neder voor het kruis van die ene Heer, wiens bloed uwe, onze, en der ganscher werelds zonden verzoent. - Ja, met u allen bewonderen en aanbidden wij Gods liefde, in J. C. zijnen zoon, uwen en onzen eenigen en algenoegzamen Zaligmaker. Dat wij dan in christelijke liefde en verdraagzaamheid elkanderen naderen, in het uitzigt op die gelukkige dagen, waarin het zijn zal één kudde en één herder …”
Datum ? De inwijding van de eerste officieel toegelaten protestantse kerk in Antwerpen, op 21 juli 1821. Spreker: Ds. C.P. Winckel.
2. 1921-1931
Een eeuw later… Een Antwerpse jongeman, Artur Bosschaerts had in NL gestudeerd (nog een korte architectuurstage bij Rietveld), was monnik geworden (Affligem), uitgestuurd naar Engeland (om het vrouwenklooster van Eccleshall te ‘hervormen’), waar hij de Anglicaanse kerk leerde kennen en waarderen en werd in 1925 naar Rome geroepen om een zekere Mgr. Roncalli te vergezellen op een rondreis door Bulgarije. Hij leerde het Byzantijns christendom kennen en waarderen. Tezelfdertijd vinden in Mechelen gesprekken plaats tussen Oosterse christenen, Anglicanen en Katholieken. Snapt u meteen waarom in deze kerk byzantijnse elementen voorkomen…
Hij raakt betrokken bij de beweging van de monniken der hereniging…. Hoofddoel van hun ‘bidden en werken’ was de eenwording onder christenen: Dom Lambert Beauduin (Amay, later Chevetogne) & in deze regio: Dom Constantinus Bosschaerts, want zo heet Artur sinds hij ingetreden is.
Hij heeft een droom, een internationaal project waarbij naast de liturgie de oecumene het voornaamste doel is: “Daartoe zullen wij onze energie aanwenden, daarvoor zullen wij onze talenten verdubbelen, daaraan zullen wij al onze levenskracht besteden” (aldus het ‘Album’, Zr. S. De Vries ); Vita et Pax noemt hij zijn beweging.
Hij overreedt de Engelse zusters uit Eccleshall om het kanaal over te steken en zich in Schoten te vestigen, de priorij Regina Pacis: Hij droomde van een klooster, Schotenhof, met daaromheen vele niet-kloosterlingen, die samen zouden leven in de eenheid des geestes en werken aan een betere wereld.
Zijn publicaties, de radiotoespraken, congressen die Dom Constantinus Bosschaerts organiseerde eind jaren ’20, begin jaren ’30. ze zijn nu vergeten, maar hebben indertijd velen aan het denken gezet.
Hij heeft zijn droom in Schoten niet kunnen realiseren, want in plaats van de toestemming van Rome kwam de encycliek Mortalium Animos 1928 waarin een verbod op contactname met niet-katholieken stond. In 1931 kreeg vader Bosschaert een spreekverbod. Hij week uit naar Engeland. Hij overleed in 1950.
De tijd was er nog niet rijp voor. 10 jaar later. Mgr. Roncalli, wordt paus Johannes XXIII. Begin jaren 60 roept hij een concilie bijeen te Rome, waar de roomse kerk ook op dit punt de bakens verzette…
Goede gedachten hebben tijd nodig om door te dringen… Wij mensen moeten durven om geduld te hebben, soms over generaties heen. “Si le grain ne meurt…” De weg van het graan: Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, kan hij geen vrucht dragen… maar als hij in de aarde valt…
Dat dus in de metropool Antwerpen de pastores en vrijwilligers van de zeemanskerken en missies reeds lang scheep met elkaar gingen voordat de ARK in 1972 te water werd gelaten, zal u niet verbazen. En dat de zusters van Vita en Pax (oec. werkgroep van de Voorkempen) nauw bij de oprichting van de ARK betrokken waren, ook niet. En dat de eerste voorzitter van de ARK een opvolger was van die Ds. Winckel, evenmin, ds. Beekenkamp.
Op 18 oktober 1972 was het zover. Een datum om nooit te vergeten, zei de voorzitter, een da-tum, een geschenk aan de kerken, een ‘inkerving in het leven van de kerk van de stad, een gave die het leven van de kerk in onze stad zal veranderen, definitief.’ Tegen veel argwaan, afkeuring, tegenwerking (van protestantse en katholieke zijde) in is het zo begonnen 40 jaar geleden. De mensen die erbij waren toen, hadden het gevoel dat ‘de wind in de zeilen’ van het scheepje van de ARK iets te maken had met ‘de Geest die waait waarheen hij wil’. Ik ga nu niet de realisaties opsommen, die kunt u elders wel lezen.
In de officiële gremia merken we de laatste jaren een vermoeidheid. Degenen die het schip varende houden, zijn ook de jongsten niet meer. De droom over de kerken die samen optrekken en een samenbindende rol in de samenleving vervullen is verdampt. Gaat het nog wel verder? Men had de wind in de zeilen… inderdaad. Maar we moeten ook nuchter durven zijn. Naast Gods geest was dat ook voor een groot deel gewoon de ‘tijdgeest’. De globalisering, het vooruitgangsgeloof met de idee van de maakbaarheid van de wereld…. de nadruk op eenheid in vormen en structuren, en de secularisering. Voorzover de oecumene daarvan afhing, heeft ze haar beste tijd wel gehad.
De tijden zijn veranderd.
Dat geloof in de maakbaarheid… we zijn het kwijt. Het was naïef en ook wel een beetje erg dwingend, negatief voor degenen die niet meewilden, blind voor echte alteriteit.
En de secularisatie die eerst wel hielp, stopt niet … en dat bedoel ik niet negatief, maar beschrijvend, factisch. ’t is gewoon zo. Ze gaat dieper dan wij denken.
Niet alleen de tijden zijn veranderd… wij zijn veranderd.
Ook voor diegenen onder ons die groot werden ‘in een dorp’ is het zo vanzelfsprekende, ‘onbetwijfelbaar christelijke’ geloof van kleur verschoten… als het er nog is.
Het is in het beste geval een verinnerlijkte, persoonlijker spiritualiteit geworden, kritisch ten opzichte van het instituut, maar ook ten opzichte van zichzelf.
aarzelend, zoeken, een vorm van engagement, bewogenheid, zorgvuldig leven, lastig traceerbaar. In elk geval: onsystematiseerbaar, onbeheersbaar, bijna on-organiseerbaar.
De tijd van de institutionele oecumene is dus echt wel voorbij.
Toch feest na 40 jaar? Zeker, weten. Al was het alleen maar als orgelpunt , maar ook omdat ik gelof: The best is yet to come…Net als de droom van ds. Winckel, de visioen van Broeder Constantinus, is ook de oecumenische impuls in de aarde gevallen, ze heeft wortel geschoten, vrucht gedragen.
Ze leidt een eigen leven…
Ze laat zich niet vangen.
Ze is ondergronds gegaan.
Ze is niet geïnteresseerd in confessionele verschillen en geschillen,
ze loopt niet warm voor instituten of vergaderingen.
Zij is een oecumene van het hart.
As je je dat realiseert, dan zie je hoe vitaal die impuls van 40 jr geleden nog steeds is.
Het is tegenwoordig vanzelfsprekend dat je als christenen elkaar opzoekt, dat je – ondanks verschillende opvattingen – gewoon datgene samendoet wat je samen kunt doen.
Dat je elkaar niet meer verkettert of mijdt. In sociaal werk, pastoraat, in vieringen, in de dagelijkse omgang: we doen het gewoon samen…
Waarom? Gewoon, omdat je voelt, weet, dat dat goed is…
De menselijkheid, humaniteit, heeft het gewonnen van de confessionaliteit !
Wie de tijden van Mortalium Animos nog heeft meegemaakt, die beseft welk
een grote sprong voorwaarts er hier is gemaakt.
Misschien was de oprichting van de ARK in 1972 gewoon het grootste PRELUDIUM en zijn wij nu in het stadium gekomen waar het thema van toen zich mag vermenigvuldigen in een overweldigende steeds uitbreidende polyfone FUGA.
BRON
GEDENKSTUK
VOOR DE
CHRISTELIJKE PROTESTANTSCHE
GEMEENTE
TE
ANTWERPEN;
OPGER IGT IN
EENE LEERREDE
OVER PSALM 84, 1-5.
Uitgesproken, op Zondag den 1 Julij 1821,
bij de eerste en plegtige opening der
nieuwe, voor haren Eeredienst bestemde,
Kerk.
DOOR
C. P. WINCKEL
Predikant bij genoemde Gemeente.
slot (p. 39-40)
Ja u allen ! bewoners dezer aanzienlijke Stad! mij bekenden of onbekenden, u allen, ofschoon gij eene andere belijdenis des geloofs ,in den gekruisten Christus, toegedaan zijt, u allen betuig ik mijnen welmeenenden dank voor uwe vereerende tegenwoordigheid. - Met u allen, als mede aanbidders van den drieëenigen God, vereenigen wij ons in den geest, als onze in Christus bloed duur gekochte broeders; // met u allen knielen wij neder voor het kruis van Jezus, van hetwelk het bloed stroomde , dat uwe, onze, en der ganscher werelds zonden verzoent. Met u allen bewonderen en aanbidden wij Gods eeuwige liefde, in J. C. zijnen zoon, uwen en onzen eenigen en algenoegzamen Zaligmaker. Dat wij dan in christelijke liefde en verdraagzaamheid elkanderen naderen, in het uitzigt op die gelukkige dagen, waarin het een kudde en een herder zijn zal; ja, in het uitzigt op dien grooten dag der eeuwigbeid , wanneer wij , met de scharen der gezaligden, uit alle talen, volken en natien, voor den troon zullen staan en zingen : Openb. Joan.14 : 12. Het ,Lam dat geslagt is. is waardig te ontvangen de kracht, en rijkdom, en wijsheid, en sterkte , en eere, en heerlijkheid en dankzegging! Amen.
This site was last updated Monday, 18 December 2023