kerstoratorium van de Duitse componist Heinrich Schütz (1585-1672) waarschijnlijk al gecomponeerd in 1660, deels gepubliceerd in 1664.
InhoudsopgaveDe Historia, der freuden- und gnadenreichen Geburth Gottes und Marien Sohnes, Jesu Christi, unsers einigen Mittlers, Erlösers und Seligmachers (“Het verhaal/de geschiedenis van de vreugdevolle en genaderijke geboorte van de God's en Maria's zoon, Jezus Christus, onze enige middelaar, verlosser en zaligmaker”) wordt beschouwd als een van de meesterwerken van Schütz. Het is een kerstoratorium dat kan worden vergeleken met de sacrae historiae van Italiaanse tijdgenoten zoals Luigi Rossi en Giacomo Carissimi. Voor een kerstoratorium had Schütz geen Duits model als referentie. Hij koos voor een combinatie tussen de Lutherse traditie van het gezongen evangelie en de muzikale stromingen uit Italië waarmee hij al sinds zijn studietijd bij Giovanni Gabrieli (1608–1612) vertrouwd was: de stile concertato, met solozang en instrumenten en de stile recitativo (het secco-recitatief dat ons zo vertrouwd is uit de cantates van Bach). Een eerste versie van het oratorium werd wellicht met Kerstmis 1660 in Dresden uitgevoerd geheel in stile recitativo (recitatiefstijl). In 1664 kreeg het werk dan zijn definitieve vorm: de evangeliekst Lukas 2:1-21; Mattheus 2:1-23; Lukas 2:40, omraamd door begin- slotkoor en met 8 intermedia. De recitatiefpartij met begeleiding werd ook gepubliceerd. Schütz was toen al bijna 80 jaar oud, maar nog bijzonder productief. Zijn broodheer, keurvorst Johann Georg II van Sachsen streefde een meer woord-gerichte liturgieviering na, en wilde dat ook de kerkmuziek hiertoe zou bijdragen. In diezelfde periode ontstaan ook de passies naar Lucas, Johannes en Mattheüs. De volledige muziek van het Kerstoratorium was ongeveer 250 jaar zoek, omdat Schütz alleen het recitatief van de evangelist had gepubliceerd (zie afbeelding) en de acht intermedia en begin en slotkoor enkel op aanvraag ter beschikking stelde. Deze 10 'geestelijke concerten' konden zijns inziens enkel door professionele capella goed worden uitgevoerd. In 1908 ontdekte Arnold Schering in de beroemde Düben-collectie een gedeeltelijk afschrift van die muziek, zij het dat van het openingskoor alleen de becijferde baslijn gevonden is (elke uitvoering daarvan is dus een reconstructie). Het werk is opgedragen aan de keurvorst. Hier de zeer uitgebreide titelpagina en de eerste bladzijde.


Het oratorium opent met een sinfonia gevolgd door een introductie voor negenstemmig koor, dan volgt de vertelling (evangelist, tenor) bijbeltekst die acht keer wordt afgelost door zangers (en instrumenten) in de vorm van een 'geestelijk concert', de intermedia. Zij zetten het verhaal kracht bij en geven het kleur. De facto wordt de ervangelievertelling niet onderbroken, want de teksten van de intermedia zijn gewoon de bijbelgedeelten die in de ‘directe rede’ gesteld zijn. Het is de stem van de personages uit het verhaal :
Het oratorium sluit af met een danklied (Dank Sagen wir allen - Grates nunc omnes, de sequens voor de Middernachtmis, die door het concilie van Trente is geschrapt, maar in de Lutherse traditie zowel in het Latijn als in het Duits zeer geliefd is gebleven) opnieuw negenstemmig, een combinatie van een vierstemmig vocaal en een vijfstemmig instrumentaal concerto. Net als het beginkoor moeten deze 'zwei starcke Chore' deze 'in die Orgel' musiceren (d.w.z. bij/met de orgels uitvoeren). In de hofkapel was ruimte voorzien voor tweekorige muziek, beide met een eigen koororgel (dispositie: 'stil maar dragend')
Vanaf de (Italiaans aandoende) openingssinfonia ademt het werk een
blijmoedige, feestelijke sfeer. De duistere elementen in het kerstverhaal
(hoor de klacht van Rachel, na de kindermoord te Bethlehem) geven
hieraan diepte (claire-obscur). De vertelling wordt gedragen door de
evangelist, wiens gedetailleerde en heldere recitatieven het hele
kerstverhaal vertellen (u hebt geen boekje nodig om het te volgen). Dit was
ook het deel van het oratorium dat Schütz publiceerde. Zonder meer een
sterke en originele recitatief-compositie.
|
Duitse tekst (Luther's bijbelvertaling van 1522/1545) |
Nederlandse vertaling (A. Visscher - bijbel voor de Lutherse eredienst in Nederland, 1648) |
|
Introduktion |
Introductie |
|
Evangelist Und als sie daselbst waren, kam die Zeit, daß sie gebären sollte, und sie gebar ihren ersten Sohn und wickelte ihn in Windeln und legte ihn in eine Krippe, denn sie hatten sonst keinen Raumin der Herberge. Und es waren Hirten in derselbigen Gegend auf dem Felde, die hüteten des Nachts ihre Herde, und siehe, des Herren Engel trat zu ihnen, und die Klarheit des Herrenleuchtet um sie, und sie fürchteten sich sehr,und der Engel sprach zu ihnen: |
Evangelist En toen zij
daar waren, kwam de tijd dat zij baren zou. En zij
baarde haar eerste Zoon, en wond Hem in windselen,
en legde Hem in een kribbe; want zij hadden anders
geen plaats in de herberg. En daar
waren herders in dezelfde landstreek, op het veld,
bij de hutten, die des nachts hun kudde hoedden. En
zie, des HEREN engel trad tot hen, en de klaarheid
des HEREN omscheen hen; en zij vreesden zeer. En de
engel sprak tot hen: |
|
Intermedium 1: Der Engel zu
den Hirten |
Intermedium 1: De engel tot de herders
|
|
Evangelist |
Evangelist
|
|
Intermedium 2: Die Menge
der Engel |
Intermedium 2: Het engelenkoor |
|
Evangelist |
Evangelist |
|
Intermedium 3: Die Hirten
auf dem Felde |
Intermedium 3: De herders te velde
|
|
Evangelist |
Evangelist (Lukas 2:1–21) |
|
|
|
|
Da nun Jesus geboren war zu Bethlehem im jüdischen Lande, zur Zeit des Königes Herodis, siehe, da kamen die Weisen aus Morgenlande gen Jerusalem und sprachen: |
Toen Jezus
geboren was te Bethlehem in het Joodse land, in de
tijd van koning Herodes, zie, toen kwamen de Wijzen
uit het Morgenland te Jeruzalem en spraken: |
|
Intermedium 4: Die Weisen |
Intermedium 4: De Wijzen |
|
Evangelist |
Evangelist |
|
Intermedium 5: Hohepriester
und Schriftgelehrte |
Intermedium 5: Hogepriesters en
Schriftgeleerden: |
|
Evangelist |
Evangelist |
|
Intermedium 6: Herodes
|
Intermedium 6: Herodes |
|
Evangelist |
Evangelist |
|
Intermedium 7: Der Engel zu
Joseph |
Intermedium 7: De engel tot Jozef |
|
Evangelist Auf dem Gebirge hat man ein Geschrei gehöret, viel Klagens, Weinens und Heulens. Rahel beweinete ihre Kinder und wollte sich nicht trösten lassen, denn es war aus mit ihnen. Da aber Herodes gestorben war, siehe, da erschien der Engel des Herren dem Joseph im Traum und sprach: |
Evangelist Op het gebergte heeft men een geroep gehoord, veel klagens, wenens en huilens; Rachel beweende haar kinderen, en wilde zich niet laten troosten, want het was uit met hen. Maar toen Herodes gestorven was, zie, verscheen de engel des HEREN Jozef in de droom, in Egypte, en sprak: |
|
Intermedium 8: Der Engel zu
Joseph |
Intermedium 8: De engel tot Jozef |
|
Evangelist Aber das Kind wuchs und ward stark im Geist, voller Weisheit, und Gottes Gnade war bei ihm. |
Evangelist
En het Kind
wies en werd sterk in de Geest, vol wijsheid; en
Gods genade was bij Hem. |
|
Beschluß |
Besluit = Grates nunc omnes, sequens voor de Middernachtmis, toegeschreven aan Gregorius I (604), Duits Johann Spangenberg (1545 eerste zin; Erasmus Alber 1553 tweede zin) |
Blijkbaar bestond in Schütz's tijd het gebruik van het 'kindje-wiegen' nog, want in de toegevoegde aanwijzing voor de uitvoering worden de niet opgenomen intermedia beschreven, en bij het eerste intermedium staat de zin Worunter des ChristKindleins Wiege bißweilen mit eingeführt." (Tijdens deze muziek wordt soms de 'wieg van het Christuskind' mede ingevoerd (wordt het binnengebracht of begint men te wiegen?). Het metrum van Schütz's toonzetting is in passend (drievoudig metrum). NB: bij de twee laatste (Stehe auf Joseph) wordt nogmaals naar 'die Wiege' verwezen. Beide hebben ook (deels) een 'triple metre'. Je ziet het voor je...
