Synode 1839 |
|
|
175 jaar Protestantse Synode in België
klik hier voor een gedétailleerde versie van wat er tussen 1832-1839 is gebeurd Wat vooraf ging: Voordat het World Wide Web ging lopen met WWW's, hadden deze letters al een geschiedenis achter de rug . Bij de Belgische omwenteling kalkte men ze namelijk op de muur en zei daarmee: Wij Willen Willem (Weg).[1] Dit verwijst naar die korte periode in onze geschiedenis (na Napoleon) waarin de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden verenigd waren onder koning Willem I (1815-1830) en waarin veel Belgen (maar België bestond dus nog niet) niet echt blij waren met deze constructie (zij waren WWW roepers). De meeste Protestanten in het Zuiden waren echter zeer tevreden met deze vorst. Zij kregen van hem immers erkenning als protestanten en hun gemeenten werden onderdeel van de Nederlandsche Hervormde Kerk (incl. tractementen en subsidies). In het Zuiden bloeiden in die periode maar liefst 56 Protestantse gemeenten. Toen kwam echter de Revolutie, de Belgische omwenteling (1830) en was het in één klap gedaan met de bevoorrechte positie van de protestantse kerken. De Hollanders moesten het land verlaten, veel kerken verdwenen en de overige gemeenten probeerden zo goed en zo kwaad als het ging te overleven. Zij hielden wel contact met elkaar, maar vormden geen officieel nationaal kerkverband, geen synode. Het ontstaan van de synode is een wonderlijk verhaal. Ze is er eigenlijk gekomen als gevolg van een conflict tussen twee anglicaanse predikanten in Oostende. De minister van Binnenlandse Zaken, Barthélemy-Théodore de Theux de Meylandt (kortweg: De Theux), verdiepte zich daarom in de kerkorde van de de Anglicaanse Kerk wat betreft het benoemen en afzetten van predikanten. Anglicanen, zegt u, wat doen die in België. Engelse handelsrelaties waren van levensbelang in het jonge België, en koning Leopold was familie van en sympathiseerde met. Terug naar De Theux. Hij wilde nu ook wel eens weten hoe de andere Protestanten dat eigenlijk zagen. Hadden die een gezag boven de locale kerkenraden (consistoires), zo vroeg hij per brief in 1839 aan alle protestantse kerkeraden die er er waren ? Dat schoot niet erg op, want de antwoorden van de kerkeraden waren zeer uiteenlopend. De pioniers: ds. Vent en ds. Richard. Zeven jaar voor dat de minister zich hiermee bezig hield, hadden twee predikanten, ds. Vent in Brussel en ds. Richard in Luik, gelijktijdig maar onafhankelijk van elkaar, al gedacht aan het bijeenroepen van een Synode. Op 2 juli 1832 had de eerstgenoemde, ds. Vent, een nauwkeurig overzicht van de toestand van de protestantse eredienst opgesteld. Die was bepaald zorgwekkend. De wedden van de predikanten, de studiebeurzen, de toelagen voor weduwen en de salarissen van de organisten werden sinds oktober 1830 niet meer uitbetaald. Op 15 Juli stuurde ds. Richard een rondschrijven aan alle kerkeraden om te vragen of ze het Luikse voornemen om een Generale Synode samen te roepen, deelden. Men sprak van een ‘Bond van Kerken’. Over het algemeen waren de reacties positief. Twee predikanten deden stroef en reageerden koeltjes op de idee. Dwarsliggers. Ds. Albert Goedkoop te Gent drukte in een persoonlijke brief aan de Minister zijn wantrouwen tegenover Synoden uit. Eigenaardig gedrag voor iemand die zo trouw de werking van de Synode van de Hervormde Kerk van Nederland had meegemaakt. Ds. Sébastien Spoerlein (Sebastian Spörlein) te Antwerpen (die de Duitstalige gemeenschap van Antwerpen bediende, een Elzasser) meende zelfs dat het voorstel schadelijk was voor het Koninkrijk Gods en beweerde dat de enige basis voor een Bond van kerken de Augsburgse Confessie kon zijn. Spoerlein gaf te kennen dat zijn geweten hem verbood lid te worden van de Bond en legde zijn ontslag op tafel. Ds. Spoerlein was, zo hebt u al begrepen, Lutheraan. In beide gevallen waren het de kerkeraadsleden die hun predikanten in het ongelijk stelden en warm liepen voor de oprichting van een Synode. Ja, het presbyteraanse kerkbestuur functioneert soms ook wel eens echt goed. Het waren uiteindelijk de kerkeraden die de Nationale Synode hebben gesticht.Uiteindelijk verdwenen de tegenstellingen en viel alles in de plooi. Op 22 en 23 April 1839 kwamen de vertegenwoordigers van de kerken van Antwerpen, Bergen, Brussel, Dalhem, Dendermonde, Doornik, Dour, Gent, Hoei, Horebeke, Luik, Olne, Pâturages, Rongy, Spa en Verviers-Hodimont samen en tekenden de stichtingsbul van de Synode, die in het archief van de Museumkerk te Brussel ligt opgeborgen.
Een paar dagen voor de stichting van de Synode van de 16 Kerken
verloor België door het Verdrag van Londen van 19 April 1839,
Limburg en Luxemburg, waar even zoveel Hervormde gemeenten
bestonden. De Constitutie (1831) had het principe vastgelegd dat de Staat
zich niet mengt in kerkelijke aangelegenheden. Dat betekende dat de
Kerken zichzelf moesten besturen volgens hun eigen principes: Veel
gemeenten moesten zo opnieuw leren dat volgens de hervormde kerkleer
elke gemeente geleid moest worden door ambtsdragers:
kerkenraadsleden en predikanten, die hun gezag van de gemeenteleden
ontvangen hadden. H.R. BOUDIN, bewerkt door D.WURSTEN.
--- 1. Eigenlijk gaat het om 3 x 4 W's. De 12 letters stonden voor:
|
This site was last updated |
|